Coosto

Een betere reputatie: van inzichten naar acties

Zo bepaal je of je moet reageren op een online bericht

Zolang 'reputatie' een abstracte term blijft, is het onmogelijk om er grip op te krijgen. Het probleem binnen reputatiemanagement is echter lange tijd geweest dat het lastig was om reputaties te kwantificeren. Veranderingen in reputaties werden lang niet altijd opgemerkt en de effecten van reputatiemanagement waren moeilijk of niet te meten. Daardoor kreeg het werk van de communicatieprofessional niet de waardering die het verdient.

Tijd om daar verandering in te brengen.

In dit whitepaper gaan we in op de manier waarop je reputatiemanagement kunt aanpakken. Je leert hoe je:

  • jouw reputatie meetbaar maakt;
  • inzichten vertaalt naar acties om je reputatie te verbeteren of beschermen;
  • de effecten van je reputatiemanagement meet, bijstuurt en verder verbetert.

Coosto

Social media monitoring: wat moet je meten?

 

1. Wie zegt er iets?

Zodra je in een social media monitoring tool een zoekopdracht aanmaakt – bijvoorbeeld over je merk – dan ben je in staat om te onderzoeken wie er over je merk praat. Dit noemen we ook wel auteurs. Je ziet hoeveel het er zijn, de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke auteurs én hoe invloedrijk ze zijn. 

Social media monitoring: meet ook het aantal auteurs


We bepalen de mate van invloed door te kijken hoeveel volgers iemand heeft én hoeveel discussie er doorgaans ontstaat rondom die persoon. Dat is belangrijk om in de gaten te houden. Als iemand zich kritisch uitlaat over je merk en hij/zij heeft een hoge invloedsscore, dan zou diegene als eerste je aandacht moeten verdienen. Duurt het te lang? Dan bestaat er de kans dat er een discussie ontstaat en de situatie uit de hand loopt.
 

2. Hoe wordt iets gebracht?

Ongeacht voor welke toepassing je social media monitoring wilt inzetten: sentimentanalyses zijn een absolute meerwaarde. In zo’n analyse wordt er onderscheid gemaakt tussen negatief, positief en neutraal sentiment. De verhouding tussen deze drie geeft een goede indicatie van je online reputatie. Het is bovendien dé manier om te beginnen met reputatiemanagement. Zie je bijvoorbeeld een piek in negatief sentiment? Dan wordt het tijd om actie te ondernemen, zodat een potentiële crisis kan worden voorkomen.

Op 2 augustus 2017 kondigde de bank bunq nieuwe tarieven aan, en daar waren klanten op zijn zachtst gezegd niet blij mee. Dat was te zien in het sentiment.

Social media monitoring: meet het sentiment.

De ‘rode dip’ die we waarnemen in bovenstaande grafiek staat voor het negatief sentiment. Een belangrijk signaal voor bunq. Maar wat is de inhoud van dat sentiment? Oftewel: wat wordt er gezegd?
 

3. Wat wordt er gezegd?

Bij social media monitoring is het ook interessant om te zien waar je doelgroep over praat. Je constateert misschien negatief sentiment, maar hoe ziet dat negatieve sentiment er dan uit? De word cloud maakt dit duidelijk. Door dieper in ieder trending topic te duiken, haal je naar boven wat men precies bedoelt met bepaalde woorden of uitdrukkingen. En juist die resultaten kunnen belangrijke inzichten opleveren die van invloed zijn op je communicatiestrategie.

Als we in het geval van bunq ín het negatieve sentiment duiken, zien we onderstaande word cloud verschijnen. ‘Idiote prijsverhoging’, ‘duurder abonnement’ en ‘grote verandering’ zijn topics die terugkomen. Klanten zijn er niet blij mee. Voor bunq een reden om nog eens goed na te denken over deze verandering:

Social media monitoring: gebruik de wordcloud voor metingen.

En daar had ze overigens niet lang voor nodig. Binnen 2 dagen bracht oprichter Ali Niknam zijn excuses naar buiten. Om zijn teleurgestelde klanten tegenmoet te komen, draaide hij de nieuwe pakketprijzen deels terug. En dat zien we direct terug in de word cloud:

Social media monitoring wordcloud voorbeeld Bunq.

De topics ‘bunq zwicht voor kritiek’ en ‘excuses’ zien we duidelijk terugkomen. De online conversaties gaan dus niet alleen meer over de nieuwe tarieven, maar vooral ook over het antwoord van bunq óp de kritieken. Een voorbeeld hoe je het online gesprek kan sturen zodra je zicht hebt op de gehele online conversatie. Er wordt echter ook over je merk gesproken zonder dat je daarin expliciet wordt vermeld. Dit noemen we gerelateerde reacties. Door juist ook deze reacties te monitoren, breng je het totale gesprek in kaart.

Niet ingaan op de enorme prijsverhoging voor veel mensen en de ophef toeschrijven aan een (klein) aantal klagers op sociale media? Prachtig!

— Tobi Fondse (@tobifondse) August 3, 2017

4. Hoeveel berichten zijn het en met welk bereik?

Een andere essentiële vraag bij social monitoring is ‘hoeveel?’. In welke mate worden er berichten rondom je merk geplaatst online? Een belangrijke indicator, omdat je hiermee in staat bent data te duiden. Het negatieve sentiment kan bijvoorbeeld vrij hoog zijn: 24%. Als het totaal aantal berichten echter 126 is, weet je dat die 24% niet meteen hoeft te betekenen dat er een crisis op komst is.

Die 24% wordt echter een ander verhaal als je een potentieel bereik hebt van 3 miljoen views. Een indicator die ook wel Media Reach wordt genoemd. Dit aantal views geeft aan hoeveel mensen je hebt bereikt met je boodschap, waarbij alle online media bij elkaar zijn opgeteld. Als je met slechts 126 berichten wél 3 miljoen views krijgt, wil dat zeggen dat ontzettend veel mensen de negatieve berichten voorbij hebben zien komen. Dat zou een knauw kunnen geven aan je reputatie. Houd in dat geval een vinger aan de pols en blijf je reputatie meten
 

5. Waar wordt het gezegd?

Waar zitten al die mensen dan die over je product of dienst praten? Dat wordt duidelijk met indicators als bronnen, links en websites. Je kunt dan niet alleen zien welk social kanaal het populairst is onder je doelgroep, maar ook op welke andere websites, blogs of fora er over je wordt geschreven. Dat is handig, want buiten je eigen social kanalen heb je niet à la minute in kaart gebracht op welke externe websites er over je merk wordt geschreven.

