Om je daarbij te helpen sommen we 7 vast wel herkenbare dilemma’s in social media op, en benoemen we welke keuzes de meest succesvolle marketeers maken. Om maar meteen te beginnen met de eerste:
Op social media kan het heel verleidelijk zijn om volggedrag te vertonen: spot succesvolle social media posts van andere organisaties, kopieer hun recept en giet er een eigen merksausje overheen. Gemakkelijk, en het werkt ook nog eens.
Toch is dit niet de effectiefste weg naar een toonaangevende positie op social media. Want hoewel je met het slim volgen van anderen wel degelijk succes kunt boeken, zal dat succes altijd afgeroomd zijn. De rip-off wint het nooit van het origineel, en jij bent de eeuwige nummer 2.
Heb je ambities, dan kun je beter je eigen koers varen dan meeliften en genoegen nemen met 90% van de nummer 1. Een goede social media manager is de creatieve leider die het wiel heel bewust wél opnieuw uitvindt, en erachter komt dat een ander type velg of band veel meer resultaat oplevert voor zijn merk.
Al is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Social media veranderen sneller dan het weer in een gemiddelde Hollandse zomer, en hypes volgen elkaar in moordend tempo op.
Je bent daardoor automatisch geneigd om een wat afwachtende houding aan te nemen. ‘Even kijken welke hype beklijft, welke trend aanslaat, voordat ik er met mijn merk instap’. Het probleem met die instelling is dat je zo eigenlijk altijd te laat bent. Voordat een trend inderdaad beklijft, dient de volgende zich namelijk alweer aan, of is daar jouw concurrent die er met de buit vandoor gaat.
Vergelijk het met een surfer die wacht op de ideale golf, maar uiteindelijk de hele dag op zee dobbert zonder ook maar één keer op z’n board te staan. Goed social media management bestaat uit risico’s nemen, die potentiële golf gewoon pakken en beredeneerd hopen op het beste. Geen succes? Helaas, volgende keer beter.
Heel simpel: in goede bedoelingen kun je niet wonen. Af en toe horen we van marketeers na mislukte social media campagnes dat ze het tegenvallende resultaat betreuren, maar dat het idee gelukkig wél heel goed was. Maar was het dat wel, als het resultaat tegenviel?
Natuurlijk, het kan altijd gebeuren dat je hogere verwachtingen had van het succes van een campagne. Maar door de intentie krampachtig te beschermen, wijs je impliciet naar de ontvanger van de boodschap als schuldige van het tegenvallende resultaat. ‘De klant snapt de boodschap niet’, ‘de doelgroep stond er niet voor open’.
Terwijl het eigenlijk heel simpel is in communicatie: de ontvanger heeft altijd gelijk. Als hij de boodschap niet ziet, interpreteert of accepteert, dan had de afzender andere keuzes moeten maken. Dit wil niet zeggen dat elke campagne een daverend succes moet zijn, zolang je fouten accepteert en leert van je missers.
Resultaatgericht werken betekent overigens ook dat ideeën soms best een rafelrandje mogen hebben. Het ontbreekt de meeste social media managers niet aan creativiteit en goede ideeën, maar twijfel of passiviteit liggen vaak in de weg van snel en daadkrachtig handelen. Het gevolg? Ideeën zien veel te laat, of misschien wel nooit het daglicht. Wie focust op resultaat kan prima leven met een snel bedachte social media post, zolang de verspreiding en vorm wel de sweet spot raken.
Oef, dit is een lastige. Luisteren en zenden horen bij elkaar zoals Bassie en Adriaan, Yin en Yang, Coca en Cola. Ze zijn beide essentieel voor effectieve (marketing)communicatie via social media.
Gelukkig zal je dit dilemma in de praktijk zelden tegenkomen, omdat luisteren en zenden uitstekend samengaan (bekijk bijvoorbeeld eens de Coosto software, waarin luisteren, reageren, publiceren en analyseren samenkomen).
Maar áls je door tijdsgebrek moet kiezen, ga dan voor luisteren. Het mooie van luisteren – naar meningen, gespreksonderwerpen of taalgebruik - is namelijk dat het ook zijn functie heeft als je er niet direct naar handelt. Van luisteren naar je doelgroep, concurrent of markt word je hoe dan ook wijzer, en die kennis kun je later naar eigen inzicht gebruiken. Social media monitoring is geheel op deze gedachte gebaseerd.
Zenden zonder te luisteren is een heel ander verhaal. Het is als roepen in de woestijn, of schieten met hagel: je bent wel boodschappen aan het versturen, maar je hebt geen idee of mensen ervoor open staan, of jouw boodschappen aansluiten bij hun huidige leefwereld of informatiebehoefte.
Anders gezegd: luisteren zonder zenden is een optie, zenden zonder luisteren absoluut niet.
Al was het maar om het feit dat de kwaliteit van social media posts stukken hoger wordt, puur door het gegeven dat je plant. Als je voor je content nooit verder kijkt dan een dag, raak je verstrikt in je werk en kun je het gevoel ervaren dat je de grip en het overzicht verliest. Je bent haastig taak 1 aan het uitvoeren, zonder te weten wat taak 2 gaat worden. Door te plannen creëer je meer tijd, rust en ruimte voor jezelf om een idee uit te werken met de aandacht die het nodig heeft.
In Coosto kun je die gecreëerde content vervolgens direct inplannen voor je social media kanalen, zodat je er al helemaal geen omkijken meer naar hebt.
Dat wil niet zeggen dat je nooit meer ad hoc hoeft te schakelen. Sterker nog, inhakers zijn vaak vele malen effectiever als ze gebaseerd zijn op een onvoorspelbaar nieuwsfeit, wanneer je als social media manager dus onverwacht snel moet handelen.
Dit is een situatie die veel marketeers als dilemma ervaren, maar er niet een hoeft te zijn. Data-analyse is belangrijk, maar zelfs de data-fans van het eerste uur onderkennen het belang van intuïtie. Van mensen die de data op waarde kunnen schatten, “die begrijpen wat er onder de motorkap gebeurt”, in de woorden van marketingauteur Danny Oosterveer.
Ervan uitgaande dat het gebruik van intuïtie traditioneel behoorlijk goed ingebakken is bij de meeste marketeers, kiezen we hier als aanvulling juist voor analyseren.
Welke methode je ook kiest, het gaat er vooral om dat je bewust bezig bent met het verbeteren van je social media activiteit. Met leren wat wel en niet werkt, een vinger aan de pols van je statistieken houden en zo een volgende campagne of post optimaliseert.
Dat klinkt waarschijnlijk wat ingewikkelder dan het in de praktijk hoeft te zijn. Met de Report-functionaliteit van het Coosto-platform rapporteer en evalueer je automatisch de resultaten van je social media activiteiten over de volle breedte. Van Facebook tot LinkedIn, van reactiesnelheid tot earned media en aantal nieuwe volgers. Eenvoudig te delen via een real-time dashboard of PDF.
Deze vraag lijkt een invuloefening, maar wordt toch relevant op het moment dat je ineens te maken krijgt met negatieve reacties. Iemand schoffeert bijvoorbeeld je medewerkers, reageert met onredelijk taalgebruik op je post of gaat volledig off-topic. Wat doe je dan? Ga je reageren, met het risico dat de discussie oplaait, of houd je je gedeisd?
Hoewel reageren inderdaad risico’s met zich meebrengt, kun je volgens de meeste succesvolle marketingcommunicatieprofessionals maar beter reageren. Het is een illusie dat je daarmee boosheid weghaalt, maar negeren maakt mensen mogelijk zelfs nog bozer.
Alleen door te reageren laat je zien dat je iemand gehoord hebt, maar je kunt ook duidelijk je standpunt en grenzen aangeven, of onwaarheden rechtzetten. Zo voorkom je dat een wild verhaal de ronde gaat doen, enkel en alleen omdat jij het niet hebt durven corrigeren.
Er is één uitzondering: tijdens een crisis, als je echt overladen wordt met vragen of opmerkingen, zijn social media niet geschikt voor dialoog, en is het in het kader van eenduidigheid beter om één centraal kanaal te kiezen voor je communicatie, zo stelt crisiscommunicatie-expert Noud Bex.
