We hoeven niet uit te leggen dat branding belangrijk is. Maar we willen je wel laten zien hoe je een herkenbaar merk kunt bouwen aan de hand van een aantal voorbeelden. Een enorm marketingbudget is handig, maar niet essentieel: gewoon doen!
Een unieke en uniforme visuele uitstraling zorgt voor herkenning op de lange termijn. Om te beginnen een voorbeeld dicht bij huis. TOTO was nog niet zo lang geleden een grijs merk, totdat ze besloten het roer om te gooien en hun eigen koninkrijk creëerden. Koning TOTO is nu onmisbaar geworden in Nederland.
Als mensen zich tijdens carnaval zelfs verkleden als Koning TOTO, dan weet je dat het met de herkenbaarheid van je merk wel goed zit. De kroon, de huisstijl, de groene mantel, het zijn vaste visuele patronen in elke uiting en reclame van het gokbedrijf. Patronen die zo herkenbaar zijn geworden dat iedereen ze associeert met TOTO.
❗️| Brekend: een bericht van blijkbaar de enige echte koning TOTO ? pic.twitter.com/rwoKJJYqMW
— TOTO (@TOTO_NL) April 1, 2021
Over visuele herkenning gesproken: kun je je voorstellen dat je een reclamecampagne uitrolt zonder je logo te gebruiken? Het klinkt bijna onmogelijk, maar toch doet McDonald's het regelmatig. De kleuren en bogen van de wereldberoemde gele M zijn zo herkenbaar dat we bij het zien van een deel van het logo of alleen al bij het zien van de kleuren meteen de link leggen naar de hamburgerketen.
Ze adverteren bijvoorbeeld met grote reclameborden naast de weg waarop slechts een klein stukje van de M te zien is. Dit is om aan te geven in welke richting je moet gaan om je Big Mac te halen. De naam van het bedrijf wordt nergens genoemd en het logo is ook niet te zien, maar toch weet iedereen dat het McDonald's is.
Een herkenbare slogan kan enorm belangrijk zijn voor je merk. Er zijn talloze voorbeelden van goede slogans die al jaren verbonden zijn aan bepaalde merken. Een van de bekendste is ongetwijfeld “Just Do It. In dit verband hoeven we niet eens te zeggen om welk merk het gaat. Nike gebruikt de slogan al sinds de jaren 1980.
Maar hoe kom je aan zo'n ijzersterke slogan? Een manier om dat te doen is door het kort en krachtig te houden, je te richten op de essentie van je merk en woorden en zinnen te gebruiken die mensen gemakkelijk overnemen. De zin waarmee Nike al meer dan 30 jaar adverteert, voldoet aan die kenmerken, maar heeft een lugubere oorsprong. Gary Gilmore, een ter dood veroordeelde crimineel, was namelijk de inspiratie voor het sportmerk. Zijn laatste woorden voor zijn executie waren: “Let's do it!
Die woorden inspireerden het reclamebureau dat de campagnes voor Nike deed en zo werd de wereldberoemde slogan geboren. Trouwens, in de strijd tegen racisme in Amerika gebruikte Nike deze slogan op een zeer krachtige manier. Zo krachtig dat zelfs concurrent Adidas de video deelde. Voor één keer, doe het niet'.
Laten we allemaal deel uitmaken van de verandering.#UntilWeAllWin pic.twitter.com/guhAG48Wbp
— Nike (@Nike) May 29, 2020
In Nederland zijn er natuurlijk ook voorbeelden van goede slogans. “Het komt goed schatje” is een zin die onlosmakelijk verbonden is met Roosvicee. Zij hebben een zin die dagelijks door heel veel mensen wordt gebruikt, weten om te zetten in hun slogan. Als je nu die bemoedigende woorden uitspreekt, denk je bewust of onbewust aan Roosvicee. Super krachtig en super herkenbaar dus.
Je merk een gezicht geven is altijd een goed idee. Denk maar aan Frank Lammers. De acteur van onder andere Undercover is enorm populair in Nederland en ook het gezicht van Jumbo. Elke dag krijgt hij wel honderd keer “Hallo Jumbo” naar zijn hoofd geslingerd, zoals hij onlangs toegaf in Rooijakkers over de vloer op RTL4. Het laat zien hoezeer mensen Lammers associëren met de supermarkt.
Wat Frank Lammers nu is voor Jumbo, was Harry Piekema zo'n tien jaar voor Albert Heijn. Hij verscheen in elke commercial en werd het gezicht van de AH. Je denkt nog steeds aan de Albert Heijn op het moment dat je Piekema voorbij ziet komen. Zodra het bbq-seizoen begint en er een hamburger op de grill gaat is er altijd wel iemand die “hamburgers met korting” zingt. Herkenbaar toch?
Telfort weet ook hoe goed het kan zijn om je merk een gezicht te geven. De naam Patrick Stoof doet misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar als je zegt: 'Wie had dat gedacht; van golfbaan naar bijbaan', weet iedereen meteen wie je bedoelt en gaat er een Telfort-belletje rinkelen. De herkenbare uitspraken uit de reclames worden nog dagelijks door iedereen gebruikt.
Een unieke en duidelijke tone-of-voice is ook erg belangrijk voor je merk. Spreek je je volgers heel formeel, informeel of met veel humor aan? Zorg ervoor dat de stijl bij je merk past en dat je het consequent toepast, dan word je vanzelf herkenbaar.
Een goed voorbeeld is voetbalclub Telstar. Een kleine club, maar groot in hun unieke communicatie. Ze gebruiken veel humor en zelfspot. Het is typisch Telstar. Andere clubs hebben het ook geprobeerd, maar die kregen al snel te horen: “Jullie proberen Telstar te imiteren. Dat laat zien hoe herkenbaar hun tone of voice is. Het kopiëren van deze stijl voelt meteen 'nep' en onnatuurlijk. Want bij deze tone-of-voice t denk je meteen aan het clubje uit Velsen-Zuid. Die herkenbaarheid is wat je wilt.
Wijsheid komt met de jaren. Wij zijn klaar voor je komst! @rafvdvaart @HeldenMagazine pic.twitter.com/MOnNilO6OA
— Witte Leeuwen (@telstar1963nv) December 1, 2016
Reisorganisatie Eliza was Here heeft ook een heel herkenbare en onderscheidende tone of voice. Als je kijkt naar de communicatie van die organisatie heb je het gevoel dat je altijd met Eliza te maken hebt. Ze spreekt constant vanuit de eerste persoon waardoor je met haar meeleeft en de reizen die ze aanbieden vanuit haar ogen bekijkt. Je vergeet even dat er een grote organisatie (TUI Group) achter zit. En dat maakt deze persoonlijke tone-of-voice zo krachtig.
De bovenstaande punten en gerelateerde voorbeelden kunnen je op weg helpen bij het bouwen van een herkenbaar merk. Branding is ontzettend belangrijk. Je kunt nog zo'n goed product hebben, zonder een goede merkstrategie wordt het een stuk moeilijker om je product op de markt te brengen. Neem branding daarom serieus en besteed er tijd en aandacht aan. Raak niet in paniek als je niet binnen een maand een wereldberoemd merk hebt, Rome is niet in een dag gebouwd.
Aandacht krijgen op social media is zo gemakkelijk nog niet. De concurrentie is enorm, en het geduld van consumenten neemt alsmaar af. En als je toch je zuurverdiende aandacht krijgt, begint het pas. Dan volgt een proces van mensen interesseren, verleiden, en tenslotte overtuigen om de gewenste actie te ondernemen.
En dat allemaal in één social media post.
Laat één ding duidelijk zijn: wie met social copy aan de slag gaat, moet talent en gevoel voor taal hebben. Maar met talent alleen kom je er niet. Een juiste structuur in een social media post is even onontbeerlijk als het vinden van de juiste woorden. Als kapstok kun je gebruik maken van het AIDA-model.
AIDA is een acroniem dat staat voor Attention, Interest, Desire en Action. In het Nederlands: Aandacht, Interesse, Verlangen en Actie. Dit model is al in 1925 geïntroduceerd, en was destijds vooral bedoeld om aan te geven welke stappen in een reclame-uiting aan bod moeten komen.
Veel later is het breder opgepakt om de verschillende fases van een klantreis weer te geven, maar je kunt het model net zo goed toepassen op micro-niveau: een social media post bijvoorbeeld. Wat moet een social media post doen om succesvol te zijn?
Wie kijkt naar de meest engaging social media posts van merken, ziet dat de social copy (de begeleidende tekst van een video, foto of link op social media) van deze berichten vrijwel altijd voldoet aan de combinatie van de 4 AIDA-ingrediënten.