Alle bovengenoemde indicatoren zijn samen te brengen in één overzicht met behulp van een social media monitoring tool. Een manier waarop je realtime zicht krijgt op al je activiteiten en inspanningen. Dat maakt het monitoren niet alleen gemakkelijker, maar zorgt er ook voor dat je tijdig anticipeert op zaken die de aandacht verdienen.

Coosto

De meest gemaakte fout door communicatieprofessionals

Hoewel ik het niet gemeten heb – daar ga ik al – merk ik dat we als communicatieprofessionals massaal vergeten de effecten van onze campagnes te meten. Zou monitoren en evalueren op basis van cijfers nog onvoldoende in ons DNA zitten?

‘Een atleet die zijn tijd niet bijhoudt’

Dat zou zonde. Want meten maakt je sterker. Een sterke voorbereiding en uitvoering van een campagne zijn natuurlijk hartstikke goed, maar je wordt pas écht beter door de evaluatie. Wat gaat of ging er goed? Is er aanvullende actie nodig om onze doelstelling te behalen? Wat kunnen we hiervan leren voor een volgende keer? Vragen die veel te vaak onbeantwoord blijven.

Ik vergelijk de situatie meestal met een atleet die meedoet aan de 200 meter sprint. Hij traint volop, eet gezond en houdt rust. Op de wedstrijddag zelf probeert hij een nieuwe starttechniek om zo snel mogelijk over de finish te komen. Maar… hij houdt zijn tijd niet bij. Daardoor zal hij er, ondanks al het werk dat er in zijn voorbereiding zit, nooit achter komen of die nieuwe techniek daadwerkelijk goed heeft uitgepakt. 

Adidas en Kendall Jenner

Als je jouw campagne afsluit bij de uitvoering en niet omkijkt naar effectmeting, loop je dezelfde risico’s. Want wie zegt dat je communicatie het gewenste effect op je reputatie heeft gehad? Wie bepaalt of je je doelstellingen hebt gehaald? Of je reputatie in de richting is verschoven die je voor ogen had? Ik merk dat we dat in het communicatievak nog veel te vaak handelen op basis van wat willekeurige reacties in de wandelgangen. Hoe gevaarlijk dat kan zijn, laat onderstaande discussie rond Adidas zien.

Het sportmerk kondigde begin juni aan dat Kendall Jenner, een Amerikaanse tv-personality, het nieuwe gezicht van de Adidas-campagnes zou worden. Daarover ontstond vrijwel direct ophef op social media. Veelgelezen commentaar: ‘Waarom kiezen voor een fotomodel/tv-persoonlijkheid, terwijl je ook voor sporters kunt gaan die daadwerkelijk iets bereiken?’. Social media oordeelden hard: Jenner past niet bij Adidas. 

grafiek adidas jenner
Grafiek: discussie met veel negatief sentiment op het moment dat Adidas bekendmaakte dat Jenner het nieuwe gezicht van de campagnes zou worden (begin juni 2017).

Maar Adidas heeft de campagne tussentijds onvoldoende geëvalueerd, of heeft de ontstane discussie niet op waarde geschat. Want het merk ging onverstoord door met de campagne, en presenteerde in augustus de eerste uitingen met Jenner in de hoofdrol. Het resultaat is voor ons inmiddels niet zo verwonderlijk: een nieuwe storm aan kritiek.

social buzz 1
social buzz 2

Als Adidas de discussie in een vroeg stadium had gemeten en haar op waarde had geschat, had het de kans gehad om de campagne bij te sturen. Misschien door een ander persoon aan de campagne te verbinden óf door de campagne aan te vullen met meerdere gezichten. Nu is er enorm veel tijd en geld gaan zitten in de voorbereiding op en de uitvoering van de campagne, maar is het resultaat – qua impact op de reputatie althans – zeer teleurstellend.

Effectmeting als sturingsmechanisme

Les voor ons? Effectmeting is niet zomaar een verplicht nummertje, het is hét belangrijkste sturingsmechanisme dat we als communicatieprofessionals in handen hebben. Het zorgt ervoor dat de resultaten van ons werk inzichtelijk worden zodat we erop kunnen anticiperen. Sla je een keer volledig de plank mis? Geen ramp. Door op tijd de effecten te meten, kom je er snel genoeg achter. Dat stelt je in staat om de situatie opnieuw te bekijken en je campagne aan te passen zodat hij beter past bij de wensen van je publiek.

Door de effecten van iedere actie te meten, bouw je ervaring op en leer je je doelgroep steeds beter kennen. Wat werkt wel en wat niet? Door te meten, krijg je daar steeds beter gevoel bij. Je zal merken dat je campagnes vaker de juiste snaar raken.

Ervoor zorgen dat die effecten positief voor je uitpakken? Lees hier hoe je in een handomdraai bepaalt of je moet reageren op online berichten.

Coosto

5 bouwstenen voor jouw online reputatiemanagement

Voor een goede aanpak van reputatiemanagement is het essentieel dat online monitoring breed gedragen wordt door de organisatie. Pas dan kun je aan je management uitleggen dat dit één van je kerntaken zou moeten zijn. Een logisch gevolg daarop is dat je op zoek gaat naar een manier om die kerntaak in te vullen. Leg voordat je daarmee aan de slag gaat eerst de belangrijkste afspraken (wie is waarvoor, wanneer verantwoordelijk?) vast.

1. Snelheid

Die afspraken zijn nog niet voldoende om concreet te beginnen met reputatiemanagement. Er is ook geen standaardwerkwijze die werkt voor iedere organisatie, maar er zijn wel bouwstenen waar jouw aanpak van reputatiemanagement in elk geval aan moet voldoen:

Hoe je reputatiemanagement ook gaat organiseren, zorg er in elk geval voor dat je voor een werkwijze kiest die je in staat stelt om snel op de hoogte te zijn van relevante berichten. Online berichten gaan supersnel en kunnen in no-time een crisis of hype betekenen. Met alle gevolgen voor jouw organisatie van dien.

2. Volledigheid

Snelheid is één, volledigheid is een tweede. Natuurlijk is het fijn als je snel een beeld krijgt van online gesprekken die van invloed kunnen zijn op je reputatie, maar dan moet het wel een volledig beeld zijn. Je eigen sociale kanalen in de gaten houden is echt niet genoeg. Eén gemist bericht kan al een gemiste kans zijn, of erger: een reputatiecrisis van formaat.

