WhatsApp is wereldwijd de populairste messaging app, en voor klanten een zeer toegankelijke manier om contact op te nemen met organisaties. Met WhatsApp Business kunnen organisaties eenvoudig en op een persoonlijke manier reageren op deze inkomende berichten. Met WhatsApp Business in Coosto krijgen webcare-medewerkers bovendien zicht op hun volledige gesprekshistorie met een klant. Daarnaast kunnen ze gemakkelijk onderling samenwerken en snel reageren op vragen, zodat ze de ervaring voor hun klanten verbeteren.
Het internet staat vol met blogs die uitleggen waar een goed persbericht aan moet voldoen. Ikzelf leer meer van de fouten die ik heb gemaakt, dan van de dingen die al goed lopen. Deze keer geen blog met tips voor het schrijven van het perfecte persbericht, maar een lijstje met #fails. Dit zijn de 5 meest voorkomende fouten met betrekking tot het schrijven van persberichten.
#1 Niet scanbaar
Het hele idee van een persbericht is dat je nieuws deelt met een journalist en dat hij of zij niet zélf hoeft te zoeken en snel aan de slag kan met een artikel. Het is een grote tegenvaller wanneer je als journalist een bericht opent en je moet nog naar het nieuws gaan zoeken. Waar staat het? Wat wilde deze organisatie melden? Dit gebeurt vaker dan je denkt. De oplossing: zorg dat het belangrijkste nieuws bovenaan staat. Zo kan de journalist direct scannen op relevantie en beoordelen of jouw bericht nieuwswaardig is.
#2 Onlogische structuur
Een persbericht moet een logische opbouw hebben waarin je begint met het belangrijkste nieuws, aangevuld met de feiten en eindigt met achtergrondinformatie. Te vaak zien we persberichten waar alle feiten verspreid staan door het artikel. We willen zó veel vertellen dat we verzanden in irrelevante details. Dat gebeurt meestal wanneer we proberen er een wat levendiger of mooier artikel van te maken. Persberichten zijn natuurlijk meestal wat droge kost, en dat is niet erg. Maak het niet mooier dan dat het is en zorg voor een helder opgebouwd en beknopt verhaal.
Onderstaande snippet van een persbericht van KidsRights is een goed voorbeeld waar de structuur onlogisch is. Dit bericht is zeker nieuwswaardig, maar erg lang en alle feiten staan door elkaar. Zonde!
#3 Vage onderwerpregel
Het begint met ervoor zorgen dat de journalist je persbericht opent. Vage onderwerpregels en lange koppen dragen daar niet aan bij. De titel en het onderwerp moet in ieder geval het nieuws beschrijven, prikkelen en to-the-point zijn.
#4 Onduidelijk taalgebruik
In lijn met de vaagheid van het onderwerpregel is het taalgebruik. Laat jargon daar waar het hoort; bij je vakgenoten. Een persbericht dat vol staat met vaktaal is voor een journalist en het gemiddelde leespubliek van een krant niet te begrijpen. Zorg dat je begrijpelijke taal gebruikt, vermijd afkortingen en leg begrippen eventueel uit.
#5 Contactgegevens ontbreken
Last but not least: contactgegevens. Het is een open deur, maar wel een die vaak vergeten wordt. Laat in de ‘noot aan de redactie’ je contactgegevens achter. Ook is dit een goede plek om eventuele linkjes naar bronnen, onderzoeken of aanvullende informatie toe te voegen. Een journalist moet je wel kunnen bereiken met eventuele aanvullende of verdiepende vragen en dat gaat niet zonder gegevens van de afzender.
Ok, en hoe dan wel?
Bovenstaande voorbeelden laten zien hoe het niet moet. Maar waar moet een goed persbericht dan wel aan voldoen? Daar hebben we de Persbericht Checklist voor opgesteld. Zo kun je stap voor stap checken of alles erin zit én we hebben er een overzichtelijk template bij gedaan. Vanaf nu is er geen reden meer om bovenstaande fouten in je persbericht te maken. Je kunt ‘m hier gratis downloaden of klik op de button naast het blog! Succes :)
Wat is purpose marketing?
In essentie betekent het dat wanneer bedrijven aan purpose marketing doen, het meer gaat dan om winst alleen. Het gaat om een hoger doel: van betekenis zijn voor de wereld. De positieve impact op mensen en de wereld waarin ze leven gaat verder dan MVO en CSR. En om dat te kunnen doen, moet je wel je purpose weten. Hoe vind je jouw purpose als bedrijf?
It starts with why
Volgens de veelgeciteerde Simon Sinek met zijn Golden Circle begint alles met de ‘waarom-vraag’. Dit marketingmodel brengt eenvoudig in kaart met wat, hoe en waarom een bepaalde organisatie of product zich onderscheidt van anderen. Sinek toont met het model aan dat de ‘waarom’ het belangrijkste element is in communicatie. Een ‘purpose’ staat gelijk aan het ‘waarom’ van je bestaan. Klinkt logisch toch? Als je weet waarom je als bedrijf op aarde bent, dan is het een kwestie van doorvertalen. Hoe ga je dat doel behalen en wat is je voetafdruk, jouw product of dienst?