In alle andere gevallen, mag het duidelijk zijn: sowieso reageren. Reageren heeft een positieve impact op de meeste algoritmes, het zorgt voor een hogere betrokkenheid met (potentiële) klanten en je trekt er nieuw publiek mee aan. Het kost je bovendien amper extra tijd, ook als je actief bent op meerdere platformen. In Coosto komen namelijk alle berichten van al je social media, messengers en livechat samen, zodat je er vanuit één omgeving op kunt reageren. Je kunt er zelfs zoekopdrachten aanmaken, zodat je ook kunt inhaken op berichten die niet direct aan jouw merk gericht zijn.
Pinterest heeft in Nederland zo’n 3,5 miljoen gebruikers, waarvan 89% aangeeft het platform te gebruiken voor aankoopbeslissingen. Pinterest is daardoor vooral populair binnen e-commerce, mede vanwege de mogelijkheid om pins direct te linken aan artikelen in webshops. Zo levert Pinterest een belangrijke en rechtstreekse bijdrage aan meer websiteverkeer, sales en omzet.
“We willen graag dat onze klanten meetbare resultaten boeken met social media, en Pinterest is daar een uitgelezen kanaal voor. We zijn daarom zeer tevreden dat we Pinterest aan ons product hebben kunnen toevoegen”, vertelt Paul van den Broek, productmanager bij Coosto.
“Bovendien zien we dat social media het meeste resultaat opleveren als merken het publiceren van content combineren met het luisteren naar hun doelgroep. We bieden die mogelijkheden al geruime tijd voor grote social media kanalen, maar zoeken ook altijd nieuwe kansen om dé totaaloplossing op het gebied van social media management te blijven. Met de toevoeging van Pinterest zetten we die ambitie kracht bij.”
Meer informatie: www.coosto.com/nl/pinterest
*Bron: https://www.marketingfacts.nl/berichten/social-media-in-nederland-2020
Coosto ontwikkelt en levert online en social media software die volledig gericht is op het managen van online gesprekken. Met behulp van Coosto kun je vragen via social media, messengers en livechat beantwoorden, jouw doelgroep bereiken met social media posts en je online communicatie verbeteren door het analyseren van online data over jouw organisatie of markt. Zo helpen we mensen aan organisaties te verbinden.
Laten we allereerst op die 8 seconden ingaan. Het bekt lekker, zo’n fijn cliché over hoe internet en social media ons lui zouden hebben gemaakt, maar het is natuurlijk je reinste onzin. We kunnen onze aandacht er wel degelijk bijhouden.
Bewijzen zijn er genoeg: we trekken rustig een uur uit voor een mooie podcast, we verliezen ons volledig in ingewikkelde onderwerpen die ons interesseren, en een seizoen Narcos kijken we als het moet in één dag. Allemaal zaken die een goudvis niet kan (nooit gedacht die vergelijking te moeten maken), hoewel we het vermogen van een goudvis ook niet mogen onderschatten, zegt Stefan van der Stigchel.
Aandacht of concentratie is dus duidelijk niet het probleem. Toch hebben de goudviscliché-aanhangers niet helemaal ongelijk als ze wijzen op de toename van beschikbare informatie. Maar waar zij betogen dat we daardoor onze aandacht verliezen, zien wij vooral een afname van geduld. Dat lijkt semantische muggenzifterij, maar het zijn compleet verschillende begrippen.
Het verschil tussen aandacht en geduld is het best te illustreren aan de hand van een YouTube-video. Stel, je houdt van koken en je kijkt een instructievideo voor een nieuw recept. De 10 minuten durende video heeft je volle, jawel, aandacht. Maar als de video halverwege ineens pauzeert, en je een irrelevante advertentie van een energieleverancier in beeld krijgt, dan wordt je geduld op de proef gesteld.
Het verschil zit dus in de intentie waarmee we content consumeren. Aandacht hebben we voor onderwerpen die ons interesseren, geduld moeten we hebben op momenten die we niet boeiend vinden. Wachten op een vertraagde trein, wachten in de rust van een mooie voetbalwedstrijd en dus ook wachten tijdens die vervelende commercials in YouTube-video’s. En dat geduld hebben we inderdaad steeds minder, doordat er altijd informatie voorhanden is die wél interessant is. We zappen weg en slaan de advertentie over.
Geen geduld is dus een gegeven. De vraag is echter vooral hoe we dat gegeven gebruiken in de manier waarop we content bedenken en produceren. Er zijn grofweg 2 opties:
Je accepteert dat mensen jouw boodschap niet willen zien of lezen, en maakt hem zó spectaculair en kort dat mensen er simpelweg niet omheen kunnen. Voordat ze kunnen wegzappen of wegklikken, hebben ze jouw boodschap ‘per ongeluk’ al gezien. Intrusieve (oftewel ‘onderbrekende’) content, noemen we dat.
Je probeert interessant te worden voor je publiek met content die aansluit op wat mensen willen zien, zodat zij zich er vrijwillig op concentreren, in plaats van er geduld voor nodig hebben. Dat is gewenste content.
Eigenlijk komt het neer op de vraag of je de advertentie tijdens een instructievideo wil zijn, of de instructievideo zelf. De rust of de voetbalwedstrijd.
Experts die jou willen overtuigen van korte, spectaculaire content gaan er impliciet van uit dat content van organisaties vrijwel altijd intrusief is, terwijl wij denken dat content in veel gevallen gewenst moet zijn om duurzaam resultaat te blijven behalen.
Dat heeft onder meer te maken met het effect van je boodschap. Stel, je blijft enkel en alleen intrusieve content maken. Je wilt heel graag vertellen hoe fantastisch jouw product, idee of dienst is, en zorgt er met kunst- en vliegwerk voor dat die boodschap je ongeïnteresseerde doelgroep bereikt. Dan is het nog maar de vraag in hoeverre die doelgroep iets doet met je boodschap.
De boodschap wordt gezien, gelezen of gehoord, maar wordt hij ook geaccepteerd? Wordt hij omgezet in een veranderde houding, of ander gedrag? Die kans is vrijwel 0. Intrusieve content (reclame) kan dus bijdragen aan merkbekendheid, maar activeert mensen zelden.
Daarbij verliest intrusieve content al jaren aan effectiviteit door de toegenomen beschikbaarheid van informatie. Als mensen geen zin hebben in jouw reclame, klikken ze gewoon door naar een andere site, terwijl die alternatieven er vroeger – met een paar televisiezenders, de radio en een krant – veel minder waren.
Gewenste content is voor de meeste marketingcommunicatiedoelen dus de enige methode om aandacht te krijgen, te verdienen en vast te houden, om zo waarde toe te voegen. Maar we moeten bekennen: dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
De transitie van intrusieve content naar gewenste content vereist namelijk ook een andere mindset. De essentie van jouw content is niet langer wat jij wil vertellen, maar wat je doelgroep interessant vindt om lezen, zien of horen rond de onderwerpen waar jij je mee bezighoudt.
Gebruik bijvoorbeeld social media management software om te achterhalen wat relevante en actuele thema’s zijn rond jouw organisatie, producten of diensten. Zo kun je altijd content creëren die aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
“Maar wat heb ik eraan om te vertellen wat mijn doelgroep wil? Daar verkoop ik geen producten mee”, horen we dan af en toe. Dat is een gedachte die de pure waarde van relevantie voor je doelgroep onderschat. Bedenk eens hoe die doelgroep van houding en gedrag verandert als jij hem niet direct jouw producten probeert te verkopen, maar waarde toevoegt. Als je behulpzaam bent, zonder daar een tegenprestatie voor te verwachten.
Je zorgt dan niet alleen voor acceptatie van je boodschap, maar je creëert ook merkvoorkeur, waardoor mensen eerder geneigd zijn jouw producten kiezen als ze een aankoop overwegen. ‘Dit is een merk dat mij begrijpt, dat mij uitlegt hoe ik mijn problemen moet oplossen.’
Auteur Jay Baer gaf op Content Marketing World 2020 een treffend voorbeeld van een Amerikaanse makelaar die zichzelf bewust overbodig maakte met content. Hij bood gratis en voor niets alle informatie, handleidingen en tips aan die je nodig hebt als je je huis gaat verkopen. Gewoon, omdat dat de informatie was die huisverkopers zochten.