3. Consistentie

Kies voor een werkwijze die ervoor zorgt dat iedere medewerker die verantwoordelijkheid draagt voor reputatiemanagement, zijn werk op dezelfde manier kan uitvoeren. Als persoon A monitort via X search en persoon B via Google, dan krijg je verschillende resultaten en baseer je je beslissingen dus telkens op andere informatie.

4. Proactiviteit

Organiseer je reputatiemanagement zodanig dat je niet alleen kunt reageren op dringende berichten, maar dat je ook kansen kunt vinden om zelf met online initiatieven te komen die je reputatie ten goede komen. Daarvoor is kennis van je doelgroep het startpunt. Als je weet hoe zij over jou denken, wat hun drijfveren zijn en waar zij online over praten, kun je er proactief op inhaken.

5. Samenwerking

Ga voor een aanpak die je in staat stelt om vlekkeloos samen te werken met medewerkers van andere afdelingen, zoals je klantenservice en marketingteam. Reputatiemanagement raakt de hele organisatie, dus het is raadzaam om een werkvorm te vinden waarin betrokken medewerkers elkaar gemakkelijk kunnen vinden en elkaar taken kunnen toewijzen.

Gebruik deze bouwstenen in je verdere oriëntatie op de organisatie van jouw reputatiemanagement. Zo garandeer je nu alvast dat de aanpak die je uiteindelijk kiest professioneel is en past bij jouw doelen. Meer lezen over reputatiemanagement? Dit zijn 5 manieren om in no-time je reputatie te meten.

 

Coosto

Hoe gebruik je social media monitoring?

1. Het analyseren van lopende campagnes

Als je social media strategie staat en je begint campagnes te draaien, dan zijn (tussentijdse) resultaten belangrijk. Hoe worden bepaalde social posts ontvangen? Op welke kanalen en tijdstippen wordt een update beter gelezen? Hoeveel potentieel bereik leveren al je inspanningen op? Welke (invloedrijke) personen hebben het over je merk of campagne? Door te monitoren, krijg je antwoord op die vragen. Zo kun je bijsturen waar nodig, of misschien wel je toekomstige content aanpassen omdat het niet converteert.

2. Werken aan je reputatie

Wat wordt er over je gezegd? Door wie? Hoe invloedrijk zijn die personen? En met welk sentiment wordt er over je merk gepraat? Een aantal vragen die centraal staan bij reputatiemanagement. Dankzij monitoring ben je in staat tijdig een stijging of daling in sentiment te signaleren. Dat geeft je de mogelijkheid om in te spelen op kansen die je merkreputatie helpen te versterken, maar kan ook een crisis voorkomen.

Dat monitoring belangrijk is, ervoer de Rabobank een paar jaar geleden. Alexander Klöpping (CEO Blendle) liet zich negatief uit over de bank, wat veel reacties opriep.

Bij de Rabobank kun je 15 maanden je transacties online terugkijken. Voor de rest moet je betalen. €5 per afschrift. Fuckers.

— Alexander Klöpping (@AlexanderNL) July 28, 2014

Doordat Rabobank dit op tijd signaleerde, kon ze tekst en uitleg geven bij deze regelgeving. En ook al werd het probleem daar niet mee opgelost, de uitleg werd wél gewaardeerd. Een goed voorbeeld dat laat zien hoe Rabobank aan het roer staat van haar reputatie.

@Rabobank echt, laat ff iemand uitproberen hoe het rekening-opheffen-proces is aan klantkant. It’s not pretty. Maar dank voor de reactie.

— Alexander Klöpping (@AlexanderNL) July 28, 2014

3. De doelgroep leren kennen

Misschien staan er al buyer persona’s centraal in je marketingstrategie. Maar die zijn vaak gebaseerd op kwalitatief onderzoek. De aannames die je doet op basis van dat kwalitatief onderzoek, kun je toetsen met monitoring. Specifieke content publiceren en monitoren (hoe wordt het ontvangen?) levert je inzichten op.  Inzichten waardoor je jouw doelgroep beter leert kennen. Je scherpt zo je persona’s aan, maar misschien ook wel je product. Luisteren naar je doelgroep wil namelijk ook zeggen dat je ervaringen en reviews tegenkomt. En ook die geven relevante inzichten. Monitoring wordt daarom ook vaak ingezet om producten of diensten te verbeteren.

Starbucks heeft dit goed aangepakt via ‘My Starbucks Idea’. Klanten kunnen hier ideeën en suggesties geven met betrekking tot de producten en diensten van Starbucks. Zo leren ze niet alleen de behoeftes van hun doelgroep beter kennen, maar zijn ze ook in staat aanpassingen door te voeren als een grote groep hier om vraagt. Als Starbucks gebruikmaakt van social media monitoring, zien ze daarbij ook de suggesties die niet rechtstreeks aan de keten gericht zijn.

Thanks for the suggestion! ? You can share your idea with us on our website: https://t.co/4VdT6jrspU

— My Starbucks Idea (@MyStarbucksIdea) December 12, 2016

4. Social benchmarking

Monitoring geeft statistieken en inzichten, maar hoe weet je hoe je deze inzichten moet interpreteren? Een potentieel bereik van 80.000 zegt namelijk niks als je het nergens mee kan vergelijken. Om die reden is social benchmarking belangrijk. Dat doe je bijvoorbeeld door je resultaten af te zetten tegenover een vorige periode. Óf tegenover de concurrentie. Welke social kanalen gebruiken ze? Hoe vaak plaatsen ze iets op social? Hoeveel engagement krijgen ze op social posts? Gebruik de inzichten uit monitoring om te vergelijken.

Een start maken met social media monitoring is dus één, maar bepaal van tevoren altijd eerst je doel. Probeer daarbij niet in de verleiding te komen om teveel tegelijkertijd te willen monitoren. Richt je pijlen op een toepassing die voor jouw organisatie momenteel het meest relevant is en begin klein. Zodra je eerste resultaten intern kunt delen – en daardoor een steeds groter draagvlak krijgt – loont het zich om monitoring in te zetten voor meerdere toepassingen.

Weet je waar je social media monitoring voor wilt gebruiken maar weet je nog niet wat je dan moet monitoren? Lees dan het blog 'social media monitoring: wat je moet meten', zodat je er vandaag nog mee aan de slag kan.