Er zijn drie niveaus waarop je als bedrijf jouw purpose na kunt streven:
Purpose washing
Er is in essentie helemaal niks mis met het hebben van een purpose en deze vermarkten. Als je iets goeds doet, mag je dat gerust vertellen voor jouw voordeel. Veel hangt echter af van het niveau waarop een purpose wordt beleefd in een organisatie. Is het slechts een verhaal, of een way of doing? Naar mijn mening zijn er drie soorten bedrijven.
Als je als bedrijf een purpose moet gaan zoeken om te vermarkten gaat het mis. We moeten stoppen met een purpose als een marketingstrategie te zien. Een purpose is geen ‘trucje’ of een label dat je kunt opplakken, omdat het goed verkoopt. Wanneer het er niet in zit, kun je het niet zomaar creëren. En doen we dat wél (zo creatief als wij marketeers kunnen zijn) dan krijg je merken die hun maatschappelijke belofte uiteindelijk niet nakomen. Een kloof tussen wat merken in creatieve campagnes verkondigen en in de dagelijkse praktijk doen. Het grote probleem daarvan? Ondanks toenemende transparantie en social media is deze kloof voor veel consumenten vrijwel onmogelijk te ontdekken. Het is het merk-equivalent van fake news met een dalend vertrouwen in alle vormen van marketing als gevolg.
Vervuilde term
Ik las een interview met Kees Klomp (marketingadviseur en bekend als de aanjager van de betekeniseconomie) en hij stelde: purpose verkoopt zichzelf. Ik ben het daarmee eens. De term purpose marketing lijkt nu vervuild te zijn. Laten we niet vergeten wat het eigenlijk betekent. Merkreputatie is beheersbaar, maar niet maakbaar. Want reputatie is altijd gekoppeld aan gedrag. Wanneer een organisatie een purpose heeft vanuit een business gedreven beweging, dan zie je dat in haar acties. Betekenisvol ondernemen is zichtbaar in wat je doet en oplevert. Dan ben je niet meer bezig met purpose marketing, maar met marketing van bedrijven met een purpose. Zoals het eigenlijk zou moeten zijn.
Hoe dan wél
Hoe kun je jouw purpose goed uitdagen:
Stop met purpose marketing als er in je bedrijf nergens een greintje purpose te vinden valt. Wil je mooiere verhalen van en over jouw merk? Ga dan mooiere dingen dóen.
Wil jij weten wat er over jouw organisatie gezegd wordt en je reputatie verbeteren? Met Coosto Listen optimaliseer je het effect van je communicatie.
Succesvolle posts
Over het algemeen wordt geadviseerd om vooral goed presterende content te herhalen. De gedachte daarachter is helder: wie succes wil hebben, doet precies wat de vorige keer succes opleverde. De kracht van herhaling, toch? In de praktijk werkt dat in veel gevallen inderdaad zo, al zwakt het effect na iedere herhaling wat af. Content die al eens is geplaatst wordt namelijk lager gewaardeerd door de meeste social media algoritmes. Te vaak herhalen kan bovendien leiden tot irritatie bij je publiek (zie ook ‘Hoe vaak kun je social media posts hergebruiken?’).
Het is daarom zeker niet verstandig om elke succesvolle post zomaar te herhalen. Bekijk nauwkeurig welke content jou uiteindelijk het meeste resultaat oplevert. En bedenk: resultaat is relatief. Een modemerk met 1 miljoen volgers zal hogere eisen hebben aan wat 'goed presterende posts' zijn dan een staalbedrijf met 1000 volgers. Probeer de posts die relatief goed presteren gerust nog eens te plaatsen, maar wees kieskeurig en laat je niet verleiden door de gedachte ‘iedere klik is er één’. Overmatig posten ligt dan op de loer.
Een voorbeeld. Eén van onze meest succesvolle Facebookposts verwijst naar een blog dat advies geeft over de beste tijden om te posten op social media.
Meteen één van mijn favoriete websites: Bensound. De lay-out van de website is overzichtelijk en Bensound maakt onderscheid tussen verschillende muziekcategorieën: van cinematic tot corporate en van jazz tot rock. De kans is dus groot dat er iets tussen zit dat past bij de boodschap van je video. Alle muziek is rechtenvrij te gebruiken, maar vermeld wel even de bron.
Toegegeven: het design van Incompetech is niet om over naar huis te schrijven. Neem je de moeite om daar doorheen te kijken, dan blijkt deze website wel degelijk een walhalla van rechtenvrije muziek. Zoek op genre, gevoel, tempo of lengte en download de muziek direct. Ook hier belangrijk: vergeet niet de bron te vermelden!
Neem even de tijd als je de website van CC Mixter bezoekt, want er is veel te vinden. Héél veel. Bij CC Mixter kunnen muzikanten en zangers samples en acapella’s uploaden, waar producers en dj’s vervolgens een remix van kunnen maken. Je kunt op de website daardoor veel verschillende soorten muziek terugvinden. De website is helaas in bèta, waardoor er een aantal functionaliteiten nog lijken te ontbreken, zoals het zoeken naar categorieën. Per nummer staat vermeld welke bronvermelding je moet hanteren.
Nog zo’n pareltje van een website: Purple Planet Music. Ook hier wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën, en ben je verplicht om de juiste bronvermelding te gebruiken. Heb je iets meer budget? Dan kan het de moeite waard zijn om een licentie af te nemen bij Purple Planet. Je hebt dan meer keuze in muziek én je mag de muziek gebruiken voor uitzendingen op tv en radio.
