Uncategoried

3 Steps To Gain Control Over Your Reputation

Online reputation management is an instrument you can use to affect your audience's opinion about your organisation. But what is the added value of this? What do you have to do to take control of your organisation's reputation? In this blog we will outline reputation-related concepts and we will explain the various stages of online reputation management.

Reputation' is a term similar to trust, respect or responsibility: everyone knows these concepts to some extent, but very few people can quite put their finger on it. Still, with regards to workability, it's important to provide a uniform definition. This way you can create realistic expectations of all (im)possibilities regarding corporate reputation management.  

Identity vs. Image vs. Reputation

Reputation is a term that is often linked to concepts like identity and image. What are the differences? There are no universal definitions, but we apply these:

identiteit
Corporate identity

can be described as the personality of your organisation. It includes everything your organisation is, does and appears to be. What do you stand for? What is your vision? Which standards and values does your organisation find important? What does your company culture look like? Corporate identity manifests itself in three ways:

    • Behaviour (every behaviour of your organisation and its employees)
    • Communication (everything your organisation tells about itself)
    • Symbolism (the visual appearance of your organisation)

imago

Corporate image is the way your stakeholders perceive your organisation's identity. It's the result of your behaviour, communication and symbolism, or everything your stakeholders hear/read about your organisation. Does your audience think of you as a forward-thinking organisation? Formal? Are you perceived as a luxury brand? Feminine? The sum of these brand associations form your corporate image.

reputatie

Corporate reputation is similar to corporate image, but there is one important difference. Reputation isn't so much the perception of your audience, as it is their opinion on your organisation. Does your audience think you manufacture awesome products? Or do they think your organisation takes bad care of its employees? Or does your shipping leave something to be desired? The way people assess your organisation isn't necessarily based on personal experiences. Often, it's a result of what people have heard or read about your organisation (online).

Example
Identity: clothing brand x is a brand that presents itself as a brand for young males.
Image: clothing brand x is perceived as a brand for the elderly.
Reputatie: people are very positive about brand X. They have read that the product quality is amazing.

Online reputation management

In practice, your reputation is never an exact reflection of who you are or how you like to be seen. The way stakeholders assess your organisation is subjective to experiences and varies between groups or even individuals. Nevertheless, you still have a big influence on your own reputation. Reputation management means putting that influence to good use; reputation management includes all activities you undertake as an organisation to improve your stakeholders' opnion on your organisation. This is how you make sure they view your organisation the way you see fit.

Online reputation management is the most important form of reputation management, because reputations nowadays are mainly formed and affected online. Through social media, a single complaint or compliment can be widely discussed and therefore almost immediately affect your reputation. This effect can be noticeable for a long time, because online messages - different from conversations people have at the baker around the corner - are in writing and retrievable through search engines. Reputations therefore have become way more changeable.

restaurant review 2012
A bad online review from 2012 is still retrievable in 2018. Even if the business has significantly improved in the meantime, this review keeps affecting the restaurant's reputation.

The stages of online reputation management

Online reputation management is the most effective way to improve your reputation. But how do you intend to begin? Good reputation management goes through these three stages:

1. Social listening and monitoring

Online reputation management starts with a good understanding of what's going on inside and outside your organisation. This can be something immediate as a negative FAcebook post which demands direct attention. But it can also be a market trend your organisation can anticipate to. The first concern is to be aware of these messages, trends, threats and opportunities no matter what. Only then will you be able to take control of the situation and deliberately decide to act upon it. Social listening  and these situations won't be so far advanced you can no longer affect them. Social listening makes sure these messages will no longer surprise you or take too much of your time.

Uncategorized

3 geslaagde voorbeelden van reputatiemanagement met influencers

Bierviltjes zijn ooit bedacht om een goed glas bier op te laten rusten, maar in de praktijk worden ze vooral gebruikt om het wiebelen van tafels tegen te gaan. Als je het mij vraagt worden influencers op min of meer dezelfde manier misbruikt.

Want hoewel merkambassadeurs (zo heetten ze niet zo lang geleden nog gewoon) uitermate geschikt zijn om je merk langdurig in een breed positief daglicht te zetten, zien we dat bedrijven nog vooral de smash & grab approach hanteren. Influencers worden ingezet als wegwerpproduct: snelle klappen, omzetstijging op korte termijn en eenmalige campagnes. De negatieve bijwerkingen voor zowel merk als influencer (hoe zit het met reputatie en geloofwaardigheid bijvoorbeeld?) worden volkomen genegeerd.

"Duurzame influencer marketing vraagt om een natuurlijke connectie tussen merk, doelgroep en influencer."

Gelukkig zijn er altijd merken die laten zien dat je ook op duurzame manieren met influencers kunt samenwerken. Dat je doel ook gerelateerd kan zijn aan reputatie in plaats van altijd maar die focus op de snelle euro’s. Deze 3 voorbeelden laten zien hoe het óók kan:

1. Play Unified

Play Unified is een initiatief van Special Olympics, dat de inclusie van mensen met een verstandelijke beperking door middel van sport wil vergroten. De activiteiten rond Play Unified Nederland brengen sporters met en zonder verstandelijke beperkingen bij elkaar.

Om deze activiteiten brede bekendheid te geven, worden topsporters door sporters met een verstandelijke beperking uitgedaagd een sportieve prestatie te leveren. Zo vraagt keeper Bernd uit Uden Arjen Robben van Bayern München of hij een challenge aan durft te gaan: “Leg die bal maar op de stip! Wedden dat ik hem stop?” Er wordt op deze manier veel lokale en landelijke (social-)media-aandacht voor dit soort challenges gegenereerd, wat ertoe heeft geleid dat al 12 challenges werden geaccepteerd.

De kracht:

De perfecte match tussen campagne en merk. Waar het hele initiatief is opgezet om sporters met en zonder verstandelijke beperking bij elkaar te brengen, doet de campagne – op kleinere schaal – exact hetzelfde. Influencers (de topsporters in dit geval) worden niet achter de schermen overtuigd, maar in het openbaar uitgedaagd om deel te nemen voor dit goede doel. Hoe oprecht wil je het hebben? Een goed voorbeeld van een win-win-situatie: de betekenisvolle inzet van influencers onderstreept de merkwaarden van Play Unified en zorgt voor extra naamsbekendheid, terwijl de actie ook de likeability van de topsporter ten goede komt.

play unified

2. Clean & Clear

We vonden dit mooie voorbeeld na een tip van Influencer Marketeer Philip Brown. Clean & Clear is een producent van anti-acne-producten die influencer marketing eens over een andere boeg wilde gooien. De insteek van het merk was om ‘doorsnee’ tieners met een bijzonder verhaal voor campagnes te vragen, zodat ze hun verhaal kunnen vertellen. Er werd bewust afgeweken van wereldsterren met miljoenen volgers, om juist te kiezen voor jongeren die zichzelf absoluut niet zien als influencer. Zij voelden zich oprecht gestreeld door de interesse van het merk en komen daardoor veel authentieker over in communicatie-uitingen.

Zo komt bijvoorbeeld een 18-jarige jongen uit Californië in de campagne voorbij. Hij heeft ‘slechts’ 1400 volgers op Instagram en repareert apparaten van dakloze leeftijdsgenoten. En zo zijn er veel meer gewone tieners die het merk in de schijnwerpers zet. Hun verhalen staan centraal in de campagne centraal en Clean & Clear bouwt haar merk om die verhalen heen.

De kracht:

Herkenbaarheid. De doelgroep kan zich als geen ander met de gekozen jongeren identificeren, en dat is precies waarom deze jongeren invloed hebben op de doelgroep - en dus wel degelijk influencers zijn. Ze worden niet benaderd om hun glamoureuze levensstijl of aantal volgers, maar om wie ze zijn en wat ze doen. Voor de jongeren in de doelgroep is het daardoor alsof ze in een spiegel kijken. Het voelt aan alle kanten echt, en dat is zowel goed voor de reputatie van het merk als de geloofwaardigheid van de influencer.

Hoewel het merk aangeeft dat de verkoop sinds februari met 19% is gestegen, is dat slechts een gevolg van het reputatie-denken dat eraan voorafging. Naar eigen zeggen ging het merk voor influencers die niet per se beroemd waren, maar die positieve dingen deden en een voorbeeld probeerden te zijn voor andere jongeren. Het merk en de producten van Clean & Clear werden daaromheen gebouwd, in plaats van andersom. Het ging om de natuurlijke connectie tussen merk, doelgroep en influencer, en dat is waar duurzame influencer marketing om vraagt.

3. Nike

Laten we niet langer om de hete brij heen draaien: de samenwerking tussen Nike en Colin Kaepernick is natuurlijk van een compleet andere orde, maar niet te negeren als we het hebben over sterke staaltjes influencer marketing.

Nike koos de hevig bekritiseerde Colin Kaepernick om te schitteren in deze indrukwekkende campagne, met als motto ‘Believe in something. Even if it means sacrificing everything’. De controversiële football-speler Kaepernick werd eerder weggehoond door o.a. president Trump en belangrijke mensen in de football-wereld omdat hij uit protest tegen racisme in de VS knielde tijdens het volkslied. Kaepernick verloor daardoor veel, maar ging dwars door alle weerstand heen. Nike beloonde hem voor zijn onwrikbaarheid met een prominente rol in haar nieuwe campagne. Dat kwam Nike op haar beurt in eerste instantie duur te staan: Nike-sneakers werden verbrand, het aandeel kelderde op de beurs, maar ook Nike wist van geen wijken.

De kracht:

Wat sommige marketeers nog onvoldoende beseffen, is dat je als merk bij influencers niet alleen bereik koopt, maar ook een bepaalde set aan waarden, associaties en dus: een reputatie. Je kunt je dus wel omringen door allerlei duurbetaalde grote influencers, maar als die influencers ongewenste associaties met zich meebrengen, doet dat je merkreputatie meer kwaad dan goed. Is er echt sprake van zo’n sterke overdracht van betekenissen van de influencer naar het merk? Dit voorbeeld van Nike is het levende bewijs. Nike koos heel bewust voor Kaepernick omdat het merk zich wilde ‘laden’ met de associaties die rond de football-speler bestaan. De kracht van de slogan ‘Just do it’ kon daarmee extra onderstreept worden.

Werken aan je merkreputatie is dus keuzes durven maken, standpunten innemen en vrienden (en dus ook vijanden) durven maken. Door een krachtige positie in te nemen creëer je sterke associaties rond je merk en bouw je een echte merkpersoonlijkheid. Omdat een merk in essentie niets meer is dan een verzameling associaties, is dat dé manier om het als merk op termijn te overleven.

Als je dit op een consequente manier doet, en je influencers niet langer kiest om hun bereik maar om hun inhoudelijke match met je merk, dan ben je bezig influencers duurzaam in te zetten. Je bouwt zo aan je reputatie, en zult merken dat de euro’s vanzelf volgen. Ook Nike heeft uiteindelijk de vruchten geplukt van deze betekenisvolle samenwerking: het merk is inmiddels 6 miljard dollar meer waard en de online verkoop steeg na de campagne met 31%.

Dat het de reputatie van Kaepernick zelf ook goed heeft gedaan, vinden we terug in Coosto. Online was het sentiment rond zijn naam overwegend positief:

Coosto chart Kaepernick
Uncategorized

4 don'ts tijdens een (politieke) social campagne

1. Praten in algemeenheden

De publieke sector heeft er een handje van om onderwerpen te verpakken in wollige, abstracte kreten. De groeiende waardering voor partijen die ‘zeggen waar het op staat’, bewijst dat dit soort onbegrijpelijke uiteenzettingen hun beste tijd gehad hebben. Pakkende one-liners met inhoud hebben de toekomst. Die blijven plakken. Zorg er daarom voor dat mensen iets van je campagne letterlijk onthouden (al is het maar één zinnetje). Liever dat, dan dat ze met moeite een brei aan woorden zonder enige samenhang uitbrengen, als ze jouw standpunten proberen uit te leggen. 