Coosto

Waarom social media monitoring de basis zou moeten zijn van reputatiemanagement

De geijkte methode van reputatieonderzoek is al jaren hetzelfde. Door middel van groepsdiscussies, vraaggesprekken en/of surveys ga je voor al je stakeholdergroepen na wat hun oordeel is over jouw organisatie. De diepgang en ook de validiteit van deze methodes zijn grote voordelen, maar er kleven ook steeds belangrijkere nadelen aan.

Sociale wenselijkheid

Naast het feit dat traditioneel reputatieonderzoek relatief duur is, kan het in sommige gevallen ook sociaal wenselijke antwoorden opleveren. Ga maar na: je stelt namens een bedrijf of merk vragen aan mensen over datzelfde bedrijf of merk. Die zullen in sommige gevallen (onbewust) geneigd zijn om hun antwoorden net iets anders te formuleren.

Social media monitoring aan de andere kant is een instrument waarbij niets gevraagd wordt aan stakeholders. Je observeert simpelweg wat zij uit eigen beweging online plaatsen over jouw merk of product. Ongenuanceerd en ongefilterd. Eerlijke input, die daardoor een stuk betrouwbaarder is.

Tijd en geld

In een samenleving waarin meningen zo veranderlijk zijn als het weer, is het belangrijk om zeer regelmatig uitgebreid stil te staan bij de manier waarop er over je wordt gesproken. Je reputatie in januari kan in maart immers alweer compleet veranderd zijn. Traditioneel reputatieonderzoek is daarbij een tijdrovend en duur proces, waar soms wel maanden overheen gaan. Op het moment dat het onderzoeksrapport op je bureau belandt, zijn de uitkomsten allang niet meer actueel.

Met social media monitoring gaat het meten en analyseren van data gemakkelijker en sneller. Het dataverzamelingsproces gaat zelfs volledig automatisch. Het enige wat je nodig hebt is een zoekterm. Het hele proces kost daardoor minder geld én tijd, waardoor je resultaten altijd actueel zijn. Social media monitoring is bovendien een continu proces, waardoor je patronen kunt gaan spotten in de ontwikkeling van je reputatie. Zelfs het effect van één enkele actie van je (corporate) communicatieafdeling wordt daarmee zichtbaar.

Steekproefomvang

Rond de 95% van de Nederlandse huishoudens heeft toegang tot internet, en gesprekken en meningen over organisaties zijn steeds vaker online te vinden. Die gesprekken worden daardoor alsmaar waardevoller en betrouwbaarder voor reputatieonderzoek en met social media monitoring vind je ze allemaal. Feitelijk maak je dus niet eens gebruik van een steekproef: je neemt iedereen die ook maar iets te zeggen heeft over je bedrijf automatisch op in je onderzoek. Bij traditioneel reputatieonderzoek gaat een grotere steekproef altijd gepaard met hogere kosten en een langere looptijd.

Conclusie

Mijn betoog in een notendop: traditioneel reputatieonderzoek is nog altijd een waardevolle aanvulling, maar anno 2018 zou social media monitoring de kern moeten zijn van reputatieonderzoek. Snelheid, kostenefficiëntie en inzicht in de ontwikkeling van je reputatie zijn daarvoor de belangrijkste argumenten. Doordat social media monitoring het mogelijk maakt dat je reputatie regelmatig wordt gemeten, kun je je reputatie aantoonbaar verbeteren. Reputatiemanagement wordt daardoor eindelijk één van de georganiseerde kerntaken van communicatieafdelingen.

Coosto

Online reputatiemanagement: 5x zo meet je in no-time je online reputatie

Omdat de invloed van ‘online’ op reputaties steeds groter wordt, is een social media monitoring tool een praktisch, slim en gemakkelijk instrument om reputaties te meten. Zo’n tool kan openbare online gesprekken in kaart brengen, zodat je zicht krijgt op wat er allemaal over jouw merk of organisatie gezegd wordt.  

Er zijn in social media monitoring verschillende indicatoren die iets zeggen over je reputatie. Welke je precies gebruikt, hangt af van je eigen wensen en doelen. Maar hoe meer indicatoren je gebruikt, hoe completer je reputatiemeting. Uiteindelijk is het vooral belangrijk dat je consequent bent in je meting, zodat je eerlijke vergelijkingen maakt (met een eerdere periode of met de concurrentie bijvoorbeeld).

Gebruik (een combinatie van) deze indicatoren om je reputatie te meten:

1. Share-of-volume

De ‘share-of-volume’ is het aandeel dat jouw organisatie heeft in de totale discussie rond jouw branche, markt of sector. Je vergelijkt het aantal berichten over jouw organisatie met het aantal berichten over je concurrenten. Het is een kwantitatieve manier van reputatiemeting, in die zin dat de share-of-voice inhoudelijk nog niet zoveel zegt. Het is echter een belangrijke indicator als je de grootte van je organisatie, merk of product wilt meten ten opzichte van de concurrentie.

Zorg ervoor dat je ook zeker de gerelateerde reacties meeneemt. Dit zijn reacties waarin over je merk wordt gesproken, terwijl je er niet expliciet in genoemd wordt. Denk bijvoorbeeld aan een post als 'Wat een fijne service van VGZ', met een reactie daarop die luidt 'Inderdaad, heel goed!'

Jouw merk

Meet je online reputatie door de share-of-volume in kaart te brengen.

Concurrenten

Share-of-volume is een belangrijke indicator voor je online reputatie.

Je share-of-volume bereken je met behulp van de volgende formule:

Y = (X1 / (X1 + X2)) * 100

X1 = aantal berichten over jouw merk
X2 = aantal berichten over je concurrentie
Y = share-of-volume in %

In bovenstaand voorbeeld zou je share-of-volume zijn: (1340 / (1340 + 2586))*100 = 34,1%.

2. Sentimentanalyse

Een sentimentanalyse maakt onderscheid tussen positieve, negatieve en neutrale berichten. Neutrale berichten zijn berichten waar geen waardeoordeel in zit, bijvoorbeeld ‘Ik heb net tv-programma X gekeken’. De verhouding tussen deze drie is een goede indicatie voor het oordeel dat mensen hebben over je organisatie in een bepaalde periode. Bij een plotseling negatief dal weet je zo bijvoorbeeld dat je in actie moet komen

Hoewel er in een sentimentanalyse al meer kwalitatieve aspecten zitten (je weet of er vooral positief of negatief gesproken wordt), blijft het een overwegend kwantitatieve manier van reputatiemeting. Een veelgebruikte classificatie voor online reputaties is bijvoorbeeld de Net Reputation Score (NRS). Dit is het aandeel positieve berichten minus het aandeel negatieve berichten voor een organisatie of merk. Door ze te vergelijken door de tijd, krijg je ook zicht op de ontwikkeling van je reputatie.