Audionautix is een website vol rechtenvrije muziek, geproduceerd door Jason Shaw. Hij maakt op zijn website onderscheid tussen verschillende genres, stemmingen en tempowisselingen en deelt zijn producties met de hele wereld. Alle muziek is rechtstreeks te downloaden. Ook bij Audionautix geldt: vermeld te allen tijden de bron als je besluit muziek te gebruiken van Shaw.
Go Soundtrack: de enige website in deze lijst waarbij registratie nodig is. Kost een minuutje van je tijd, maar is volledig kosteloos én opent deuren tot een wereld vol rechtenvrije muziek. Ook hier vind je verschillende categorieën, en elk nummer is te downloaden in wav/aiff bestanden. Zo weet je zeker dat je hoge kwaliteit in handen hebt.
Last but not least: de Youtube Audio Library. Een uitgebreide bibliotheek met allerlei rechtenvrije muziek die je vrij kunt downloaden en verwerken in je video. Oók als je de video niet op Youtube wilt uploaden. Bij sommige nummers ben je verplicht om de bron te vermelden, andere zijn helemaal vrij te gebruiken. Je vindt de Audio Library in de Creator Studio op Youtube.
Nog niet genoeg inspiratie opgedaan? Of zoek je misschien dé perfecte foto om te gebruiken als thumbnail, maar heb je geen (groot) budget voor eigen fotografie of sfeervolle stockfoto’s? Check dan deze 11 gratis stockfoto websites voor de beste social media afbeeldingen.
Eerst moeten we de basis op orde stellen. Waar in de organisatie beleg je het (nieuwe) webcareteam? Welke functies passen daarbij en welke doelstellingen gelden voor dit team?
In meer dan 90% van de gevallen starten organisaties met webcare vanuit het oogpunt van klantenservice. Logisch, want daar zit absoluut de kracht van webcare. Het doel? Klachten en vragen oplossen, complimenten oppakken en hierdoor de klanttevredenheid verhogen. Er starten ook veel organisaties met webcare vanuit het oogpunt van public relations. Door middel van webcare hopen zij hun merkreputatie te verbeteren en te beschermen. Als dat laatste je doel is, heb je zeker een nauwe samenwerking met communicatieadviseurs.
Webcare wordt vaak ondergebracht bij de customer service afdeling of het klantcontactcentrum. Naast deze afdeling zie je dat communicatie ook vrijwel altijd betrokken is bij het uitvoeren van webcare. Volgens het onderzoek van Upstream en HAN Hogescholen, ‘Stand van Webcare 2018’, zorgt dit soort samenwerkingen ervoor dat deze afdelingen steeds dichter naar elkaar toe groeien. Bedenk bij het inbedden van webcare in je organisatie dat deze disciplines met elkaar zullen afstemmen en dat dit mogelijk gemaakt moet worden. Ook betekent dit keuzes maken in wie wat doet en afbakening in taken.
Via welke kanalen je klantenservice moet aanbieden, is voornamelijk afhankelijk van het mediagebruik en de wensen van je klant en je eigen gekozen strategie. Het is misschien een cliché, maar webcare begint met luisteren en analyseren. Waar is jouw doelgroep actief? Via welke social media ontvang je vragen en klachten? Laten jouw klanten reviews achter over je producten of merk?
We zien een groei in gebruik van Facebook Messenger en Whatsapp als het gaat om vragen van klanten. Steeds meer consumenten gebruiken deze privékanalen om contact op te nemen met een bedrijf. Kijk waar jouw klanten zich bevinden en ga het gesprek met ze aan!
Overal actief zijn is echter niet altijd de juiste keuze. In de praktijk is het wel zo dat klantenservice altijd via belangrijke communicatie- en marketingkanalen moet worden ingezet. Stem daarom goed af met de marketing- en communicatieafdeling. Vraag jezelf goed af of het kanaal naar keuze bij jouw organisatie past.
Na het maken van deze drie keuzes heb jij de basis op orde en kun je verder bouwen aan een goede online klantenservice.
Wil je meer weten over de vormen en toepassingen van webcare? Lees hier waar je allemaal aan kunt denken.
Jarenlang vormden technische mogelijkheden de enige limiet om rekening mee te houden in het verbeteren van service. Webcare moest en zou steeds persoonlijker worden, steeds meer afgestemd op de wens en persoonlijkheid van de klant. Hoe meer je wist over een klant, hoe beter je hem kon helpen.
Die trend gaat echter gelijk op met een snel groeiende behoefte aan privacy. Mensen zijn in toenemende mate huiverig om meer persoonlijke gegevens af te staan dan hoogst noodzakelijk. Inmiddels is de algemene consensus dat we graag gepersonaliseerd worden geholpen, maar dat we daarvoor niet te veel data willen prijsgeven.
De komende jaren is het dus zaak om de balans te houden tussen personalisatie en privacy. De uitdaging daarbij: webcare zo persoonlijk mogelijk maken, zonder daarbij extra gegevens van je klant te vragen. Het kan wel degelijk, met behulp van deze 3 tips:
Hoe meer je weet van vorige gesprekken met je klant, hoe nauwkeuriger je hem kunt helpen. Zie je dat hij al eerder geklaagd over hetzelfde probleem? Zeg meteen dat het je spijt dat het nog steeds niet is opgelost. Heeft een klant in een eerder gesprek aangegeven welke wensen hij heeft bij de aanschaf van een product? Gebruik deze kennis om hem een gepersonaliseerd aanbod te doen.