De consequenties van dat laatste heeft de PvdA gemerkt tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. De partij zat natuurlijk al in een lastig parket na de impopulaire samenwerking met de VVD, en gaf daarna ook toe een tegenvallende campagne te hebben doorgemaakt. We zetten ter illustratie van die campagne alle tweets van het partij-account in de aanloop naar de verkiezingen in één word cloud. Dat levert met termen als ‘Nederland’, ‘twijfel’, ‘plannen’, en ‘mensen’ nu niet bepaald een goede indruk op van de inhoud van het PvdA-verkiezingsprogramma destijds. De partij ging vervolgens hard onderuit in de verkiezingen.

PvdA word cloud TK2017

Conclusie: wees zo concreet mogelijk, en benoem zowel problemen als oplossingen. 

2. Alleen maar zenden

De lijst persberichten op X-accounts is bijna overal verdwenen: politieke partijen zoeken massaal de interactie. GroenLinks trekt het zelfs zo ver door, dat ze zich soms geen partij noemen, maar een ‘brede linkse beweging’. Jesse Klaver trekt al tijden hele zalen met enthousiaste, veelal jonge mensen die benieuwd zijn naar het verhaal van GroenLinks. De partij heeft het betrekken en enthousiasmeren van mensen perfect doorgetrokken naar social media, laat ook de word cloud van het partij-account op X goed zien: 

GroenLinks word cloud TK2017

Want: Ej? Mt? Wat is dat allemaal? Het is geen toeval dat er zoveel woorden voorbijkomen die uit slechts twee letters bestaan. Het zijn de initialen van de mensen die het GroenLinks X-account in de verkiezingen bemensten. Deze webcare-agents beantwoordden vragen steevast met een ^, gevolgd door hun initialen. Het feit dat ‘ej’, ‘kv’, ‘lo’ en ‘mt’ zo centraal staan, wil dus zeggen dat GroenLinks niet alleen haar eigen boodschap heeft gezonden op social media, maar vooral de interactie is aangegaan. 

Het is natuurlijk de vraag of er een causaal verband bestaat tussen interactie en zetelwinst, maar het succes van de GroenLinks-campagne is duidelijk: de partij won maar liefst 10 zetels.  

3. Vooral praten over anderen

De PvdA verloor in de vorige verkiezingen maar liefst 29 zetels, dus was er volop ruimte voor andere linkse partijen als SP om dat gat te vullen. Toch lukte het de SP niet. De partij verloor zelfs een zetel en kwam aan het eind van de rit uit op 14 stuks. Hoe dat kwam? Vanzelfsprekend is de volledige verklaring een gecompliceerd verhaal. Maar ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop de SP zich op social media profileerde, er deel van heeft uitgemaakt. 

De Socialistische Partij had het namelijk niet zozeer over haar eigen plannen, maar zette zich in berichten vooral af tegen de VVD, Rutte, Wilders en Asscher. Het gevolg? Vooral aandacht voor deze lijsttrekkers en partijen. 

SP word cloud TK2017

De partij heeft gelukkig wel geleerd van vorig jaar. Als we voor de gemeenteraadscampagne van de SP nú een word cloud zouden uitdraaien, staan ‘SP’ en ‘Voor Elkaar’ fier bovenaan. 

4. No matter what positief zijn

Als PR- of communicatieadviseur ben je van nature geneigd om nieuws zoveel mogelijk te spinnen naar het optimistische. Om vooral positieve zaken te belichten. Maar soms kan het juist heel goed zijn om op een negatieve manier stelling in te nemen, als je daarmee je standpunten voor het voetlicht krijgt. Natuurlijk komt dat geloofwaardiger over als je (hard) oppositie voert, dan wanneer je zelf 4 jaar aan het roer hebt gestaan. In feite is dat waar het hele politieke spel om draait, dus we zijn niet verbaasd dat de meeste partijen dat trucje prima onder de knie hebben.

Let bijvoorbeeld op het huidige verschil in berichtsentiment van een harde oppositiepartij als Forum voor Democratie aan de ene kant, en een landelijke coalitiepartij als CDA aan de andere kant:

FVD: 9% positief - 18% negatief
CDA: 62% positief - 6% negatief

Natuurlijk is de toon van je berichten helemaal afhankelijk van waar je voor staat, wie je publiek is en wat je vindt van het huidige beleid. Feit is wel dat Forum voor Democratie volgens de laatste peiling zo’n 12 Tweede Kamerzetels zou winnen, dus hun kritische benadering legt hen bepaald geen windeieren. 

Meer statistieken en feitjes over de huidige gemeenteraadscampagne? Bekijk hoe de campagne er per partij voor staat in ons dashboard, of check alle stats in ons overzichtsblog. Doe dan meteen onze politieke zelftest, om te checken of jij genoeg weet van de campagne om op 21 maart je stem uit te brengen.  

 

Uncategorized

Waarom je naar je merkwaarden moet luisteren in plaats van naar de publieke opinie

Wel of geen invloed?

Als organisatie heb je lang niet altijd invloed op het ontstaan van een crisissituatie. Denk aan een DDOS-aanval op je bedrijf, een medewerker die ongewenst verdrag vertoont of het instorten van een parkeergarage. Het zijn scenario’s die niet direct het resultaat zijn van strategische keuzes die je als organisatie maakt, maar waarbij de link met je organisatie wel heel duidelijk aanwezig is. Om die reden is het relatief gemakkelijk om snel tot actie over te gaan: je organisatie staat immers in het middelpunt van de aandacht.

Er doen zich echter ook situaties voor waar je als organisatie 1) geen invloed op hebt, 2) waarbij je niet direct in het middelpunt van de aandacht lijkt te staan en 3) je reputatie tóch op het spel staat. Zo’n situatie is te verduidelijken met het model van invloed en reputatie, geïnspireerd op de cirkel van invloed en betrokkenheid.

Model van invloed en reputatie
Model van invloed en reputatie

In de middelste cirkel zit je zelf als bedrijf. Hier maak je de (strategische) keuzes, de koers die je wilt varen en de identiteit die je daarmee wilt uitdragen. Meteen ook de reden waarom je daar het meeste invloed op hebt. De middelgrote cirkel (primaire stakeholders) kent meer dynamieken. Dit zijn bijvoorbeeld je medewerkers, aandeelhouders, investeerders en de ondernemingsraad. De invloed die je daar als organisatie uitoefent, werkt twee kanten op. Je kunt bijvoorbeeld je medewerkers sturen met richtlijnen voor gedrag op social media. Als een medewerker deze echter overtreedt en een flinke misstap begaat, zal dat direct reflecteren op jou als organisatie. De grootste cirkel kun je zien als je secundaire stakeholders. Denk daarbij aan klanten, media/pers en gebruikers van social media. Dat zijn stakeholders waar je als organisatie niet altijd invloed op hebt, maar die zelf wel van grote invloed kunnen zijn op jouw organisatie.

Een perfect – en tevens recent - voorbeeld dat de werking van de buitenste cirkel illustreert, is het voorbeeld van Transavia. De vliegmaatschappij werd beschuldigd van plagiaat, nadat de videoserie ‘Geen stress met Stef’ werd ontdekt door Lize Korpershoek. Lize, die zelf succesvolle en creatieve video’s maakt in haar serie ‘Adviezen van Lize’, zag grote overeenkomsten tussen haar serie en die van Transavia. Sterker nog, het concept leek een exacte kopie. En niet alleen Lize en haar vriend Tim Hofman vielen erover, maar heel social media leek verontwaardigd. Transavia kwam uiteindelijk met de volgende reactie:


1/2 Hoi Lize, ook wij zien de overeenkomsten in onze series, dit is inherent aan de stijl van dit moment. We hebben niet bewust jou willen kopiëren.
We hebben onze afleveringen er nu afgehaald omdat we onze energie willen steken in het entertainen van onze kijkers.

— Transavia (@transavia) January 5, 2018


2/2 Er is genoeg andere leuke content op ons kanaal die ook de moeite waard is. Succes met jouw kanaal! Groetjes, Transavia.

— Transavia (@transavia) January 5, 2018

Even daargelaten hoe Transavia heeft gereageerd: het voorval is ontstaan naar aanleiding van keuzes die de vliegmaatschappij zélf heeft gemaakt. De link tussen de situatie en Transavia is dan ook overduidelijk. Daardoor heeft de vliegmaatschappij gelukkig wel zélf invloed op de oplossing, en kan ze dus ook relatief snel tot actie overgaan. Hoe anders is dat bij situaties waarbij die link verder weg lijkt? Situaties waar je dus 1) totaal geen invloed op hebt en 2) het verband met jouw organisatie in eerste instantie niet duidelijk te zien is?

Niet adequaat acteren kan reputatieschade betekenen

Het zijn de situaties die escaleren zónder dat je daar zelf ook maar enigszins bij betrokken bent. En juist omdat die zo ongrijpbaar zijn, wordt het daar pas echt interessant. Laat ik het verduidelijken met een recent voorbeeld: de ophef rondom rapper Boef. Ophef die is ontstaan nadat de rapper drie jonge vrouwen – die hem een lift hadden gegeven op nieuwjaarsdag - kechs noemde. Kechs is straattaal voor hoeren, en schoot bij velen dan ook in het verkeerde keelgat. De rapper deed er overigens later nog een flink schepje bovenop door vrouwen “die nog zo laat op pad zijn en ’s nachts in korte rokjes naar clubs gaan en alcohol drinken” ook kechs te noemen.

De (online) discussie rondom deze voorvallen is niet mis. De publieke opinie lijkt duidelijk.

Dat rapper Boef reputatieschade oploopt, ligt in dit geval voor de hand. Maar de bedrijven en organisaties die - of ze dat nu willen of niet - aan de rapper zijn gekoppeld, worden ook ineens geconfronteerd met zijn gedrag. Denk aan radiostations die zijn muziek draaien, festivals waar de rapper optreedt en reisorganisaties die met hem samenwerken. Ze voelen zich genoodzaakt om een standpunt in te nemen in de hele situatie. Al dan niet gedwongen. Begrijpelijk ook. Niet adequaat acteren kan dan ook voor hen reputatieschade betekenen.


@GoFunvakanties ik lees dat jullie samenwerken met een stuk straatvuil die nederlandse vrouwen "hoeren" noemt. Ik geloof dat ik een vakantie ga afzeggen. #boef

— violetpanther (@violetpanther2) January 2, 2018

Bovenstaande tweet illustreert dan ook perfect hoe er een beroep wordt gedaan op de veranwoordelijkheid van organisaties die indirect gelinkt zijn aan de rapper. In dit geval heeft GOFun – het jongerenmerk van Corendon - in geen enkel geval invloed op het gedrag van de rapper waar ze mee samenwerken. Het gedrag van de rapper blijkt dan ook gevolgen te hebben voor organisaties waarbij er geen direct verband te vinden is. En met een sterke publieke opinie hijgend in je nek, kun je het daar als communicatieprofessional Spaans benauwd van krijgen. Gevolg? GOFun besloot de samenwerking op te zeggen.

En GOFun is niet de enige. Ook festivals Paaspop, Dauwpop en Muze Misse hebben optredens van rapper Boef geannuleerd. De organisatie van Paaspop gaf aan dat het een beslissing betreft waar het Paaspop-publiek achter staat, gezien de vele reacties die Paaspop ontvangen heeft. Radio DJ’s Mattie van der Valk (Q-Music) en Karolien Debecker (MNM) geven aan zijn muziek niet meer te draaien. Al deze organisaties geven hierbij gehoor aan de publieke opinie. Een verleidelijke keuze: het lijkt immers de weg met de minste weerstand. Het laatste wat je als organisatie wilt, is aangesproken worden op je programmering of samenwerking. Maar is gehoor geven aan een sterke publieke opinie wel de manier waarop je met een dergelijk voorval om moet gaan? Hoe zou je überhaupt met situaties om moeten gaan waar je als organistie ongewild in mee wordt getrokken? Hoe maak je de juiste beslissing, en op basis waarvan?