Meet je online reputatie bijvoorbeeld met activiteit en sentiment.

In bovenstaand voorbeeld is de Net Reputation Score voor september 2017 (10%-4%=) 6%.

3. Trending topics

Cijfers zijn zoals gezegd heel bruikbaar om je reputatie te kwantificeren. Maar het is vervolgens ook belangrijk om na te gaan waarover dan veel wordt gesproken. Graaf een laag dieper. Waarover zijn mensen precies positief en negatief? Op die manier kun je de sterktes en zwaktes (volgens je publiek) van je organisatie onderzoeken.

Zo staan hieronder de trending topics rond Jumbo Supermarkten. Deze word cloud laat zien dat er veel over Jumbo wordt gesproken in relatie tot andere supermarkten en andere steekwoorden als ‘reclame’, ‘aanbod’ en ‘klanten’. Het sentiment is overwegend positief: 33% is positief en 10% is negatief in deze periode. Door verder te klikken op een term, krijg je te zien hoe er over dat specifieke nieuws, bedrijfsonderdeel of een bepaalde campagne wordt gesproken.

Online reputatie aan de hand van positieve en negatieve berichten.
Meet je online reputatie bijvoorbeeld met een wordcloud in Coosto.

Zo levert klikken op ‘boodschappen bij de voedselbank’ onderstaande, nieuwe trending topics op. Daaruit blijkt dat er overweldigend positief wordt gesproken over het voornemen van Jumbo om elke supermarkt een samenwerking met een voedselbank aan te laten gaan. Die campagne heeft dus duidelijk een positieve bijdrage gehad aan de merkreputatie van Jumbo.

Meet het resultaat van campagnes
Trending topic cloud Jumbo: voorbeeld van meten online reputatie.

4. Invloedanalyse

De invloedanalyse is een goede manier om te achterhalen hoeveel invloed je hebt binnen het gesprek over jouw merk. Zo zie je in onderstaand voorbeeld dat Avans Hogeschool in de top 10 staat met een behoorlijk invloedrijke positie in het gesprek rond haar merk. Hoe meer invloed je als merk hebt in de discussie over je vakgebied, hoe meer je als autoriteit gezien wordt. Ook dat is een belangrijke indicator voor je reputatie.

Meet je online reputatie door auteurs te analyseren.

Een invloedscore van een auteur is geen vaststaand gegeven, maar afhankelijk van het onderwerp in de zoekterm. Zo heeft Avans Hogeschool in de gekozen tijdsperiode een keurige invloedscore van 4,7 in het gesprek over haar eigen merk, maar zelfs een 7,9 rond het onderwerp ‘studenten’.

5. Share-of-voice (mediabereik)

Een vijfde indicator voor je reputatie is je mediabereik. Natuurlijk is het fijn als er veel en positief over je wordt gesproken door invloedrijke mensen. Maar als die berichten door een handjevol mensen worden gelezen, is de invloed ervan op je reputatie te verwaarlozen. Met media reach bekijk je hoeveel mensen in aanraking zijn gekomen met de berichten over je merk. Dat getal zet je af tegen de concurrenten. Zo bepaal je jouw aandeel in het totale bereik van de markt: share-of-voice.

De eerdergenoemde sentimentsanalyse wordt ook hierin doorgevoerd: hoeveel views krijgen de positieve berichten en hoeveel de negatieve berichten? Een analyse van je mediabereik kun je dus zien als een verlengstuk van je share-of-volume. 

Meet je online reputatie door de share-of-voice te berekenen.

Je share-of-voice bereken je met behulp van de volgende formule:

Y = (X1/(X1 + X2)) * 100

X1 = aantal views over jouw merk
X2 = aantal views over je concurrentie
Y = share-of-voice in %

In bovenstaand voorbeeld zou je share-of-voice zijn: (1.818.594 / (1.818.594 + 4.336.994))*100 = 29,5%

Dat waren ze: vijf indicatoren die samen een accuraat beeld van je reputatie geven. Door ze te onderzoeken en periodiek vast te leggen, ontdek je veranderingen, patronen en trends in je reputatie. De volgende stap? Stel doelen en gebruik de gegevens die deze indicatoren je aandragen als hulpmiddel om je reputatie aantoonbaar te verbeteren. Ga bijvoorbeeld voor 10% meer share-of-voice, 25% meer mediabereik of een invloedscore die 5 punten hoger ligt. 

 

Coosto

Help, mijn bedrijf is in een reputatiecrisis beland!

Reputatiecrisis. Meteen het onderwerp waar ik het over wil hebben. Want hoewel we allemaal wel weten wat we bedoelen met ‘een crisis’, is het toch nog vaak een onderschat onderdeel van een communicatiestrategie. Een crisis kan je reputatie namelijk een flinke knauw geven, al helemaal als je er niet op voorbereid bent. Voordat we echter ingaan op de impact van een reputatiecrisis, zetten we eerst de definities uiteen.

Het verschil tussen reputatiecrisis, crisiscommunicatie en crisismanagement

Een reputatiecrisis is een plotselinge, negatieve situatie die direct impact heeft op het oordeel dat je stakeholders over je organisatie hebben. Een situatie die bij het management als een crisis wordt beleefd, maar waar stakeholders zeer mild op reageren, noemen we dus geen reputatiecrisis. Daarnaast zijn er crises die een enorme impact kunnen hebben op een organisatie (denk aan een grote brand), maar die geen invloed hebben op de reputatie. Gelukkig zijn er 3 manieren om een reputatiecrisis te bestrijden.

Met crisiscommunicatie bedoelen we alle communicatie voor, tijdens en na een crisissituatie om de impact van de crisis op je reputatie te beperken.

Crisismanagement omvat naast crisiscommunicatie ook alle andere processen die je voor, tijdens en na een crisis onderneemt. Denk aan het nemen van beleidsinhoudelijke beslissingen of het ondersteunen van gedupeerden. 