Maar wat hij impliciet met al die informatie liet zien: een huis verkopen is ontzettend ingewikkeld, en het kost zóveel tijd dat je het beter aan een professional kunt overlaten. Dat deden de meeste mensen die zijn content hadden gedownload dan ook. En bij welke professional klopten ze aan? Juist, bij de makelaar die zo vrijgevig was geweest om alle informatie kosteloos aan te bieden. En zo werft hij nog altijd klanten.
Je kúnt dus gerust doorgaan met het kort, korter, kortst maken van je boodschap. Niemand houdt je tegen als je opdringerige reclames wilt blijven maken. Maar weet wel dat het een race to the bottom is. Dat je steeds meer kunstmatige trucjes moet uithalen om de boodschap door de strot van je doelgroep te duwen.
Dus als je wilt dat jouw content gezien wordt, en dat die content mensen activeert, heb je maar één keuze: content maken die je doelgroep wíl zien. Die hoeft dan niet kort, spectaculair of flitsend te zijn. We hebben immers gezien dat we genoeg aandacht hebben, zolang de content maar interessant genoeg is.
Nu je dit artikel hebt gelezen, ben jij daar het levende bewijs voor. En dat zien we dan weer als een compliment voor dit artikel, waarvoor dank. Hopelijk was deze content gewenst.
En ja, dit werkt zónder dat je foto’s en video’s via e-mail naar je smartphone hoeft te sturen?
Nieuw in Coosto: Instagram Direct Publishing. Je kon vanuit het Coosto social media management platform al rechtstreeks posts inplannen voor Facebook, Instagram, LinkedIn, Pinterest en YouTube vanaf je desktop. Daar is nu ook Instagram aan toegevoegd, en het werkt ontzettend eenvoudig:
Je kunt meerdere accounts koppelen met Coosto, dus kies eerst het account waar je de post voor wilt creëren. Je kunt ook dezelfde post op meerdere accounts publiceren (zie stap 5).
Creëer je post. Voeg een afbeelding of video toe, geef een beschrijving op en voeg hashtags en emoji toe.
Bekijk alvast hoe je post of story eruit komt te zien op mobile en desktop. Zo zie je direct of je nog wat aanpassingen moet maken om je post picture perfect te maken.
Je kunt de post meteen plaatsen, maar inplannen voor een later tijdstip kan ook. Handig, zeker als je op dat moment zelf andere dingen te doen hebt.
Categoriseer je posts met behulp van labels. Zo organiseer je jouw contentkalender op basis van campagnes, product of soort post. Eventueel selecteer je een collega die je post dient goed te keuren. Vink ‘Kopieer naar nieuwe post’ als je dezelfde post ook op andere accounts wilt plaatsen.
Ben je helemaal tevreden? Klik op ‘publiceren’ (of ‘inplannen’, als je gewenste publicatietijdstip in de toekomst ligt) en Coosto doet de rest! Handig toch?
Je post staat nu in je contentkalender en Coosto haalt automatisch relevante statistieken op. Daarnaast kun je met Coosto de prestaties van je posts analyseren, reageren op comments, hashtags volgen en analyseren, en ga zo maar door. Coosto werkt gewoon via de browser, je hoeft niets te installeren.
Meer informatie over het Coosto-platform vind je hier.
Is het gebruik van efficiënte social media management software voor jou nog een brug te ver? Met een paar trucjes en een omweg kun je toch vanaf je desktop posten op Instagram.
Eigenlijk komt het hierop neer: je moet Instagram vanaf je desktop laten ‘denken’ dat je toch op je smartphone aan het werken bent. Daarvoor moet je allereerst Google Chrome hebben geïnstalleerd. Volg vervolgens deze stappen:
1. Ga in Chrome naar instagram.com
2. Druk de F12-toets in. Een paneel met allerlei codes wordt geopend aan de rechterkant. Dit paneel wordt normaal gesproken gebruikt door ontwikkelaars om te testen hoe geschreven code er in verschillende situaties uitziet.
3. Klik linksboven in het paneel op de ‘Toggle Device Toolbar’, waarmee jouw desktop zich als een ander apparaat kan voordoen.
4. Kies een mobiel apparaat uit de lijst en toets F5 in om de pagina te vernieuwen.
5. Instagram laadt nu alsof je op je smartphone werkt. Je kunt zo foto’s en video’s plaatsen zoals je gewend bent in de app.
Het principe is op een Mac hetzelfde als op een Windows pc, alleen de stappen wijken wat af.
1. Open je Safari browser en ga naar instagram.com
2. Ga naar het menu ‘Voorkeuren’ en klik op ‘Geavanceerd’
3. Hier kies je voor ‘Toon ontwikkelaarsmenu in menubalk’. Het benodigde menu verschijnt nu in je menubalk.
4. Klik op ‘User agent’ in het ontwikkelaarsmenu en kies een mobiel apparaat.
5. Voilà: Instagram laadt nu alsof je op je in je mobiele app werkt, en je kunt foto’s en video’s gaan posten.
Je zou een heel zeldzaam merk zijn als je alleen Instagram als social kanaal inzet. Verreweg de meeste organisaties gebruiken een heel scala aan social media, van Twitter tot LinkedIn en van Pinterest tot Facebook. Ook al zijn deze platformen iets desktop-vriendelijker, het managen van al deze individuele kanalen is allerminst ideaal.
Bovendien is er veel meer dat handiger werkt op desktop dan alleen het publiceren. Wat te denken van het reageren op comments, zodat je jouw volgers meer betrekt bij je merk? Of het analyseren van relevante hashtags voor jouw merk? Of het uitdraaien van rapportages en statistieken? Dat zou voor elk individueel kanaal – en al helemaal op een mobile app – een ramp worden.
Wees daarom geen dief van je eigen kostbare tijd en gemoedsrust, en start met social media management software. Bij Coosto staan we voor je klaar, en geven we met alle plezier een gratis demonstratie van onze software.
Goed om te weten, trouwens: mocht je toch gehecht zijn aan je smartphone: Coosto heeft ook gewoon een mobile app.
Voor het handjevol mensen dat Universiteit van Nederland nog niet kent… Jullie zijn geen universiteit, hè?
“Haha, nee inderdaad. Die misvatting hoef ik gelukkig steeds minder vaak recht te zetten, aangezien we flink aan naamsbekendheid hebben gewonnen in de afgelopen jaren.
Onze stichting is in 2013 opgericht door Alexander Klöpping en Marten Blankesteijn. Zij hadden één helder doel voor ogen: wetenschappelijke kennis niet laten ophouden bij de collegebanken, maar toegankelijk maken voor een veel breder publiek. Dat doen we onder andere door elke week tot de verbeelding sprekende colleges te produceren en online te delen. Sinds twee jaar hebben we daarnaast een podcast, en die wordt ook heel goed beluisterd.
Alle colleges worden gegeven door topwetenschappers, die ingewikkelde materie op een heel aantrekkelijke en relatief korte manier kunnen uitleggen. We zijn dus zelf geen universiteit, maar we werken veel met universiteiten samen.”
Welke rol spelen social media daarin?
“Allereerst zijn ze natuurlijk belangrijk voor de verspreiding van onze colleges. We hebben veel mediapartners, maar het is denk ik altijd goed om daarnaast zelf een eigen publiek te bedienen. Dat doen we onder andere via social media.
Vooral YouTube is een belangrijk kanaal voor ons. We hebben ten opzichte van veel andere organisaties namelijk het voordeel dat we niet per se uit zijn op clicks naar onze website of conversies. Alles draait bij ons om views, gemiddelde kijktijd, moment van afhaken: dat zijn de metrics waar we op sturen. En dat is natuurlijk een logisch gevolg van onze missie: we willen dat onze content gezien wordt. Waar en hoe, dat maakt voor ons niet zoveel uit.
“We willen dat onze content gezien wordt. Waar en hoe, dat maakt voor ons niet zoveel uit.”
Daardoor kunnen we het ons ook prima veroorloven om een college integraal op Facebook of YouTube te plaatsen als we merken dat dat meer bereik oplevert dan een linkje naar onze website. Wel houden we rekening met de aard van een platform. Op Instagram kun je geen college van 15 minuten uploaden, dus daar presenteren we snippets waarmee we interesse proberen te wekken in de volledige video.”