Goed om dat patroon vast te stellen, maar hoe kun je nu zelf AIDA toepassen in je social media posts? Dat bespreken we stap voor stap.
Perfect geschreven social media posts kunnen de aandacht trekken, maar zonder relevante inhoud leveren ze alsnog niets op. Ben je nog zoekende naar die relevantie voor jouw merk en jouw publiek? Download dan een gratis exemplaar van het whitepaper ‘Contentstrategie & social media: van strategie naar succes’. Daarin leer je hoe je goed doordachte (social media) content creëert die aanslaat bij jouw doelgroep.
Aandacht draait in eerste instantie om opvallen. Opvallen op social media is niet veel anders dan in het echte leven. Hoe ongemakkelijk die waarheid soms ook is: het genuanceerde midden wordt vaak overgeslagen. Wie iets verrassends te melden heeft, krijgt de aandacht.
Alleen met zeer herkenbare, nieuwswaardige of visueel opvallende openingszinnen, zorg je ervoor dat mensen stoppen met scrollen en verder lezen.
Beschrijvende zinnen, clichés en inhoudsloze aankondigingen lokken veel minder uit om verder te lezen, en zijn daarom vrijwel nooit een goed idee.
⛔️ “In onderstaand artikel kun je lezen welke social media veel worden gebruikt in Nederland.”
⛔️ “Social media zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijkse leven.”
✅ “Het is zover: TikTok is nu officieel groter dan Snapchat!”
✅ “Hé, duurt ‘even Instagram checken’ bij jou ook altijd minstens 2 uur?”
Passieve zinnen voelen onnodig traag en wollig aan. Social media zijn actiegedreven, en je opening moet daarom diezelfde insteek hebben. Schrijven in een actieve vorm helpt je direct de aandacht te grijpen. Deze vorm is concreter, en zorgt voor een actievere houding bij de lezer.
⛔️ “Wordt jouw auto nog steeds gewassen met water en groene zeep?”
✅ “Was jij jouw auto nog steeds met water en groene zeep?”
Voorbeeld: hoe je kunt verrassen in je opening
Zodra je eenmaal de aandacht hebt, moet je interesse gaan wekken. De lezer gaat hier in een fractie van een seconde bepalen of jouw social media post zijn aandacht ook daadwerkelijk waard is.
Probeer daarom inhoudelijk voort te borduren op het haakje waarmee je de aandacht hebt gegrepen. Laat hier zien dat je de problemen of verlangens van de lezer begrijpt, zodat je de aandacht vasthoudt. De lezer moet je post bij wijze van spreken instemmend knikkend kunnen lezen.
Naast die inhoudelijke opbouw, zijn er ook in deze fase schrijftips die je helpen die interesse te wekken.
Social media zijn in de regel een stuk informeler dan traditionele media. Wie interesse wil wekken op social media, moet daarom bijna letterlijk de taal van zijn doelgroep spreken. Vind je dat lastig? Een handig trucje is om je tekst hardop voor te lezen. Voelt de tekst onnatuurlijk aan? Je hebt dan waarschijnlijk te veel schrijftaal gebruikt, en kunt beter kiezen voor woorden die je ook in een gesprek zou gebruiken.
Typische schrijftaalwoorden: hetgeen, tevens, aldus, welke (waar ‘dat’ of ‘die’ wordt bedoeld), reeds, etc. hebben geen plek op social media.
⛔️ “Deze schadeposten, welke niet zijn gedekt, worden niet vergoed, hetgeen tevens reeds is vermeld in de voorwaarden.”
✅ “Tja, in de voorwaarden staat dat je er geen vergoeding voor krijgt.”
Nee, social media gaan niet om jou. Kies daarom niet jouw merk als referentiepunt, maar richt je direct tot de lezer.
⛔️ “Wij hebben een nieuwe applicatie ontwikkeld voor bewoners van huurappartementen. Daarmee ziet een huurder direct of hijzelf of de betreffende verhuurder verantwoordelijk is voor een reparatie in huis. Daarmee kan een verstoorde relatie of het maken van juridische kosten worden voorkomen.”
✅ “Er is iets kapot, maar draai jij of de verhuurder voor de kosten op? Met deze nieuwe app weet je het direct, en heb je nooit meer gedoe.”
Bijwoorden in social media posts zijn overbodig, en maken zinnen onnodig lang. Een eenvoudig devies om de aandacht vast te houden: laat ze in je social media posts achterwege. Bijvoeglijke naamwoorden kunnen een zin wél versterken, maar gebruik ze met mate.
⛔️ “Het is misschien wel een bijzonder lastige klus om je heel erg mooie huis op te knappen.”
✅ “Je huis opknappen is een lastige klus.”
Voorbeeld: hoe je interesse wekt in een social post door een herkenbare situatie te schetsen
Nu je een probleem, situatie of behoefte hebt vastgesteld, is het belangrijk dat je de social media post richting een oplossing schrijft. Daarbij breng je de oplossing natuurlijk zo aantrekkelijk mogelijk, waardoor de lezer ernaar gaat verlangen.
Een positieve insteek helpt dat verlangen te creëren. ‘Positief’ betekent niet dat je post altijd vrolijk moet zijn. Je mag bijvoorbeeld best een negatieve situatie aankaarten, als die wel een positief verlangen kan triggeren.
⛔️ “Vreselijk dat supermarkten nog altijd zijn ingericht alsof we in het jaar 2000 leven.”
⛔️ “Waarom doen we het onszelf nog aan om in die lange wachtrijen te staan?”
✅ “Zou het niet fantastisch zijn als je boodschappen gewoon aan de deur worden bezorgd?”
✅ “Het goede nieuws: die lange wachtrijen kun je vanaf nu overslaan.”
Social media managers laten zich vaak verleiden om te veel te vertellen. Een goede social media post kan impliciet verlangens creëren en heeft daar geen volzinnen voor nodig. Dwing jezelf om het rechttoe rechtaan te houden.
⛔️ “Met deze techniek voorkom je het probleem van vlekken onder je schilderstape. Zo schilder je gemakkelijk rechte lijnen op je muur, en hoef je niet na het schilderen alles nog eens bij te werken. De tijd die je daarmee bespaart kun je besteden aan andere activiteiten of juist aan ontspanning. Wel zo prettig, toch?”
✅ “Schilder gemakkelijk kaarsrechte lijnen op je muur.”
Heb je de aandacht weten vast te houden tot dit punt? Hartstikke goed, maar bewaar de schouderklopjes nog even. Er is namelijk nog één element dat je moet toevoegen aan je social media post. Een element dat gek genoeg vaak wordt vergeten: het aanzetten tot actie!
Je kunt wel een lekker lopende post hebben, maar veel lezers hebben nog een laatste zetje nodig. Geef daarom expliciet aan welke actie je van hem of haar verwacht: de video bekijken, reageren op de poll, zijn mening geven in de comments, op een linkje klikken, een gratis testexemplaar aanvragen?
Met een call-to-action in gebiedende wijs rond je jouw social media post af:
⛔️ “Daarom hebben we deze nieuwe slimme speaker op de markt gebracht.”
⛔️ “De speaker is verkrijgbaar in 3 nieuwe kleuren. Zit er iets voor jou bij?”
✅ “Bekijk de 360°-video en ervaar de nieuwe speaker zelf.”
✅ “Welke kleur is jouw favoriet? Laat het weten in de comments!”
Staat 10 mei al groots gemarkeerd in jouw agenda??
Schrijf je nu in voor ons webinar en ontdek hoe én waar jij de beste inspiratie voor knallende content vindt!https://t.co/qrHhn3dwO1
— Coosto (@CoostoNL) April 25, 2022
Voorbeeld: aanzetten tot actie in een social post
Deze AIDA-methode is ideaal om je social copy op te bouwen, maar een social media post heeft meer elementen waar je tekst in kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan een linktitel, subtitel, afbeelding of video.
Over het algemeen is het een aanrader om AIDA niet volledig aan te laten komen op de beschrijvende tekst in een social media post. Als je onderdelen van AIDA in de overige elementen verwerkt (bijvoorbeeld aandacht trekken door middel van beeld, of verlangens creëren door een linktitel), kun je de social copy nóg korter houden. Dat betekent minder kans dat een lezer afhaakt, dus gunstig voor jou.