Welke impact heeft een reputatiecrisis?

Een reputatiecrisis betekent dus dat je klanten, aandeelhouders, medewerkers, leveranciers en al je andere stakeholders in korte tijd een negatiever oordeel over je organisatie krijgen. In het geval van Pepsi is dit alleen al te zien in de explosieve stijging van negatief sentiment.

Een reputatiecrisis heeft grote gevolgen voor bedrijven.

De commotie had daarbij een enorm bereik. Alleen al de zoekwoorden “pepsi reclame” tijdens én na het uitzenden van de reclame zijn goed voor miljoenen views.

Reputatiecrises hebben grote gevolgen, laat ook de Pepsi-reclame zien.

Je kunt je dus wel voorstellen dat de reputatie van Pepsi leed onder dit negatieve sentiment. Maar het kan ook verdere gevolgen hebben voor de organisatie. Waar moet je dan aan denken?

a. Aandelenkoers

Een reputatiecrisis heeft vaak direct impact op de aandelenkoers, waardoor drastische waardevermindering om de hoek ligt. Dit was bijvoorbeeld te zien bij kredietregistratiekantoor Equifax. Een hack zorgde ervoor dat de gegevens van 143 miljoen Amerikanen op straat belandde. Dat is al een crisis op zich, maar Equifax besloot het voorval – wat zich afspeelde tussen mei en juli 2017 - pas bekend te maken in september. De koers van het aandeel daalde gelijk met 17%.

Equifax
Bron: Nasdaq

b. Omzet

Een reputatiecrisis kan ook flinke invloed hebben op de motor van je bedrijf: omzet. In het geval van Pepsi is er druk gespeculeerd door de financiële analisten of het al dan niet invloed heeft op de verkoop van de frisdrank. Zo geeft een financiële analist aan dat hij een negatieve impact op de verkoop verwachtte, al zou die periode van korte duur zijn. Hij geeft aan dat consumenten relatief snel weer doorgaan met de orde van de dag, mits de media dit ook doet.

c. Merkwaarde

Een reputatiecrisis kan ook negatieve gevolgen hebben op je merkwaarde. Hoewel er geen duidelijke correlatie te vinden is bij Pepsi en haar veelbesproken reclame, zien we dit wél terug bij financiële dienstverlener HSBC. De bank heeft te maken gehad met allerlei aantijgingen, variërend van witwassing tot belastingontduiking. 

In de merkwaarde van de bank zien we dit in 2017 nog steeds terug. Met een daling van maar liefst 18% heeft HSBC vandaag de dag nog ‘maar’ een merkwaarde van $11.4 miljard.

d. Andere effecten

Een reputatiecrisis kan ook negatieve gevolgen hebben voor andere elementen van je organisatie. Denk bijvoorbeeld aan dalende medewerkerstevredenheid, omdat medewerkers niet langer trots zijn voor een mooie, sterke en gewaardeerde organisatie te werken. Ook je Human Resource Management kan lijden onder een reputatiecrisis. Of klanttevredenheid, omdat je product zijn stoere, hippe of duurzame karakter verliest door een merkcrisis.

Kortom: een reputatiecrisis is vervelend, maar de gevolgen die de crisis vervolgens heeft op de rest van je organisatie zijn vaak nog veel groter. In sommige gevallen zelfs catastrofaal. Maar die impact is geen vaststaand gegeven. Door een crisis goed aan te pakken, kun je de gevolgen ervan voor je organisatie beperken. Zorg dat je weet hoe je moet handelen en geef crisismanagement een plek in je organisatie. Noud Bex, eigenaar en oprichter van Bex* communicatie, vertelt er alles over in dit interview.

Want geloof me: daar pluk je de vruchten van op het moment dat het misgaat.

 

Coosto

QUIZ: wat weet jij van social media monitoring?

Coosto

ING zegt lezing Kevin Spacey af. Verstandig?

Een goede vraag.

In zo’n geval ligt je reputatie namelijk ineens ongewenst in een extreem gevoelige weegschaal. Eén kleine verkeerde beslissing en de publieke opinie keert zich tegen je. ING heeft het hoofd echter koel gehouden en is daarmee een schoolvoorbeeld van strak reputatiemanagement. Houd de volgende tips in je achterhoofd als een reputatiecrisis je het vuur aan de schenen legt.

1. Neem de tijd als die leidt tot een betere beslissing

"We willen eerst meer informatie en meer duidelijkheid, voordat we beslissingen nemen." - 30 oktober

ING werd natuurlijk volledig verrast door het nieuws, en ondanks het feit dat alle ogen gericht werden op de bank, bleef ING rustig. Het besefte dat 29 november nog ver weg was, en liet zich niet opjagen. Dat betekent allerminst dat de communicatieadviseurs achterover in hun stoel leunden, want ING hulde zich niet in stilzwijgen. Dankzij bovenstaand antwoord wist Nederland dat het de bank wel degelijk bezighield.

2. Communiceer geen voorlopige beslissingen

"Ik ga verder niet op beslissingen vooruitlopen." - 30 oktober

Wat je vaak ziet in (dreigende) reputatiecrises, is dat bedrijven voorlopige beslissingen maken: “Op dit moment zien we absoluut geen reden om ons besluit aan te passen”. Later moeten ze daar vaak op terugkomen, en dat kan de geloofwaardigheid van je organisatie aantasten. ING liet de keuze in eerste instantie slim volledig in het midden en zorgde er daarmee voor dat de publieke opinie niet uitgesproken negatief werd.

grafiek 1
Het procesantwoord van ING zorgde slechts voor een zeer licht negatief sentiment

3. Durf knopen door te hakken

“We weten niet of hij het heeft gedaan, maar het feit dat dit soort gesprekken plaatsvinden, leidt af.” - 3 november

Doordat ING de tijd heeft genomen om de situatie uitgebreid te observeren, heeft het een weloverwogen keuze kunnen maken. Wat de bank slim doet, is de discussie klein houden. Het bedrijf mengt zich niet in de discussie over schuld of onschuld, maar beperkt zich tot de vraag of het verstandig is dat Spacey aansluit bij het ondernemersevenement. Conclusie volgens ING? Nee. En de bank zegt Spacey af.