De 2 belangrijkste lessen voor elke communicatieprofessional

Het voorbeeld van rapper Boef leert ons eigenlijk 2 hele belangrijke lessen, die iedere communicatieprofessional in het achterhoofd zou moeten houden.  

  • Neem de tijd
    Op momenten dat ophef lijkt uit te monden tot een maatschappelijke discussie, kan het verleidelijk zijn om zo snel mogelijk een positie in te nemen. Voor of tegen? Wel of niet? Belangrijk is om juist wél de tijd te nemen om tot een beslissing te komen. En laat de in je nek hijgende media ook weten dat je die tijd neemt. Ga terug naar de kern (identiteit) van je organisatie. Waar sta je voor en wat wil je uitdragen? Probeer vanuit die kernwaarden een keuze te maken. Zorg er daarbij voor dat de interne stakeholders van je organisatie op de hoogte worden gesteld, zodat er een eenduidige boodschap wordt uitgedragen. In het geval van rapper Boef liet QMusic DJ Mattie van der Valk zich individueel expliciet uit (“Ik ga zijn muziek niet meer draaien”), terwijl dat niet per se consistent hoeft te zijn met eerdere standpunten en beslissingen van hem óf zijn werkgever. Zoiets zou de geloofwaardigheid teniet kunnen doen.
     
  • Maak een statement
    Als bedrijf heb je een bepaalde identiteit. Je staat ergens voor, iets wat jou uniek maakt in de markt. Durf die waarden dan ook uit te dragen. Neem een standpunt in bij een maatschappelijke discussie en maak een statement. In het geval van rapper Boef maakt Eurosonic Noorderslag (ESNS) een sterke beslissing. Het festival biedt een podium aan de beste opkomende en actuele Nederlandse acts. Gezien het succes van de rapper, concludeert het festival dat ze niet om een relevante artiest als Boef heen kunnen: hij is daarom nog steeds welkom op het festival.In het statement erkent het festival de ophef en distantieert ze zich van de opmerkingen die Boef heeft gemaakt. Wat ESNS heel sterk doet, is haar keuze toelichten én van de gelegenheid gebruik maken om een veel groter probleem te adresseren: de positie van vrouwen in de muziekindustrie. Op die manier wil ESNS een constructieve bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. Een standpunt dat niet alleen getuigt van durf, maar ook perfect aansluit bij de waarden die ESNS wil uitdragen. En juist om die reden was het weren van de rapper voor ESNS een minder sterke beslissing geweest. De organisatie laat zien dat ze rapper Boef niet als een incident ziet (als in: ‘kan gebeuren’), maar bekijkt het vanuit een helikopterperspectief. En dat is superprofessioneel.

Er kunnen in de toekomst nou eenmaal situaties ontstaan waar je als organisatie ongewild in mee wordt getrokken. De kunst is om te blijven luisteren naar dat waar je als organisatie voor staat, en niet naar wat de publieke opinie wilt dat er gebeurt. En als blijkt dat jouw standpunt haaks staat op dat van het publiek, onderbouw dan vooral jouw overtuiging. Een tegengeluid kan namelijk niet verkeerd zijn als het is gebaseerd op de kernwaarden en identiteit van je organisatie. Ook dan ben je bezig met reputatiemanagement. Probeer deze lessen daarom te hanteren als je in een dergelijke crisissituatie belandt. Je zult zien dat je op langere termijn niet alleen je reputatie beschermt, maar deze ook versterkt. En dat is net zo belangrijk.

Sterken merken zijn immers niet sterk geworden door hun reputatie alleen maar te beschermen.

 

Uncategorized

Kun je een reputatiecrisis eigenlijk wel voorkomen?

Ja, míts...

Het korte antwoord? Ja, je kunt je reputatiecrisis voorkomen. Het lange antwoord? Dat gaat niet zomaar. De meest cruciale factor in deze is handelingssnelheid. De crux van het voorkomen van een crisis, is het signaleren van de situatie nog vóórdat die zich heeft ontwikkeld tot een crisis. Alleen dan kun je er snel en gepast op anticiperen, waarmee je vaak een reputatiecrisis kan voorkomen.

Handelingssnelheid dus. Klinkt logisch, maar het is tegelijkertijd de grootste uitdaging van crisispreventie. Zodra je negatieve berichtgeving hoort op tv en radio of leest in de krant, ben je namelijk al te laat. Maar hoe kun je dan wél snel genoeg zijn?

Wees dáár waar het nieuws begint

Het is de kunst om bij het nieuws te zijn als het nog klein genoeg is om in te perken. En steeds vaker begint dat nieuws online. Door een negatief bericht te signaleren voordat het veel gedeeld wordt, geef je jezelf de ruimte om helder na te denken: wat wordt de volgende stap? Vergt het negatieve bericht verder onderzoek? Hoeveel impact verwachten we dat dit bericht gaat hebben? Kunnen we überhaupt de impact voorkomen of juist alleen beperken? En willen we er al op reageren? Gaan we een statement brengen? En via welke kanalen gaan we dan communiceren? Een statement via een statusupdate, of slechts een reactie op het bericht zelf?

"24 uur per dag alle online bronnen door spitten kost niet alleen veel tijd, het is ook nog eens onwijs veel werk. Niet aan te beginnen."

De realiteit is echter dat je niet in staat bent om 24 uur per dag alle online bronnen door te spitten. Ten eerste is dat onwijs veel werk, en ten tweede zijn we doorgaans ook niet 24/7 met ons werk bezig. Om die reden gebruiken marketing- en communicatieafdelingen vaak social media monitoring tools. Die brengen hen - door middel van alerts - automatisch op de hoogte als er nieuwe berichten over een bepaald onderwerp verschijnen. Zo kunnen ze hun reguliere werkzaamheden blijven uitvoeren en het crisismanagement pas oppakken als het nodig is. Wel zo fijn, want daardoor verdwijnt de angst om ‘iets’ te missen.

De rol van de communicatieprofessional

Soms is een reputatiecrisis onvermijdelijk, omdat het een logisch gevolg is van inhoudelijk beleid of simpelweg pech. De reputatiecrisis die banken beleefden na de financiële crisis, had bijvoorbeeld niet voorkomen kunnen worden door alleen snelle en adequate externe communicatie. Er vroeg bij zijn, geeft dus niet altijd de garantie dat een crisis wordt voorkomen.

Toch is de communicatieprofessional tijdens crisissituaties een belangrijke spin in het web. Van een communicatieprofessional wordt namelijk verwacht dat zij is voorbereid op crises. Dat er scenario’s zijn uitgedacht, dat er draaiboeken zijn. Communicatiedeskundigen horen externe, potentiële crisissituaties binnen no-time op te pikken, het sentiment van het publiek tijdens een crisis aan te voelen, en op basis daarvan te adviseren welke acties ondernomen moeten worden. Noud Bex, eigenaar en oprichter van Bex* communicatie vertelt er meer over in dit interview.

"De communicatieprofessional is tijdens een crisissituatie een belangrijke spin in het web."

Een communicatieprofessional moet na een crisis bovendien kunnen meten in hoeverre de reputatie schade heeft opgelopen. Is de schade fors? Dan is het de taak aan de communicatie expert om acties te ondernemen om de reputatie weer op niveau te brengen.

‘Nogal wat verantwoordelijkheden!’, hoor ik je misschien denken.

En dat klopt. Je hoeft het echter niet alleen te doen. Beter gezegd: doe het jezelf niet aan om het alleen te doen. Er zijn diverse tools beschikbaar die je in staat stellen om snel op de hoogte te zijn van online berichten die voor jouw organisatie relevant zijn. Dit soort social media monitoring software maakt bovendien je reputatie meetbaar en geeft je een goed beeld van wat jouw publiek bezighoudt. De publieke opinie ten opzichte van jouw organisatie – zowel voor, tijdens als ná een crisis – is daarmee gemakkelijk inzichtelijk te maken. Die automatische alerts waar ik het net al over had: ook die zijn goud. Op die manier laat je de tool het ‘werk’ doen, en neem jij het over als de situatie daar om vraagt.

Dat is teamwork, zonder dat je daar een groot team voor nodig hebt.

 

Uncategorized

In 6 stappen het perfecte protocol voor crisiscommunicatie

1. Reputatie-risicoprofiel

Begin je plan met een risicoprofiel. Een risicoprofiel bevat een overzicht van alle relevante risico’s die in theorie invloed kunnen gaan hebben op de reputatie van je bedrijf. Neem hierin branche-ontwikkelingen en maatschappelijke discussies mee, en denk out-of-the-box. Probeer in eerste instantie zelfs de meest extreme en vreemdste risico’s mee te nemen. Van seksuele intimidatie tot aan een medewerker die expres de productie saboteert.

Plot al je risico’s vervolgens in een matrix die de waarschijnlijkheid van het risico combineert met de mogelijke impact als er daadwerkelijk iets gebeurt. Je kunt dan vier kwadranten onderscheiden:

Het reputatierisicoprofiel mag niet ontbreken in je protocol.

De risico’s in kwadranten 3 en 4 kun je aan vanuit je reguliere organisatie. Vestig je aandacht daarom op kwadrant 1 en 2. Kies uit deze twee kwadranten een paar risico’s waarop je écht goed voorbereid wil zijn. Zorg ervoor dat je kiest voor zeer uiteenlopende potentiële crises en werk de gekozen risico’s uit in scenario’s. Wat kan er gebeuren? Hoe kan daarop gereageerd worden? Wat als het verder escaleert? Wie zijn de betrokkenen?

Je zal merken dat iedere situatie compleet andere gevolgen heeft voor je organisatie. Een intern zedendelict vraagt immers om andere maatregelen vanuit de organisatie dan een door een medewerker aangestoken brand. Door met verschillende scenario’s rekening te houden, zorg je ervoor dat je bent voorbereid.

100% zekerheid bestaat niet in crisismanagement en je kunt niet alles in protocollen vastleggen. Toch is het scenario-denken een goede manier om te starten. Als je weet wat er van je organisatie wordt gevraagd in de meest extreme gevallen, zou je de minder heftige incidenten ook moeten aankunnen.

2. Crisisteam

Nu je weet op welke scenario’s je je gaat voorbereiden, is het zaak om de organisatie daarvoor neer te zetten. Een crisisstructuur wijkt af van de reguliere organisatie omdat er andere verantwoordelijkheden en bevoegdheden gelden. Bedenk welke functies en vaardigheden je nodig hebt. Zorg er sowieso voor dat je de hoogste beslisser in je organisatie (bijvoorbeeld directie of bestuur) én je communicatieadviseurs opneemt in je crisisteam. Deze mensen heb je namelijk in elke crisis nodig.

Vul dit team verder aan met mensen uit andere relevante afdelingen en organisatielagen (denk bijvoorbeeld aan HR, juridische of financiële zaken, ondernemingsraad en dergelijke). Zorg ervoor dat je dit basisteam niet onnodig groot maakt. Je kunt altijd nog uitbreiden met mensen die van waarde zijn binnen een specifieke kwestie. Dat is beter voor de werkbaarheid.

3. Taakverdeling

Zorg ervoor dat de verantwoordelijkheden van de mensen in je crisisteam vastgelegd zijn. Wie mag er waarover beslissingen nemen? Wie mag alleen adviseren of uitvoeren? Wie neemt de uiteindelijke evaluatie op zich? Beschrijf voor iedere functie welke taken hij of zij dient uit te voeren.