“Het beheren van social media werkt veel prettiger met Coosto.”
Hoe helpt Coosto daarbij?
“Het grootste voordeel en meest voor de hand liggende antwoord krijg je waarschijnlijk van iedere Coosto-gebruiker: tijdsbesparing. Het is echt een verademing dat je niet meer dat gezeur hebt met apart inloggen op verschillende social media, wachtwoorden, een uitgebreid overzicht van de content die op de planning staat... Dat werkt allemaal veel fijner met Coosto.
Daarnaast is de berichtgoedkeuring-optie in Coosto voor ons heel belangrijk. We werken af en toe met stagiairs, en dan is het toch wel fijn als we hun social media posts geautomatiseerd kunnen reviewen. Ook leerzaam voor onszelf, trouwens.”
Luisteren jullie ook naar wat er door anderen over Universiteit van Nederland wordt geschreven?
“Jazeker. Ik krijg elke ochtend via e-mail een overzicht van de berichtgeving over ons merk. Dat is wel top aan Coosto, dat je op die manier ideeën opdoet voor social media posts. Als we zien dat een medium iets interessants over ons zegt, kunnen we dat namelijk weer delen op onze eigen kanalen.”
“Top dat je door Coosto ideeën opdoet voor social media posts.”
En hoe zit het met de interactie?
“Social media lenen zich natuurlijk veel beter voor interactie dan een video of een podcast. Daar kun je hooguit om feedback vragen die je de volgende aflevering kunt bespreken. Social media zijn laagdrempeliger voor directe gesprekken.
We hebben wat dat betreft een aardige start gemaakt. Zo vragen we af en toe aan onze volgers wie hun favoriete docent is of was, wie levendig kan presenteren en over welke onderwerpen. Zo proberen we telkens lijntjes te leggen met hoogleraren, vakgebieden en universiteiten die nog niet zoveel aan bod zijn gekomen.”
Zie je daarin nog een uitdaging?
“Ja, absoluut. Ik denk dat in community management onze grootste kansen liggen. We zijn natuurlijk maar met een kleine club vaste medewerkers en tijd is schaars, maar het is een mooie uitdaging om nog meer de echte interactie aan te gaan en te bouwen aan een heuse community. Niet alleen input vragen, maar ook veel vaker reageren en discussiëren.
Zo krijgen we regelmatig inhoudelijke vragen in de comments op YouTube of Facebook. Het zou toch supergaaf zijn als we op basis daarvan extra verdieping kunnen bieden. Maar het is ook best lastig, aangezien de wetenschapper in kwestie uiteindelijk toch zelf het antwoord zal moeten geven. En die is logischerwijs niet altijd beschikbaar. Nou ja, hoe dan ook: het lijkt me goed als we daar werk van maken.”
Klinkt als een mooi streven!
“Kan dat eigenlijk ook met Coosto, reageren op YouTube-comments?”
Jazeker.
“Oh, perfect. Dan moeten we daar snel mee aan de slag!”
Even los van de ambities: je hebt in het afgelopen jaar al heel wat bereikt. Waar ben je het meest trots op?
“We hebben het merk Universiteit van Nederland nadrukkelijker op de kaart gezet. Op die manier hopen we minder afhankelijk te zijn van de grillen van algoritmes. Mensen weten ons nu ook te vinden als de kijkcijfers op social media korte tijd terugvallen. Daarnaast hebben we steviger ingezet op audio, en dat heeft ons ook veel opgeleverd.
“Onze kijkcijfers op YouTube zijn verdubbeld, en het aantal abonnees is met 25% gestegen.”
Verder zijn onze kijkcijfers op YouTube in het afgelopen jaar verdubbeld, en het aantal abonnees is van 100.000 naar inmiddels zo’n 125.000 gegroeid. Maar het meest trots ben ik denk ik gewoon op de innovatiedrang van ons kleine team. We blijven vernieuwen en weten in samenwerking met universiteiten zoveel mooie dingen te realiseren.
Een voorbeeld: we moeten door COVID-19 noodgedwongen colleges zonder publiek opnemen. Om niet in een kale loods te hoeven filmen, hebben we een prachtige, innovatieve virtuele studio ontwikkeld.
Universiteiten helpen ons, wij helpen universiteiten. En zo is de cirkel rond. Dat is wat Universiteit van Nederland zo’n prachtige organisatie maakt.”
Wat heeft social media dan met SEO te maken? En hoe kun je met social media de concurrentie te slim af zijn?
Social media kunnen je zeker helpen in je SEO, maar niet op de manier die veel mensen voor ogen hebben. Sociale signalen (post die veel worden geliket, gedeeld, becommentarieerd) zijn namelijk geen ranking factor. Daardoor gaan ze je niet een hogere positie in Google opleveren.
Ook links in social posts worden genegeerd als ranking-factor. Logisch, want anders zou je zelf je eigen linkprofiel kunnen bouwen door heel veel links naar je website te delen op social media. Bovendien is het grootste deel van de social media pagina’s afgeschermd voor crawlers van zoekmachines, en dus überhaupt niet te indexeren.
Dit werd in 2014 al bevestigd door Google zelf:
Lange tijd werd echter anders beweerd (zie deze video van Google in 2010), en daar merk je online nog volop de gevolgen van. Er zijn nog altijd websites die verkondigen dat sociale signalen wel degelijk invloed zouden hebben op de zoekresultaten, en er zijn net zoveel pagina’s die dat onzin noemen. Dit welles-nietes-spelletje onder marketeers zorgt voor onduidelijkheid.
Die onduidelijkheid wordt nog eens extra gevoed door Bing - die andere zoekmachine - dat deze quote lange tijd in zijn webmaster guidelines had staan:
“Social media plays a role in today’s effort to rank well in search results […] these positive signals can have an impact on how you rank organically in the long run.”
Naar deze quote wordt nog altijd met gretigheid verwezen door marketeers die de directe impact van sociale signalen op SEO willen aantonen. Ze vergeten daarbij helaas te benoemen dat Bing deze passage in juli 2020 uit de guidelines heeft geschrapt...
Grote SEO-tools en autoriteiten als Forbes, Neil Patel (Ubersuggest), Semrush en Search Engine Journal delen nog steeds dezelfde conclusie: social media signalen hebben geen direct effect op SEO-rankings.
Hoe kunnen social media je dan toch helpen hoger te scoren in de zoekresultaten? Dat gaat altijd indirect, via een omweg.
De eerste manier waarop social media wél invloed heeft op SEO, heeft te maken met backlinks (links van websites naar jouw website). Er is namelijk iets opmerkelijks aan de hand met de manier waarop webpagina’s worden gesorteerd in zoekresultaten van Google en Bing:
Backlinks van vooraanstaande websites zijn essentieel voor een hogere positie in de Google-zoekresultaten. Hoe meer mensen in hun blogs en sites linken naar jouw site, hoe hoger jouw positie. Maar voordat mensen gaan linken naar jouw content, moeten ze die content wel eerst kennen. En om mensen jouw content te laten zien, heb je weer een hogere positie in de Google-zoekresultaten nodig.
Een vicieuze cirkel, dus.
Want hoe kom je hier ooit tussen?
Social media kunnen de loop doorbreken. Net als Google, zijn jouw social media kanalen namelijk ook bronnen van websiteverkeer. Door je content op social media te delen, en er eventueel mee te adverteren, gaan mensen je content hoe dan ook onder ogen krijgen.
Hoe meer mensen jouw kwalitatieve content zien, hoe groter de kans dat ze er vervolgens naar gaan verwijzen op hun eigen websites en blogs. Voilà: backlinks. Zo kun je met social media tóch je plekje in de SEO-loop verwerven, en je posities in Google en Bing zien stijgen.
We hebben bij onderdeel A geconcludeerd dat Google geen onbeperkte toegang tot pagina’s en gegevens op Facebook, Twitter, Instagram, TikTok, Pinterest, Snapchat en LinkedIn heeft. Maar we vergeten vaak één belangrijk social media platform waar dat wél het geval is: YouTube, het social media platform van Google zelf.