ING dumpt Kevin Spacey voor business boost live. Ergens jammer maar zo terecht. https://t.co/Ky0BUMWs38 via @telegraaf

— Wouter de Rijk (@wouterderijk) 3 november 2017

ING lijkt de discussie goed te hebben gemonitord, want het Nederlandse publiek oordeelt positief over de keuze van de bank. Dat is duidelijk te zien aan de piek in positief sentiment vanaf het moment dat ING haar beslissing kenbaar maakte.

grafiek 2
Het uiteindelijke besluit van ING levert de bank positieve berichten op

De uitkomst? ING heeft deze situatie perfect opgelost. Een mooi voorbeeld van het feit dat reputatiemanagement meer is dan alleen damage control. Deze crisissituatie leert ons daarbij een belangrijke les: als je een reputatiecrisis goed en doordacht aanpakt, kun je de publieke opinie aan jouw kant krijgen.

Coosto

Dichter bij je doelgroep dankzij social data

Meestal wordt kennis van een doelgroep gebaseerd op aannames of kwalitatief onderzoek binnen een kleine populatie. Groepsdiscussies, interviews en panels. Het idee daarachter? Als je heel veel weet over een kleine groep mensen, krijg je feeling bij de interesses, drijfveren en het mediagebruik van de grote groep.

Een heel goed begin, maar meestal stopt doelgroeponderzoek daar. En dat is om deze drie redenen echt onverstandig.

1. Actions speak louder than words

Je hebt er vast weleens over gehoord en er is wetenschappelijke basis voor: wat we zeggen, is niet altijd wat we doen. Als we willen weten wat onze doelgroep bezighoudt, komen we vaak uit op één oplossing: we gaan het ze vragen. Maar we kunnen lang niet altijd uitgaan van de verkregen antwoorden. Uit een artikel van gedragswetenschapper Lucy Hayes en onderzoeker Hanbin Yang Men blijkt dat mensen hun antwoorden aanpassen zodra ze zich bewust zijn van het feit dat ze bestudeerd worden.

We kennen het ook wel als de ‘social desirability bias’. Dit uit zich in sociaal wenselijke antwoorden: de neiging om bepaald gedrag in overdreven vorm over te brengen op de afnemer van het onderzoek. 

"We moeten in doelgroeponderzoek veel meer toe naar observatie van gedrag."

Netflix zag dit terug in de praktijk toen het zijn abonnees vroeg welk soort shows en films ze het meest bekeken. Men gaf aan vooral art-house, diepgaande films en documentaires te bekijken, terwijl downloads lieten zien dat juist vooral de kaskrakers populair zijn onder Netflixers.

We moeten in doelgroeponderzoek daarom veel meer toe naar observatie van gedrag en het stellen van vragen niet altijd als heilige graal beschouwen. Data over mediaconsumptie, socialmediagebruik en ander feitelijk gedrag zijn daarvoor een prima alternatief.
 

2. Van kleine groepsdiscussies naar 'big social data'

Een fout die we nog veel te vaak maken, is dat we er te gemakkelijk van uitgaan dat wat voor een kleine groep mensen geldt, ook zo is voor de rest van de populatie. “5 van de 5 mensen in je panel houden van paardrijden? Dan houdt jouw doelgroep van paardrijden.” Dat leest nu heel banaal en overdreven, maar in de praktijk maken we ons allemaal weleens schuldig aan dit soort aannames. Terwijl de sleutel voor persoonlijke en nauwkeurige doelgroepkennis niet zit in veel kennis over weinig mensen, maar in weinig kennis over veel mensen.

Misschien contra-intuïtief. 

Want wat zegt het dat 92 procent van de mensen die over jouw merk praten, dat doet op Instagram? Leert je dat al iets over de vrijetijdsbesteding, interesses en drijfveren van die mensen? Nee. Maar het is wel betrouwbare informatie en juist dát is de kracht van social data. Het is informatie die niet zomaar voor één persoon geldt, maar die je kunt toepassen op je gehele populatie.

En zo scherp je je eerdere aannames stapje voor stapje aan tot een feitelijk beeld van je doelgroep. Het vereist een andere mindset om op deze manier met doelgroeponderzoeken om te gaan. Je verwerpt aanknopingspunten niet langer omdat ze incomplete informatie bieden, maar zoekt naar haakjes in de data die je wél hebt. En die vind je niet alleen in de geijkte informatiebronnen als Google Analytics.

"Niets menselijks is een doelgroep vreemd: ze zijn constant in beweging, ontdekken nieuwe interesses en andere media."

Wat kan dat ene gegeven, “92 procent van de mensen die over ons merk praten, doet dat op Instagram”, via social data-analyse aan extra informatie opleveren?

a. Wanneer je doelgroep actief is

Als je weet dat je publiek vooral op Instagram zit, kun je die data verder gaan analyseren. Wanneer zijn de mensen die het meest over je praten online actief? Vooral in de weekenden? In de avonden? Welk patroon herken je in hun gebruik van social media?

b. Wie hun voorbeelden zijn

Welke socialmedia-accounts worden gevolgd door jouw doelgroep en welke van die accounts lokken veel interactie uit? Veel socialmedia-monitoringtools kennen bijvoorbeeld een invloedscore aan accounts toe, waardoor je direct inzicht krijgt in de mate waarin een account invloed heeft op gesprekken binnen je doelgroep. Zo onderscheid je de influencers van ‘reguliere’ accounts.

c. Wat hun interesses zijn en hoe ze erover spreken

Bekijk eens in de trending topics waar je publiek in een bepaalde periode veel over heeft gesproken. Is dat politiek? Sport? Muziek? School of juist werk?

De trending topics kunnen ook helpen om het taalgebruik van je doelgroep inzichtelijk te maken. Als je doelgroep iets als positief beoordeelt, doen ze dat dan met ‘fantastisch’ of ‘supervet’? Je ziet dat je in eerste instantie nog geen enorme hoeveelheid data hoeft te hebben om via een eenvoudig haakje toch behoorlijk wat relevante informatie over je doelgroep te vergaren.
 

3. Van afgerond onderzoek naar continu proces

We markeren doelgroeponderzoek nog te vaak met een vast begin- en eindpunt. Op het moment dat we een doelgroeponderzoek ‘afgerond’ hebben, denken we: mooi, nu kunnen we ze optimaal gaan bereiken. De denkfout: we zien doelgroepkennis als statische gegevens.

Niets menselijks is een doelgroep vreemd: ze zijn constant in beweging, ontdekken nieuwe interesses en andere media. Wat de ene dag nog het favoriete televisiekanaal is, kan de volgende dag alweer passé zijn. Daarom moeten we de stap zetten naar doelgroeponderzoek als een continu proces: doelgroepen niet planmatig onderzoeken, maar via (social) data procesmatig monitoren. 