4. Crisiscommunicatie

Bepaal een uitgangspunt voor je communicatie. Eén die je altijd gaat hanteren, ongeacht het soort incident. Zie het als een centrale boodschap die zou moeten doorschemeren in al je uitingen tijdens de crisis. Zo kun je de organisatievisie of kernwaarden gebruiken om dit communicatie-uitgangspunt te bepalen. Dat kan bijvoorbeeld zijn ‘De veiligheid van onze medewerkers staat voorop‘ of ‘Wij streven altijd naar de beste productkwaliteit’.

Je hebt de taken voor de personen die belast zijn met crisiscommunicatie in de voorgaande stap vastgelegd. Vaak wordt er echter sneller om persberichten, statements en Q&A’s gevraagd dan het team kan produceren. Zorg er daarom voor dat je op voorhand dit soort ‘standaardteksten’ al hebt klaarliggen voor de gekozen risico’s. Ze zijn nooit één-op-één te gebruiken, maar een paar aanpassingen kosten altijd minder tijd dan het schrijven from scratch.

5. Netwerk

Bedenk welke andere personen, instellingen en bedrijven mogelijk in beeld komen tijdens een crisis. Denk aan partijen die van belang zijn omdat je ze als eerste wil informeren, omdat je statements met hen wilt afstemmen of omdat er een constant informatielijntje loopt. Dit kunnen hulpdiensten zijn, maar ook leveranciers, aandeelhouders, belangengroepen of eventuele getroffen familieleden. Gebruik een social media monitoring tool om je stakeholders en het beeld dat ze van je hebben in kaart te brengen. Zo vind je onder andere welke invloedrijke auteurs er schrijven over de onderwerpen of bedrijfsnamen die voor jou van belang zijn.

6. Implementatie

Vertaal het plan naar de praktijk. Zorg ervoor dat iedereen zijn verantwoordelijkheden kent en zijn taken kan uitvoeren. Organiseer bijvoorbeeld een halfjaarlijkse crisissimulatie-oefening of verzorg trainingen. Denk in deze fase ook na over de praktische zaken. Welke faciliteiten heb je nodig tijdens een crisisbijeenkomst? Waar verzamelt het crisisteam zich? En wat als die locatie onbereikbaar is? Of zonder elektriciteit komt te zitten?

 

Uncategorized

3 manieren om een reputatiecrisis te bestrijden

1. Kennis - informatievoorziening

Als je kiest voor informatievoorziening, dan voorzie je mensen van informatie om foutieve geruchten te ontkrachten, onterechte zorgen weg te nemen of informatievragen te beantwoorden. Dat kan middels een persbericht, maar ook een tweet, Facebookpost of rectificatie bijvoorbeeld.

CASE: Albert Heijn

In januari 2017 plaatste een klant een bericht op de Facebookpagina van Albert Heijn. Een bericht dat niet alleen 9000 keer werd gedeeld, maar ook kon rekenen op meer dan duizend reacties. De klant wilde mensen waarschuwen voor pannen – afkomstig van Albert Heijn - waar wellicht giftige stoffen in zaten. Waarom? Haar vogels hadden de dood gevonden nadat ze de pannen had gebruikt.

De klantenservice van de Albert Heijn reageerde vrij snel op het bericht, nam contact op met de klant en gaf vervolgens terugkoppeling op social.

reactie Albert Heijn op Facebook

Het bericht riep veel vragen en reacties op. Daarom besloot Albert Heijn niet alleen in de comments, maar ook met een algemeen bericht op de eigen Facebookpagina klanten te informeren, om zo duidelijkheid te scheppen.

Albert Heijn verklaring Facebook

Albert Heijn laat heel duidelijk weten dat de pannen gewoon veilig zijn voor mens en dier. Daarbij geeft ze aan al contact te hebben gehad met mensen die vragen hadden over de pannen in combinatie met vogels. Ook geeft de winkelketen aan met de leverancier verder onderzoek te doen, waardoor klanten voelen dat er wordt geluisterd. Een goede manier om met een dergelijke crisissituatie om te gaan.

2. Houding - betekenisgeving

Als je kiest voor betekenisgeving, dan neem je een stelling in en geef je jouw mening over de crisissituatie of een bepaalde discussie. Een statement of excuusbrief wordt hier vaak voor gebruikt.

CASE: SIRE

In juli lanceerde SIRE de nieuwe campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’. Een campagne waarmee de organisatie Nederlandse opvoeders aan het denken wil zetten over hun gedrag tegenover jongens. Het onderwerp werd breed opgepakt en online werd er flink gediscussieerd. 

reacties SIRE op Facebook post

SIRE zag de berichten voorbijkomen en concludeerde dat de campagne meer duiding nodig had, om ervoor te zorgen dat men begreep waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt. De teller aan reacties stond inmiddels zó hoog, dat SIRE besloot haar volgers meer tekst en uitleg te geven middels een statement:

In het statement erkent SIRE de discussie die is ontstaan. De organisatie geeft aan hier blij mee te zijn, juist omdat SIRE lastige onderwerpen bespreekbaar wil maken. Dat maakt dit statement meteen zo krachtig: de organisatie neemt een duidelijk standpunt in. SIRE blijft achter de keuze staan om deze campagne te lanceren en sluit af met de visie op haar werk. Of ze daarmee iedereen aan hun kant hebben staan? Nee. Maar door een krachtig statement te maken, is een crisis zeker afgewend. Een aanpak die de organisatie én haar merkwaarden siert.

3. Gedrag - schadebeperking

Bij schadebeperking onderneem je een beleidsmatige handeling om de schade aan je reputatie direct te beperken. Denk daarbij aan een terugroepactie of een schadevergoeding.

CASE: Halloween Costumes

Een simpele ‘sorry’ of uitleg is soms niet genoeg. Mensen kunnen expliciet eisen dat je actie onderneemt, maar de ophef kan ook zo hevig zijn dat er gewoonweg geen andere optie overblijft. Dat was het geval bij de Amerikaanse webshop HalloweenCostumes.com. De webshop verkocht een Anne Frank-pakje als halloweenkostuum. Wellicht goed bedoeld, gezien de bijbehorende tekst op de website (‘We kunnen altijd leren van de geschiedenis’), maar het sloeg de plank natuurlijk volledig mis. Social media dacht daar hetzelfde over.
 

Yeah this seems super uncool. You seen this @carlosgeADL ? pic.twitter.com/uhKS3g9b2J

— Jerod MacDonald-Evoy (@JerodMacEvoy) October 15, 2017

Carlos Galindo-Elvira, die wordt vermeld in bovenstaande tweet, is de regionale directeur van de Anti-Defamation League Arizona. Een organisatie die zich inzet tegen haat, discriminatie en hypocrisie in alle vormen, gericht tegen alle groeperingen. Ook hij laat zich uit over dit onderwerp.
 

There r better ways 2 commemorate Anne Frank. This is not one. We should not trivialize her memory as a costume.

— carlosgeADL (@carlosgeADL) October 16, 2017

Het duurde niet lang voordat Halloween Costumes kwam met een officieel statement: ze gaf aan direct te stoppen met de verkoop van het kostuum.
 

pic.twitter.com/pkDXJkB87n

— Halloween Costumes (@funcostumes) October 17, 2017

Een verstandig besluit, al bleven mensen vraagtekens hebben. Waarom verkocht het bedrijf überhaupt dit kostuum? Hoe is het mogelijk dat dit idee tot uitwerking is gekomen? Was het een slechte publiciteitsstunt? 
 

Really? You needed feedback to realise it waa wrong? You just made the world a bit more shitty. Well done.

— Simon Brunton ❄️ (@SimonFBrunton) October 17, 2017
 

Al met al kritische geluiden. In dit geval was er actie nodig vanuit Halloween Costumes om ervoor te zorgen dat de situatie verder zou escaleren, en het bedrijf heeft het daarbij gelaten. Ergens een gemiste kans. Ik vergelijk het weleens met een bijensteek. Gestoken worden is pijnlijk, maar het insect vervolgens opruimen en zalf over de plek smeren is niet afdoende. Dit bedrijf had de angel uit de zere plek kunnen halen door persoonlijk te reageren op kritische comments. Uitleg geven of nogmaals excuseren. Misschien zou dit tevens hét moment zijn om nog eens goed te kijken naar het aanbod van kostuums. Zitten er inderdaad nog andere kostuums tussen die klanten als beledigend kunnen ervaren? Dán zouden ze proactief aan de slag gaan met het verbeteren van de reputatie en hebben klanten het idee dat er naar hen wordt geluisterd.

We splitsen crisismanagement hier op in 3 pijlers, maar dat wil niet zeggen dat je er altijd maar voor één moet kiezen. Integendeel. De sterkste statements en reacties ontstaan juist doordat je ze met elkaar combineert. Gebruik de pijlers daarom vooral om tijdens elke periode ergens de nadruk op te leggen. Zo kun je focussen op het aspect dat in dat uur / op die dag het belangrijkst is. En hoe onverwachts een reputatiecrisis ook plaatsvindt, je kunt je er altijd op voorbereiden.

 

Uncategorized

Het flinterdunne lijntje tussen top & flop in een reputatiecrisis

Een crisis brengt stress met zich mee: logisch. Een overzicht van samengevatte data is daarom onmisbaar. Op één plek zie je direct hoeveel er over je wordt gesproken, door wie en met welk sentiment. Dit zijn belangrijke indicatoren om de ernst van de situatie in te schatten. De impact wordt namelijk niet aan de directietafel besloten, maar juist buiten de organisatie.

"Als het grote publiek vindt dat een incident een crisis is, dan ís het een crisis."

Of een probleem ook echt een crisis betreft, bepaal je per situatie. Een reguliere klacht over de productverpakking is namelijk niet zo ernstig. Je lost de klacht op, legt je crisisplan weer in de la en gaat verder met je reguliere werkzaamheden. Een medewerker die fraude heeft gepleegd, is een ernstiger geval. Communicatie kan een crisis dan niet meer voorkomen: je gaat in zo’n geval direct aan de slag met crisismanagement. De twijfelgevallen zijn echter cruciaal. Wat doe je bijvoorbeeld met een ingrijpende klacht van een klant die dreigt zijn verhaal aan de grote klok te hangen? Jij hebt als communicatieprofessional grote invloed op het verloop van een dergelijk incident.

Want echt: het lijntje tussen top of flop in een reputatiecrisis is flinterdun.

Incident inschatten

Om je rol in zo’n twijfelgeval te kunnen pakken, is het wel belangrijk om direct op de hoogte te zijn van deze klacht, hem serieus te nemen en er snel naar te handelen. Een verkeerde inschatting van het incident kan in een paar uur al het verschil betekenen tussen een behapbare situatie en een enorme crisis.

Algemeen Dagblad

Een case van het Algemeen Dagblad uit de zomer van 2017 maakt het gevaar van onderschatting duidelijk. Op 20 juli verscheen een column van Hanina Ajarai, die enorm veel losmaakte. Onder andere de passage “Ik heb geen seconde getreurd om de slachtoffers, ik ben niet geïnteresseerd in het onderzoek en de rechtszaak en ik sla de meeste berichtgeving over de MH17 over” kwam ook het AD op veel kritiek te staan.

We meten in Coosto maar liefst 4000 negatieve berichten over deze kwestie in een week. De hoofdredacteur was destijds op vakantie en wilde de kwestie pas na zijn terugkomst intern bespreken. De adjunct-hoofdredacteur distantieerde zich namens het AD van de column, maar daar hield het bij op. Dat bleek een onderschatting van de situatie. In de tussentijd bleef Nederland namelijk over het AD heen vallen en kostte het de krant zelfs abonnees. Het negatieve sentiment hield dagenlang aan. Later zou de hoofdredactie aan medewerkers hebben toegegeven dat ze die week ‘niet uitblonken in crisismanagement’.

grafiek AD

Doelstelling

Naast timing is ook het stellen van de juiste doelstelling essentieel voor succesvolle crisiscommunicatie. Eerder heb je kunnen lezen dat crisiscommunicatie drie mogelijke doelstellingen kent: informatievoorziening, betekenisgeving en schadebeperking. De keuze voor deze doelstelling komt zeer nauw, want een foute beslissing kan je reputatiecrisis verergeren.