Beoordeel een social media bericht daarom niet alleen op de social copy, maar bekijk hem in zijn geheel. Dan zijn niet alleen je teksten perfect, maar kun je met recht zeggen: ik heb een geweldige social media post geschreven! Details kunnen hierin het verschil maken. Denk aan het toevoegen van links, afbeeldingen of video, hashtags en emoji. Het lijken op het eerste oog ‘onbenullige’ keuzes, maar het zijn juist deze toevoegingen die uiteindelijk tot grote verschillen in de resultaten leiden.
Benieuwd waar de perfecte social media post aan moet voldoen? Jouw eigen data is goud waard. Met onze Perfecte Post Calculator krijg je inzicht in het optimale gebruik van hashtags en de ideale berichtlengte. Daarnaast krijg je ook te zien wat voor jou de beste dag én tijd is om te posten.
Ga direct naar de perfecte post-frequentie per social media platform.
Het ideale moment om te posten is zodra je vorige social media bericht (bijna) geen nieuw bereik meer behaalt. Je haalt zo het maximale uit je social media posts, en voorkomt tegelijkertijd dat er tussenpozen ontstaan waarin je amper zichtbaar bent op een platform.
Er zijn twee manieren om vast te stellen wanneer een post het einde van zijn ‘levensduur’ heeft bereikt:
Manier A. Je stelt een absolute grens: zodra een post X aantal impressies heeft behaald, publiceer je een nieuwe post. Een mogelijk nadeel van deze methode is dat je posts die mogelijk veel meer bereik zouden gaan genereren, gaat ‘afremmen’. Tegelijkertijd zijn er minder presterende posts die de gestelde grens pas veel later behalen. Zo ben je alsnog langere tijd minder zichtbaar.
Manier B. Je stelt een relatieve grens: zodra een post minder dan X impressies aan nieuw bereik heeft behaald in de afgelopen dag, publiceer je een nieuwe post. Het voordeel van deze methode is dat je ruimte houdt voor onverwachte virals of successen.
Het nadeel is dat de meeste social media platformen je geen inzicht geven in het verloop van je (dagelijkse) bereik of impressies met een post. Daarom tonen we in Coosto niet alleen de totaalstatistieken, maar ook grafieken die je helpen te bepalen wanneer het tijd is voor een volgende post. Let op: bekijk daarvoor alleen je organische resultaten. Als je genoeg betaalt, blijft het gepromote bereik namelijk sterk stijgen. Het 'ideale' moment voor een volgende post komt bij manier A dan veel te vroeg, en bij manier B veel te laat; pas wanneer je stopt met het promoten van een bericht.
Naast de totaalstatistieken helpen deze bereikgrafieken in Coosto om je ideale post-frequentie te bepalen.
Laten we de twee mogelijke manieren met behulp van een voorbeeld uitwerken. We kiezen er hieronder voor om met 'bereik' in plaats van 'impressies' te werken (lees hier het verschil tussen die twee), maar je bent vrij om daar een andere keuze in te maken.
Manier A: we stellen een absolute grens van 500. Zodra we 500 unieke mensen bereikt hebben, is het tijd voor een nieuwe post. Door met de muis te bewegen over de bereikgrafiek, zien we dat de grens van 500 organisch bereikte mensen op 30 april is bereikt. Op die dag plannen we een nieuwe post.
Manier B: we stellen een relatieve grens van 150. De eerste dag waarop we minder dan 150 nieuwe mensen bereiken, is het tijd voor een nieuwe post. Als we bewegen over de bereikgrafiek, zien we dat we dat op 28 april minder dan 150 nieuwe mensen hebben bereikt (467-329=138). Op 29 april plannen we daarom een nieuwe post in.
Zo zie je dat de methode die je kiest direct invloed heeft op de keuzes die je maakt. Daarbij zijn de grenzen die je stelt (in dit geval 500 en 150) helemaal afhankelijk van jouw situatie en doelstelling. Als je heel veel volgers hebt, zal je in ieder geval veel hogere getallen moeten hanteren.
Natuurlijk is het niet zo dat je voorafgaand aan elke post moet gaan onderzoeken wat exact het juiste moment is voor een volgende post. Dat zou veel te veel tijd kosten. Bovendien kun je dan nooit weken vooruitplannen, terwijl je dat juist wil doen als je beschikt over een contentkalender. Toch is een eenmalige analyse ook te weinig. Voer dit mini-onderzoek daarom ongeveer eens per kwartaal uit, zodat je kunt meebewegen met eventuele wijzigingen in algoritmes.
Begin je net met het analyseren van jouw ideale postfrequentie? Dan is het slim om je eigen doel als grens in te stellen en de eerste 5 posts van elk account in elk geval te volgen. Als het goed is, merk je dan een patroon; de Xe dag waarop jouw grens wordt bereikt, zal meestal dezelfde zijn. Deze kun je dan als stelregel gebruiken tot je volgende analyse.
Liever direct aan de slag met behulp van algemene uitkomsten? Dat kan ook!
We hebben met behulp van Coosto duizenden Instagram-, Facebook-, LinkedIn- en Twitter-posts onderzocht, en bekeken wat het bereik (of aantal impressies, afhankelijk van het platform) van deze posts 7 dagen na publicatie was. Vervolgens zijn we gaan analyseren wat het bereik per dag was, en dat vastgesteld als percentage van het uiteindelijke bereik na een week.
Wij hebben hierin als stelregel aangehouden dat de dag waarop een post minder dan 10%* van zijn uiteindelijke bereik behaalde, het ideale moment is voor een nieuwe post.
Internationale bronnen hanteren liever de ‘half life’-methode, het moment waarop een post 50% van zijn verwachte bereik heeft behaald. Dat zouden wijzelf afraden, omdat we het vrij rigoureus vinden om zo vroeg al te constateren dat een post ‘uitgewerkt’ is.
*Natuurlijk is de 10% die we hebben gekozen niet in steen gebeiteld. Je kunt zelf een andere stelregel (bijvoorbeeld 5%, 15% of zelfs 25%) kiezen waarmee je bepaalt wat jouw ideale postfrequentie is. De onderstaande uitkomsten zouden daardoor enigszins afwijken.
Hoe vaak posten: 1x per 3 dagen
Posts op Instagram hebben een relatief lange levensduur. Na een volle dag hebben ze gemiddeld genomen slechts 50% van hun uiteindelijke bereik behaald. De twee dagen erna bereiken ze ook nog meer dan 10% van het totaal, maar op de vierde dag is de stijging minimaal. Het ideale moment voor een nieuwe Instagram-post is dus direct na dag 3.
Tip: hier zie je het perfecte tijdstip om te posten op social media.
Hoe vaak posten: 1x per 2 dagen
Facebook-posts schieten vooral de eerste dag de hoogte in. Na dag 1 staat er gemiddeld al 67% van het uiteindelijke bereik op de teller. De volgende dag tikt 17% extra bereik aan, maar op dag 3 is de stijging nog maar 8 procentpunten. Op de derde dag kun je dus het best weer een nieuwe post inplannen.
Hoe vaak posten: 1x per 3 dagen
LinkedIn staat bekend als het platform waar posts de langste levensduur hebben, en dat beeld komt overeen met onze analyse. Na de eerste dag is minder dan de helft van het uiteindelijke bereik na een volle week behaald. Toch is op dag 4 de stijging nog ‘slechts’ 8%; minder dan de 10% die we als stelregel hebben gehanteerd, en daarom het beste moment voor je volgende LinkedIn-post.
Hoe vaak posten: iedere dag
Waar posts op LinkedIn en Instagram een relatief lange levensduur hebben, is die op Twitter juist ontzettend kort. Twitter wordt met recht een snel medium genoemd. Na de eerste dag heeft een gemiddelde tweet al 84% van zijn totaal aantal impressies na een week behaald. De eerstvolgende dag stijgt dat aantal met slechts 6%, waardoor het niet loont die dag nog af te wachten. Wil je optimale online zichtbaarheid, dan kun je op Twitter best iedere dag posten.
Grote organisaties willen op hun social media-kanalen allemaal uniek zijn en juist daarom zijn ze dat niet. Nieuwsplatformen vinden het bijvoorbeeld belangrijk om met nieuws de eerste te zijn, maar ze willen ook uniek zijn. Ben je uniek wanneer je hetzelfde nieuwtje post als je concurrenten, alleen net een minuut sneller? Hoe pak je het aan om iets bijzonders neer te zetten?
Het doel is uiteindelijk om ervoor te zorgen dat volgers bij jou komen omdat jouw merk iets biedt dat ergens anders niet te vinden is. Als je het echt anders doet. De meeste grote organisaties rammen hun social-kanalen vol met content; iedere dag, Ieder uur en soms nog wel vaker. Aan het einde van de dag kijken ze raar op dat slechts één post die dag goed heeft gescoord. Om vervolgens nog meer te posten of net zolang door te gaan tot er wel meer interactie komt. Spoiler alert: zo werkt het niet!