Video’s op YouTube zijn daardoor bij uitstek geschikt om je positie in de zoekresultaten op te krikken. Sterker nog, YouTube-video’s zijn vaak zoekresultaten op zich. Voor veel zoekopdrachten toont Google relevante YouTube-video’s immers bovenaan in de resultaten.
Daarom is het goed om YouTube niet alleen als video-hostingservice of sociaal platform te zien, maar ook als tool voor je SEO. Optimaliseer de titel en beschrijving van je video’s dus altijd voor zoekverkeer, zoals je dat ook voor je webpagina’s en blogs doet.
Zo creëer je voor jezelf dubbele kansen op een mooie plek in de zoekresultaten: via je eigen website én je YouTube-kanaal.
Als we SEO bespreken, dan hebben we het – ook in dit artikel – vrijwel altijd over Google en Bing. Het feit dat veel social media zelf ook een zoekmachine hebben of zijn, blijft onterecht onderbelicht.
Onderschat niet hoe vaak de zoekfuncties binnen social media platformen zelf worden gebruikt. Pinterest en YouTube zijn zelfs helemaal ingericht als zoekmachine, en ook de zoekvensters binnen Instagram, LinkedIn en Twitter worden veelvuldig gebruikt.
Mensen die een nieuwe eettafel zoeken, zullen hun zoektocht misschien wel eerder op Pinterest starten dan op Google. Mensen die benieuwd zijn naar actualiteiten, zoeken wellicht eerder op Twitter dan op Google. En mensen die een recept zoeken, openen bijvoorbeeld eerder direct YouTube dan dat ze hun zoekopdracht in Google opgeven.
Conclusie? Als we het hebben over SEO, dan moeten we beseffen dat we het over álle zoekmachines hebben. Ook social media zelf. Dat betekent dat we alle content die we maken zoekvriendelijk moeten opstellen. Dat geldt voor een blog, maar ook voor een tweet, een Instagram-post, een LinkedIn-post en een pin op Pinterest.
Kies de juiste hashtags, gebruik terminologie waar daadwerkelijk op gezocht wordt en zorg zo dat je gevonden wordt.
De SEO-mindset gaat overduidelijk verder dan Google. Jouw geluk is dat lang niet ieder merk social media al zo ziet en inzet. Met de 3 genoemde inzichten kun je jouw concurrenten dus te slim af zijn en aftroeven in de zoekresultaten. Of dat nu op Google, Pinterest, Twitter, YouTube of een ander social media kanaal is. En ook social media heeft zijn eigen mogelijkheden voor contentoptimalisatie!
Vanaf de eerste besmetting verschenen er ruim 35,6 miljoen berichten online over corona. Ter vergelijking; over een populair onderwerp zoals voetbal werd ‘slechts’ 942.000 keer geschreven.
De eerste besmetting was op 27 februari, de eerste echte online piek dateert echter pas van woensdag 18 maart. Met name het Kamerdebat was toen een veelbesproken onderwerp. Een debat dat we ons allemaal nog wel herinneren, aangezien minister Bruno Bruins flauwviel tijdens een verhit avondje in de Tweede Kamer.
De piek van 18 maart bleek uiteindelijk de hoogste sinds de uitbraak van het virus. Het virus heeft ons land diep geraakt, toch werd Nederland steeds optimistischer. Op 30 mei was zelfs 25% van de berichten positief en slechts 13% negatief. We leken vooral heel tevreden met een dalend aantal besmettingen en ziekenhuisopnames. Op die dag werden slechts 141 mensen positief getest. Vanaf dat moment kwamen er versoepelingen en leek de wereld langzaamaan weer open te gaan.
We mochten weer op vakantie, we konden naar het restaurant en van het zonnetje genieten op het terras. Nederland leek het normale leven weer rustig aan op te pakken en de hoop dat alles snel weer normaal zou worden, was realistisch. Die hoop spatte vanaf eind september volledig uiteen.
Vanaf september stegen de besmettingen weer en in oktober werden er dan ook nieuwe maatregelen genomen. Op 13 oktober werd er tijdens de persconferentie van premier Mark Rutte en Hugo de Jonge een nieuwe gedeeltelijke lockdown afgekondigd.
Het effect van die persconferentie was online terug te zien in de hoogste piek sinds maart 2020. Op die dag worden er maar liefst 192.000 berichten online geplaatst. De horeca moest weer tijdelijk op slot, evenementen werden verboden en de alcohol-verkoop na 20.00 uur werd in de ban gedaan.
Vanaf de gedeeltelijke lockdown in oktober werd de hoop gevestigd op een ‘normale’ kerst. De cijfers gingen echter achteruit en het werd steeds spannender of we met de feestdagen wel aan tafel zouden zitten met vrienden en familie. Op 13 december kwamen de eerste geruchten naar buiten dat het een eenzame kerst zou worden en dus zagen we weer een forse piek in de online berichtgeving.
Die dag werd er gesproken over een harde lockdown en zelfs de mogelijkheid van een avondklok rondom de nieuwjaarsviering. Dat schoot veel mensen in het verkeerde keelgat. Liefst 22% van de berichten die online verschenen zijn op die dag negatief geladen. Dat is het hoogste percentage sinds de uitbraak van het coronavirus in Nederland. Op dinsdag 14 december wordt er inderdaad een harde lockdown afgekondigd en ook dan zie je een flinke portie negatieve reacties in Nederland (21%).
De rellen rondom de avondklok staan bij iedereen nog op het netvlies geschreven. Ook online leverde het veel reacties en woede op bij mensen. De rellen zorgde op Twitter voor de hoogste piek in vier jaar tijd. De laatste keer dat er meer werd getweet was vier jaar geleden rondom de Tweede Kamerverkiezingen. Op 15 maart 2017 verschenen er 636.260 berichten op Twitter. De piek rondom de avondklokrellen op maandag 25 januari lag op 533.604 berichten.
Diezelfde 25 januari gaat zelfs de boeken in als meest negatieve dag op Twitter ooit. Op de dag dat Eindhoven en Amsterdam de schade aan het opmaken waren en in onder andere Den Bosch winkels werden leeggeroofd en vernield, was Twitterend Nederland het zat. Nog nooit was het sentiment op Twitter zo negatief als op die dag. Het was voor de eerste keer in Nederland dat er meer negatieve berichten werden geplaatst op het platform dan positieve.
In het hele land is corona het meest besproken onderwerp het afgelopen jaar, maar Amsterdam spant de kroon. In onze hoofdstad werd verreweg het meest gepost over de pandemie. Maar liefst 262.000 berichten die geplaatst werden over corona waren in combinatie met Amsterdam. Op de tweede plaats staat Den Haag (199.000) en op de derde plaats Rotterdam (172.000). Naast de drie grote steden is het opvallend dat ook veel over corona in combinatie met Groningen werd gesproken (107.000 keer).
In de rest van het land komt het aantal berichten niet boven de 100.000 per gemeente. In Haarlemmerliede en Spaarnwoude werd het minst over het virus gepost. Slechts 7 keer werd iets geplaatst over de 6167 inwoners tellende gemeente.
Als we dat omzetten in percentages komt Twitter als meest gebruikte platform naar boven. 5,52% van alle Tweets in Nederland stond in het teken van corona. Instagram komt met 3% op de tweede plaats net voor Facebook (2,92%). De overige kanalen zien er procentueel als volgt uit: YouTube (2,35%), Pinterest (0,3%) en LinkedIn (0,19%).
Op nieuwswebsites werd 4 miljoen keer over het onderwerp geschreven. Dat is 28% van alle artikelen in het afgelopen jaar.
Nu het virus een jaar onder ons is mogen we aan de hand van de online cijfers wel concluderen dat het Nederland volledig in zijn greep heeft. Inmiddels zijn we bijna 36 miljoen berichten verder en het einde lijkt nog lang niet in zicht. De vraag is of er ooit nog een dag komt waarop online de teller op 0 blijft staan rondom COVID-19.
Voor het onderzoek rondom de online berichtgeving zijn alleen openbare data gebruikt. We hebben de berichtgeving vanaf de eerste besmetting, op 27 februari 2020, tot 27 februari 2021 gemeten en daarin alle berichten meegenomen die gerelateerd zijn aan corona.