Als je webcare uitvoert via social media platformen zelf, is dit een kansloze missie. Ieder bericht komt daar namelijk binnen als een compleet nieuw gesprek. Het is dan onmogelijk om erachter te komen of je eerder contact hebt gehad met je klant. Zorg daarom dat je een webcaretool gebruikt die de gehele gesprekshistorie voor je bundelt en overzichtelijk weergeeft, zodat je er gemakkelijk op kunt inhaken.
Voorbeeld van Coosto Engage, waarin gespreksgeschiedenis standaard wordt getoond.
De echt interessante inzichten ontstaan als je jouw webcare-gesprekken opslaat in een CRM-systeem (Customer Relationship Management). Dan kun je klantdata namelijk combineren en er interessante inzichten uit halen. Er ontstaat een zogenaamd 360-graden klantbeeld. Je weet welke producten een klant heeft aangeschaft, waarover hij contact met je heeft opgenomen en welke mails hij heeft ontvangen of geopend. Je begrijpt zo beter hoe tevreden een klant is en waar hij mee bezig is of mee worstelt. Dat betekent logischerwijs dat je hem ook beter en gerichter kunt helpen.
Bron: Stand van webcare 2018
Op dit moment slaat een derde van de organisaties webcare-gesprekken op in een CRM-systeem. Slechts 8% laat dit automatisch en real-time invoeren. Vanzelfsprekend is dit dus een manier om je met klantenservice in de komende jaren te onderscheiden.
Informatie is het meest waardevolle dat je van je klant in gebruik hebt. De rechten van die gegevens blijven echter bij de klant liggen, dus het is belangrijk om er respectvol en verantwoord mee om te gaan. Met de intrede van de privacywet AVG werd dat belang ook juridisch onderstreept. Verantwoord omgaan met data betekent onder andere dat je data ordent en beveiligt. Een consument heeft bovendien het recht om zijn persoonsgegevens in te zien en om vergeten te worden. Het willekeurig laten rondslingeren via webcare op social media platformen hoort daar niet bij. Er zijn webcaretools zoals Coosto Engage, die klantinformatie voor je organiseren, en die het verwijderen van klantinformatie faciliteren. Hierdoor kun je voldoen aan de eisen van de wetgeving én de verwachtingen van de consument die veel waarde hecht aan privacy.
Kortom: het combineren van (beperkte) data helpt je om patronen zien, zodat je met respect voor privacy toch gepersonaliseerde service kunt bieden. Je hoeft daarvoor niet per se méér gegevens te vragen; het draait om het beter gebruiken van de data die je toch al krijgt als mensen contact met je opnemen.
Bron: Stand van webcare 2018
34% van de organisaties hanteert deze aanpak al, maar alles wijst erop dat deze trend steeds belangrijker wordt in de komende jaren. Zet hier dus zelf ook op in, om te voorkomen dat je service biedt die achterloopt op de steeds hoger wordende verwachtingen van de consument.
1. Look for trouble
Het beginpunt van alle verhalen is een moment van verstoring. Dat klinkt negatief, maar in een film of boek gebeurt er altijd iets waardoor het leven van de hoofdpersoon uit balans raakt. Dit wekt nieuwsgierigheid op bij het publiek. Wat gaat er nu gebeuren? De hoofdpersoon uit jouw verhaal moet gaan strijden om het evenwicht weer te herstellen. Een verhaal over iemand die heel hard heeft moeten werken om succesvol te zijn, en zich door allerlei obstakels heen heeft moeten vechten, geeft meer inspiratie dan het verhaal van de rijke jongen die het bedrijf van z’n vader kon overnemen. Die strijdlust vormt de kern van alle boeiende verhalen. Daarom vermijden goede verhalenvertellers de negatieve kant van het leven niet; ze pluizen hem uit. De verandering van probleem naar een oplossing is juist uitdagend om te vertellen.
Hoe je dat vertaalt naar je eigen content:
Ga bij jouw organisatie, product of dienst na voor welk probleem je een oplossing biedt. Maak je tandpasta? Bedenk dat jouw product nare tandartsbezoekjes en schaamte voor een lelijke glimlach voorkomt. Dit proces geeft je genoeg haakjes om verhalen over te schrijven of succesverhalen te delen.
2. Geef de ‘overdog’ geen podium
We hebben een zwak voor de ‘underdog’. Zelfs de meest machtige, rijkste, invloedrijkste mensen vrezen, diep van binnen, dat alles wat ze hebben bereikt, van hen kan worden afgenomen op een moment van pech. Om emotie, in welke vorm dan ook, los te krijgen bij je publiek, moet je doelgroep zich kunnen identificeren met de hoofdrolspeler. Niemand heeft empathie voor de ‘overdog’.
Hoe je dat vertaalt naar je eigen content:
Schrijf content die herkenbaar is. Je doelgroep, jouw publiek, moet zich kunnen herkennen in de situaties die je beschrijft of de informatie die je deelt. Dat betekent ook je kwetsbaarheden durven tonen. Niemand heeft alle kennis in pacht. In deze tijd van sociale media is het belang van (opr)echte content en human to human communicatie zo belangrijk. Stel vooral vragen en sta open voor suggesties van je publiek. Durf te twijfelen, je uitdagingen aan te gaan. Dat maakt je als merk eerlijk en waardevol.