Denk eens aan een hippe term als ‘less is more’. Ga minder doen. Denk beter na over wat je nu eigenlijk post. Misschien heb je voor je gevoel een heerlijke drukke dag gehad als je acht posts in acht uur tijd eruit hebt gegooid. Je kunt dan tenslotte iedere dag typisch Hollands antwoorden op de vraag: ‘Hoe was je dag?’ Namelijk: druk, druk, druk, maar zonder resultaat.
Als je heel veel post, is het onmogelijk dat je over ieder bericht 100% tevreden bent. Zeker weten dat je zelfs berichten maakt waarover je helemaal niet tevreden bent. Maar waarom maak je ze dan? Waarschijnlijk omdat je de druk voelt om aanwezig te zijn. Dat is echter nergens voor nodig.
Kies voor kwaliteit. Je kunt je tijd veel beter stoppen in twee tot drie goede posts per dag waarvan je voor 80% zeker weet dat ze aan gaan slaan, dan in acht twijfelgevalletjes. En natuurlijk gaat ook dan niet alles door het dak. Als je garantie wil, dan moet je een wasmachine kopen. De kans van slagen is alleen wel veel groter als je zelf tevreden bent over de kwaliteit van je berichten.
Raak ook niet in paniek als je een keer een dag hebt waarop net die paar posts die je plaatst niet het gewenste resultaat opleveren. Die dagen zitten er nu eenmaal tussen. Op de lange termijn ga je zien dat je interacties omhoogschieten. Je volgers krijgen namelijk goede content te zien die ze nergens anders zien en waar goed over is nagedacht. Daarbij worden ze niet doodgegooid met een berg aan berichten waar ze niet op zitten te wachten. Volgers veranderen in fans en blijven bij je terugkomen. Ze gaan misschien zelfs uit zichzelf naar je kanalen om te kijken of ze wat hebben gemist.
Laat je niet meeslepen in de waan van de dag waarin we denken alles maar te moeten delen en overal de eerste mee te moeten zijn. Natuurlijk zijn er berichten die niet kunnen wachten en die je absoluut niet mag laten lopen. Maar probeer het overzicht te bewaren en blijf goed nadenken over wat je wil bereiken en hoe je dat wil doen.
Denk je dat iets misschien wel eens aan zou kunnen gaan slaan, laat het dan lekker lopen. Ga alleen voor content waarbij je verbaasd bent wanneer het niet aanslaat. De kans op succes is op die manier veel groter. Je interactieratio schiet omhoog en daar profiteer je van als merk. Je social media-kanalen zijn het visitekaartje van je merk.
Ga daar zorgvuldig mee om. Waag geen gokjes en kies altijd kwaliteit boven kwantiteit. Wanneer je dat in je achterhoofd houdt, komt het succes vanzelf en op den duur ga je het vanzelf raar vinden wanneer je post een keer goed scoort in plaats van geweldig.
Social media marketing is het gebruik van social media platformen om in contact te komen met je doelgroep, en zo je merk te versterken, je klanttevredenheid te vergroten, je conversies te verhogen of je merkreputatie te verbeteren. Daarmee richt social media marketing zich op het promotie-aspect van marketing.
Social media marketing omvat het publiceren van kwalitatieve content, maar draait ook om luisteren naar je doelgroep, volgers betrekken bij je merk, resultaten analyseren, adverteren en optimaliseren. Sommige organisaties zien social media marketing slechts als één of enkele van deze aspecten, maar zijn daardoor beduidend minder succesvol.
Gerelateerde termen:
Social media marketing begint met een slimme strategie. Dit is een belangrijke stap, die absoluut niet overgeslagen mag worden. Toch is het geen stap die heel lang hoeft te duren. Het gaat er met name om dat je bepaalt:
Meer lezen over hoe je een strategie opzet, uitvoert en er meetbaar succes mee behaalt?
De 33-jarige Alexander maakte tijdens zijn studie technische informatica kennis met Coosto. “Het begon als bijbaan op de zaterdag toen ik studeerde aan de Fontys. Ook toen ik daarna ging studeren aan de universiteit ben ik dat blijven doen. Na mijn studie wilde ze me graag hebben en ben ik blijven plakken.”
Alexander maakte de volledige opmars van het bedrijf mee. “Als ik het goed heb was ik werknemer nummer negen. Ik tekende mijn eerste contract in april 2007, dat is een hele tijd geleden. Ik heb het bedrijf uit zien groeien van een heel kleine start-up naar een grote en professionele organisatie. Inmiddels werken er ruim honderd mensen, dat was toen niet voor te stellen.”
De in Deurne geboren Alexander groeide zelf ook mee en werkt nog altijd met veel plezier bij Coosto. “Het voordeel aan Coosto is dat je altijd uitgedaagd wordt. Je bent hier geen code monkey (iemand die alleen code schrijft). Binnen Coosto krijg je de kans om zelf onderzoek te doen en krijg je veel vrijheid in je werk. Je krijgt hier de kans om je te ontwikkelen en raakt daardoor nooit verveeld. Ik kwam binnen als rookie en ben vanuit daar doorgegroeid en ik groei nog steeds. Ik leer iedere dag bij.”
Momenteel werkt Alexander aan de ‘verborgen kant’ van Coosto. “Het werk dat ik doe zie je niet direct aan de voorkant terug, maar is wel essentieel. Ik werk met name aan de achterkant van de tool. Ik ben verantwoordelijk voor de koppelingen met onze bronnen. Coosto heeft heel veel bronnen zoals bijvoorbeeld Facebook, Twitter, YouTube, Instagram, blogs, fora en ga zo maar door. Dat levert veel data op en die data wordt verzameld door programma's die ik mede heb geschreven.”
Door het werk van Alexander komt de juiste data naar boven in Coosto. “Alle data moeten worden opgeschoond en het juiste formaat hebben. Daarnaast willen we ook geen rommel, spam of oude data in onze tool. Het is mijn verantwoordelijkheid dat die processen goed lopen. Als de connectie tussen de bronnen en Coosto niet goed werkt, dan komt er niets meer uit de zoekmachine. Ik vind mijn werk dus vrij belangrijk haha.”
Naast dat Coosto je blijft uitdagen, maakt ook de bedrijfscultuur het werk leuk vindt Alexander. “Coosto is een hele platte organisatie. Iedereen is gelijk en er zijn geen rangen en standen. Het is heel vrij en open. Ik heb nooit het idee dat er dingen achter de deur besproken worden die niemand mag weten. Iedereen denkt mee en helpt mee en ook werkelijk iedereen wordt serieus genomen. Er wordt altijd naar je geluisterd en wanneer je een goed idee hebt, dan wordt het uitgevoerd.”
De band tussen werknemer en werkgever is volgens Alexander een bijzondere. “Coosto denkt met je mee. Als je extra training wil, als je ziek bent, als je een idee hebt, er wordt echt rekening met je gehouden. Ik voel me gewaardeerd en ik denk dat ik dan niet alleen voor mezelf spreek. Ook nu we allemaal thuiswerken laat Coosto regelmatig weten dat ze aan je denken. Dat kan door een bloemetje zijn of een leuk berichtje. Ze geven om je en dat is oprecht. Dat wordt in het hele bedrijf heel erg gewaardeerd.”
Ook de activiteiten buiten de dagelijkse werkzaamheden om vallen in de smaak. “Daar staat Coosto wel een beetje om bekend. Dat zit in het DNA van het bedrijf. Successen worden groots gevierd en met kerst wordt er flink uitgepakt. Dan is alles mogelijk en niets te gek. Maar het is niet alleen met kerst hoor. Gedurende het jaar wordt er van alles georganiseerd. Zoals een Hackathon, die ik al jaren zelf mede organiseer. Dat is super leuk. De betrokkenheid van iedereen binnen Coosto is sowieso groot.”
Om aan te geven dat bij Coosto alles mogelijk is, stipt Alexander de wintersportreis van vorig jaar aan. “Ik had het gekke idee om er een wintersport in te gooien en dat gaf ik bij HR aan. De Coosto-way is dan: ‘Gaaf idee, bekijk de mogelijkheden en regel het.’ Dus zijn we met een mooi clubje op wintersport gegaan. Dat was top. Hoe gek je idee ook is; binnen Coosto wordt er altijd naar geluisterd en als het mogelijk is, mag je het uitvoeren.”