Wij onderzochten met Coosto zo’n 1,7 miljoen verkiezingsgerelateerde openbare berichten op social media tussen 1 februari en 11 maart, en kwamen tot deze top 5:
Er wordt door campagne-analisten weleens beweerd dat corona slechts een kleine rol speelt in de huidige verkiezingen, omdat ‘er moeilijk campagne op gevoerd kan worden’. De meeste partijen zouden het met elkaar eens zijn over de te varen koers. Dat houdt social media echter allerminst tegen om er een andere mening op na te houden. Het is met stip het meest besproken thema dat Nederlanders bezighoudt in de aanloop naar de verkiezingen op 17 maart. Ruim 8% van alle berichten over de verkiezingen gaat over corona en het te voeren beleid.
Issue-eigenaar: VVD. In 12% van alle berichten over het coronabeleid werd de VVD genoemd, al is het sentiment er overwegend negatief: 24% van de berichten is uitgesproken negatief, tegenover 10% positief.
Volgens de meeste partijen aan de linkerflank van het politieke spectrum is het nu of nooit: de verandering van het klimaat móet worden aangepakt. Social media blijken er verdeeld over, maar het onderwerp maakt in elk geval de tongen los.
Issue-eigenaar: D66. Het is weinig verrassend dat de partij van Kaag aan de haal gaat met de meeste positiviteit rond dit onderwerp. In 17% van alle positieve berichten over de aanpak van klimaatverandering wordt D66 genoemd.
Klimaat is één van de belangrijkste speerpunten van de campagne van D66, en op social media weten ze daarmee andere progressieve partijen als GroenLinks en Partij voor de Dieren voor te blijven. Vooral het leiderschap van Kaag wordt geroemd, naast de plannen voor de veestapel en de hoge ambities van D66.
De afgelopen vier jaar is er veel te doen geweest rondom dit thema. Zo waren er stakingen omtrent een hoger loon voor leerkrachten in het basisonderwijs, was er volop discussie over het ingevoerde leenstelsel, daalden de leerprestaties van scholieren en gingen als overmaat van ramp ook de scholen nog eens dicht vanwege de pandemie. Werk aan de winkel dus, dat blijkt ook uit de berichtgeving op social media.
Issue-eigenaar: D66. De zelfverklaarde onderwijspartij weet zich ook richting de buitenwereld te profileren op de gewenste manier. Net als bij de berichtgeving over het klimaat, wordt D66 ook het meest genoemd in combinatie met het thema onderwijs.
Sterk gerelateerd aan corona, maar tóch net wat breder: de zorg. Wat gaan we de volgende vier jaar doen met het eigen risico? De macht van zorgverzekeraars? En hoe zit het met de capaciteit van ziekenhuizen? 4% van alle verkiezingsberichten gaat over de zorg.
Issue-eigenaar: SP. Voor de partij van Marijnissen is het één van de belangrijkste speerpunten: afschaffing van de marktwerking in de zorg en weg met het eigen risico. Die boodschap resoneert duidelijk op social media. De SP wordt van alle partijen het vaakst positief genoemd in combinatie met zorgthema’s. Ze scoort daarin net iets hoger dan de PVV van Geert Wilders.
Wat opvalt zodra we de resultaten induiken: in de positieve berichten over de SP-plannen voor de zorg wordt de partij bijzonder vaak afgezet tegen het CDA, zo toont ook de automatisch gegenereerde samenvattende woordwolk aan.
Migratie is misschien wel het meest ingewikkelde thema in de politiek. Vrijwel elke partij zegt voorstander te zijn van een eerlijk migratiebeleid. Maar wat is eerlijk? Daar lopen de meningen sterk over uiteen. Moet Nederland meer vluchtelingen opvangen, of juist niet? En wat te denken van arbeidsmigratie en Europese samenwerking in migratie?
Issue-eigenaar: PVV. Bijna 25% van alle positieve berichten over de migratieplannen van partijen, komt op naam van de PVV.
Wist je dat consumenten tot 49% meer geld uit geven bij organisaties die op reviews reageren? Dat blijkt uit onderzoek van Womply.com. Op het gebied van reageren op beoordeling is nog een enorme winst te boeken. 75% doet het namelijk op dit moment niet, terwijl het een kleine investering is om het wel te doen.
Maar op welke reviews moet je dan wel of niet reageren? Het antwoord is simpel; je moet op alles reageren. We hebben eerder de neiging om te reageren op kritiek dan op positieve feedback, omdat we ons graag willen verdedigen.
Hoe belangrijk je intuïtie en gevoel ook is, bij het reageren op reviews is het soms beter om je trots even aan de kant te zetten. Is iemand in jouw ogen onterecht kritisch? Grote kans dat er stoom uit je oren komt en je hem eens flink wil aanpakken. Onze tip: loop even weg, tel rustig tot tien en keer dan pas terug naar je toetsenbord. Je reactie komt namelijk online te staan en iedereen kan het lezen. Woedende reacties zijn over het algemeen niet goed voor je reputatie.
Dus blijf rustig en bedank ook deze persoon netjes voor zijn of haar reactie en laat weten dat je het jammer vindt dat diegene niet tevreden is. Dat komt op potentiële klanten veel beter over dan dat je een scheldkanon loslaat. Met deze 5 tips kun je de perfecte reactie vormen op kritiek:
Af en toe een negatieve reviews is helemaal niet zo rampzalig als je misschien denkt. Ga maar eens na.. vertrouw jij bedrijven die allemaal maar positieve beoordelingen hebben en vijf sterren-reviews? Wij Nederlanders geloven niet in te mooi om waar te zijn. Er is altijd wel iemand ontevreden, om wat voor reden dan ook. Dat blijkt ook uit verschillende onderzoeken. Daarin komt namelijk naar voren dat een score tussen de 4.2 en 4.6 het beste is.
Uiteraard krijg je meer energie van positieve en leuke reviews. Gebruik deze energie ook om te reageren op mensen die de tijd en moeite nemen een beoordeling achter te laten. Besef dat zij gratis meehelpen aan de reputatie van je merk. Dus zoek de interactie met je klant. Je zult zien dat diegene sneller en vaker bij je terugkeert en wellicht ook mensen in zijn of haar omgeving tipt om vooral bij jou een aankoop te doen.
Naast dat je aan een stukje klantenbinding doet, is reageren op positieve reviews ook belangrijk voor potentiële klanten. Bij het bekijken van de reviews van jouw organisatie zien zij namelijk dat jij je klanten serieus neemt en dat je ze de aandacht geeft die zij verdienen.
Je klanten zijn natuurlijk het belangrijkst, maar er zitten meer positieve effecten aan het reageren op reviews. Er zijn verschillende reviewsites, maar de meest bekende en meest gebruikte is Google-reviews. Wanneer jij netjes reageert op al je Google-reviews, dan ziet Google dat natuurlijk ook en reken maar van yes dat zij daar ook daadwerkelijk iets mee doen.
Het reageren op beoordelingen heeft namelijk een gunstig effect op jouw zichtbaarheid in Google. “Kom in contact met uw klanten door op hun reviews te reageren. Hiermee laat u zien dat u de feedback van uw klanten waardeert. Als er sprake is van betrokkenheid en positieve reviews van uw klanten, kan dit de zichtbaarheid van uw bedrijf verbeteren en de kans vergroten dat een potentiële klant uw locatie bezoekt”, zegt Google daar zelf over.
We leven in een tijd waarin iedereen het druk heeft en duizend dingen op een dag wil doen. Reageren op reviews schiet er daarom vaak bij in. Maar wanneer je beseft dat het je daadwerkelijk meer omzet kan opleveren, heb je er dan nog steeds geen tijd voor? Neem het daarom serieus voor zowel jezelf als je klanten. Onze tip: gebruik social media management om alles overzichtelijk te hebben. In Coosto heb je bijvoorbeeld al je social media-kanalen onder één dak en kun je direct reageren op Google-reviews. Enthousiast na het lezen van dit artikel? Laat dan vooral een review na. We zullen zeker reageren, dat beloven we ;)
Social media marketing is het gebruik van social media platformen om in contact te komen met je doelgroep, en zo je merk te versterken, je klanttevredenheid te vergroten, je conversies te verhogen of je merkreputatie te verbeteren. Daarmee richt social media marketing zich op het promotie-aspect van marketing.