Trending topics sleepwet
Voorbeeld: de trending topics over de zogenoemde 'sleepwet', een dossier dat menig politicus slapeloze nachten bezorgt.

Gebruik social media monitoring om trending topics en sentimentsverschuivingen te bekijken. Zo krijg je een goed beeld van het gesprek, en dat is belangrijk: daar begint je doelstellingkeuze. Hoe je dat doet? Kijk naar de behoeften die blijken uit de berichten die je hebt gemonitord:

  • Zijn het vooral vragen om informatie? Vinden mensen dat ze te weinig geïnformeerd worden? Doen er veel foutieve geruchten de ronde? Je focus zou dan moeten liggen op informatievoorziening.
     
  • Merk je dat mensen vooral hun emoties tonen? Dat ze verdrietig zijn, gefrustreerd, boos of verward? Je focus zou dan moeten liggen op betekenisgeving. Je toont bijvoorbeeld empathie en begrip voor de gevoelens van het publiek, je neemt stelling in of verkondigt de mening van je organisatie.
     
  • Eisen mensen een handeling van je? Vertoont men gedrag dat je merkreputatie schaadt? Bijvoorbeeld een boycot of protestactie? Leg je focus op schadebeperking. Door te handelen naar de wens van het publiek, of in ieder geval een compromis na te streven, normaliseer je de situatie.

Blokker

Het belang van een goede doelstellingkeuze werd pijnlijk duidelijk in april 2016, toen Blokker een grote bedrijfstransformatie aankondigde die gepaard ging met 390 ontslagen. Daar werd met veel teleurstelling en ongeloof op gereageerd. Een uitgelezen moment om de focus in de crisiscommunicatie op betekenisgeving te leggen. In zijn interviews gaf een Blokker-topman echter vooral informatie over wat Blokker met haar transformatie beoogde. Het publiek miste empathie in het interview, en dat laat de sentimentsanalyse duidelijk zien:

sentiment Blokker

Het inschatten van het incident en de doelstellingkeuze zijn slechts 2 van de 6 fases die je doorloopt tijdens een reputatiecrisis. Alle fases van de crisiscommunicatiecyclus vind je in het whitepaper 'Hoe overleef ik een reputatiecrisis'.

 

Uncategorized

Op de koffie bij... crisiscommunicatie-expert Noud Bex

In zijn ruim 30 jaar bij Bex*communicatie heeft Noud Bex talloze organisaties in binnen- en buitenland geholpen bij hun crisiscommunicatie. Van banken tot voedingsproducenten en van ziekenhuizen tot grote multinationals. Bex* maakt inmiddels zo’n 80 crises per jaar mee, en daar komen trainingen, crisismanagementplannen en analyses nog eens bovenop. Is een crisis voor Noud Bex gesneden koek? “Ervaring of niet, ik leer nog iedere dag”, verzekert hij.

30 jaar in het vak, dat is nogal wat. Is er veel veranderd in die tijd?

“Ja, dat kun je wel stellen. Vooral in positieve zin, trouwens. Wat ik bijvoorbeeld mooi vind om te zien, is de sterke groei van het crisisbewustzijn bij managers en CEO’s. Vroeger kwam ik weleens directeuren tegen die crisiscommunicatie overbodig of overdreven vonden. Maar met een samenleving die steeds transparanter wordt, zijn organisaties steeds kwetsbaarder geworden. En dat realiseren de managers van nu zich maar al te goed. Een productiefout kan én wil je niet meer onder de pet houden, interne issues liggen in no-time op straat. Mensen zien in dat de risico’s enorm zijn als het een keer fout gaat. En geen enkele organisatie is perfect. Dus dát er vroeg of laat iets fout gaat, staat eigenlijk wel vast.”

Noud Bex quote

Hoe groot is de rol van social media in die ontwikkeling geweest?

“Ze hebben die ontwikkeling wel versterkt, denk ik. Social media hebben de grenzen tussen ‘intern’ en ‘extern’ verder doen vervagen. Medewerkers staan continu in contact met mensen buiten de organisatie, dus regie voeren over alle communicatie is een illusie. Een interne kwestie of grote fout blijft heus niet binnenskamers, en organisaties beseffen daardoor steeds vaker dat ze de verantwoordelijkheid hebben om de situatie serieus te nemen. Ze realiseren zich dat een crisis op de loer ligt en dat je er daarom maar beter open en eerlijk over kunt zijn. En ook bij de externe doelgroepen gaat het ‘los ‘bij een crisis. Mensen weten elkaar snel te bereiken.”

Zie je vanwege die toenemende transparantie ook meer crises dan vroeger?

“Nee, dat geloof ik niet. Er zijn zeker trends te zien, bepaalde ontwikkelingen die op dat moment veel stof doen opwaaien. Zo zie je nu bij bedrijven veel kwesties rond cybercrime ontstaan. Maar zo is er altijd wel iets. Ik denk dat de roep om transparantie vooral de manier waarop organisaties moeten omgaan met crises radicaal heeft veranderd.”

Zijn social media wat dat betreft een vloek of een zegen voor crisiscommunicatie?

“Een beetje van beide. Aan de ene kant kunnen social media een crisis veroorzaken, verergeren en versnellen. Bijna elke dag is er wel een organisatie die in verlegenheid wordt gebracht door video’s of foto’s die in rap tempo op social media circuleren. Waar ik vroeger nadat ik werd opgepiept rustig een uur de tijd kon nemen om een crisisaanpak te bedenken, zijn er tegenwoordig in die tijd al minstens honderd tweets verschenen. Crises zijn daardoor echt een stuk minder beheersbaar geworden.

Aan de andere kant bieden social media ook voordelen. De openheid werkt namelijk twee kanten op. Zo hebben social media het gesprek bij het koffiezetapparaat (geruchten, vraagtekens en meningen) in- en extern inzichtelijk gemaakt. Daardoor is het voor organisaties nu een stuk gemakkelijker om tijdens crises te toetsen of hun communicatieaanpak gewerkt heeft.”

Monitoring quote

Als social media een crisis kunnen veroorzaken, kunnen ze een crisis dan ook voorkómen?

“Voor die vraag moet ik eerst even een stapje terug. Want wanneer spreken we nu precies van een crisis? Wij maken daarvoor gebruik van de zogenaamde stoplichtmethode. Als we nu als voorbeeld een zorginstelling nemen. Een steekpartij waarbij een cliënt een medewerker verwondt, is een duidelijk voorbeeld van code rood: crisis. Geen twijfel mogelijk, een crisis is niet meer af te wenden. Als een vader van een cliënt klaagt over eentonige werkzaamheden op de dagbesteding, dan is dat een code groen: geen crisis. Je kunt die klacht gewoon afhandelen binnen de reguliere procedures.

De gevaarlijkste incidenten zijn echter de ‘codes oranje’. Een code oranje kan bijvoorbeeld een ouder zijn die beweert dat zijn zoon in de zorginstelling te maken heeft met ongewenste intimiteiten, en dreigt daarmee naar tv-programma’s te stappen. Een code oranje is nóg geen crisis, maar kan wel uitgroeien tot die proporties. Dit zijn de gevallen waarin een communicatieadviseur, met een instrument als social media monitoring op zak, het verschil kan maken. Als je dit soort berichten snel weet op te pakken en de klacht direct serieus neemt, kan onnodige escalatie worden voorkomen.” 

Is social media monitoring wat dat betreft dé sleutel?

“Social media monitoring is wat mij betreft onmisbaar. Wij kunnen echt niet zonder een tool als Coosto tijdens een crisis en we zien dat steeds meer organisaties zelf ook zo’n tool in huis hebben. Maar daar stopt het niet. Monitoring is pas waterdicht als social media onderdeel zijn van een nog veel grotere ‘radar’ die organisaties hebben om informatie binnen te halen. Want een signaal kan ook op andere bronnen dan social media voorbijkomen. Soms wordt een organisatie voor het eerst geattendeerd op een potentiële crisis via de telefonische klantenservice, soms door middel van een artikel in een lokaal weekblad. Het belangrijkste is dat je naar deze kanalen luistert. Dat je signalen serieus neemt. Dat je crisisteam zicht heeft op het totaal aan informatiestromen van een organisatie. Je kunt daarbij alle ‘antennes’ in je organisatie gebruiken. Het crisisbewustzijn van een organisatie is daarin zoals gezegd heel belangrijk.”

Gebouw Bex*communicatie

En wat nu als je communicatieadviseur bent in een kleine organisatie waar die signaalfunctie bij de meeste medewerkers nog ontbreekt?

“Laat ik vooropstellen dat het een misvatting is dat grote organisaties het altijd beter voor elkaar hebben dan kleine. Ik kom ook bij kleinere organisaties waar men echt doordrongen is van de impact van een crisis. De voorbereiding op een crisis is daar prima in orde, met crisismanagementplannen, scenario’s en checklists. Ik denk dat het belangrijkste is dat je een directie hebt met – daar is hij weer: crisisbewustzijn. En dat is misschien een beetje een kwestie van geluk. Maar je hebt daar zelf ook een rol in. Jij bent tenslotte communicatieadviseur. Schets realistische crisisscenario’s en de impact ervan voor de organisatie. Zelfs de meest sceptische directie is daar normaal gesproken wel vatbaar voor.”

Zijn social media tijdens crises een geschikt communicatiekanaal?

“Als ik hier één tip mag geven: ga niet de dialoog aan tijdens een crisis. Er zijn zo ontzettend veel mensen die op social media een mening over je hebben, dat je simpelweg de tijd, capaciteit en prioriteit niet hebt om tijdens een crisis op iedereen te reageren. Bovendien verzand je vaak in eindeloze discussies die niets opleveren. Wat je beter kunt doen, is luisteren naar de vragen en meningen die men online over je heeft, en ze verwerken in een algemene Q&A of een statement op je website. Je gebruikt social media vervolgens wel om die webpagina breed te verspreiden. Voor luisteren en zenden zijn social media zeer geschikt tijdens een crisis, voor een dialoog absoluut niet.”

Luisteren en zenden quote

Hoe bepaal je dan wat je boodschap in zo’n statement zou moeten zijn?

“Wij werken daarvoor onder andere met een kwadrantenmodel, gebaseerd op twee belangrijke vragen: 1. Erken je je verantwoordelijkheid voor de crisis (en de gevolgen) of niet? 2. Kies je voor een assertieve of receptieve ('ingetogen') houding? Zo ontstaan vier mogelijke strategieën, die grofweg aangeven wat je insteek gaat zijn tijdens de crisis. Er is ook nog een vijfde strategie, die niet gerelateerd is aan deze vragen: het externaliseren van het probleem. De zesde strategie, ‘mist-strategie’, houdt eigenlijk een gebrek aan strategie in en is niet aan te bevelen.

kwadrantenmodel

En toch, alle modellen, strategieën en adviezen ten spijt… vlieguren zijn écht de belangrijkste bagage die een communicatieadviseur maar kan hebben. Om een situatie goed in te kunnen schatten, werkt niets zo goed als ervaring, de situatie al een keer hebben meegemaakt.”

Zijn communicatieadviseurs zonder ervaring dan bij voorbaat kansloos in een crisis?

“Nee hoor, zeker niet. Ervaring helpt, absoluut. Maar een crisis hoeft jou niet per se zelf te overkomen om ervan te leren. Kijk bijvoorbeeld eens bij de buren, een crisis die een concurrent overkomt. Welke lessen kun je daaruit trekken? Wat zou je anders doen? Dat zijn heel leerzame cases. De aandacht voor crisiscommunicatie in communicatieopleidingen is in Nederland nog steeds te beperkt, maar door goed om je heen te kijken kun je zonder schade en schande toch wijs worden. Wij proberen daar bij Bex* ook ons steentje aan bij te dragen, door crisissimulaties, masterclasses en oefeningen aan te bieden.”