Wie bij Coosto wil werken, moet volgens Alexander ambities hebben en zichzelf willen ontwikkelen. “Ik kijk natuurlijk naar de technische kant van Coosto, want dat is mijn vakgebied. En als ik daarnaar kijk dan kun je bij Coosto zoveel kanten op. Je krijgt een persoonlijk ontwikkelbudget, je mag naar conferenties, je krijgt de ruimte en vrijheid om onderzoek te doen en heb je een innovatief en goed idee? Dan mag je het pitchen en uitvoeren.”
Wie het liefst voorgekauwd werk krijgt is bij Coosto echter niet op de juiste plek. “Je moet jezelf echt willen uitdagen en verbeteren. Je krijgt heel veel vrijheid binnen Coosto, maar daar hoort ook veel verantwoordelijkheid bij. Er wordt van je verwacht dat je die ook pakt. Ik vind dat zelf heel leuk. Daardoor blijf je altijd leren. Wanneer je met een goed idee komt en dat mag gaan uitvoeren, dan is dat ook echt jouw project. Dat wordt niet overgepakt door iemand van hogerhand die er mee te koop gaat lopen. Dat is toch gaaf?!”
Alexander loopt sinds de oprichting van Coosto mee, maar is nog lang niet uitgekeken. “Natuurlijk heb ik mijn ambities, maar die kan ik heel goed binnen Coosto realiseren. Ik ben blij om hier te mogen werken en ik denk er absoluut niet aan om weg te gaan. Ik waardeer Coosto en ik heb het gevoel dat die waardering wederzijds is.”
Het waren niet de minsten, die aanschoven voor een gesprek met een publiek van zo’n 100 geïnteresseerden. Ronald Voorn (senior docent marketing analytics en onderzoeker aan Hogeschool Utrecht) en Betteke van Ruler (emeritus hoogleraar in de communicatiewetenschappen aan Universiteit van Amsterdam) deelden hun kijk op marketing, communicatie, de verschillen en de overeenkomsten.
“Er zijn heel veel marketeers die in de praktijk vooral met communicatie bezig zijn, en communicatieprofessionals die voor een groot deel marketingcommunicatie bedrijven. En toch weten ze onvoldoende wat de toegevoegde waarde is van de een voor de ander”, trapt Voorn af. “Wonderlijk. We willen vooral dat de ander ons niet voor de voeten loopt.”
Van Ruler lijkt het daarmee eens, en betoogt dat het goed zou zijn als we elkaars impact niet proberen in te perken, maar juist met bewondering gaan kijken naar hetgeen we zelf beter zouden kunnen doen.
“Marketing is vaak nog steeds een eilandje, terwijl communicatie als vak veel meer ‘van de organisatie’ is”, vervolgt Van Ruler. “Communicatieprofessionals zijn in de afgelopen jaren de organisatie ingezogen. Ze zijn zich gaan bemoeien met vragen als: hoe kunnen we collega’s helpen op een aangename manier naar buiten te treden? Hoe communiceren we intern met zijn allen? Hoe komen beslissingen tot stand? Wegen we daarbij verschillende belangen af?. Goede communicatie als filosofie voor iedereen in de organisatie. Marketeers zouden dezelfde rol kunnen verdienen.”
Marketing is dan niet langer alleen gericht op waardecreatie richting (potentiële) klant. Het principe van waardecreatie gaat dan ook gelden voor andere stakeholders. “Klantwaarde, aandeelhouderswaarde, belangengroepenwaarde… dan is marketing fantastisch”, knikt Voorn. Van financiën tot HR en de productielijn: als iedereen zich bewust is van de waarde die hij of zij kan creëren voor stakeholders, geeft dat de organisatie een enorme boost.
Van Ruler is duidelijk over wat ze benijdt als ze kijkt naar marketing: het gebruik van data. Ze vindt dat het communicatievak meer moet doen om ook data-driven te worden. Marketeers weten hun positie in de organisatie te claimen door structureel hun waarde aan te tonen met behulp van data. Daar is voor communicatieprofessionals nog een wereld te winnen.
Natuurlijk, sommige gevolgen van marketing (leads, sales, klantretentie) zijn gemakkelijker te meten dan reputatie, weerstand of houding. Maar het is een misverstand dat data altijd cijfers zijn. Hoe wordt over een bepaalde kwestie gedacht? Welke reactie kan een beleidskeuze uitlokken bij een bepaalde belangengroep? Ook dát is data. Communicatie móet op zoek naar goedkope, snelle onderzoeksmethodes om met argumenten te kunnen komen die voor de rest van de organisatie hout snijden. Die data zouden communicatieprofessionals op twee momenten kunnen gebruiken, vertelt Van Ruler. “Allereerst om een probleem te definiëren en tot doelstellingen te komen. Praten met mensen, de tijdsgeest proberen te vatten, breed monitoren, stakeholdersanalyses uitvoeren. Aan dat soort zaken moet je dan denken. Maar vervolgens kun je ook data gebruiken om vast te stellen of je op de goede weg bent, en of je oorspronkelijke probleemstelling überhaupt nog wel geldt.”
“Communicatieprofessionals hebben de juiste houding om dit tot een succes te maken. Ze zijn gewend om te luisteren, om niet vanuit zichzelf te redeneren, maar op de ander gericht te zijn. Ze ontberen alleen onderzoeksmethoden die er daadwerkelijk voor kunnen zorgen dat ze zich niet langer alleen op onderbuikgevoel of ervaring hoeven te baseren.”
Ondanks de verschillen is er ook voldoende overlap tussen marketeers en communicatieprofessionals. Dat kan ook bijna niet anders, gezien de vaak vloeiende scheidslijn tussen de twee vakgebieden.
Voorn weet het in één zin te vatten: “Marketeers en communicatieprofessionals zijn beiden enorm gedreven in hun interesse in mensen.” Ze zijn gedreven om te begrijpen hoe mensen denken, wat ze vinden, waarom ze dat vinden, en wat daar dan weer aan ten grondslag ligt. Hoewel ze die kennis vaak voor verschillende doeleinden gebruiken, is dat het gezamenlijke vertrekpunt van zowel communicatie als marketing.
Dat verklaart wellicht de grote belangstelling voor mediamonitoringtools vanuit beide beroepsgroepen. Waar Van Ruler in eerste instantie nog stelt dat vooral communicatieprofessionals vanuit hun natuurlijke neiging tot luisteren fan zijn van monitoring, vult Voorn al gauw aan: “Ook marketeers gebruiken in heel veel gevallen tools als Coosto, om brand mentions in kaart te brengen, de tijdgeest beter te begrijpen en merkattitudes te onderzoeken.”
Facebook blijft met kop en schouders het grootste sociale-mediaplatform in Vlaanderen. 8 op de 10 Vlamingen is actief op sociale media, en Facebook neemt daarvan het grootste deel voor haar rekening. 74% van de Vlamingen opent en bekijkt Facebook minstens maandelijks. Op gepaste afstand volgen YouTube en Instagram. Pinterest, LinkedIn en Twitter ontlopen elkaar daarachter niet veel. TikTok en Snapchat noteren rond de 14%. Reddit is en blijft een niche-platform, met zo’n 6% van alle Vlamingen die het platform minstens maandelijks bekijkt.
De opvallendste groei zien we bij TikTok - van 3% vorig jaar naar 14% - en Instagram en Pinterest, die al drie jaar een consistente stijging laten zien. Instagram groeide gestaag van een penetratie van 30% in 2017 naar een gerapporteerde 45% in 2020. Pinterest maakt kleinere stappen, met jaarlijks een paar procentjes erbij. Drie jaar geleden bekeek 21% van de Vlamingen het platform maandelijks, in 2019 was dat 26%, en nu dus 27%.
LinkedIn daalt juist voor het eerst in drie jaar, van 24% vorig jaar naar 20% nu. Andere platformen blijven redelijk stabiel op hun langjarig gemiddelde.
Tip: een populair sociale-mediaplatform is niet automatisch een geschikt kanaal. Lees hier welke kanalen het best bij jouw merk aansluiten.
De Vlaming besteedt gemiddeld 39% van zijn smartphone-schermtijd aan sociale media, zo’n 6% meer dan vorig jaar. Dat komt dagelijks neer op zo’n 73 minuten, tegenover 49 minuten vorig jaar. 54% van alle Vlamingen is bovendien een actieve gebruiker van minstens vier sociale media en/of chatplatformen. Bij 16- tot 24-jarigen is dat maar liefst 9 op 10. Het percentage Vlamingen dat wekelijks (77%) en zelfs dagelijks (66%) gebruik maakt van social media, steeg met respectievelijk 1 en 3 procent.