Social media marketing omvat het publiceren van kwalitatieve content, maar draait ook om luisteren naar je doelgroep, volgers betrekken bij je merk, resultaten analyseren, adverteren en optimaliseren. Sommige organisaties zien social media marketing slechts als één of enkele van deze aspecten, maar zijn daardoor beduidend minder succesvol.
Gerelateerde termen:
Social media marketing begint met een slimme strategie. Dit is een belangrijke stap, die absoluut niet overgeslagen mag worden. Toch is het geen stap die heel lang hoeft te duren. Het gaat er met name om dat je bepaalt:
Meer lezen over hoe je een strategie opzet, uitvoert en er meetbaar succes mee behaalt?
Ga direct naar de perfecte post-frequentie per social media platform.
Het ideale moment om te posten is zodra je vorige social media bericht (bijna) geen nieuw bereik meer behaalt. Je haalt zo het maximale uit je social media posts, en voorkomt tegelijkertijd dat er tussenpozen ontstaan waarin je amper zichtbaar bent op een platform.
Er zijn twee manieren om vast te stellen wanneer een post het einde van zijn ‘levensduur’ heeft bereikt:
Manier A. Je stelt een absolute grens: zodra een post X aantal impressies heeft behaald, publiceer je een nieuwe post. Een mogelijk nadeel van deze methode is dat je posts die mogelijk veel meer bereik zouden gaan genereren, gaat ‘afremmen’. Tegelijkertijd zijn er minder presterende posts die de gestelde grens pas veel later behalen. Zo ben je alsnog langere tijd minder zichtbaar.
Manier B. Je stelt een relatieve grens: zodra een post minder dan X impressies aan nieuw bereik heeft behaald in de afgelopen dag, publiceer je een nieuwe post. Het voordeel van deze methode is dat je ruimte houdt voor onverwachte virals of successen.
Het nadeel is dat de meeste social media platformen je geen inzicht geven in het verloop van je (dagelijkse) bereik of impressies met een post. Daarom tonen we in Coosto niet alleen de totaalstatistieken, maar ook grafieken die je helpen te bepalen wanneer het tijd is voor een volgende post. Let op: bekijk daarvoor alleen je organische resultaten. Als je genoeg betaalt, blijft het gepromote bereik namelijk sterk stijgen. Het 'ideale' moment voor een volgende post komt bij manier A dan veel te vroeg, en bij manier B veel te laat; pas wanneer je stopt met het promoten van een bericht.
Naast de totaalstatistieken helpen deze bereikgrafieken in Coosto om je ideale post-frequentie te bepalen.
Laten we de twee mogelijke manieren met behulp van een voorbeeld uitwerken. We kiezen er hieronder voor om met 'bereik' in plaats van 'impressies' te werken (lees hier het verschil tussen die twee), maar je bent vrij om daar een andere keuze in te maken.
Manier A: we stellen een absolute grens van 500. Zodra we 500 unieke mensen bereikt hebben, is het tijd voor een nieuwe post. Door met de muis te bewegen over de bereikgrafiek, zien we dat de grens van 500 organisch bereikte mensen op 30 april is bereikt. Op die dag plannen we een nieuwe post.
Manier B: we stellen een relatieve grens van 150. De eerste dag waarop we minder dan 150 nieuwe mensen bereiken, is het tijd voor een nieuwe post. Als we bewegen over de bereikgrafiek, zien we dat we dat op 28 april minder dan 150 nieuwe mensen hebben bereikt (467-329=138). Op 29 april plannen we daarom een nieuwe post in.
Zo zie je dat de methode die je kiest direct invloed heeft op de keuzes die je maakt. Daarbij zijn de grenzen die je stelt (in dit geval 500 en 150) helemaal afhankelijk van jouw situatie en doelstelling. Als je heel veel volgers hebt, zal je in ieder geval veel hogere getallen moeten hanteren.
Natuurlijk is het niet zo dat je voorafgaand aan elke post moet gaan onderzoeken wat exact het juiste moment is voor een volgende post. Dat zou veel te veel tijd kosten. Bovendien kun je dan nooit weken vooruitplannen, terwijl je dat juist wil doen als je beschikt over een contentkalender. Toch is een eenmalige analyse ook te weinig. Voer dit mini-onderzoek daarom ongeveer eens per kwartaal uit, zodat je kunt meebewegen met eventuele wijzigingen in algoritmes.
Begin je net met het analyseren van jouw ideale postfrequentie? Dan is het slim om je eigen doel als grens in te stellen en de eerste 5 posts van elk account in elk geval te volgen. Als het goed is, merk je dan een patroon; de Xe dag waarop jouw grens wordt bereikt, zal meestal dezelfde zijn. Deze kun je dan als stelregel gebruiken tot je volgende analyse.
Liever direct aan de slag met behulp van algemene uitkomsten? Dat kan ook!
We hebben met behulp van Coosto duizenden Instagram-, Facebook-, LinkedIn- en Twitter-posts onderzocht, en bekeken wat het bereik (of aantal impressies, afhankelijk van het platform) van deze posts 7 dagen na publicatie was. Vervolgens zijn we gaan analyseren wat het bereik per dag was, en dat vastgesteld als percentage van het uiteindelijke bereik na een week.
Wij hebben hierin als stelregel aangehouden dat de dag waarop een post minder dan 10%* van zijn uiteindelijke bereik behaalde, het ideale moment is voor een nieuwe post.
Internationale bronnen hanteren liever de ‘half life’-methode, het moment waarop een post 50% van zijn verwachte bereik heeft behaald. Dat zouden wijzelf afraden, omdat we het vrij rigoureus vinden om zo vroeg al te constateren dat een post ‘uitgewerkt’ is.
*Natuurlijk is de 10% die we hebben gekozen niet in steen gebeiteld. Je kunt zelf een andere stelregel (bijvoorbeeld 5%, 15% of zelfs 25%) kiezen waarmee je bepaalt wat jouw ideale postfrequentie is. De onderstaande uitkomsten zouden daardoor enigszins afwijken.
Hoe vaak posten: 1x per 3 dagen
Posts op Instagram hebben een relatief lange levensduur. Na een volle dag hebben ze gemiddeld genomen slechts 50% van hun uiteindelijke bereik behaald. De twee dagen erna bereiken ze ook nog meer dan 10% van het totaal, maar op de vierde dag is de stijging minimaal. Het ideale moment voor een nieuwe Instagram-post is dus direct na dag 3.
Tip: hier zie je het perfecte tijdstip om te posten op social media.
Hoe vaak posten: 1x per 2 dagen
Facebook-posts schieten vooral de eerste dag de hoogte in. Na dag 1 staat er gemiddeld al 67% van het uiteindelijke bereik op de teller. De volgende dag tikt 17% extra bereik aan, maar op dag 3 is de stijging nog maar 8 procentpunten. Op de derde dag kun je dus het best weer een nieuwe post inplannen.
Hoe vaak posten: 1x per 3 dagen
LinkedIn staat bekend als het platform waar posts de langste levensduur hebben, en dat beeld komt overeen met onze analyse. Na de eerste dag is minder dan de helft van het uiteindelijke bereik na een volle week behaald. Toch is op dag 4 de stijging nog ‘slechts’ 8%; minder dan de 10% die we als stelregel hebben gehanteerd, en daarom het beste moment voor je volgende LinkedIn-post.
Hoe vaak posten: iedere dag
Waar posts op LinkedIn en Instagram een relatief lange levensduur hebben, is die op Twitter juist ontzettend kort. Twitter wordt met recht een snel medium genoemd. Na de eerste dag heeft een gemiddelde tweet al 84% van zijn totaal aantal impressies na een week behaald. De eerstvolgende dag stijgt dat aantal met slechts 6%, waardoor het niet loont die dag nog af te wachten. Wil je optimale online zichtbaarheid, dan kun je op Twitter best iedere dag posten.