Wat is voor jou de belangrijkste les van de afgelopen jaren geweest?

Empathie quote

“Het belangrijkste dat ik in de afgelopen 5 jaar heb geleerd, is het belang van emotie. We gingen er in ons vakgebied vroeger vaak van uit dat crisiscommunicatie betekende dat je het bij de feiten moest houden. Er was weinig ruimte voor empathie, om de kans op een verkeerde interpretatie van de boodschap zo klein mogelijk te maken. Maar die ballon gaat tegenwoordig niet meer op. Empathie staat juist aan de basis van crisiscommunicatie. Bij een crisis zijn er altijd mensen die worden geraakt, en zij verdienen (h)erkenning van hun emoties. Elke crisiscommunicatieboodschap zou daarom moeten beginnen met oprechte(!) aandacht en empathie.”

Welke ontwikkeling in crises of crisiscommunicatie verwacht je in de komende jaren?

“De trend van verregaande transparantie zal nog verder doorzetten. Ik denk bijvoorbeeld aan de invloed van onderzoeksjournalisten, klokkenluiders en burgerjournalisten als het gaat om het ontdekken en aan de kaak stellen van misstanden. Daarnaast zie ik in Nederland een uit de Verenigde Staten overgewaaide ‘claimcultuur’ ontstaan. Gedupeerden proberen steeds vaker schadevergoedingen los te weken, en organisaties worden daardoor voorzichtiger in wat ze wel en niet communiceren. Zo zijn er altijd wel nieuwe ontwikkelingen om in de gaten te houden. Ze houden ons vak interessant, fris en spannend. Ook na 30 jaar nog.”

 

Uncategorized

ING zegt lezing Kevin Spacey af. Verstandig?

Een goede vraag.

In zo’n geval ligt je reputatie namelijk ineens ongewenst in een extreem gevoelige weegschaal. Eén kleine verkeerde beslissing en de publieke opinie keert zich tegen je. ING heeft het hoofd echter koel gehouden en is daarmee een schoolvoorbeeld van strak reputatiemanagement. Houd de volgende tips in je achterhoofd als een reputatiecrisis je het vuur aan de schenen legt.

1. Neem de tijd als die leidt tot een betere beslissing

"We willen eerst meer informatie en meer duidelijkheid, voordat we beslissingen nemen." - 30 oktober

ING werd natuurlijk volledig verrast door het nieuws, en ondanks het feit dat alle ogen gericht werden op de bank, bleef ING rustig. Het besefte dat 29 november nog ver weg was, en liet zich niet opjagen. Dat betekent allerminst dat de communicatieadviseurs achterover in hun stoel leunden, want ING hulde zich niet in stilzwijgen. Dankzij bovenstaand antwoord wist Nederland dat het de bank wel degelijk bezighield.

2. Communiceer geen voorlopige beslissingen

"Ik ga verder niet op beslissingen vooruitlopen." - 30 oktober

Wat je vaak ziet in (dreigende) reputatiecrises, is dat bedrijven voorlopige beslissingen maken: “Op dit moment zien we absoluut geen reden om ons besluit aan te passen”. Later moeten ze daar vaak op terugkomen, en dat kan de geloofwaardigheid van je organisatie aantasten. ING liet de keuze in eerste instantie slim volledig in het midden en zorgde er daarmee voor dat de publieke opinie niet uitgesproken negatief werd.

grafiek 1
Het procesantwoord van ING zorgde slechts voor een zeer licht negatief sentiment

3. Durf knopen door te hakken

“We weten niet of hij het heeft gedaan, maar het feit dat dit soort gesprekken plaatsvinden, leidt af.” - 3 november

Doordat ING de tijd heeft genomen om de situatie uitgebreid te observeren, heeft het een weloverwogen keuze kunnen maken. Wat de bank slim doet, is de discussie klein houden. Het bedrijf mengt zich niet in de discussie over schuld of onschuld, maar beperkt zich tot de vraag of het verstandig is dat Spacey aansluit bij het ondernemersevenement. Conclusie volgens ING? Nee. En de bank zegt Spacey af.

ING dumpt Kevin Spacey voor business boost live. Ergens jammer maar zo terecht. https://t.co/Ky0BUMWs38 via @telegraaf

— Wouter de Rijk (@wouterderijk) 3 november 2017

ING lijkt de discussie goed te hebben gemonitord, want het Nederlandse publiek oordeelt positief over de keuze van de bank. Dat is duidelijk te zien aan de piek in positief sentiment vanaf het moment dat ING haar beslissing kenbaar maakte.

grafiek 2
Het uiteindelijke besluit van ING levert de bank positieve berichten op

De uitkomst? ING heeft deze situatie perfect opgelost. Een mooi voorbeeld van het feit dat reputatiemanagement meer is dan alleen damage control. Deze crisissituatie leert ons daarbij een belangrijke les: als je een reputatiecrisis goed en doordacht aanpakt, kun je de publieke opinie aan jouw kant krijgen.

Uncategorized

Help, mijn bedrijf is in een reputatiecrisis beland!

Reputatiecrisis. Meteen het onderwerp waar ik het over wil hebben. Want hoewel we allemaal wel weten wat we bedoelen met ‘een crisis’, is het toch nog vaak een onderschat onderdeel van een communicatiestrategie. Een crisis kan je reputatie namelijk een flinke knauw geven, al helemaal als je er niet op voorbereid bent. Voordat we echter ingaan op de impact van een reputatiecrisis, zetten we eerst de definities uiteen.

Het verschil tussen reputatiecrisis, crisiscommunicatie en crisismanagement

Een reputatiecrisis is een plotselinge, negatieve situatie die direct impact heeft op het oordeel dat je stakeholders over je organisatie hebben. Een situatie die bij het management als een crisis wordt beleefd, maar waar stakeholders zeer mild op reageren, noemen we dus geen reputatiecrisis. Daarnaast zijn er crises die een enorme impact kunnen hebben op een organisatie (denk aan een grote brand), maar die geen invloed hebben op de reputatie. Gelukkig zijn er 3 manieren om een reputatiecrisis te bestrijden.

Met crisiscommunicatie bedoelen we alle communicatie voor, tijdens en na een crisissituatie om de impact van de crisis op je reputatie te beperken.

Crisismanagement omvat naast crisiscommunicatie ook alle andere processen die je voor, tijdens en na een crisis onderneemt. Denk aan het nemen van beleidsinhoudelijke beslissingen of het ondersteunen van gedupeerden. 

Welke impact heeft een reputatiecrisis?

Een reputatiecrisis betekent dus dat je klanten, aandeelhouders, medewerkers, leveranciers en al je andere stakeholders in korte tijd een negatiever oordeel over je organisatie krijgen. In het geval van Pepsi is dit alleen al te zien in de explosieve stijging van negatief sentiment.

Een reputatiecrisis heeft grote gevolgen voor bedrijven.

De commotie had daarbij een enorm bereik. Alleen al de zoekwoorden “pepsi reclame” tijdens én na het uitzenden van de reclame zijn goed voor miljoenen views.

Reputatiecrises hebben grote gevolgen, laat ook de Pepsi-reclame zien.

Je kunt je dus wel voorstellen dat de reputatie van Pepsi leed onder dit negatieve sentiment. Maar het kan ook verdere gevolgen hebben voor de organisatie. Waar moet je dan aan denken?

a. Aandelenkoers

Een reputatiecrisis heeft vaak direct impact op de aandelenkoers, waardoor drastische waardevermindering om de hoek ligt. Dit was bijvoorbeeld te zien bij kredietregistratiekantoor Equifax. Een hack zorgde ervoor dat de gegevens van 143 miljoen Amerikanen op straat belandde. Dat is al een crisis op zich, maar Equifax besloot het voorval – wat zich afspeelde tussen mei en juli 2017 - pas bekend te maken in september. De koers van het aandeel daalde gelijk met 17%.

Equifax
Bron: Nasdaq

b. Omzet

Een reputatiecrisis kan ook flinke invloed hebben op de motor van je bedrijf: omzet. In het geval van Pepsi is er druk gespeculeerd door de financiële analisten of het al dan niet invloed heeft op de verkoop van de frisdrank. Zo geeft een financiële analist aan dat hij een negatieve impact op de verkoop verwachtte, al zou die periode van korte duur zijn. Hij geeft aan dat consumenten relatief snel weer doorgaan met de orde van de dag, mits de media dit ook doet.

c. Merkwaarde

Een reputatiecrisis kan ook negatieve gevolgen hebben op je merkwaarde. Hoewel er geen duidelijke correlatie te vinden is bij Pepsi en haar veelbesproken reclame, zien we dit wél terug bij financiële dienstverlener HSBC. De bank heeft te maken gehad met allerlei aantijgingen, variërend van witwassing tot belastingontduiking. 

In de merkwaarde van de bank zien we dit in 2017 nog steeds terug. Met een daling van maar liefst 18% heeft HSBC vandaag de dag nog ‘maar’ een merkwaarde van $11.4 miljard.

d. Andere effecten

Een reputatiecrisis kan ook negatieve gevolgen hebben voor andere elementen van je organisatie. Denk bijvoorbeeld aan dalende medewerkerstevredenheid, omdat medewerkers niet langer trots zijn voor een mooie, sterke en gewaardeerde organisatie te werken. Ook je Human Resource Management kan lijden onder een reputatiecrisis. Of klanttevredenheid, omdat je product zijn stoere, hippe of duurzame karakter verliest door een merkcrisis.

Kortom: een reputatiecrisis is vervelend, maar de gevolgen die de crisis vervolgens heeft op de rest van je organisatie zijn vaak nog veel groter. In sommige gevallen zelfs catastrofaal. Maar die impact is geen vaststaand gegeven. Door een crisis goed aan te pakken, kun je de gevolgen ervan voor je organisatie beperken. Zorg dat je weet hoe je moet handelen en geef crisismanagement een plek in je organisatie. Noud Bex, eigenaar en oprichter van Bex* communicatie, vertelt er alles over in dit interview.

Want geloof me: daar pluk je de vruchten van op het moment dat het misgaat.

 

Uncategorized

5 bouwstenen voor jouw online reputatiemanagement

Voor een goede aanpak van reputatiemanagement is het essentieel dat online monitoring breed gedragen wordt door de organisatie. Pas dan kun je aan je management uitleggen dat dit één van je kerntaken zou moeten zijn. Een logisch gevolg daarop is dat je op zoek gaat naar een manier om die kerntaak in te vullen. Leg voordat je daarmee aan de slag gaat eerst de belangrijkste afspraken (wie is waarvoor, wanneer verantwoordelijk?) vast.

1. Snelheid

Die afspraken zijn nog niet voldoende om concreet te beginnen met reputatiemanagement. Er is ook geen standaardwerkwijze die werkt voor iedere organisatie, maar er zijn wel bouwstenen waar jouw aanpak van reputatiemanagement in elk geval aan moet voldoen:

Hoe je reputatiemanagement ook gaat organiseren, zorg er in elk geval voor dat je voor een werkwijze kiest die je in staat stelt om snel op de hoogte te zijn van relevante berichten. Online berichten gaan supersnel en kunnen in no-time een crisis of hype betekenen. Met alle gevolgen voor jouw organisatie van dien.

2. Volledigheid

Snelheid is één, volledigheid is een tweede. Natuurlijk is het fijn als je snel een beeld krijgt van online gesprekken die van invloed kunnen zijn op je reputatie, maar dan moet het wel een volledig beeld zijn. Je eigen sociale kanalen in de gaten houden is echt niet genoeg. Eén gemist bericht kan al een gemiste kans zijn, of erger: een reputatiecrisis van formaat.

3. Consistentie

Kies voor een werkwijze die ervoor zorgt dat iedere medewerker die verantwoordelijkheid draagt voor reputatiemanagement, zijn werk op dezelfde manier kan uitvoeren. Als persoon A monitort via X search en persoon B via Google, dan krijg je verschillende resultaten en baseer je je beslissingen dus telkens op andere informatie.