Kortom: het sociale-mediagebruik wordt frequenter en intensiever. De Digimeter werpt terecht de vraag op of dit tijdelijke corona-effecten zijn of langetermijntrends, maar het is in elk geval de realiteit van vandaag.
Daarbij is het wel interessant om op te merken dat slechts een handjevol sociale-media-apps verantwoordelijk is voor deze intensivering. Voor vrijwel elk platform wordt gemiddeld een lager dagelijkse en wekelijkse gebruiksfrequentie gerapporteerd, op TikTok en Instagram na. Instagram is zelfs na Facebook de sociale-media-app die het vaakst dagelijks wordt geopend: 32% van alle Vlamingen kijkt iedere dag op Instagram.
Tip: deze statistieken voor Vlaanderen vergelijken met Nederland? Bekijk de social media gebruikscijfers van Nederland.
Om te kunnen vaststellen waar jouw doelgroep actief is, is het relevant om niet alleen de algemene penetratiegraad van sociale-mediaplatformen te bekijken, maar ze per leeftijdscategorie onder de loep te nemen. De Digimeter stelt ook deze gegevens ter beschikking. Onderzocht in 2020, maar gerapporteerd in april 2021, en daardoor zijn dit de meest recente gegevens om je kanaalkeuze op te baseren.
Facebook blijft redelijk stabiel in het aandeel maandelijkse gebruikers onder de Vlaamse bevolking. We zien wat kleine dalingen binnen alle leeftijden, met uitzondering van de groep tussen 35 en 44 jaar. Zoals bij veel sociale media zijn het ook op Facebook vooral de jongere Vlamingen die relatief goed vertegenwoordigd zijn.
Lees meer over de mogelijkheden van Facebook in Coosto.
De opkomst van TikTok lijkt bij de jongere generatie niet tot een daling van het YouTube-gebruik te hebben geleid. De groep tussen 16 en 24 jaar is zelfs de enige waar het YouTube-gebruik is toegenomen. Het grootste verschil tussen Facebook en YouTube zien we bij de groep ouder dan 55 jaar. Minder dan de helft van hen opent YouTube minstens maandelijks, terwijl bijna 2/3e wel actief is op Facebook.
Instagram is al jaren groeiende, al lijkt de explosieve stijging van eerdere jaren wat af te vlakken. Traditioneel is het platform vooral populair bij leeftijdsgroepen tot 34 jaar, en dit jaar is daarin geen uitzondering. Bij de groep tot 24 jaar is Instagram voor het eerst zelfs groter dan Facebook (87% tegenover 85%).
Lees meer over de mogelijkheden van Instagram in Coosto.
Wellicht zijn mensen minder op zoek naar vacatures of professioneel netwerken in tijden van de coronacrisis en het bijbehorende thuiswerken. Wat de onderliggende reden ook is: LinkedIn maakt een opvallende daling door in Vlaanderen. Binnen de groepen tussen 25 en 54 jaar, waar LinkedIn normaal gesproken goed vertegenwoordigd is, gaat het platform relatief hard onderuit, met respectievelijk 6 en 7 procentpunten.
Lees meer over de mogelijkheden van LinkedIn in Coosto.
Pinterest is ook in Vlaanderen een stille kracht in het sociale-medialandschap. Zelden in het nieuws, maar een gestage groeier op de achtergrond. Dit jaar doet vooral de groep tussen 25 en 34 jaar een duit in het zakje, met een groei van 8 procentpunten. Het valt bovendien op dat het platform over alle leeftijdsgroepen relatief gelijk is vertegenwoordigd. Twijfel je om Pinterest in te gaan zetten voor jouw organisatie, dan hoeft de leeftijd van je doelgroep dus geen struikelblok te zijn.
Lees meer over de mogelijkheden van Pinterest in Coosto.
Nu de ambtstermijn van Donald Trump als president van de Verenigde Staten is afgelopen, levert Twitter overal wat actieve gebruikers in, na een stijging in eerdere jaren. Dat is in Vlaanderen niet anders. Opmerkelijke uitzondering: de groep tussen 16 en 24 jaar, waar het platform zelfs 3% wint.
Lees meer over de mogelijkheden van Twitter in Coosto.
Heb je als social media manager de razendsnelle opkomst van TikTok gemist, dan heb je hoogstwaarschijnlijk onder een steen geleefd. Het spraakmakende videoplatform schiet vooral bij jongere doelgroepen als een raket omhoog, en is bij 16- tot 24-jarigen zelfs plots het 5e grootste sociale-mediaplatform. 50% van hen gebruikt het plaform minstens maandelijks. Ook de 19% van 25- tot 34-jarigen is het vermelden waard. In absolute getallen kan TikTok zich nog niet meten met Facebook of Instagram, maar het is zonder meer een trend om in de gaten te houden.
De chatapp Snapchat scharen we bij Coosto vanwege de mogelijkheid tot het volgen van accounts onder sociale media, en zoals bekend is dit platform vooral onder jongere doelgroepen populair. Wie vermoedde dat Snapchat ‘last’ zou hebben van de opkomst van TikTok, komt bedrogen uit. Ruim 7 op de tien adolescenten logt nog minstens maandelijks in, iets meer zelfs dan vorig jaar.
Alles beschouwd lijken sociale media een steeds belangrijkere rol in het leven van de Vlaming te krijgen. Toch ontstaat er een soort attitude-kloof, of misschien zelfs een intrinsiek dubbel gevoel over sociale media bij veel Vlamingen. Eerder zagen we dat het sociale-mediagebruik intensiveert. 38% zegt een gevoel van verbondenheid te ervaren door sociale media, en 26% kan naar eigen zeggen geen dag zonder sociale media.
Tegelijkertijd zien we dat 61% vindt dat sociale media te tijdsintensief zijn (dit was 'slechts' 34% vier jaar geleden). Ook groeit het aandeel mensen dat nooit gebruik maakt van sociale media, van 10% naar 13%.
Attitudes en gedragingen ten aanzien van sociale media lopen dus uit elkaar, maar het staat vast dat sociale media een vaste plek in de mediaconsumptie van veel Vlamingen hebben gekregen. Als organisatie is het verstandig om je te verdiepen in deze cijfers, en te bedenken welke platformen passen bij jouw marketing- of communicatiestrategie, doelgroepen en doelstellingen.
De complete social media checklist, waarmee je gemakkelijk je volledige social media management evalueert. Van basiselementen tot media, advertising, tools en organisatie-gerelateerde zaken: alles komt aan bod. De checklist bevat in totaal 54 punten, verdeeld over 9 categorieën. Start direct met afvinken, en controleer binnen een half uur of jouw social media helemaal in orde is.
Het gemiddelde bereik van een organische post ligt er ongeveer 7x hoger dan op Facebook. De interactieratio is zelfs 3 tot 10 keer zo hoog. Iedereen die zich ook maar een beetje verdiept in Instagram, weet dat het platform op dit moment een parel is voor het vergroten van je merkwaarde. Toch kan het altijd beter. Sterker nog, wie nu nét even het stapje extra zet met deze tips, kan er nóg meer uithalen.
Soms zijn marketeers zo druk bezig met hashtags om hun Instagrampost extra zichtbaar te maken, dat ze een nét zo belangrijk aspect vergeten: locatietagging. En dat is zonde, want een locatie werkt binnen Instagram ook als een soort hashtag.
Dat houdt in dat iedereen die zoekt of klikt op een bepaalde locatie – en dat gebeurt heel regelmatig – posts ziet waarin deze locatie als tag is toegevoegd. De locatie kan zo specifiek of generiek zijn als je zelf wilt: van een volledige provincie tot een straat of bedrijfsgebouw. Daarmee is het een supergemakkelijke manier om je zichtbaarheid te vergroten en meer kans te maken om gevonden te worden. Het mag de plek zijn waar je foto daadwerkelijk genomen is, maar het hoeft zeker niet.
Je post wordt extra zichtbaar als hij terechtkomt in het ‘top-tabje’ van een locatie. De kans dat hij daar een plaats krijgt, is groter als de locatie niet wordt overspoeld door honderdduizenden posts. Aan de andere kant wordt een locatie met amper posts vrijwel nooit bekeken. Tag voor optimale zichtbaarheid een locatie die hier qua populariteit tussenin zit.
Wil je op Instagram de aandacht trekken van een belangrijke samenwerkingspartner, influencer of belangrijke autoriteit in jouw branche? Je kunt posten tot je een ons weegt, maar er is geen enkele garantie dat je post gezien wordt.