3. Geef jezelf niet teveel credit
Vrijwel zonder uitzondering zijn uitspraken over jezelf zelfingenomen. Zelfs wanneer iemand zichzelf openlijk bekritiseert, is er vaak een ondertoon van lichte arrogantie: "Ben ik niet een heerlijk zelfbewust, eerlijk en dapper persoon om mijn tekortkomingen te zien en te uiten?" Nee. De grens tussen autobiografie en opscheppen is dun. Probeer daarom, wanneer je in bedrijfssituaties over je carrièrepad of leven praat, je verhaal te vertellen vanuit het standpunt van iemand anders. Wanneer je bijvoorbeeld over je studententijd praat, vertel dan eens hoe een inspirerende docent je ogen opende of jouw iets waardevols leerde. Maak van de docent een ster en van jezelf een gelukkige toeschouwer.
Hoe dat vertaalt naar je eigen content:
Wees bescheiden en geef ook anderen eens het podium in jouw verhaal. Deel bijvoorbeeld content van anderen die jou inspireren. Sla jezelf niet op de borst, maar geef de complimenten aan een klant die succes met jouw product of dienst behaalt. Wees niet alleen maar kritisch op wat je concurrenten doen, maar zeg ook wanneer ze iets goed doen. Het maakt je wederom eerlijk en geloofwaardiger als merk.
4. Vraag jezelf: wat wil je dat jouw publiek gaat doen?
Een verhaal begint vaak met de vraag: wat wil ik bereiken bij mijn lezer of publiek? Wil ik overtuigen, informeren, aansporen, entertainen? Dat bepaalt alles voor het type verhaal dat je gaat schrijven. Begin eens met hoe je jouw doelgroep wilt activeren. Als je dat weet, bepaal je welk type verhaal daarbij past.
Hoe vertaal je dat naar je eigen content:
Wat wil je bereiken met jouw content? Wat moet jouw doelgroep doen? Waar in de funnel bevindt je doelgroep zich en wat is er op dat moment nodig? Je gaat niet na of tijdens het schrijven bedenken hoe het verhaal jouw publiek activeert, maar bepaalt van tevoren welk verhaal er nodig zou zijn om jouw publiek te overtuigen. Een mooie manier om eens andersom te denken. Als je zo denkt, maak je krachtigere content.
Filmscenario’s als inspiratie voor krachtige content. Het kan je input geven voor spannende content, content die emotioneel raakt, authentiek is en je bewust maakt van je publiek.
Wil je meer lezen over de kracht van storytelling? Deze artikelen gaven ons inspiratie voor dit blog:
Hendriks, T. (2015) Verhalen: fantastisch gereedschap. Communicatie Nu #2. Amsterdam: Adfo Groep BV
Jansen, J. & Ramakers, S. (2015) De Story Flow Methode. Communicatie Nu #2. Amsterdam: Adfo Groep BV
Applaus fascineert me. Een bijzondere, communicatieve uiting die teruggaat tot in ieder geval het Romaanse rijk. Een emotionele vorm van communicatie die, zoals we weten, veel verder gaat dan woorden. Juist het non-verbale maakt het mooi, moeilijk te vangen en genuanceerd. Hoe je op verschillende manieren kunt klappen en daarmee subtiel een andere betekenis kan geven. In mijn beleving is dat subtiele en diepgaande er een beetje af in ons dagelijks leven op social media. Of vergis ik me?
Likepods vs. klapvee
Zogenaamde likepods vormen een bijzonder fenomeen op – met name - Instagram. Social posts die snel veel likes verdienen, worden door het algoritme vaker vertoond en ontvangen hierdoor weer meer likes. Om dat te beïnvloeden zijn veel influencers likepods gestart. Het idee? Een groep die met elkaar afspreekt elke nieuwe post van een lid van die groep te liken of van een comment te voorzien, om zo het algoritme voor de gek te houden en posts vaker te laten vertonen. Een dubieuze praktijk, die door Instagram ook zoveel mogelijk uitgebannen wordt. Zo oppervlakkig was het vroeger niet, toch?
Maar dan lees ik ineens iets over theater in de achttiende en negentiende eeuw. Toen was applaudisseren een heus vak. Je kon ingehuurd worden om het applaus te verzorgen bij theatervoorstellingen of politieke bijeenkomsten. Je hoefde de inhoud niet eens daadwerkelijk te waarderen, als je maar braaf de handen op elkaar kreeg. Zo’n groep mensen die voor een basistarief applaus kwam afleveren, werd klapvee genoemd, een term die nu ook nog weleens voorbij komt. Waardering ‘kopen’ is dus een fenomeen dat veel ouder is dan je misschien zou denken.
Internettrollen vs. Boe-roepers
Online hechten we veel waarde aan de mening van anderen. Met sterren en cijfers laten we weten wat we van ons Airbnb-appartementje of onze Uber-chauffeur vonden. Een lage rating zorgt voor minder vertrouwen en in het vervolg minder klanten. Dat speelt kwaadwillende in de kaart. Zij kunnen dit gegeven namelijk gebruiken om anderen zwart te maken, door bewust slechte recensies achter te laten of negatieve reacties te plaatsen. Deze internettrollen zijn moeilijk aan te pakken en hebben een enorme impact; ze kunnen naar verluidt zelfs verkiezingen beïnvloeden. Gelukkig was vroeger alles beter, toch?