Zorg ervoor dat je meer gaat observeren en minder gaat vragen. Dat je je focust op je volledige doelgroep en dat je onderzoek gaat zien als continu proces. Laat je niet afschrikken door data die je mist en zie de kleine stukjes informatie die je wél hebt als aanknopingspunt. Probeer er eerst eens achter te komen welke kanalen je doelgroep gebruikt, wanneer ze actief zijn of wie ze volgen. Je zult zien dat de inzichten niet alleen leiden tot een verrijkt doelgroepprofiel, maar dat je ook steeds relevanter wordt.

Zo zorg je ervoor dat je een stuk dichter bij de ‘sweet spot’ komt: de plek waar jouw content precies de juiste snaar raakt en inspeelt op de passie en pijnpunten van je klant.

 

Coosto

Het flinterdunne lijntje tussen top & flop in een reputatiecrisis

Een crisis brengt stress met zich mee: logisch. Een overzicht van samengevatte data is daarom onmisbaar. Op één plek zie je direct hoeveel er over je wordt gesproken, door wie en met welk sentiment. Dit zijn belangrijke indicatoren om de ernst van de situatie in te schatten. De impact wordt namelijk niet aan de directietafel besloten, maar juist buiten de organisatie.

"Als het grote publiek vindt dat een incident een crisis is, dan ís het een crisis."

Of een probleem ook echt een crisis betreft, bepaal je per situatie. Een reguliere klacht over de productverpakking is namelijk niet zo ernstig. Je lost de klacht op, legt je crisisplan weer in de la en gaat verder met je reguliere werkzaamheden. Een medewerker die fraude heeft gepleegd, is een ernstiger geval. Communicatie kan een crisis dan niet meer voorkomen: je gaat in zo’n geval direct aan de slag met crisismanagement. De twijfelgevallen zijn echter cruciaal. Wat doe je bijvoorbeeld met een ingrijpende klacht van een klant die dreigt zijn verhaal aan de grote klok te hangen? Jij hebt als communicatieprofessional grote invloed op het verloop van een dergelijk incident.

Want echt: het lijntje tussen top of flop in een reputatiecrisis is flinterdun.

Incident inschatten

Om je rol in zo’n twijfelgeval te kunnen pakken, is het wel belangrijk om direct op de hoogte te zijn van deze klacht, hem serieus te nemen en er snel naar te handelen. Een verkeerde inschatting van het incident kan in een paar uur al het verschil betekenen tussen een behapbare situatie en een enorme crisis.

Algemeen Dagblad

Een case van het Algemeen Dagblad uit de zomer van 2017 maakt het gevaar van onderschatting duidelijk. Op 20 juli verscheen een column van Hanina Ajarai, die enorm veel losmaakte. Onder andere de passage “Ik heb geen seconde getreurd om de slachtoffers, ik ben niet geïnteresseerd in het onderzoek en de rechtszaak en ik sla de meeste berichtgeving over de MH17 over” kwam ook het AD op veel kritiek te staan.

We meten in Coosto maar liefst 4000 negatieve berichten over deze kwestie in een week. De hoofdredacteur was destijds op vakantie en wilde de kwestie pas na zijn terugkomst intern bespreken. De adjunct-hoofdredacteur distantieerde zich namens het AD van de column, maar daar hield het bij op. Dat bleek een onderschatting van de situatie. In de tussentijd bleef Nederland namelijk over het AD heen vallen en kostte het de krant zelfs abonnees. Het negatieve sentiment hield dagenlang aan. Later zou de hoofdredactie aan medewerkers hebben toegegeven dat ze die week ‘niet uitblonken in crisismanagement’.

grafiek AD

Doelstelling

Naast timing is ook het stellen van de juiste doelstelling essentieel voor succesvolle crisiscommunicatie. Eerder heb je kunnen lezen dat crisiscommunicatie drie mogelijke doelstellingen kent: informatievoorziening, betekenisgeving en schadebeperking. De keuze voor deze doelstelling komt zeer nauw, want een foute beslissing kan je reputatiecrisis verergeren.

Trending topics sleepwet
Voorbeeld: de trending topics over de zogenoemde 'sleepwet', een dossier dat menig politicus slapeloze nachten bezorgt.

Gebruik social media monitoring om trending topics en sentimentsverschuivingen te bekijken. Zo krijg je een goed beeld van het gesprek, en dat is belangrijk: daar begint je doelstellingkeuze. Hoe je dat doet? Kijk naar de behoeften die blijken uit de berichten die je hebt gemonitord:

  • Zijn het vooral vragen om informatie? Vinden mensen dat ze te weinig geïnformeerd worden? Doen er veel foutieve geruchten de ronde? Je focus zou dan moeten liggen op informatievoorziening.
     
  • Merk je dat mensen vooral hun emoties tonen? Dat ze verdrietig zijn, gefrustreerd, boos of verward? Je focus zou dan moeten liggen op betekenisgeving. Je toont bijvoorbeeld empathie en begrip voor de gevoelens van het publiek, je neemt stelling in of verkondigt de mening van je organisatie.
     
  • Eisen mensen een handeling van je? Vertoont men gedrag dat je merkreputatie schaadt? Bijvoorbeeld een boycot of protestactie? Leg je focus op schadebeperking. Door te handelen naar de wens van het publiek, of in ieder geval een compromis na te streven, normaliseer je de situatie.

Blokker

Het belang van een goede doelstellingkeuze werd pijnlijk duidelijk in april 2016, toen Blokker een grote bedrijfstransformatie aankondigde die gepaard ging met 390 ontslagen. Daar werd met veel teleurstelling en ongeloof op gereageerd. Een uitgelezen moment om de focus in de crisiscommunicatie op betekenisgeving te leggen. In zijn interviews gaf een Blokker-topman echter vooral informatie over wat Blokker met haar transformatie beoogde. Het publiek miste empathie in het interview, en dat laat de sentimentsanalyse duidelijk zien:

sentiment Blokker

Het inschatten van het incident en de doelstellingkeuze zijn slechts 2 van de 6 fases die je doorloopt tijdens een reputatiecrisis. Alle fases van de crisiscommunicatiecyclus vind je in het whitepaper 'Hoe overleef ik een reputatiecrisis'.