Een betere manier is om de accounts van deze personen of organisaties te taggen in je post. Standaard krijgen deze accounts een notificatie, en de kans is dan groter dat zij je content zien, liken of zelfs delen.
Een snelle manier om je interactie op Instagram te vergroten en je bij de juiste mensen in de kijker te spelen.
Mooi meegenomen: afhankelijk van de instellingen van getagde accounts, verschijnt je post ook automatisch op hun profieloverzicht onder het tabje ‘tags'. In andere gevallen moet je post dan eerst ‘goedgekeurd’ worden door het getagde account. Maar gebeurt dat, dan kan je dat flink wat extra bereik opleveren, zeker als het getagde account veel volgers heeft.
Interactie is onmisbaar om een sterk merk op te bouwen. Een merkrelatie ontstaat namelijk nooit door alleen te zenden, en wordt altijd opgebouwd door gesprekken. Dat op zich is natuurlijk reden genoeg om te reageren op comments onder je posts. Dat geldt niet alleen voor Instagram, maar voor elk platform.
Maar meer interactie heeft op Instagram een ander voordeel. In ons artikel over het algoritme van Instagram, deelden we welke factoren Instagram meeweegt om te bepalen welke posts bovenaan de feed van een gebruiker komen te staan. Over één factor is Instagram heel transparant: interacties (likes, comments, reshares) behoren tot de belangrijkste signalen dat een bepaalde post waardevol is. Heeft iemand veel interactie met jouw account, dan gaat Instagram ervan uit dat die persoon dicht bij jouw merk staat en meer van je content wil bekijken.
Posts met veel interacties komen bovendien hoger te staan in zoekresultaten, in voorgestelde posts aan anderen, of misschien zelfs wel op de ontdek-pagina. Kortom: meer bereik.
Reageer dus altijd op relevante comments, ga het gesprek aan, lok nieuwe reacties uit en profiteer tegelijkertijd van meer bereik.
Vorig jaar lieten de meeste bedrijven 1 april lopen, dat blijkt uit onderzoek in Coosto. Dit had te maken met de coronapandemie die op dat moment net losgebarsten was in Europa. Google riep bijvoorbeeld op om 1 april links te laten liggen uit respect voor iedereen die vocht tegen het coronavirus.
Het coronavirus is nog steeds onder ons, maar we lijken wel weer toe aan wat luchtigheid. Daarmee komen ook de 1 aprilgrappen weer op gang. Opvallend is dat die grappen niet meer zijn zoals vroeger. Organisaties gooien hun grap vaak al weken vóór 1 april online om de verwarring extra groot te maken.
Domino's was er dit jaar als één van de eerste bij, met de vraag: hoort ananas nu wel of niet thuis op een pizza? Domino’s besloot om de ananas in de ban te doen en vanaf 29 maart verder te gaan als ananas-vrij bedrijf. Het leverde de nodige publiciteit op en de ananas gaat ook wel degelijk een aantal dagen van het menu, maar slechts tijdelijk.
Tegenover het AD zegt een woordvoerder van Domino’s dat het inderdaad om een 1 aprilgrap gaat en dat de ananas op de pizza gewoon weer terugkeert. De pizza Hawaii is namelijk één van de meest verkochte pizza’s bij de keten.
In het verleden zijn veel bedrijven Domino’s voorgegaan met 1 aprilgrappen die viral gingen. We hebben de leukste voor je op een rijtje gezet. Sommige bedrijven gingen ver voor de likes, andere kozen juist voor een hele simpele aanpak.
Een zeer gevoelige inhaker op 1 april komt op naam van sauzengigant Remia. Zij besloten de eeuwige friet vs patat-discussie te beëindigen door de naam van hun bekende Fritessaus om te toveren naar Patatsaus. Met name onder de rivieren deed dat stof opwaaien. Boven de rivieren werd het juist met gejuich ontvangen.
Of je nu team patat of team friet bent, op social media sloeg het geintje aan. En ludieke grap, met een overvloed aan interacties. Bijna achtduizend keer werd er gereageerd op de Facebook-post. Indrukwekkend wanneer je bedenkt dat een ‘normale’ post van het bedrijf gemiddeld rond de tien reacties scoort. Het toont aan hoe je kunt scoren met een simpel concept.
Groot nieuws! Op veler verzoek passen wij vanaf volgende maand de naam van onze Fritessaus aan naar Patatsaus. Geen zorgen, er verandert niets aan ons recept. Zelfde vertrouwde smaak, ander jasje ;-)
Geplaatst door RemiaFans op Maandag 25 maart 2019
Baby’s in een achtbaan; gekkenwerk zou je zeggen. De populaire Python ging na lange tijd van restauratie in 2018 weer open en de Efteling kwam met een bizarre primeur. Als eerste pretpark ter wereld zouden zij het mogelijk maken om baby’s een achtbaanrit aan te bieden.
Met een gelikt filmpje, in samenwerking met Maxi-Cosi, werd het nieuws aangekondigd. Het was dusdanig geloofwaardig dat heel veel mensen er instonken. 2,2 miljoen keer werd de video bekeken op Facebook, meer dan 25 duizend likes en er werd ruim 50 duizend keer op gereageerd. Zie dat maar eens te evenaren. En toegegeven; na het zien van deze video denk je niet direct aan een geintje, zo goed zit het in elkaar.
Muren die naar Zwitsal ruiken. Het bleek een droom te zijn van veel mensen, want met deze grap ging Gamma viral. In 2017 kwam de bouwmarkt met het bericht dat zij verf gingen verkopen met de geur van de shampoo: ‘Zwitsal geurverf voor de babykamer’. Het klonk te mooi om waar te zijn en dat was het ook.
Het leverde Gamma wel veel op. Duizenden likes, bijna twintigduizend reacties en meer dan duizend keer werd het bericht gedeeld op Facebook. Een enorm bereik met een heel simpel concept. Hier kwam geen dure video aan te pas of uren werk. Slechts één eenvoudige visual met de boodschap was voldoende om een enorm bereik te genereren. Grap geslaagd!
Ook zo dol op de geur van Zwitsal? Binnenkort bij GAMMA verkrijgbaar als geurverf! Houd onze folder en website in de gaten. De nr. 1 in verf, ook voor de babykamer!
Geplaatst door GAMMA op Dinsdag 28 maart 2017
Kom niet aan Dries Roelvink en zijn gele zwembroek, want dan maak je de volkszanger kwaad. Daar kwam Jamin ook achter. Een aantal jaar geleden dook er een video op waarin een woeste Roelvink eieren tegen een filiaal van Jamin gooide. De reden: zij verkochten chocolade paashazen in Dries Roelvink-stijl, compleet met de bekende gele zwembroek.
De grap zat zo goed in elkaar dat de beelden van de eiergooiende zanger viraal gingen en breed werden uitgemeten in de media. Roelvink dreigde voor de geloofwaardigheid zelfs een advocaat in te schakelen tegen de snoepwinkel.
Het leverde de Amsterdammer naast veel geld ook veel kritiek op. Toen hij uiteindelijk toegaf dat het om een grap ging, kwam Nederland weer tot rust.
Rectificatie: Dinsdag 27 maart jl. is er in de winkels en op de social media kanalen van Jamin Winkelbedrijf een...
Geplaatst door Jamin op Vrijdag 30 maart 2018
Ook dit jaar lijkt Jamin uit te pakken rondom 1 april. Zij gaan voor een heuse naamsverandering. Van Jamin naar Japlus. “Eind vorig jaar hebben we een uitvoerig onderzoek laten doen naar de associaties rondom onze naam. Daar kwam uit voort dat die in veel gevallen een negatieve lading heeft. Dat komt omdat ‘min’ 60% van de naam betreft. Dat klinkt psychologisch overwegend negatief en dat sluit niet aan bij het vrolijke en kleurrijke concept dat we vandaag de dag zijn”, aldus directeur Maarten Steinkamp.
In 2018 kwam Zuivelhoeve met de gemeenste grap van de eeuw. Zij zouden Boer’n yoghurt op de markt brengen met daarin Licor 43 verwerkt. Mensen konden niet wachten en gingen los onder de Facebook-post. 45 duizend opmerkingen en duizenden likes als resultaat .
Hoe zuur was het dat het uiteindelijk om een 1 aprilgrap bleek te gaan. Het bedrijf nam die teleurstelling overigens wel serieus, want inmiddels is de yoghurt daadwerkelijk op de markt, en is de grap alsnog werkelijkheid geworden.