4. Proactiviteit

Organiseer je reputatiemanagement zodanig dat je niet alleen kunt reageren op dringende berichten, maar dat je ook kansen kunt vinden om zelf met online initiatieven te komen die je reputatie ten goede komen. Daarvoor is kennis van je doelgroep het startpunt. Als je weet hoe zij over jou denken, wat hun drijfveren zijn en waar zij online over praten, kun je er proactief op inhaken.

5. Samenwerking

Ga voor een aanpak die je in staat stelt om vlekkeloos samen te werken met medewerkers van andere afdelingen, zoals je klantenservice en marketingteam. Reputatiemanagement raakt de hele organisatie, dus het is raadzaam om een werkvorm te vinden waarin betrokken medewerkers elkaar gemakkelijk kunnen vinden en elkaar taken kunnen toewijzen.

Gebruik deze bouwstenen in je verdere oriëntatie op de organisatie van jouw reputatiemanagement. Zo garandeer je nu alvast dat de aanpak die je uiteindelijk kiest professioneel is en past bij jouw doelen. Meer lezen over reputatiemanagement? Dit zijn 5 manieren om in no-time je reputatie te meten.

 

Uncategorized

Waarom social media monitoring de basis zou moeten zijn van reputatiemanagement

De geijkte methode van reputatieonderzoek is al jaren hetzelfde. Door middel van groepsdiscussies, vraaggesprekken en/of surveys ga je voor al je stakeholdergroepen na wat hun oordeel is over jouw organisatie. De diepgang en ook de validiteit van deze methodes zijn grote voordelen, maar er kleven ook steeds belangrijkere nadelen aan.

Sociale wenselijkheid

Naast het feit dat traditioneel reputatieonderzoek relatief duur is, kan het in sommige gevallen ook sociaal wenselijke antwoorden opleveren. Ga maar na: je stelt namens een bedrijf of merk vragen aan mensen over datzelfde bedrijf of merk. Die zullen in sommige gevallen (onbewust) geneigd zijn om hun antwoorden net iets anders te formuleren.

Social media monitoring aan de andere kant is een instrument waarbij niets gevraagd wordt aan stakeholders. Je observeert simpelweg wat zij uit eigen beweging online plaatsen over jouw merk of product. Ongenuanceerd en ongefilterd. Eerlijke input, die daardoor een stuk betrouwbaarder is.

Tijd en geld

In een samenleving waarin meningen zo veranderlijk zijn als het weer, is het belangrijk om zeer regelmatig uitgebreid stil te staan bij de manier waarop er over je wordt gesproken. Je reputatie in januari kan in maart immers alweer compleet veranderd zijn. Traditioneel reputatieonderzoek is daarbij een tijdrovend en duur proces, waar soms wel maanden overheen gaan. Op het moment dat het onderzoeksrapport op je bureau belandt, zijn de uitkomsten allang niet meer actueel.

Met social media monitoring gaat het meten en analyseren van data gemakkelijker en sneller. Het dataverzamelingsproces gaat zelfs volledig automatisch. Het enige wat je nodig hebt is een zoekterm. Het hele proces kost daardoor minder geld én tijd, waardoor je resultaten altijd actueel zijn. Social media monitoring is bovendien een continu proces, waardoor je patronen kunt gaan spotten in de ontwikkeling van je reputatie. Zelfs het effect van één enkele actie van je (corporate) communicatieafdeling wordt daarmee zichtbaar.

Steekproefomvang

Rond de 95% van de Nederlandse huishoudens heeft toegang tot internet, en gesprekken en meningen over organisaties zijn steeds vaker online te vinden. Die gesprekken worden daardoor alsmaar waardevoller en betrouwbaarder voor reputatieonderzoek en met social media monitoring vind je ze allemaal. Feitelijk maak je dus niet eens gebruik van een steekproef: je neemt iedereen die ook maar iets te zeggen heeft over je bedrijf automatisch op in je onderzoek. Bij traditioneel reputatieonderzoek gaat een grotere steekproef altijd gepaard met hogere kosten en een langere looptijd.

Conclusie

Mijn betoog in een notendop: traditioneel reputatieonderzoek is nog altijd een waardevolle aanvulling, maar anno 2018 zou social media monitoring de kern moeten zijn van reputatieonderzoek. Snelheid, kostenefficiëntie en inzicht in de ontwikkeling van je reputatie zijn daarvoor de belangrijkste argumenten. Doordat social media monitoring het mogelijk maakt dat je reputatie regelmatig wordt gemeten, kun je je reputatie aantoonbaar verbeteren. Reputatiemanagement wordt daardoor eindelijk één van de georganiseerde kerntaken van communicatieafdelingen.

Uncategoried

SintLucas gaat online voor goud: 'Social media management is onmisbaar in het onderwijs'

Met behulp van Coosto gingen zij die pittige uitdaging aan en met succes. Nu monitoren ze hoe er online over SintLucas wordt gesproken, gaan ze volop de interactie aan en pakken ze uit op verschillende social media platformen. De diploma-uitreiking werd op die manier bijvoorbeeld alsnog een écht feestje.

“We hebben er alles aan gedaan om het zo leuk en persoonlijk mogelijk te maken”, zegt Anouk Neggers, adviseur marketing & communicatie bij SintLucas . Zij is onder meer verantwoordelijk voor de social media strategie van de vakschool. In een boeiend gesprek vertelt ze over een juiste mix tussen strategie, creativiteit en tools.

 

Online Open Dag

Normaal gesproken is de open dag een moment waarop potentiële leerlingen en studenten kennis kunnen maken met SintLucas en de sfeer op school kunnen proeven. Dit keer werd er een beroep gedaan op de creativiteit om dat ook online goed neer te zetten. “Dat het online moest wegens de maatregelen was logisch, maar hoe maak je het dan toch eigen en uniek? Daar hebben we over nagedacht en toen kwamen we via Coosto uit bij livechat. “We staan bekend om de fijne schoolsfeer. Iedereen kan zichzelf zijn bij SintLucas. Het is lastig om deze sfeer online over te brengen. Via de chat konden we potentiële leerlingen, studenten en hun ouders toch op een persoonlijke manier te woord staan.”

In een speciale online-omgeving konden potentiële leerlingen en studenten de open dag beleven. “We hadden bijvoorbeeld een online rondleiding, een interessetest en een livestream. We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk wat we normaal doen, nu ook te doen. Tijdens de livestream was het mogelijk om vragen te stellen via de livechat. We hebben gekozen voor persoonlijk 1-op-1 contact, omdat we de open dag zo persoonlijk en informatief mogelijk wilde maken.”

Leerlingen en studenten konden op die manier rechtstreeks terecht bij docenten van SintLucas . “We bieden verschillende opleidingen aan. Zowel op mbo-niveau als op vmbo-niveau. Dan kun je verwachten dat er heel specifieke en diverse vragen komen. Wij vinden het belangrijk dat iemand bij vragen ook echt geholpen wordt door de juiste persoon.”

 

Chatroom

Anouk kijkt erg positief terug op het werken met livechat. Samen met docenten hebben ze er alles aan gedaan om de open dag te laten slagen. “We hadden een ruimte ingericht als chatroom. Daarin zaten docenten, uiteraard op gepaste afstand, aan de knoppen om direct tijdens de livestream alle vragen te beantwoorden.”

“Het voordeel aan de livechat via Coosto voor ons is dat je binnen één account met verschillende projecten kunt werken. Op die manier kunnen we de livechat specifiek inzetten óf alleen voor het vmbo óf alleen voor het mbo. De docenten die aan de livechat gekoppeld zijn kunnen zo ook echt alleen vragen beantwoorden in het project waar zij rechten voor hebben. Zo kun je met meerdere docenten tegelijk chatten en komen de vragen ook direct bij de goede docent terecht.”

Bezoekers van de open dag waren ook enthousiast. “De reacties waren heel positief. Het was voor ons dan ook echt een succes. Je merkt dat je het toch echt persoonlijk kunt maken op deze manier. Normaal schiet je tijdens de open dag even iemand aan met vragen en dat kon nu ook.”

 

Aanvulling voor de toekomst

Door het succes van de open dag is SintLucas gaan nadenken over een vervolg van de livechat. “Het is echt een toevoeging. We hebben niet de bemanning om een 24/7 chat op onze website aan te bieden, maar we kijken nu wel naar chatmomenten. Dat werkt toch sneller en persoonlijker dan dat je een mailtje stuurt en vervolgens over en weer blijft mailen. De livechat tijdens de open dag was dus zeker niet eenmalig. Het is een stukje extra service dat we aan kunnen bieden, ook wanneer alles over een tijdje weer bij het oude is.”

 

Verschillende doelgroepen en platformen

SintLucas is een creatieve vakschool waarin de leerling centraal staat en dat uit zich ook in de strategie op social media. Naast de livechat is de school ook heel serieus bezig met de andere kanalen. “Achter alles wat we doen zit een idee. We werken met verschillende doelgroepen. Op Facebook en Twitter zijn we bijvoorbeeld wat informatiever dan op Instagram. Via Facebook bereiken we meer ouders en op onze Instagram-pagina’s zijn we er echt voor de leerlingen en studenten.”

Onlangs is de school gestart met verschillende Instagram-pagina’s waarin mbo en vmbo gescheiden zijn. “Het verschil tussen vmbo-leerlingen en mbo-studenten is heel groot. Iemand die op het vmbo start is rond de 12 jaar en op het mbo zitten ook studenten van 20+. Wij vonden dat we qua content niet hetzelfde konden aanbieden aan die twee groepen, omdat zij hele andere behoeftes hebben.”

Zo gaat de school binnenkort voor het vmbo starten met Instagram-takeovers door docenten. “We kwamen erachter dat leerlingen dat graag willen. Uit navraag bleek dat zij het erg leuk zouden vinden om eens een kijkje te nemen achter de schermen bij docenten. Dus hoe ziet een dag van een docent eruit? En dan niet alleen op school, maar echt een volledige dag. Dus dat gaan we nu eens in de twee weken doen.”

Promoteam

Bij het mbo kiest de school voor een heel andere aanpak en ligt de verantwoordelijkheid meer bij de studenten zelf. Zo zijn Instagram-stories in handen van het promoteam. “Op Instagram willen we laten zien hoe het leven van een student op SintLucas is. Huidige studenten vinden dat leuk, maar ook potentiële studenten krijgen op die manier een beeld bij onze school. Daarvoor hebben we het promoteam in het leven geroepen.”

Het promoteam is een groep studenten van verschillende mbo-opleidingen die de volgers meenemen tijdens een dag uit het leven van een student bij SintLucas. Daarin krijgen ze alle vrijheid, maar geen vrijbrief. “Ze beheren het echt zelf, maar uiteraard zijn er wel richtlijnen. Ze reageren zelf op dm’s en nemen om de week ook de story over. Ze mogen er zelf echt iets leuks van maken en dat doen ze dan ook! Het vertrouwen in studenten daarin is groot. We geven ze toch een account in handen met aardig wat volgers, maar dat vertrouwen beschamen ze absoluut niet.”

 

Social media management platform

Wat ook een belangrijke rol speelt in de aanpak van SintLucas is een platform om het social media management te faciliteren. De waarde daarvan is volgens Neggers erg groot. “Een social media management-tool is in mijn ogen onmisbaar voor een onderwijsinstelling.” Naast het inplannen en publiceren is vooral de monitoring-omgeving erg belangrijk. “Je ziet alles wat er over je organisatie gezegd wordt. Zowel positief als negatief. We kunnen daardoor werkelijk alles wat speelt rondom SintLucas in de gaten houden. Samen met Coosto hebben we bijvoorbeeld een zoekopdracht samengesteld waardoor we echt niets missen. Dat werkt perfect.”