Grote organisaties willen op hun social media-kanalen allemaal uniek zijn en juist daarom zijn ze dat niet. Nieuwsplatformen vinden het bijvoorbeeld belangrijk om met nieuws de eerste te zijn, maar ze willen ook uniek zijn. Ben je uniek wanneer je hetzelfde nieuwtje post als je concurrenten, alleen net een minuut sneller? Hoe pak je het aan om iets bijzonders neer te zetten?
Het doel is uiteindelijk om ervoor te zorgen dat volgers bij jou komen omdat jouw merk iets biedt dat ergens anders niet te vinden is. Als je het echt anders doet. De meeste grote organisaties rammen hun social-kanalen vol met content; iedere dag, Ieder uur en soms nog wel vaker. Aan het einde van de dag kijken ze raar op dat slechts één post die dag goed heeft gescoord. Om vervolgens nog meer te posten of net zolang door te gaan tot er wel meer interactie komt. Spoiler alert: zo werkt het niet!
Denk eens aan een hippe term als ‘less is more’. Ga minder doen. Denk beter na over wat je nu eigenlijk post. Misschien heb je voor je gevoel een heerlijke drukke dag gehad als je acht posts in acht uur tijd eruit hebt gegooid. Je kunt dan tenslotte iedere dag typisch Hollands antwoorden op de vraag: ‘Hoe was je dag?’ Namelijk: druk, druk, druk, maar zonder resultaat.
Als je heel veel post, is het onmogelijk dat je over ieder bericht 100% tevreden bent. Zeker weten dat je zelfs berichten maakt waarover je helemaal niet tevreden bent. Maar waarom maak je ze dan? Waarschijnlijk omdat je de druk voelt om aanwezig te zijn. Dat is echter nergens voor nodig.
Kies voor kwaliteit. Je kunt je tijd veel beter stoppen in twee tot drie goede posts per dag waarvan je voor 80% zeker weet dat ze aan gaan slaan, dan in acht twijfelgevalletjes. En natuurlijk gaat ook dan niet alles door het dak. Als je garantie wil, dan moet je een wasmachine kopen. De kans van slagen is alleen wel veel groter als je zelf tevreden bent over de kwaliteit van je berichten.
Raak ook niet in paniek als je een keer een dag hebt waarop net die paar posts die je plaatst niet het gewenste resultaat opleveren. Die dagen zitten er nu eenmaal tussen. Op de lange termijn ga je zien dat je interacties omhoogschieten. Je volgers krijgen namelijk goede content te zien die ze nergens anders zien en waar goed over is nagedacht. Daarbij worden ze niet doodgegooid met een berg aan berichten waar ze niet op zitten te wachten. Volgers veranderen in fans en blijven bij je terugkomen. Ze gaan misschien zelfs uit zichzelf naar je kanalen om te kijken of ze wat hebben gemist.
Laat je niet meeslepen in de waan van de dag waarin we denken alles maar te moeten delen en overal de eerste mee te moeten zijn. Natuurlijk zijn er berichten die niet kunnen wachten en die je absoluut niet mag laten lopen. Maar probeer het overzicht te bewaren en blijf goed nadenken over wat je wil bereiken en hoe je dat wil doen.
Denk je dat iets misschien wel eens aan zou kunnen gaan slaan, laat het dan lekker lopen. Ga alleen voor content waarbij je verbaasd bent wanneer het niet aanslaat. De kans op succes is op die manier veel groter. Je interactieratio schiet omhoog en daar profiteer je van als merk. Je social media-kanalen zijn het visitekaartje van je merk.
Ga daar zorgvuldig mee om. Waag geen gokjes en kies altijd kwaliteit boven kwantiteit. Wanneer je dat in je achterhoofd houdt, komt het succes vanzelf en op den duur ga je het vanzelf raar vinden wanneer je post een keer goed scoort in plaats van geweldig.
Een carrière in de sales, dat is wat Felicia graag wilde. Tijdens haar studie deed ze al wat ervaring op met de verkoop van advertenties voor magazines, maar bij Coosto maakt ze pas echt stappen. “Het werk is veelzijdiger en je bouwt echt een band op met klanten. Je bent niet alleen maar bezig met platte verkoop, het is zoveel meer.”
Bij Coosto is een rol in de sales anders dan bij veel andere organisaties. “Mensen hebben bij sales vaak het idee dat je iedereen moet bellen die totaal niet op je zitten te wachten. Dat is bij Coosto anders. Je krijgt vanuit marketing bijvoorbeeld leads van professionals die zelf al de stap richting Coosto hebben gezet. Zij willen meer weten over het product omdat ze denken dat het hen kan helpen bij het bereiken van hun doelen. Het is aan mij om te kijken of die leads daadwerkelijk tot een match en een deal kunnen leiden.”
Zodra Felicia een lead aangereikt krijgt, begint haar werk. “Dan ga ik op onderzoek uit. Wat is het voor bedrijf? Hoe doen zij het op social media? Waar maken ze veel gebruik van? Die vragen stel ik mezelf en dan ga ik kijken hoe zij Coosto zouden kunnen gebruiken. Als ik dat heb uitgezocht en er een goed beeld bij heb, dan pak ik de telefoon voor een eerste kennismaking. Als dan blijkt dat ze ready zijn en een fit, dan plan ik een demo in.”
Bij een demo maakt de klant voor het eerst echt kennis met Coosto. Felicia legt dan aan de hand van het bedrijf uit hoe zij de tool zouden kunnen gebruiken. “Bij de demo neem ik de potentiële klant aan de hand van hun eigen organisatie mee door Coosto. Ik laat ze dan zien hoe ze het product kunnen gebruiken en hoe het hen als organisatie kan helpen bij het behalen van de doelstellingen.”
Is Felicia dan alleen maar bezig met het opvolgen van leads en het geven van demo’s? Zeker niet. “Het is heel afwisselend werk en dat maakt het ook zo leuk. Ik ga zelf ook op zoek naar organisaties die in mijn ogen toe zijn aan Coosto, die vrijheid heb ik gelukkig ook. Dat doe ik door bijvoorbeeld op LinkedIn te speuren naar marketing en communicatieprofessionals. Als ik een match zie, dan pak ik de telefoon en bel ik diegene op. Ik doe dat met de intentie om diegene echt verder te helpen. Ik smeer ze niets aan. Coosto is voor heel veel organisaties namelijk echt een toegevoegde waarde.”
Het werken als Junior Accountmanager is de perfecte start van je carrière, vindt de 24-jarige Felicia. “Je leert in korte tijd heel erg veel, krijgt super goede begeleiding van ervaren sales professionals en je krijgt ook nog eens de vrijheid om jezelf te ontwikkelen. Ik denk dat dat best uniek is. Ik mag bijvoorbeeld mijn eigen agenda indelen, maar word niet aan mijn lot overgelaten. Ik durf wel te stellen dat je het niet snel beter kunt treffen als starter. En daarbij zijn er ook nog eens hele mooie perspectieven voor in de toekomst, want bij Coosto houden ze ervan om mensen door te laten groeien binnen het bedrijf.”
Felicia heeft het sales-DNA in de genen zitten en denkt dat je dat ook moet hebben voor de functie bij Coosto. “Je moet sales echt heel leuk vinden. Anders is dit niet de baan die je zoekt. Daarnaast moet je beschikken over een gezonde dosis energie en moet je graag in contact komen met mensen. Ik vind het zelf heel leuk om veel verschillende mensen te leren kennen en te spreken. Bij Coosto kom je echt in contact met hele leuke en interessante mensen van allerlei organisaties. Dat kan gaan van overheidsinstellingen tot aan de marketingmanager van een pretpark. Het kan allemaal. ”
Naast dat het werk heel leuk en uitdagend is, is de sfeer binnen het salesteam ook een reden om voor Coosto te kiezen. “Het is echt top! En dan te bedenken dat ik het alleen nog tijdens de coronapandemie heb meegemaakt. Iedereen is behulpzaam, aardig en altijd in voor een geintje. Er wordt keihard gewerkt, maar successen worden ook gevierd. En als ik de verhalen moet geloven ga ik nog heel veel meemaken als we straks allemaal weer samen mogen komen op kantoor.”
Sta jij zelf aan het begin van je carrière en wil jij een mooie start maken in de sales? Grijp dan je kans als Junior Account Executive bij Coosto. Onze Talent Pool staat altijd open voor nieuw talent!