Dat blijkt ook een illusie. Want dat klapvee van zojuist? Die mensen kon je kennelijk ook inhuren om het omgekeerde te doen. Als je voldoende geld op tafel legde, kreeg je de garantie dat de oppositie uitgejoeld werd of dat er negatieve zaken werden geroepen over een concurrerende theatervoorstelling.
Likes lokken likes uit vs. sociale klappers
Wist je dat een social media post zonder likes veel moeilijker van de 0 afkomt, dan dat hij van bijvoorbeeld 3 naar 4 gaat? Als een post eenmaal likes ontvangt, is het hek van de dam en kan de teller snel oplopen. Hoe dat komt? Likes blijken een sociaal fenomeen te zijn. Als je ziet dat een connectie van je een post van commentaar voorziet of een like toewijst, ben je veel eerder geneigd hetzelfde te doen. Het is in die zin veel ‘enger’ om de eerste te zijn die een like uitdeelt aan een post. Klinkt dit niet herkenbaar? Vergelijk het dan eens met onderstaand sociaal experiment. Wedden dat jij er ook zou intuinen?
Is dat met good-old applaus heel anders? Think again. Ook applaus is een sociale aangelegenheid. Wanneer iemand begint met klappen, klapt de rest van het publiek gewoon mee. Dat heeft met conformiteit te maken, een haast automatische drang om gedrag van anderen te kopiëren. Heel lang geleden was dat instinct een goede manier om je overlevingskans te vergroten. Nu is het vooral een bijzonder overblijfsel van oude tijden, dat door marketeers en communicatieprofessionals nog dagelijks dankbaar wordt gebruikt.
Viral content vs. staande ovatie
Viral content is misschien wel de droom van een content marketeer. Jouw content die zó goed wordt ontvangen dat mensen hem massaal delen en hij de wereld over gaat; het lijkt de ultieme uiting van waardering. Maar van de andere kant… een post delen is in feite ook maar één druk op een simpele knop. Een bekende meme luidt dat achter iedere ‘hahahaha’ een neutraal kijkende internetgebruiker schuilgaat aan de andere kant van het scherm. Wordt de mate van daadwerkelijke waardering niet vaak overschat?
Voor een laatste keer gebruiken we deze blik op de offline wereld. Ben je ooit naar een theatervoorstelling geweest die níet met een staande ovatie werd afgesloten? En zelfs als dat zo is, vergelijk alle staande ovaties eens met elkaar. Waren al die voorstellingen nu echt even goed? Een staande ovatie zou de ultieme blijk van waardering moeten zijn, maar is in de praktijk aan inflatie onderhevig. We gebruiken een staande ovatie in het theater te pas en te onpas, en niet zelden is het meer een blijk van beleefdheid of conformiteit dan waardering.
Zelfs het subtiele, genuanceerde van applaus (in frequentie of volume bijvoorbeeld) kent een moderne variant. We deden met de social media monitoring tool Coosto Listen namelijk onderzoek naar emoji-gebruik in Nederland en Vlaanderen, en daarin kwamen we veel meer subtiele betekenissen tegen dan je misschien zou verwachten van de bekende gele poppetjes.
Behoefte aan waardering is van alle tijden
Dit soort vergelijkingen helpen als je cynisch dreigt te worden door een ‘steeds oppervlakkiger social media landschap’. Want het blijkt niet uit te maken of we emoji gebruiken, sterren, likes, shares of het ‘ouderwetse applaus’. Of het online of offline is. De behoefte aan waardering is van alle tijden. Waardering streelt niet alleen ons ego, maar is ook broodnodig om inkomsten te blijven behouden als je beroep lijkt op dat van een theatermaker, Instagram-influencer of content marketeer. De manieren waarop we die waardering uiten en manipuleren lijkt door de jaren heen niet eens zo sterk veranderd te zijn ?...
De meest gedeelde content is content die voldoening geeft na het lezen ervan. De lezer (of kijker/luisteraar) moet zich nét iets slimmer of vrolijker voelen dan hij was voordat hij jouw content tot zich nam. Zo’n gevoel van voldoening is gemakkelijk te creëren: bied gewoon een antwoord of oplossing voor een bestaande vraag, die relevant is voor je publiek. Hoe maak ik appelflappen? Hoe ontstond de bankencrisis exact? Waarom zijn bananen krom? Wat is de beste tijd om te posten op social media? Door dit soort vragen niet alleen te stellen, maar ook te beantwoorden, ontstaat er een prettig gevoel bij je lezer: ‘Mooi, weet ik dat ook weer’.
Hoe komt het nu dat dit soort content met oplossingen en antwoorden beter gedeeld wordt? Dat zit zo. Je lezer krijgt niet alleen zelf voldoening bij het lezen van het stuk, maar ontvangt ook een soort beloning als hij jouw content besluit te delen. Hij bezorgt zijn volgers dan immers de oplossing én dat fijne gevoel van voldoening, wat bijdraagt aan zijn sociale waardering.
Of het nu om een webpagina, nieuwsartikel of video gaat: het design van content kan een stuk maken of breken. Dat begint al bij het moment waarop een bezoeker onbewust bepaalt of hij doorleest of afhaakt. Omdat een afhakende bezoeker niets kan delen, is design een belangrijke factor in de deelbaarheid van je content.