De berichten die SintLucas met Coosto tegenkomt, worden vaak direct opgepakt. “We spelen graag in op positieve reacties. We kunnen vanuit één en dezelfde omgeving posts liken, maar ook reageren en de interactie zoeken.”

 

Een social media management-tool is in mijn ogen onmisbaar voor een onderwijsinstelling

 

Feestmoment en bommetjes

Een voorbeeld dat Neggers noemt is de diploma-uitreiking van afgelopen zomer. “Een diploma-uitreiking is een feestelijk moment. Dat feestmomentje moesten we nu missen, omdat we niet bij elkaar mochten komen. Wij hebben toen feestpakketten laten rondbrengen om leerlingen en studenten er toch een feestje van te laten maken. Op social media regende het positieve reacties. Dat was super om te zien en omdat we dat inzichtelijk hebben, konden we ook reageren en op die manier laten zien dat we hartstikke trots op ze waren.”

Uiteraard is het niet altijd alleen maar rozengeur en maneschijn. Er komen ook wel eens negatieve reacties binnen. De kunst van social media management is dat je dreigende bommetjes onder je organisatie in de kiem kan smoren. “We zien alles, dus ook minder leuke reacties en opmerkingen. Wanneer we die signaleren, proberen we direct het contact met diegene te zoeken. We kijken dan gezamenlijk naar een oplossing.”

SintLucas wil blijven innoveren op het gebied van social media en heeft nog veel leuke plannen in het vat. “We zijn een creatieve vakschool, dus aan ideeën geen gebrek. We zijn op de goede weg, maar willen veel meer en ons altijd verbeteren. We hopen nog verder te kunnen groeien op social media en veel mooie dingen te maken in de toekomst.”

Uncategoried

Het succes van Student Generated Content bij TU/e

Van analyses tot social listening, webcare en publishing: TU/e maakt al bijna 6 jaar gebruik van Coosto voor haar volledige social media management. Pascal Appel is als social media manager de drijvende kracht achter de social media strategie van de universiteit. Zijn doel? TU/e bij studenten, medewerkers en andere stakeholders op de kaart zetten.

banner Pascal Appel TU/e Coosto

Is die social media strategie nog belangrijker geworden, nu de campus leeg is en iedereen thuis zit?

Pascal: “Nou ja, op het gebied van social media waren we natuurlijk niet anders gewend. Maar het is op z’n zachtst gezegd een zeer bijzondere realiteit waar we mee te maken hebben. Een situatie die bovendien regelmatig wijzigt. Wel of geen lockdown, wel of geen avondklok... elke aanpassing heeft impact op ons onderwijs en onderzoek. Dat houdt in dat we onze studenten wel heel vaak moeten informeren over veranderingen. Om dat voor iedereen overzichtelijk te houden, hebben we vanaf het begin besloten slechts 2 hoofdkanalen voor deze communicatie te gebruiken: mail en WhatsApp. Wekelijks ontvangen studenten en medewerkers informatieve updates via mail, en het laagdrempelige WhatsApp-nummer staat altijd open voor vragen.

Daarin merken we vooral hoe moeilijk het is om snel én volledig te zijn. Het liefst zouden we direct na elke persconferentie een uitgebreide Q&A mailen, maar dat is helaas niet realistisch. Ook wij worden immers soms verrast door nieuwe maatregelen.”

 

Maar je kunt nieuwe informatie ook niet te lang uitstellen, toch?

“Nee, dat is zo. Als we te lang zouden wachten, zou er onrust bij studenten kunnen ontstaan en neemt het aantal binnenkomende vragen via WhatsApp toe. Toch helpt het ook niet om direct te publiceren, als je daarbij nog niets inhoudelijks kunt melden. Daarom is de balans zo belangrijk: we proberen in zo kort mogelijke tijd een zo compleet mogelijk verhaal te delen. Vragen die in de tussentijd via WhatsApp binnenkomen, kunnen we zo direct gebruiken om de boodschap aan te vullen, en daarmee het aantal nieuwe vragen te verminderen. Luisteren, zenden, luisteren, zenden… Zo versterken die twee kanalen elkaar.“

“WhatsApp is voor ons niet alleen een servicekanaal. Het heeft ook een belangrijke signalerende functie.”

“Wat dat betreft heeft WhatsApp voor ons een belangrijke, signalerende functie. Zeker omdat er onvermijdelijk uitzonderingen zijn die je over het hoofd ziet. Neem de lockdown, bijvoorbeeld. We kregen daarop direct een heleboel vragen: ‘Gaan mijn tentamens dan niet door?’ was een logische. Maar ook: ‘Ik woon in een rumoerig studentenhuis met 15 huisgenoten. Mijn thuissituatie laat het simpelweg niet toe om een online tentamen thuis te maken.’ Bij dat laatste geval hadden we zelf nog niet stilgestaan, maar door WhatsApp konden we er alsnog rekening mee houden in onze mails.”

 

Is heldere informatie dan de sleutel tot betrokkenheid in deze tijden?

“Niet alleen heldere informatie. We realiseren ons als geen ander dat studeren meer is dan papers lezen en weten wanneer je tentamen plaatsvindt. We proberen daarom ook digitaal – waar mogelijk – wat beleving terug te brengen, en iedereen weer een beetje te laten proeven van het studentenleven.”

We can only imagine how much you miss campus. But believe us, we miss it just as much. And we can't wait to be back there again, with all of you, to make new memories. ???? pic.twitter.com/k9Qn6FlJhX

— TU Eindhoven (@TUeindhoven) January 13, 2021

 

Wat is de rol van studenten zelf in die beleving?

“Zij hebben bij TU/e een centrale rol in de communicatie. Zeker in de studentenwerving zijn ze ontzettend waardevol; wie kan nu beter vertellen hoe het reilt en zeilt op onze campus dan een student zelf? Daarin zijn we als TU/e natuurlijk niet uniek. Iedere universiteit en hogeschool vraagt studenten een steentje bij te dragen op open dagen of voorlichtingsavonden.

Toch zagen we ook dat een steeds groter deel van het oriëntatieproces van aanstaande studenten buiten die georganiseerde wervingsmomenten plaatsvindt. Online, op social media. Dat geldt al helemaal voor de grote groep buitenlandse studenten die zich ieder jaar bij TU/e aanmeldt, en die meestal überhaupt geen gelegenheid had om een open dag te bezoeken - ook niet vóór corona.

Daarom bedachten we een manier om onze huidige studenten ook op social media te laten uitdragen hoe hun studentenleven eruitziet. Concreet was het plan om elke week een andere student ons TU/e-Instagramaccount te laten overnemen. Die student zou dan alles over zijn of haar belevenissen in die week delen. Dat mocht studiegerelateerd zijn, maar het hoefde zeker niet. Hobby’s, uitgaan, sporten, reizen: alles mag. Nou, dat plan hebben we destijds uitgewerkt, en inmiddels verzorgen studenten al 3,5 jaar al onze Instagram-content.”

Leestip: Hoe TU/e influencers maakt van haar internationale doelgroep

 

 

 

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een bericht gedeeld door TU Eindhoven (@tueindhoven)

 

Was het niet doodeng om de regie over zo’n belangrijk organisatieaccount uit handen te geven?

“Haha, in eerste instantie denk je natuurlijk wel na over wat er allemaal mis kan gaan. Maar we hebben tegelijkertijd veel risico’s zo klein mogelijk gemaakt.

Zo zijn we voorzichtig gestart, met studenten die bijvoorbeeld al een bijdrage leverden op voorlichtingsavonden. Zij wisten al goed wat het inhoudt om voor even het visitekaartje van de universiteit te zijn. Maar we merkten al snel dat ook andere studenten dat verantwoordelijkheidsgevoel krijgen zodra ze eenmaal achter de knoppen zitten van ‘hun’ universiteit op Instagram. Het is in al die jaren nog nooit echt misgegaan.”

“Bij een écht inkijkje in het studentenleven horen rafelrandjes.”

 

Het format werkt, getuige de indrukwekkende interactieratio’s en stijgende volgersaantallen. Wat is volgens jou de kracht van jullie Student Generated Content?

“Authenticiteit, zonder enige twijfel. Ik begrijp de neiging van communicatieafdelingen om user generated content te modereren of regisseren, zodat die nét wat beter aansluit bij de boodschap die ze willen uitdragen. Maar ons format zou daardoor als een kaartenhuis instorten.

De kracht is dat potentiële studenten van over de hele wereld een inkijkje in het échte TU/e-studentenleven krijgen. En ja, daar horen rafelrandjes bij. We willen studenten daarom ook niet in een keurslijf stoppen. We hebben geen harde regels, en alleen een paar richtlijnen waarin we uitleggen wat we willen bereiken met het format.

Dat authentieke en persoonlijke past bij onze kernwaarden. Dat zie je ook terug in onze webcare, bijvoorbeeld. We hebben er heel bewust voor gekozen om ook daar studenten achter de knoppen te zetten, en geen gebruik te maken van chatbots.

Soms voelen we zelf heel even de verleiding om het grote bereik op Instagram te gebruiken voor content vanuit de organisatie, maar we houden ons gelukkig in. We moeten blijven beseffen hoe dat bereik is opgebouwd, en waarom mensen ons ooit zijn gaan volgen op Instagram. Dat is puur om de content van onze studenten, en die moeten we blijven bieden.”

 

 

 

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een bericht gedeeld door TU Eindhoven (@tueindhoven)

 

Hoe krijg je studenten zover om zo’n Instagram takeover te doen?

“Haha, dat is niet zo moeilijk: studenten melden zichzelf! De wachtlijst voor het beheren van ons Instagram-account puilt uit. De planning zit op dit moment al vol tot komende zomer, en er is een heuse wachtlijst.

Die populariteit heeft enerzijds te maken met het podium dat we studenten te bieden hebben. Het is voor veel studenten natuurlijk best een aantrekkelijke gedachte om een week lang in de schijnwerpers te staan voor een publiek van ruim 17 duizend volgers.

“De wachtlijst voor het beheren van ons Instagram-account puilt uit. De planning zit al vol tot komende zomer.”

Daarnaast is trots een belangrijke factor. We horen van veel studenten dat ze het een eer vinden om hun universiteit op social media te vertegenwoordigen. En dan heb je nog het domino-effect: toen er één schaap over de dam was, volgden er meer. Als je ziet dat een vriend of studiegenoot met veel plezier een takeover heeft gedaan, zet je misschien zelf ook sneller de stap.”

 

 

 

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een bericht gedeeld door TU Eindhoven (@tueindhoven)

 

Waarom heb je eigenlijk specifiek voor Instagram gekozen?

“We hebben voor elk social media kanaal specifieke KPI’s en doelen voor het publiek dat we er kunnen vinden. Zo gebruiken we Twitter voornamelijk als corporate spreekbuis, en is Facebook in de laatste jaren een soort interne community geworden. Op Instagram zagen en zien we vooral mogelijkheden om de studiekiezer te bereiken. Die kans hebben we met dit format met beide handen aangegrepen.”

 

En, welke kansen wil je in de toekomst nog gaan aangrijpen?

“We willen heel graag thought leader zijn binnen onze onderzoeks- en onderwijsgebieden. Daar geven we op dit moment ook invulling aan, al gebeurt dat vrij traditioneel. Wij zijn zelf de agenda setters, wij delen uitkomsten van onderzoeken die we als universiteit zelf bedacht en uitgevoerd hebben. Met die content gaan we vervolgens de social media bühne op, en hopen we op respons. Dat werkt vaak goed, maar het is nog steeds vrij zendgericht.

We hebben de ambitie om die agenda settende rol in de komende tijd ook bij een breed publiek in binnen- en buitenland neer te leggen. ‘Zeg het maar: waar wil je meer over weten? Wat vind je interessant? Dan zoeken wij het voor je uit’. Vraaggestuurde content. Daar ligt volgens mij een mooie toekomst voor social media bij universiteiten.”