Dit jaar lijkt Zuivelhoeve ook weer toe te willen slaan met een 1 aprilgrap. Op 26 maart presenteerde zij Boer’n yoghurt nachtcrème. Zo’n succes als met de Licor 43 yoghurt lijkt het niet te worden. De 68 reacties die de post momenteel heeft, steken schril af bij de 45 duizend van drie jaar geleden.
Een primeur! Zuivelhoeve slaat de handen binnenkort ineen met Licor 43????????. Welke vriend(in) MOET in ons eerste testteam...
Geplaatst door Zuivelhoeve op Maandag 26 maart 2018
Inhaken op 1 april kan dus een heel erg goed idee zijn voor je merk, vooral voor de interactie op social media. Een belangrijke voorwaarde: kom wel met iets goeds. Haak niet in om het inhaken. Heb je een briljant plan met de potentie om viral te gaan, grijp je kans. Ben je dagen aan het zoeken en aan het denken omdat jullie als organisatie hebben besloten iets met 1 april te doen, dan kun je het beter laten schieten. Een 1 aprilgrap kan namelijk ook helemaal verkeerd vallen bij je achterban, en dan slaat het de andere kant op en komt het je op veel kritiek te staan. Kortom; doe het goed of doe het niet!
Voor communicatieprofessionals is het motto ‘de buitenwereld naar binnen halen’ gesneden koek. Een moderne communicatieadviseur is er in al zijn werkzaamheden op gericht om grenzen tussen organisatie en externe stakeholders weg te nemen. Niet alleen zenden of reageren, maar vooral luisteren als basis voor communicatiebeleid, vaak georganiseerd in een newsroom of communicatieteam.
In de praktijk houdt dat in dat (online) nieuwsberichten, blogs en social media nauwlettend in de gaten worden gehouden, met behulp van monitoringtools zoals Coosto. De uitdaging is vervolgens om alle opgehaalde informatie ook daadwerkelijk te verspreiden binnen de organisatie.
Dat blijkt in sommige gevallen toch een mentale of technische drempel. We zien dat inzichten uit social en online media nog te vaak ophouden bij het managementteam of de communicatieafdeling zelf, en vervolgens niet verder de organisatie binnendringen. De achterliggende gedachte: "We gebruiken het nieuws zelf wel in onze communicatieadviezen. Dan profiteert de rest van de organisatie er indirect van."
Men blijkt enerzijds huiverig om negatief of gevoelig nieuws zomaar te delen met collega’s. Dat is misschien begrijpelijk, maar wel jammer. Zeker gezien het feit dat veel communicatieteams zichzelf als doel gesteld hebben om hun gehele organisatie ‘communicatiever’ te maken. Ze beseffen dus ergens wel dat niet alle communicatie via hen kan verlopen, en dat er een beroep moet worden gedaan op de vaardigheden van alle collega's.
Die ambitie betekent echter ook dat iedereen baat kan hebben bij een volledig en actueel beeld van de context waarin ze werken. Wat speelt er op dit moment rond onze organisatie? Zijn er gevoeligheden of positieve nieuwtjes waar collega’s rekening mee moeten houden in hun werk? Vaardigheden als ‘omgevingssensitiviteit’, ‘politieke antenne’, ‘mediagevoeligheid’ zijn voor vrijwel iedere functie relevant, en sluiten hier naadloos op aan.
Kortom: houd deze inzichten uit online en social media niet voor jezelf, maar deel ze structureel met collega’s die ervan kunnen profiteren in hun dagelijkse werk.
Zie ook het webinar: Beter communicatieadvies met social media data.
Anderzijds is er een praktische drempel die voorkomt dat nieuws uit social en online media in de gehele organisatie gaat ‘leven’.
De logische manier om nieuws en inzichten te delen is een interne nieuwsbrief, die binnen overheidsorganisaties vaak een TamTam wordt genoemd. Het is een soort knipselkrant van relevante en actuele nieuwsberichtjes voor jouw organisatie.
Veel communicatieteams stellen die knipselkrant samen op een nogal ouderwetse manier: al het intern te delen nieuws wordt handmatig gekopieerd en geplakt. Dat werkt perfect, maar is bijzonder veel werk.
Gelukkig kan Coosto dat handmatige werk voor je uit handen nemen. Geen ingewikkeld gedoe met extra mailingprogramma’s, maar gewoon in de tool die je toch al gebruikt om alle relevante berichtgeving te volgen.
Het begint bij een zoekopdracht. Hiermee filter je alle berichten in Coosto, en houd je alleen de berichten die jij mogelijk interessant vindt (over je organisatie, stakeholders of ketenpartners) over. Dit is een eenmalige actie. Nieuwe berichten die voldoen aan de zoekopdracht vind je vervolgens automatisch terug.
Zodra je jouw nieuwsbrief wilt creëren (bijvoorbeeld elke dag, week of maand), open je de zoekopdracht en label je de berichten die je daadwerkelijk wilt opnemen in je nieuwsbrief. Je hebt hierbij toegang tot miljoenen bronnen van online nieuwssites, social media, blogs, fora, reviews, en – afhankelijk van je Coosto-licentie – ook artikelen van offline kranten en tijdschriften en fragmenten van radio en televisie.
Kies bijvoorbeeld voor een nieuwsbericht met grote impact, een veelzeggende review, een interessant blog, een eigen social media post of een bijzondere reactie daarop. De mogelijkheden zijn eindeloos.
Nu je de gewenste berichten hebt geselecteerd, ga je de nieuwsbrief daadwerkelijk creëren. Je hebt de keuze uit twee types nieuwsbrieven.
De eerste is een PDF, die je collega’s via mail of in Coosto periodiek kunt toesturen. Voor elke nieuwe editie van de nieuwsbrief vervang je dan de nieuwsberichten van de vorige dag, week of maand. Het voordeel van dit type nieuwsbrief is dat je hem gemakkelijk opslaat op je eigen pc of server, zodat je op een later moment berichten kunt teruglezen.
De tweede mogelijkheid is een live dashboard; een altijd te raadplegen nieuwsbrief, die je op vaste momenten updatet. Het grote voordeel hiervan is dat je slechts één keer een link hoeft te sturen, de nieuwsbrief op intranetten kunt insluiten en op interne beeldschermen kunt weergeven. De toegankelijkheid en leesfrequentie van je nieuwsbrief neemt daarmee toe. Een vanzelfsprekende kanttekening is dat vorige nieuwsbrief-edities na een update worden overschreven; ze zijn niet terug te lezen of op te slaan.
Voorbeeld live nieuwsbrief:
Enkel berichtjes zijn waarschijnlijk onvoldoende om het doel van een communicatievere, omgevingsbewuste organisatie te behalen. Ze hebben in veel gevallen duiding van de communicatieafdeling of nieuwsbrief nodig. In welke context moet je een nieuwsbericht zien? Hoe gaat de organisatie ermee om? Is een positief of kritisch bericht op social media een uitschieter, of vertegenwoordigt die mening een grotere groep?
In je nieuwsbrief kun je naast berichtjes zelf ook tekst en uitleg toevoegen, of verhelderende statistieken. Je hebt de keuze uit ruim 100 widgets, die allemaal verschillende statistieken uitlichten. Denk bijvoorbeeld aan het aantal auteurs dat over je organisatie heeft geschreven in een bepaalde periode, het sentiment van berichten, je mediabereik of het aantal volgers van je eigen social media kanalen.
Je bent als communicatieadviseur natuurlijk geen doorgeefluik. De toevoeging van duiding en statistieken is daarom dé manier om als communicatieafdeling of newsroom je meerwaarde en expertise te bewijzen. Informeren kan iedereen, maar alleen jij kunt de relatie tussen buitenwereld en organisatie op een juiste manier duiden en gewenst gedrag sturen.
Voorbeeld live dashboard met statistieken:
Het lijkt misschien een detail, maar het toevoegen van je eigen logo, kleuren en andere huisstijlelementen, maken je nieuwsbrief meer ‘echt’ van jouw organisatie. In Coosto kun je ervoor kiezen om je nieuwsbrief, zowel de PDF-versie als de live versie, volledig op te maken in je huisstijl. Voeg eventueel een inhoudsopgave en titelblad toe, en je rapportage is klaar om verzonden te worden.
Voorbeeld PDF-nieuwsbrief met huisstijl:
Natuurlijk hoef je deze handelingen niet telkens te herhalen; je slaat je nieuwsbriefsjabloon één keer op, en ververst de inhoud voor iedere nieuwe editie.
Conclusie: met de juiste duiding hoeft het helemaal niet spannend te zijn om berichten van social en online media te delen met collega’s, en Coosto kan eventuele technische drempels volledig wegnemen. Laat die nieuwsbrieven maar komen!