Daarnaast kan goed design helpen een wow-factor te creëren. Content wordt dan voornamelijk vanwege het design verder verspreid op social media. De special van NOS over depressie is een goed voorbeeld. Deze pagina werd een jaar geleden gepubliceerd, maar levert nog steeds shares op social media op.
In tijden van bubbels en cognitieve dissonantie zou je het niet verwachten, maar content die niet strookt met bestaande denkpatronen, wordt vaker gedeeld. Een klein testje. Ga eens na welk artikel je eerder zou willen lezen:
A. Begin je strategie met een duidelijk doel
B. Houd rekening met je doelgroep in jouw communicatie
C. Waarom contentmarketing onzin is
Ik ga hem nu voor je invullen, maar ik vermoed dat je op titel C zou klikken. Terwijl je nota bene in het vak van contentmarketing zit. De eerste twee titels zijn namelijk open deuren, waar de derde echt stopping power heeft. Je bent het hoogstwaarschijnlijk oneens met de auteur, maar kan het toch niet laten om even een kijkje te nemen. Je leest het stuk hoofdschuddend, raakt gefrustreerd en besluit het te delen op je social media met kritische kanttekeningen. Maar... je déélt het wel.
Misschien is bovenstaande niet de manier waarop je wilt dat jouw content gedeeld wordt. Toch kun je het concept in afgezwakte vorm prima gebruiken om op een positieve manier veel shares te krijgen. Neem een belangrijk of populair thema en bekijk het eens van een andere, minder belichte kant. Maak bijvoorbeeld een verrassende vergelijking (Hoe je betere content maakt door te kijken naar Netflix) of neem een controversieel standpunt in (Waarom marketeers schuldig zijn aan influencerfraude). Je gaat merken dat dit soort content vaker aangeklikt en gedeeld gaat worden.
Informatieve en praktische content heeft een positief effect op de deelbaarheid, zagen we bij punt 1. Maar je kunt het ook over de tegenovergestelde boeg gooien, en juist emotionele content publiceren. Emoties en gevoelens willen we namelijk van nature delen, positief en negatief. Dat is waarom je van vrienden en contacten bij uitstek emotionele content op social media aangeraden krijgt; “Wat een aangrijpend stuk, dit moet je echt even lezen”, of “Haha, check dit filmpje” zal je bekend in de oren klinken.
Daar kun je gebruik van maken in je content. Het maakt niet uit of het nu een aangrijpend filmpje, een humoristische column of een verdrietig verhaal is. Als je een emotie losmaakt bij je lezer, zal hij veel eerder geneigd zijn om je content te delen.
Het laatste punt is nogal wiedes, maar wordt toch weleens vergeten: als je wilt dat je content gedeeld wordt, vraag het gewoon. Soms kan het heel simpel zijn, zoals de veelbesproken ‘World Record Egg’, die op Instagram een wereldrecord aan likes behaalde door simpelweg te vragen een post te liken.
De bijeenkomst bestond uit leden van Platform Content, juryleden van Grand Prix Content Marketing en introducés uit het contentmarketingvak. Voor mij was het de eerste keer dat ik aansloot bij één van deze (netwerk)bijeenkomsten. De groep was kleiner dan ik verwachtte, maar dat maakte de setting juist persoonlijker. Genoeg mogelijkheden in ieder geval om kennis te delen. Soms heb je zo’n moment van, wauw, wat heb ik toch een gaaf beroep. En dat moment had ik vorige week toen ik mocht luisteren naar het werk, de resultaten en creativiteit van mijn content-vakgenoten. Gaaf dat ik hierover mag schrijven. In dit blogje deel ik de inspiratielessen van Award Winnende Contentcampagnes.
PHILIPS LIGHTING SMART CITIES door Engagement Factory – award B2B
Als Eindhovenaar vind ik het natuurlijk altijd mooi om iets te horen over een Eindhovens merk. In het kort: Het Philips Lighting Global Team is wereldwijd verantwoordelijk voor verlichtingssystemen en -diensten voor de zakelijke markt. Het doel van de campagne was om ‘Lighting’ te positioneren als thought leader op het gebied van Internet of Things. Aan de voorkant heeft Engagement Factory duidelijke keuzes gemaakt voor hun marketingstrategie. Dit konden ze doen doordat ze de doelgroep scherp voor ogen hadden. De e-mailcampagne is stapsgewijs uitgerold en sloot perfect aan bij wat de doelgroep wilde en nodig had. Een textbook voorbeeld van hoe je je doelen bijstelt en resultaten behaald en met behulp van data.
VERMOGENS IN NEDERLAND ABN AMRO MEESPIERSON door LVB - award B2C
De marketingafdeling van ABN AMRO MeesPierson wilde een keer ‘iets anders’. En zo kwamen ze met een open vraag bij LVB. De doelgroep? Vermogende mensen in Nederland. Een vraagstuk zonder kaders. Wat lijkt me dat een creatief, heerlijk proces. LVB koos deze keer niet voor de traditionele routing in de opzet van de campagne met als resultaat een reclame-uiting, maar om ‘premium’ content via zo veel mogelijk kanalen te verspreiden. In dit geval de keuze voor kwalitatieve content in plaats van vluchtige content. Dit resulteerde in een documentaire die uitgezonden werd op RTL-Z. Knap gedaan, want juist de bankenwereld is vaak rationeel en wat stellig: “cijfers maken iets overtuigend”. Wat ik mooi vind, is dat deze campagne ‘schone’ content opleverde, terwijl het merk toch sterk naar voren kwam. Er waren geen bankexperts in het verhaal en merken worden natuurlijk altijd verstopt in primetime content op een Nederlandse zender. Hoe het merk dan wel naar voren kwam? Slimme sponsoring en sterk grafisch design.
HERSENONDERZOEK.NL / ALZHEIMERCENTRUM AMSTERDAM door Yune – award Not for profit
Voor het Alzheimercentrum Amsterdam ontwierp Yune een campagne om mensen deel te laten nemen aan hersenonderzoek. De opdracht: werf in een jaar 10.000 deelnemers met een social only campagne. Dementie is doodsoorzaak nr. 1 in Nederland en er is veel onderzoek nodig om hersenziektes zoals Alzheimer te verhelpen. Geen luchtig thema dus. Hoe ze dat aangepakt hebben? F*CK big ideas. Juist veel kleine ideeën leidden ertoe dat ze hun doel hebben gehaald. Jazeker, alle 10.000. Elk klein idee werd aangevlogen als campagne, in drie lagen:
De belangrijkste lering uit deze campagne? Overschat je doelgroep niet. We denken heel vaak dat onze doelgroep al zo veel weet, zich erg bewust is van ons product of kennis heeft van een bepaald onderwerp. We hoeven niet alles complex te brengen. Ook niet als het gaat om zwaardere, serieuze onderwerpen. Het mag ook wel simpel en luchtig zijn.
BEERWULF – BREWERY OF THE MONTH door Fresh Bridge
Beerwulf.com is een online retailer met een breed bieraanbod. Fresh Bridge zag achter ieder biertje en iedere brouwer een verhaal. Om deze verhalen te vertellen startten zij voor Beerwulf de campagne ‘Brewery of the Month’. De campagne was gericht op awareness, engagement en conversie in de vijf landen waar Beerwulf opereert. Echte verhalen en filmpjes – de mens achter het biertje en de brouwerij. Waar ik bewondering voor heb, is dat de campagne in verschillende landen is uitgezet. Wat een gigantische operatie moet dat geweest zijn en qua content een grote uitdaging, want elk land heeft zo zijn eigen communicatie-gebruiken. De campagne is zo groot en compleet dat het bijna een positionering op zichzelf is. Ook mooi: zelfs in webcare werden de échte mensen gebruikt: gifjes als emoji met een reactie en emotie van de brouwers. Dat maakt het verhaal rond, en mij vanuit communicatie-oogpunt, erg blij.
Van A naar B naar resultaat
We sloten de presentatiemiddag af met de laatste tips. Hoe schrijf je nou een awardwinnende case? LVB Content Marketing heeft al een mooi vitrinekastje met awards binnengesleept, en wilde best een tipje van de sluier oplichten over hoe ze dat voor elkaar boksen. Daarbij werd al gauw duidelijk dat het aankomt op het nauwkeurig volgen van enkele basisprincipes van marketing en communicatie. In het kort: Ga van A naar B naar resultaat. Het resultaat van je campagne telt. Zorg voor een heldere strategie. Wees concreet (iets met SMART doelen enzo). Maak het verhaal rond. Alles wat je schrijft, dus ook een award casus, heeft een kop en een staart. Alle losse onderdelen moeten samen lezen als één verhaal. Besteed er tijd aan. Onthoud, alles wat je aandacht geeft groeit. Zoek iemand die mooi kan schrijven (want zelfs voor content marketeers is dat soms een kunst) en wees niet té gedetailleerd. Wat ook gewoon een wijze les is in het leven. We willen soms over-communiceren. Niet alles hoeft gedeeld te worden.
Wat de geheimen zijn? Zorg voor een weldoordachte strategie. En van alles wat ik gehoord heb, bestaat deze uit een flinke dosis creativiteit en jouw professionele mensenkennis, aangevuld met data. Vertrouw op je (social media) onderzoekstools. Deel oprechte verhalen en maak content die raakt.
Webcare is nu een vanzelfsprekendheid bij iedere organisatie die klanttevredenheid hoog in het vaandel heeft staan. De term webcare lijkt echter geen vaste betekenis te hebben en wordt te pas en te onpas gebruikt. Sommige mensen vinden elke reactie op online berichten al onder webcare vallen, anderen zweren bij de term, zodat ze ’het gevat reageren op social media comments’ een naam kunnen geven.
Maar deze definities zijn nogal technisch, terwijl webcare vooral draait om het doel; (potentiële) klanten online helpen om hun problemen, vragen, klachten of opmerkingen op te lossen. In de kern is dat webcare: online klantenservice. Omdat klanten zich online voor het overgrote deel via social media kanalen laten horen over merken, zou je in plaats van online klantenservice ook social media klantenservice kunnen zeggen.
Webcare is dus niets meer en niets minder dan online klantenservice. Waar mensen webcare zeggen bedoelen ze echter vaak iets anders. We leggen deze begrippen voor de duidelijkheid nog even uit.
Eén van de vakgebieden die zeer regelmatig wordt aangezien voor webcare. Maar het doel van community management is niet direct om klanten te helpen, maar volgers of publiek te betrekken, te vermaken of nieuw publiek te vinden. De handeling – reageren op social media posts of reacties – is hetzelfde, hoewel je als community manager vooral reageert op comments onder eigen posts.
Voorbeelden hiervan zijn er genoeg: