1. Je wil je community versterken
Zoals eerder in dit blog beschreven, draaien communities om gemeenschappelijkheid. Bij community management ga je dus op zoek naar wat jouw doelgroep met elkaar verbindt. Door regelmatig waardevolle content te maken en te delen, bevestig en versterk je die verbinding. Een live event op social media is daarom een heel geschikte manier om in gesprek te gaan over gemeenschappelijke interesses met een groter publiek. Denk maar eens aan de vorm van een webinar, lezing of trainingen. Of nodig meer mensen uit in je live event en maak er een talkshow van of live podcast. Heb je al eens gedacht aan een live release van een product of feature? Het voordeel van een live event is dat je rechtstreeks contact hebt met je kijkers, dus jouw community. Zo kun je direct alle vragen beantwoorden en zien de andere leden die vragen en antwoorden ook.
2. Je creëert je eigen podium
Wanneer je vroeger live jouw doelgroep wilde aanspreken en dit breed wilde uitzenden, was tv zo ongeveer je enige optie. Dat is nu wel anders. Wanneer je een belangrijke boodschap te vertellen hebt, is een live video, met Q&A, een goede optie. Jij bepaalt de boodschap en het moment. Het is een krachtige manier om jouw organisatie neer te zetten. De overheid, maar ook veel nieuwszenders maken gebruik van de live-functie op social media. De persconferenties van de afgelopen weken waren allemaal live te volgen via onder andere Facebook en YouTube.
Net als bij elk event of elke presentatie die je doet, bereid je je natuurlijk voor op een live event. Maar anders dan bij een gewone video die je uploadt, kun je niets knippen uit een live video en komen er geen filters aan te pas. Het is rauw en natuurlijk beeldmateriaal. Live video’s zijn de ideale manier om je merk of organisatie authentiek neer te zetten. En met al het fake news en neppe content om ons heen kunnen we wel wat authenticiteit gebruiken.
3. Je wil veelzijdige content maken
En met veelzijdig bedoelen we: je kunt veel content maken rondom één onderwerp. Net als elk event vergt ook een online event planning en promotie. Je wilt natuurlijk niet dat er geen publiek aanwezig is, wanneer je live gaat. Kondig daarom jouw live-event op tijd aan. Plan en publiceer je social media posts vooruit en zorg dat je jouw doelgroep warm maakt voor jouw online training, talkshow of product release.
Nadat jouw live-event heeft plaatsgevonden, kun je jouw video opslaan en ook weer posten op je tijdlijn of kanaal. Wanneer je een Instagram live-event host dan kun je jouw video ook opslaan in je stories. Zo kunnen jouw volgers de video later terugzien. Verspreid je video het liefst crossmediaal. Zo zorg je voor het grootste bereik van jouw content. En zo maak je de cirkel rond: je kondigt jouw event aan, je host je live-event en gaat in gesprek met jouw doelgroep en naderhand kun je die content gebruiken en verder verspreiden voor de mensen die er niet bij konden zijn. Of om nieuwe mensen aan te kunnen spreken.
Live content aanbieden is een authentieke manier van een boodschap overbrengen aan, en in gesprek te gaan met je doelgroep. Met welk doel ga jij jouw volgende social media live-event organiseren?
Welke factoren spelen een rol?
Iedereen in webcare en community management kan je vertellen dat er een heel klein verschil is tussen een reactie die positief wordt ontvangen en eentje die volledig in het verkeerde keelgat schiet. Het komt onder andere aan op timing, kanaalkeuze en eerder gevoerde gesprekken.
Het is belangrijk om zoveel mogelijk informatie te verzamelen rond een gesprek, omdat je anders zomaar tegen een #fail kan aanlopen. We delen in dit blog 3 lessen, met voorbeelden van missers die het belang van context in klantcontact aantonen.
1. Zorg dat je op de hoogte bent van wat er tegen een collega is gezegd
Als iemand zijn klacht, probleem of vraag heeft uitgelegd aan jouw collega, verwacht hij (terecht) dat ook jij op de hoogte bent van zijn verhaal. Zo’n klant praat voor zijn gevoel namelijk niet met Ruud, Ahmed of Isabella, maar met Merk X of Merk Y. Simpelweg reageren op het laatst verstuurde bericht is onvoldoende voor goede service. Pas als je de achtergrond kent en weet wat deze klant eerder tegen je collega heeft verteld, kun je hem écht goed helpen.
Niet alleen om een inhoudelijk gedegen antwoord te geven, maar ook om de klant de frustratie te besparen van het telkens herhalen van zijn vraag of probleem. De verhalen van telefonische klantenservices waar je je klacht oneindig moet herhalen, zijn bij iedereen ongetwijfeld bekend.
Het kan ook anders. Door je webcare te organiseren in een geavanceerde tool zoals Coosto, zie je het direct als een klant eerder contact heeft gehad met je collega’s. Het voordeel van social is dat je ook nog eens letterlijk de inhoud van die eerdere berichtenuitwisseling ziet en eventuele notities die je collega heeft gemaakt. Want zeg nu zelf, van een reactie zoals die van Ziggo, word je – ondanks je klacht - toch veel vrolijker?
2. Bekijk de volledige gesprekshistorie
Soms is er nog niet eerder contact geweest met een collega, maar is het toch belangrijk om even de berichtgeschiedenis te bekijken. Voordat een merk op social media gementiond wordt met een vraag of klacht, zie je namelijk vaak dat er toch al een hele discussie aan voorafgegaan is. Zoals in het voorbeeld hieronder.
Kijk je in dit gesprek puur naar het bericht dat aan het merk wordt gericht (“Goed bezig jongens!”), zoals in veel webcaresoftware standaard is, dan ontgaat het sarcasme van deze reactie je volledig. Maar door een tool te gebruiken die de volledige gesprekshistorie inlaadt, en door een snelle blik te werpen op de context van het bericht, zie je dat hier juist kritiek wordt gegeven.
Als je dit weet, kun je natuurlijk een veel betere reactie geven. Uitleggen waarom je geen reanimatiecursussen vergoedt bijvoorbeeld, je excuseren, of aangeven dat je de feedback zal aankaarten.
3. Houd zicht op meerdere kanalen
In klantcontact anno 2020 is de klant koning. Als de klant bijvoorbeeld besluit om halverwege zijn klacht- of vraagafhandeling ineens een ander kanaal te gebruiken, is dat zijn keuze. Het is aan organisaties om daar een passend antwoord op te vinden. Maar hoe houd je het overzicht van alle reacties op meerdere kanalen? Hoe voorkom je verschillen in de antwoorden die je geeft per platform? Hoe maak je de ervaring voor de klant zo vlot mogelijk?
Het wordt een beetje eentonig, maar ook in dit geval helpt een webcare-oplossing je al meteen verder. In zo’n tool heb je namelijk niet iemand die specifiek het Facebook-account beheert en een ander die reacties geeft op Twitter. Je beheert vanuit één omgeving alle social media kanalen; WhatsApp, Facebook (Messenger), Twitter, Instagram en YouTube.
Daardoor volg je gesprekken cross-platform en kun je snel schakelen als een klant ineens terugkomt op een vraag die hij veel eerder of op een ander platform heeft gesteld. Snelle standaardantwoorden en gespreksnotities helpen je om verschillen in reacties te voorkomen. Zo krijgt iedere klant op elk platform het juiste, duidelijke antwoord waar hij recht op heeft.
Als je echt de volgende stap wilt zetten in klantcontactervaring, kun je ook overwegen je webcare-software te koppelen aan een CRM-systeem. Zo zie je niet alleen eerdere klantgesprekken op verschillende social-media-kanalen, maar ook bijvoorbeeld e-mail en telefonische gesprekken. Lekker overzichtelijk, alles in één omgeving. Een 360-graden klantbeeld noemen we dat. Voor Coosto is bijvoorbeeld een Salesforce-app beschikbaar die deze connectie realiseert.
Zorg voor goede voorzieningen
Foutjes en missers zijn nooit helemaal te voorkomen, ook niet binnen klantcontact. Je kunt de kans gelukkig wel sterk verkleinen en klanten een positieve ervaring bieden. Daarvoor heb je goede kennis en kunde nodig, én je moet beschikken over faciliteiten die je daarbij ondersteunen. Geavanceerde webcare-software zoals Coosto is onmisbaar. Wil je meer weten? Vraag een gratis demo aan, en we laten je graag zien wat de voordelen voor jou zijn.
Niet iedereen zit in dezelfde situatie en niet elke situatie is even toereikend om in te werken. Dat maakt de belastbaarheid en mogelijkheden van mensen anders nu ze vanuit thuis werken. Hoe houd je contact en verbinding met elkaar? Deze verandering heeft impact op je werk en je taken, maar ook op de sociale kanten van het werk.
Als het gaat om doelen en prioriteiten, kan het zo zijn dat het een en ander verschuift in je werkzaamheden. Dit kan komen door je privésituatie, maar ook doordat de werksituatie zo verandert. Agenda’s zien er anders uit, sommige mensen hebben het drukker of juist veel rustiger. Vergaderingen worden verplaatst naar online ontmoetingen en duren misschien ook korter. Wellicht vallen er opdrachten weg, waardoor je meer ruimte overhoudt. Dit zijn goede momenten om (opnieuw) naar je doelen en plannen te kijken. Maar ook naar de manier hoe je als persoon en als team je werk inricht. De volgende online projectmanagementtools kunnen jou en je team daarbij helpen.
Jira is onze favoriet bij Coosto. Deze tool is eigenlijk ontwikkeld voor software-teams die agile werken. Je kunt sprints inplannen, roadmaps maken, de werkdruk verdelen en bepaalde taken prioriteit geven. Het marketingteam van Coosto gebuikt het om de maandelijkse projecten te plannen en vertaalt dit naar weekdoelen. We starten maandagochtend altijd gezamenlijk de week. Dit doen we nu online, vanuit thuis. Maar onze gezamenlijke routine proberen we te behouden. Dat geeft structuur.
Ik ben zelf fan van to do lijstjes en daar werkt Wunderlist perfect voor. Je kunt allerlei categorieën en subtaken aanmaken in verschillende kleuren en markeringen. En zeg nou zelf: steeds een taak wegstrepen, werkt toch ook gewoon heerlijk?
Trello zit een beetje tussen Jira en Wunderlist in. Je kunt er projecten in aanmaken en het werkproces van je team in de gaten houden. Het werkt tegelijkertijd ook als een soort to-do-list op basis van sticky-notes. And who doesn’t love sticky-notes.
Excelfanaten, meet Airtable: “Part spreadsheet, part database, and entirely flexible”. Met deze tool houd je gemakkelijk overzicht in je werk op een spreadsheet manier. Maar dan met leuke templates en klikbare blokken. Een duidelijk planning en structuur is voor zowel jezelf als voor een team belangrijk. Zeker als je elkaar weinig ziet, kan het helpen om gezamenlijk ergens naartoe te werken zodat je gefocust blijft.
Onderschat de waarde van een goed ingericht intranet niet. Voor degenen die hier al eerder veel tijd in hebben gestoken: now you know it pays off. Niets is zo vervelend als met het hele bedrijf alleen dezelfde online gedeelde mappen tot je beschikking te hebben. En dan te zoeken naar een bestand met als titel: 'final-final.pdf of 'versie_5_DEFINITIEF.docx'. Mocht je niet de luxe hebben van een fijn en overzichtelijk ingericht intranet, dan zijn er allerlei tools die je in ieder geval de mogelijkheid bieden om online goed samen te werken.
In G Suite heb je alles in één. In Google Drive sla je al bestanden op én je kiest zelf met wie je ze wilt delen. Daarnaast werk je gemakkelijk samen in documenten zoals tekstdocumenten, spreadsheets en presentaties. Ook bevat het e-mail en een agenda.
Microsoft Teams is eigenlijk een online projectruimte. Je kunt er gemakkelijk vergaderen (door middel van video en chat) en bestanden delen. Wat ook erg handig is, is dat je externen kunt toevoegen aan je Team.
In de contentkalender van Coosto plan je gemakkelijk al je social media berichten vooruit. Zo behoud je overzicht en structuur. Werken op afstand is supersimpel, doordat je jouw posts online kunt laten checken en er samen aan kunt werken. Met Coosto kun je trouwens ook binnenkomende berichten afhandelen als team. Zo werk je als team aan betere social media prestaties, ook vanuit thuis.
Miro is handig voor productontwikkelaars en UX-designers. Je werkt gezamenlijk op één groot creatief whiteboard dat je kunt blijven uitzoomen. Je kunt er allerlei bestanden in delen. Ook kun je gezamenlijk videobellen.
Hoe ga je ervoor zorgen dat je elkaar regelmatig ziet? Zowel op sociaal als op professioneel vlak is dat belangrijk. Elkaar zien kan op allerlei manieren: een wekelijkse call, een videoboodschap, een dagelijkse team check-in, een virtueel koffie-momentje of de online vrijdagmiddagborrel. Maak afspraken over hoe je gaat communiceren. Spreken jullie elkaar elke week? Chat of mail je elkaar? Door hier van tevoren afspraken over te maken, zorg je ervoor dat er geen complete werk-chaos ontstaat. Tools die daarbij kunnen helpen zijn:
Met Google Hangouts kun je gemakkelijk chatten en videobellen. Ook met meerdere personen bij elkaar in een groep. Handig om snel zaken af te stemmen. In Hangouts heb je daarnaast ook nog de mogelijkheid om je computerscherm online te delen in een video-call.
Eenvoudiger een online meeting inplannen gaat bijna niet: met Whereby stap je direct je online vergaderruimte in. Je hebt geen login of app nodig, maar maakt direct een link naar je vergadering aan in je browser. Het is ook nog eens gratis tot 4 personen. Superhandig!
De echte professionals en intensieve gebruikers vergaderen via Zoom. De tool focust echt op business. Je kan gemakkelijk met grote groepen vergaderen en de tool heeft uitstekende video- en audiofunctionaliteiten.
Met deze app kun je gemakkelijk in groepsverband videobellen. Dit kan met maximaal 8 personen tegelijkertijd. De app is heel simpel in gebruik, maar meer geschikt voor de VRIJMIBO of de virtuele kop koffie dan voor een serieuze vergadering.
Het ziet er naar uit dat we nog eventjes vanuit ons thuiskantoor aan de slag mogen. Hopelijk helpen deze tipjes en tools je op weg!
Bereik? Maar we waren toch op zoek naar clicks? Marketeers zien clicks als dé heilige graal op social media. Likes, shares en comments zijn slechts leuke bijvangst. En dat is niet helemaal terecht.
Toegegeven, het grote geld wordt inderdaad verdiend in webshops en op websites - alles wat achter die waardevolle click zit. Maar waardevolle clicks komen pas tot stand als je ook echt een grote groep mensen bereikt met je post.
Het gaat tegen je gevoel in, maar als je een niet-gesponsorde social media post wilt optimaliseren voor clicks, moet je hem juist optimaliseren voor bereik. En dat doe je door te focussen op andere vormen van interactie (likes, shares en comments). Dat zit zo:
Bereik en interactie hebben in de meeste social media algoritmes een onderling versterkende werking. Hoe vaker mensen de interactie aangaan met je post, hoe vaker een platform je post gaat vertonen, hoe meer interactie je ontvangt, hoe vaker je post vertoond wordt, enzovoort.
Je zou dus vooral posts moeten maken die deelbaar zijn, die veel geliket worden en waar mensen graag op reageren. Stel bijvoorbeeld vragen, deel humoristische content of bedenk pakkende inhakers.
De gemiddelde click-through rate (CTR) van dit soort posts is meestal relatief laag. Maar doordat je bereik zo groot is geworden door alle likes, reacties en deelacties, kan het absolute aantal clicks flink oplopen.
Een fictief rekenvoorbeeld: we vergelijken een post die volledig geoptimaliseerd is voor clicks (A), met een een post die veel likes en shares ontvangt, maar waar relatief weinig op geklikt wordt (B).
Je ziet dat post B je in absolute aantallen meer oplevert, ondanks een lager percentage clicks.
Je kunt zelf de proef op de som nemen door je eigen Facebook-feed eens te openen. Let vooral op (niet-gesponsorde) posts van pagina’s die je zelf niet volgt. Je ziet dat deze berichten vooral veel geliket en gedeeld zijn, en er wordt massaal op gereageerd, al dan niet met een tag. Precies dat is de reden dat jij dit bericht te zien krijgt en er misschien wel op klikt. Optimaliseren voor bereik is dus stap 1 naar meer clicks uit je organische social media posts.
Tip: automatisch je posts optimaliseren voor bereik op basis van datagedreven en realtime adviezen? Dat doe je met Post Optimizer in Coosto. Voor iedere social media post krijg je advies op maat, volledig op basis van dat moment.
Huh, dit was stap 1 toch al? Nee, want er is een verschil tussen bereik en views. Je post kan wel vertoond worden, maar dat wil nog niet zeggen dat hij gezien wordt.
Daarom moet je letterlijk opvallen tussen duizenden berichten die strijden om de beperkte aandacht van jouw doelgroep. Je moet ervoor zorgen dat die gebruiker bij jouw post héél even stopt met scrollen: thumb-stopping content.
De mogelijkheden daarvoor zijn binnen de meeste platformen beperkt. Je kunt bijvoorbeeld geen ander lettertype, lettergrootte of kleur kiezen. Zo behoudt iedere post een gelijke uitgangspositie. De uitzondering daarop is de vormgeving van media die je toevoegt, zoals emoji, video’s en afbeeldingen.
Je kunt daarmee wel degelijk opvallen. Het is over het algemeen slim om afbeeldingen en video’s te maken of te kiezen met opvallende kleuren, veelzeggende beelden en gezichten. Die hebben meer stopping power dan objecten of teksten in beeldmateriaal.
Waarschijnlijk hoeven we niet uit te leggen welke van onderstaande Facebook-posts het meest opviel en - mede daardoor - het grootste aantal clicks scoorde?
Data-gedreven marketing is een strategie waarin data van bestaande en potentiële klanten wordt gebruikt om betere keuzes te maken. Met data kun je bijvoorbeeld relevantere content voor jouw doelgroep maken. Je hebt niet per se veel data (big data) nodig om data-gestuurde keuzes te maken. Veel problemen of vraagstukken kun je ook oplossen met beperkte informatie. Je moet daarvoor wel weten wat je wil bereiken.
Bij data is het belangrijk dat je duidelijke vragen opstelt waar je een eenduidig antwoord op kunt geven. Een te vage probleemstelling is lastig om te beantwoorden met data. Dus ‘Hoe kan ik betere content maken?’ is niet concreet genoeg. Te groot, te vaag. Blijf doorvragen en kom tot de kern van wat je eigenlijk wilt weten. Verwerk ze vervolgens in zo klein mogelijke vragen als “Waar moet ik over schrijven?”, “Welke hashtags moet ik gebruiken” of “Wanneer moet ik mijn content op social media posten?”. Dat zijn concrete vragen die je ook als ‘data-dummie’ gemakkelijk kunt beantwoorden. We laten het zien aan de hand van drie voorbeelden.
Je probeert natuurlijk altijd onderwerpen of thema’s aan te kaarten die jouw doelgroep interessant vindt. De traditionele manier om dit aan te pakken is een lijstje met onderwerpen te maken die over jouw merk of organisatie gaan. Je houdt bijvoorbeeld in het nieuws bij of er in de actualiteiten iets speelt waarop je kunt inhaken.
Maar je kunt dit ook data-gestuurd aanpakken. Dan ga je niet zomaar het journaal kijken of NOS.nl lezen, maar in Google Trends zoeken naar onderwerpen. Daar zie je direct hoe vaak erop gezocht wordt en in welke regio. Deze cijfers kun je gebruiken om de relevantie van een bepaald onderwerp te bepalen; is een bepaald thema ‘groot’ genoeg om over te schrijven?
Pro-tip: wanneer je gebruik maakt van een social listening tool, kun je gericht zoeken op actuele thema’s en trending topics gerelateerd aan jouw merk of product. Stel je schrijft content voor een interieurdesigner. Welke onderwerpen worden dan rondom interieur nog meer besproken?
Uiteindelijk wil je natuurlijk dat jouw content bekeken wordt door een groter publiek dan alleen jouw volgers. Via social media kun je gemakkelijk je bereik vergroten door middel van hashtags. Hoe kies je de hashtags die voor jouw merk relevant zijn en jouw content versterken? Op X kun je handmatig trending hashtags volgen en monitoren. Zo heb je altijd een overzicht van wat op dat moment actueel is. Een nadeel is dat dit vaak erg brede onderwerpen zijn en je juist hashtags zou willen die specifiek zijn voor jouw doelgroep en boodschap.
Wanneer je wel al een scherp beeld hebt over onderwerpen die relevant zijn voor jouw doelgroep, dan kun je gebruik maken van samenvattende data. Bijvoorbeeld met behulp van een hashtag generator, zoals All Hashtag. Zo’n tooltje zoekt dan op basis van bestaande data hashtags die passen bij jouw onderwerp. Het nadeel is dat het voornamelijk hashtagvariaties zijn. Dit zorgt wel voor verbreding, maar niet per se voor verdieping in jouw bereik.
Pro-tip: Eigenlijk wil je een combinatie van de twee: actuele trending hashtags die relevant zijn voor jouw doelgroep en product, en je dus helpen aan meer bereik. En dat kan met een social media tool.
Natuurlijk wil je dat jouw content daadwerkelijk gezien wordt door jouw doelgroep. Het zou zonde zijn dat je content maakt en deze niet gezien wordt, omdat jouw publiek op dat moment niet online was. En hoe simpel dat ook klinkt; algoritmes van de sociale platformen maken het je niet per se gemakkelijk om jouw content goed te timen. Platformen zoals Facebook en Instagram bepalen voor het grootste gedeelte of en wanneer jouw publiek je content te zien krijgt. Gelukkig biedt Instagram ook inzicht in wanneer jouw eigen volgers het meest online actief zijn. Wanneer je op Instagram een business account hebt, krijg je toegang tot extra statistieken. In die statistieken staat netjes in een grafiek weergegeven op welke dagen en uren jouw volgers het meest actief zijn op het platform. Daar kun je dus je social media posts op afstemmen.
Pro-tip: in Coosto kun je met behulp van heatmaps precies aanduiden wanneer in het jaar er het meeste vraag is naar jouw product. Als het gaat om interieur design zien we dat de meeste berichten worden geplaatst in de periode van februari t/m mei. In het voorjaar dus. Zou dat te maken hebben met lentekriebels en het verlangen naar opruimen en vernieuwen? Naast deze functionaliteit (wanneer in het jaar jouw product relevant is), kun je ook cross-platform inzien wanneer er veel interactie plaatsvindt en je dus zou moeten posten.
Data-gestuurde marketing kan je dus op een laagdrempelige manier helpen om meer inzicht te krijgen in wat jouw doelgroep nodig heeft. Door bovenstaande vragen te beantwoorden kun je jouw content verbeteren en beter laten aansluiten bij de wensen van jouw doelgroep. De gegevens helpen je te begrijpen wat jouw doelgroep leuk vindt en hoe ze omgaan met jouw merk, zodat je content kunt maken die aanslaat, gedeeld wordt en de interactie vergroot. En je hebt gemerkt dat je daar écht geen expert voor hoeft te zijn.
Wist je dat de meeste bezoeken op YouTube plaatsvinden als gevolg van aanbevelingen van YouTube zelf? Net als Netflix maakt YouTube gebruik van Artificial Intelligence (AI) om de 'beste' video's voor kijkers te bepalen (of in ieder geval de persoon wiens account momenteel is ingelogd).
Neal Mohan, Chief Product Officer van YouTube, gaf tijdens de CES (International Consumer Electronics Show) van 2018 toe dat meer dan 70 procent van de video's die je op YouTube bekijkt, te wijten zijn aan suggesties van één van de AI-gedreven aanbevelingen.
YouTube heeft twee hoofddoelen:
1. Kijkers helpen bij het vinden van de video’s die ze willen zien.
2. De interactie en voldoening van kijkers op de lange termijn zo hoog mogelijk houden.
Zoals bij elk social media platform, is de meeste informatie over het algoritme ook bij YouTube geheim. YouTube heeft hier maar beperkt informatie over vrijgegeven. Ze publiceerden in 2016 wel een whitepaper (Deep Neural Networks for YouTube Recommendations) waarin ze het een en ander over hun AI uitleggen.
We weten uit het whitepaper dat de AI gebruikt wordt om de tevredenheid van kijkers bij te houden. Het doel is om een verslavende, gepersonaliseerde stroom van aanbevelingen te creëren. De AI leert te achterhalen hoe blij een kijker is met elke video die hij afspeelt, en past vervolgens de toekomstige aanbevelingen aan om te proberen het huidige niveau van tevredenheid te vergroten en te overtreffen.
Om dit voor elkaar te krijgen, maakt YouTube gebruik van twee neurale netwerken: De eerste filtert de video's om te bepalen welke content aan te bevelen als ‘Next Up’-video. Dit doet het netwerk door een label aan de content te geven en het in categorieën in te delen. Het tweede neurale netwerk geeft elke video een score op basis van een reeks factoren. Het algoritme lijkt rekening te houden met hoe nieuw een video is, en de frequentie van uploads op het kanaal dat de video heeft geplaatst.
Het algoritme is overigens geen beoordelaar van films. Het is niet ontworpen om te bepalen hoe ‘goed’ een video is. Het is bedoeld om voorstellen te doen in video's die de specifieke kijker zou willen bekijken.
Het algoritme verandert continue en die verandering uit zich in hoe zwaar een bepaalde factor binnen het algoritme weegt. De volgende 5 factoren zijn volgens YouTube van invloed op de video’s die het algoritme voor je kiest.
1. Het type content dat een kijker regelmatig bekijkt (en de typen die hij of zij bijna nooit bekijkt). Wanneer je bijvoorbeeld 95% van je YouTube-tijd besteedt aan het bekijken van muziekvideo's, zal het algoritme je voornamelijk andere muziekvideo’s aanbieden.
2. Deze splitsen we in twee categorieën:
De tijd die mensen nemen om een bepaalde video te bekijken. Word je video tot het einde bekeken of haakt je publiek al na een paar seconden af?
De sessietijd, dus hoe lang zijn mensen daadwerkelijk op YouTube?
3. De snelheid waarmee een video populair wordt (of juist niet). Er is waarschijnlijk wel wat speelruimte voor wanneer een video voor het eerst wordt geüpload. Zo krijgt hij de tijd om een reputatie op te bouwen.
4. De frequentie in hoe vaak een kanaal een nieuwe video maakt en upload.
5. Betrokkenheid en interactie, dus: likes, dislikes, shares, aantal reacties.
Met de volgende tips kun je inspelen op de factoren die invloed hebben op het algoritme:
1. Maak gebruik van een video-format dat jouw publiek gaat herkennen en upload regelmatig video’s. Ook bij YouTube geldt: consistentie en herkenbaarheid is en blijft belangrijk.
2. Maak een aantrekkelijke beschrijving voor je video. Hoe aantrekkelijker de beschrijving, hoe eerder erop geklikt wordt. Gebruik nauwkeurige en geschikte keywords in de titel van je video en in andere metadata. Probeer de beschrijving aan te laten sluiten bij je zoekwoorden en de gegevens die je bij de metadata hebt ingevuld. Op die manier wordt de video beter gevonden én wordt er sneller op geklikt.
3. Zorg ervoor dat je video ondertiteld is. Nogal wat mensen kijken naar YouTube in vanuit een situatie waarin ze geen geluid kunnen afspelen.Je wil ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk blijven kijken en geen reden hebben om af te haken.
4. Maak aangepaste miniaturen (check of je video editing app deze optie heeft).Een verrassend groot aantal kijkers kiest een video simpelweg vanwege een interessant uitziend miniatuurbeeld.
5. Probeer een video te maken die interessant genoeg is om kijkers tot het einde toe vast te houden. Je wil ook een call-to-action aan het einde van je video's opnemen om de kijkers naar een van je andere video's te leiden.
6. Voeg in elke video een sectie toe waarin je jouw kijkers aanmoedigt om zich op je kanaal te abonneren. Hoe meer abonnees je hebt, hoe meer organische kijkers je zou moeten hebben voor je video's. Abonnees die meldingen toestaan, ontvangen ook een melding wanneer je een nieuwe video uploadt.
7. Deel je video zo veel mogelijk. Promoot je YouTube-video's bij elke gelegenheid. Check hiervoor op welke tijden je het beste kunt posten. Vergeet daarnaast niet dat je crosspromotie kunt maken tussen je sociale platforms. Dus, als je bijvoorbeeld video's op YouTube hebt, promoot ze dan ook bijvoorbeeld via Facebook en Instagram.
Hopelijk heb je hiermee een beter beeld gekregen van het YouTube-algoritme en lukt het je om met deze tips de aandacht van de kijker zo lang mogelijk vast te houden. Wil je meer tips op gebied van social media? Bekijk ons whitepaper met 50 social media tips & tricks!
Neem dit advies niet klakkeloos over, maar gebruik het als input voor (aanpassingen in) je tone-of-voice. Check bijvoorbeeld of de uitkomst inderdaad past bij jouw merk en je huidige tone-of-voice.
Grote verschillen tussen merk en tone-of-voice zijn ongewenst, omdat bestaande merkassociaties daardoor verwateren en boodschappen minder krachtig overkomen. Het is dus belangrijk dat er een sterke band is tussen je tone-of-voice en je merkpersoonlijkheid. Daarom is de tone-of-voice generator gebouwd op 5 van de 6 verschillende dimensies van merkpersoonlijkheid, volgens het brand personality spectrum.
Elk merk bestaat uit nuances, connotaties en eigenaardigheden. Toch kun je bovenstaand model voor de globale typering van alle merken gebruiken. Er ontstaan uiteindelijk 32 mogelijke uitkomsten, die je verder kunt aanscherpen voor jouw merk.
SIRE lanceerde deze bijzondere campagne in 2019. De communicatiebranche constateerde dat we met z’n allen steeds onaardiger worden tegen elkaar. Op straat, in het verkeer, maar ook op social media. Daar wilde de Stichting Ideële Reclame wat aan doen. Het resultaat werd de cross-mediale campagne #DOESLIEF.
1. Denk bij elke stap na over het ontwerp
Wanneer je een blog gaat schrijven dan maak je ook een eerste outline of een schrijfplan. Hetzelfde doe je als je nadenkt over de boodschap van een campagne of het opstellen van je social media posts. Denk op dezelfde manier na over de vorm van je content en hoe het eruit gaat zien. Zie het design niet als bijzaak en neem vorm en ontwerp ook mee in je content planning. Denk bij het ontwikkelen van nieuwe concepten niet alleen aan: ‘Hoe kan ik hier op een boeiende manier over schrijven’? Maar ook: ‘Hoe kan ik deze ideeën illustreren’?
Zoals geschreven content strategisch en doelgericht moet zijn, moet visuele content dat ook zijn.
De ingewikkelde Adobe-pakkettijd is voorbij. Er zijn inmiddels veel gebruiksvriendelijke apps en tools op de markt die grafisch basisontwerp toegankelijk en praktischer maken. We hoeven ons dus niet meer blind te staren in Photoshop terwijl we proberen te begrijpen waar de drie verschillende pen-pictogrammen voor dienen. Afijn. Er zijn veel verschillende opties als het gaat om designapps. De apps zijn meestal (tot op zekere hoogte) gratis én ze werken eenvoudig. Een kwestie van klikken, slepen en neerzetten van sjablonen en veranderen naar smaak. Kind kan de was doen.
Probeer de volgende apps eens:
Canva: Mijn ultimate go-to als het gaat om design. Van social media posts, stories, presentaties, flyers CV’s etc. Canva biedt talloze sjablonen, achtergronden en gratis illustraties die je kunt gebruiken.
Piktochart: Dit is mijn nieuwe favoriet. Je kan er alles mee maken als het gaat om zakelijke content. Denk aan presentaties, infographics, rapporten en social media updates.
PicMonkey: Deze tool begon ooit als een simpel hulpmiddel voor het bewerken van foto’s. Alle basisbewerkingen kon je ermee uitvoeren. Nu is PicMonkey uitgegroeid tot een volledige designtool, nog steeds met dezelfde eenvoud en intuïtiviteit als de eerste versie.
Het probleem met het gebruik van gratis online design-apps is dat, nou ja, veel andere mensen ze ook gebruiken. Wanneer je dus de standaardlettertypen en -sjablonen gebruikt, zien je creaties er onvermijdelijk hetzelfde uit als die van anderen.
Maak een standaard template origineler door andere foto’s te uploaden en eigen lettertypes toe te voegen. In dit blogje bespreken we onze favoriete stockfoto websites.
Daarnaast zijn er allerlei website waar designers hun lettertypes gratis beschikbaar stellen. Dafont is daarvan de bekendste. Maar kijk ook eens op Google fonts en Font Squirrel. Of kijk eens op LingoJam voor de beste fonts speciaal voor je Instagramposts.
Ooit gehoord van de ‘golden ratio’? Het golden ratio geeft de voor ons mensen prettige, logische verhoudingen weer. Deze verhoudingen worden gebruikt in architectuur, kunst en ontwerp. Voor je eigen design en bijvoorbeeld foto’s is deze cirkel een prettige leidraad. Bekijk onderstaande voorbeelden en sjablonen en denk bij het maken van een foto of het opmaken van een visual na over de ideale verhoudingen. Zelfs als je de basis gebruikt, komen je ontwerpen veel beter en professioneler over.
Over de golden ratio is enorm veel geschreven en onderzoek naar gedaan. De uitleg is niet te omschrijven in een blogje van een leestijd van 5 minuten. Maar het is het zeker waard om eens te googlen.
Onze ogen worden altijd aangetrokken door opvallende visuals, maar we zijn ook snel afgeleid door te drukke afbeeldingen. Less is more geldt ook hier. Focus op het zo duidelijk en clean mogelijk overbrengen van jouw boodschap. Modern design wordt vaak bepaald door zijn eenvoud (denk aan Apple of Nike).
En uiteindelijk draait het om balans: Zorg ervoor dat je jouw creativiteit in balans brengt met de leesbaarheid van je content. Je wil dat jouw doelgroep de boodschap gemakkelijk tot zich nemen en zich laten verleiden door jouw content. Dat kan met een classy design en helder geschreven content.
Goede content is content die jouw klanten willen lezen. Als je even geen inspiratie hebt voor een nieuwe blog of social media post, kan dat dus betekenen dat je de verbinding met die klant bent verloren.
Om nieuwe ideeën op te doen, moet je jouw klant dus weer even gaan opzoeken. Dat kan een arbeidsintensief proces zijn, maar het is wel een effectieve methode om je op scherp te zetten. Wat houdt de klant bezig, waar zit hij mee, welke informatiebehoefte heeft hij op dit moment?
Je kunt de (potentiële) klant fysiek gaan opzoeken door met je sales-collega’s op pad te gaan, maar ook telefonische interviews zijn heel gebruikelijk. Als je vertelt dat je vragen hebt omdat je jouw klanten in het vervolg beter wil helpen, is de kans groot dat mensen bereid zijn om mee te werken.
Onthoud wel: één is geen, dus als je voor deze optie kiest, moet je ervoor zorgen dat je sowieso meerdere klanten te spreken krijgt. Alleen dan krijg je een goed beeld, en weet je dat de ideeën die je opdoet ook daadwerkelijk gaan aanslaan.
Tip: gebruik periodes met veel inspiratie om een buffer op te bouwen!
In de contentkalender van Coosto kun je ideeën opslaan als concept. Pak je concepten erbij wanneer de creativiteit wat tegenvalt, en je kunt weer vooruit met je social media posts.
Misschien gaat je inspiratiedip wel samen met het gevoel dat de onderwerpen en relevante invalshoeken simpelweg op zijn. Alles is al uitvoerig behandeld, je website barst van de goed gelezen blogs en andere content. Wat kan je nu nog méér doen?
Het mooie is: daar geven je websitebezoekers meestal zelf antwoord op. Niet alleen door keywords in Google, maar ook met interne zoekopdrachten. Dit zijn zoekopdrachten die een bezoeker via een zoekbalk uitvoert op jouw site. Met een klein beetje instelwerk, worden al die zoekopdrachten gelogd in je web-analytics programma (zoals Google Analytics).
Zo krijg je dus zonder al te veel moeite een overzicht met termen waar jouw sitebezoekers naar zoeken. Daar zit ongetwijfeld veel tussen dat minder geschikt is, maar waarschijnlijk vind je toch wel iets nieuws. Ben je bijvoorbeeld een elektronicawinkel en zie je dat er regelmatig ‘wasmachines vergelijken’ wordt gezocht, dan heb je je eerste idee al te pakken: pak je pen en schrijf een stappenplan waarmee klanten kunnen beslissen welke wasmachine bij hun wensen past.
Beter goed gejat dan slecht bedacht: je hoeft je echt niet te schamen als je regelmatig afkijkt bij een concurrent. Sterker nog, het is juist een slimme manier om ideeën voor content op te doen. Schrijf je bijvoorbeeld in voor de nieuwsbrief van je concurrent, of stel in je social media listening tool een alert in, zodat je een melding krijgt als de concurrent iets publiceert.
In een social media listening tool kun je ook zien welke content van je concurrent populair is en veel gedeeld wordt. Heb je die thema’s zelf nog niet besproken, of niet met die invalshoek? 1+1=2. Daar heb je een kant-en-klaar idee te pakken. Let wel op dat je er je eigen sausje overheen giet, zodat je onderscheidend vermogen behoudt.
Deze methode werkt alleen als je reacties hebt gekregen op eerdere content, bijvoorbeeld op social media. In dat soort reacties zit namelijk bruikbare feedback verscholen, die jij kunt gebruiken voor nieuwe artikelen en posts.
Je kunt vragen om aanvulling gebruiken om nieuwe invalshoeken te vinden. Zo publiceren we ieder jaar een onderzoek naar de beste tijden om te posten op social media. Vorig jaar kregen we daar onder andere deze reactie op, die prima input is voor het geval we ooit zonder inspiratie komen te zitten.
Tip! Met Engage in Coosto komen de reacties op al je social media kanalen overzichtelijk binnen op één plek, zodat je er gemakkelijk op kunt reageren.
Als je gebrek aan inspiratie wordt veroorzaakt doordat je achterloopt op de laatste trends in je markt, is deze methode aan te raden. Het is dan namelijk tijd om je kennis op te schroeven, zodat de ideeën als vanzelf weer komen aanwaaien.
De beste manier om zo’n achterstand in te halen, is door te luisteren naar wat de top in je vakgebied te zeggen heeft. Als het goed is weet je welke mensen in jouw branche toonaangevend zijn, dus moet het geen probleem zijn om ze te vinden.
Ga wat vaker naar congressen waar de experts spreken, lees hun boeken en luister podcasts waar ze in te gast zijn. Zo leer je al snel welke ontwikkelingen er zijn, welke richting je vak opgaat en wat de belangrijkste actuele thema’s zijn.
Op het moment dat je volwaardig kunt meepraten, zit je goed. Geef je eigen draai aan de onderwerpen, ontwikkel je eigen visie en er opent zich een wereld aan mogelijkheden voor nieuwe content. Deze methode vergt behoorlijk wat tijd, maar het is wel een duurzame manier om de ideeën weer te laten binnenstromen; je volgende writer’s block zal nog wel een tijdje duren.
Als je de ideeën min of meer aan je deur wilt laten bezorgen, kun je het best relevante hashtags op social media gaan volgen. Je wordt dan vanzelf op de hoogte gehouden van de laatste trending content op platformen als X en Facebook.
Bekijk welke vragen mensen stellen in de berichten die voorbijkomen, check welke content populair is en welke nieuwsfeiten veel besproken worden. Het nadeel van deze methode is dat je er zelf geen extra vaart achter kan zetten, omdat je afhankelijk bent van de stroom aan live content van anderen.
Met Coosto Listen stel je dagelijkse overzichten in voor thema's en hashtags die je wilt volgen. Je krijgt dan automatisch updates in je mailbox met de belangrijkste nieuwsartikelen, social media posts en blogs.
Voor ons marketeers zijn er vakmedia als Marketingfacts, Frankwatching en Adformatie waar we inspiratie uit putten. Voor de branche van jouw bedrijf zijn er ook ongetwijfeld sites, online tijdschriften en platforms waar kennis gedeeld wordt. Het probleem is dat het regelmatig bezoeken van die sites er door de waan van de dag bij inschiet.
Schrijf je daarom in voor de nieuwsbrieven van dit soort kennisplatformen, een optie die vrijwel altijd gratis wordt aangeboden.
Wil je op de hoogte blijven van de laatste content van Coosto? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.
In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, maar ze geven wel aanknopingspunten. Als de eerste 7 tips niet tot een oplossing voor je writer’s block hebben geleid, kun je gaan kijken naar wat in het verleden wél resultaat opleverde.
Maak een lijstje met je 10 meest succesvolle blog posts, en probeer te bedenken of er content bij zit die je in een andere vorm kan gieten.
Heb je bijvoorbeeld een video gemaakt die aansloeg? Wellicht kun je er ook een opsomming van maken, of een infographic? Zo kun je soms met dezelfde content meermaals scoren. Misschien niet de meest vernieuwende klus, maar je zorgt er wel voor dat er iets succesvols uit je pen komt.
Onderstaand lijstje van Backlinko geeft je handvatten voor de blog formats die het meest worden gedeeld.
Je kunt overal naar inspiratie zoeken, maar soms ligt het antwoord gewoon vlak voor je. Wanneer het niet lukt om ideeën op te doen in de buitenwereld, kun je altijd nog bekijken of er in je organisatie wat inspiratie is te vinden.
Het bruist daar namelijk waarschijnlijk van de informatie, kennis en data die voor de buitenwereld misschien ook wel interessant is. Doe eens een intern onderzoek, en ga na of die kennis voorhanden is. Heb je misschien statistieken over je vakgebied, waardoor je trends kunt uitleggen? Zijn er cijfers over de wensen van klanten? Zie je daar verschuivingen in?
Ga wat vaker praten met interne experts, en doe je best om interessante informatie boven water te krijgen voor een nieuwe blog post.
De laatste is misschien wat voor de hand liggend, maar toch echt minder gemakkelijk dan je zou denken. Je kunt expliciet vragen aan je publiek wat zij graag willen lezen, en de antwoorden daarop zijn natuurlijk uitstekende handvatten voor je content.
Het probleem is dat antwoorden vaak uitblijven. We hebben zelf weleens geprobeerd met een enquête in onze nieuwsbrief wat ideeën op te halen, maar nog geen 0,1% van de ontvangers reageerde daarop.
Onze conclusie: als je iets wilt vragen van je lezers, moet je er wat tegenover kunnen zetten. De ervaring leert dat je de meeste reactie krijgt als je een oprecht en laagdrempelig (online) gesprek aangaat, of een ‘cadeautje’ (een gratis download bijvoorbeeld) als ruilmiddel kunt inzetten.
Een writer’s block is niet te voorkomen, en soms lukt het ook niet goed om ervan af te komen. Maar met bovenstaande tips zou je ondanks je inspiratiegebrek alsnog goede content moeten kunnen maken. Zo kun je met een gerust hart wachten tot het writer’s block weer voorbijgaat (dat doet hij altijd) en de ideeën als vanouds weer komen aanwaaien.
Content is king. De marketingwereld lijkt steeds beter te begrijpen dat traditionele reclame aan kracht verliest. Content die aansluit op de beleving van het publiek is het enige antwoord daarop. Vanuit dat besef zijn contentmarketingbudgetten gegroeid, professionals opgeleid en massa’s content uit de pen gevloeid.
Het probleem? Het ontbreekt nog te vaak aan een gedegen plan achter al die content. En als de contentstrategie er wel is, dan is die meestal niet zwart-op-wit te vinden.
Uit het onderzoek blijkt dat 71% een strategie hanteert bij het creëren van content, waar dat vorig jaar nog 74% was. Slechts 33% van de ondervraagden heeft die contentstrategie ook daadwerkelijk gedocumenteerd, evenveel als vorig jaar. Dat is problematisch in een vakgebied waar professionals vooruit willen, aantoonbaar willen bijdragen aan organisatiedoelen en kennis intern willen delen. Hoe kun je immers schaalbaar kennis delen als je niets gedocumenteerd hebt?
Content is er in alle vormen en maten, maar wie contentmarketing zegt, zegt toch vooral social media. Dat is in 2020 niet anders. Social media posts en stories zijn nog altijd de populairste contentvorm (94%), gevolgd door blogposts (80%) en e-mails (74%).
Contentvormen die B2C-organisaties in het afgelopen jaar hebben gebruikt
Door social media algoritmes ontkom je er bijna niet meer aan: betalen voor vertoningen. Als je er zeker van wilt zijn dat een bepaalde post aan een groot publiek wordt voorgeschoteld, moet je nu eenmaal in de buidel tasten. Dat doen we in ons vak steeds vaker.
Vorig jaar had nog 68% minstens één keer voor contentdistributie betaald, dit jaar is dat al 85%. Binnen deze groep werd social media advertising het meest gebruikt: 89% zette dat kanaal betaald in.
Als je 1000 consumenten vraagt naar het populairste social media platform op dit moment, zal je niet vaak ‘Facebook’ te horen krijgen. Het is toch juist de tijd van Instagram, TikTok en YouTube? Dat zien we althans in de jaarlijkse gebruikscijfers van social media.
Zakelijk ontstaat echter een heel ander beeld. Hoewel ook Instagram en YouTube voor B2C-contentmarketeers belangrijke social media geworden zijn, is Facebook nog steeds de absolute nummer één. 96% van de organisaties gebruikt het platform voor organische (gratis) contentverspreiding. Hoewel consumenten er niet meer heel actief op posten, blijft het platform bezoekers trekken en daar maken contentmarketeers dus dankbaar gebruik van.
Social media platformen die B2C-organisaties in het afgelopen jaar hebben gebruikt voor organische contentverspreiding
Ook in betaalde contentverspreiding is Facebook alleenheerser. Van de respondenten die in het afgelopen jaar adverteerden op social media, gebruikte maar liefst 95% daarvoor Facebook. Instagram kan enigszins aanhaken; 53% van de respondenten gaf aan weleens te betalen om content te tonen op het platform. Dat is een flink contrast met bijvoorbeeld Twitter. Hoewel 71% van de organisaties Twitter gebruikt voor de gratis verspreiding van content, kiest slechts 16% van de adverteerders voor dat medium.
Social media platformen die B2C-organisaties in het afgelopen jaar hebben gebruikt voor betaalde contentverspreiding
Facebook is niet alleen het meest gekozen platform, maar contentmarketeers zijn er ook het meest succesvol. De respondenten selecteerden Facebook als het platform dat voor hen het meeste contentmarketing-resultaat opleverde, zowel betaald als organisch.
Social media publishing- en planningtools zijn voor contentmarketeers natuurlijk onmisbaar. Geen wonder dat dit soort software ook in 2020 verreweg de meest gebruikte in het vak is. Opvallend is echter vooral de opmars van (website-)analysetools. Die werden begin 2019 nog door 71% van de contentmarketeers gebruikt, inmiddels is dat al 83%.
De ontwikkeling onderstreept het groeiende belang van analyse en verantwoording. Je kunt niet meer zomaar content creëren en hopen dat die het gewenste effect heeft behaald. Je moet resultaten kunnen aantonen, laten zien wat je werkzaamheden waard zijn.
Sterker nog, je zou eigenlijk van tevoren al moeten kunnen voorspellen dat je content succesvol gaat zijn. Je moet je kunnen verantwoorden, uitleggen waarom jouw content de te investeren tijd waard is. Daarvoor is onderzoek naar je doelgroep en markt nodig. Het is daarom perfect te verklaren dat vorig jaar uit hetzelfde onderzoek al bleek dat social media listening de populairste onderzoekstechnologie is. 70% van de content marketeers maakte er toen gebruik van.
Organisaties zijn flink verdeeld over de vraag of het slim is om van contentmarketing uit te besteden of niet. 55% kiest ervoor om (delen) van contentmarketing uit te besteden, de overige 45% doet het niet. Daar is dus geen duidelijke voorkeur in te bekennen.
Van de organisaties die niet alles in-house doen, is er één onderdeel dat verreweg het vaakst wordt uitbesteed: 80% kiest ervoor om contentcreatie (deels) bij anderen te beleggen. Op plek twee staat de verspreiding van content (37%), gevolgd door de technologie achter content (27%).
Content kan in elke fase van de klantreis waarde toevoegen. In de praktijk blijkt dat B2C-organisaties content vooral inzetten voor top-funnel doelen: aandacht trekken en interesse opwekken. Slechts 12% van de content is bedoeld om bestaande klanten te laten terugkeren of als klant te behouden.
Het onderzoek van CMI onderstreept maar weer eens dat contentmarketing een volwassen discipline is die niet zomaar meer van het strijdtoneel gaat verdwijnen. Het rapport laat echter ook zien dat er nog verbeterkansen zijn. Door het gebruik van een gedocumenteerde strategie die aansluit op je organisatiedoelen, in combinatie met de juiste analysetools, kun je de waarde van content intern nog beter gaan aantonen.
Het internet staat al bomvol met tips voor meer websitebezoekers. Laten we daarom vooral een andere invalshoek belichten. Ik wil het met je gaan hebben over conversion rate optimization, ofwel CRO.
Om CRO uit te leggen, maak ik graag de vergelijking met een voetbalteam. Als je als team meer doelpunten wilt maken, kun je twee dingen doen: 1. Meer kansen creëren, of 2. Meer uit je bestaande kansen halen. CRO is simpel gezegd het tweede: je vergroot je resultaat (ofwel: conversies) uit je bestaande websiteverkeer.
De tabel hierboven laat zien hoe snel je met CRO stappen kan zetten om het uiteindelijke resultaat explosief te laten groeien. Als je ervoor kunt zorgen dat 2% in plaats van 1% van je websitebezoekers converteert, levert je dat uiteindelijk dubbel zoveel conversies op.
Voor hetzelfde effect met enkel het vergroten van websiteverkeer, zijn maar liefst 10.000(!) extra websitebezoekers nodig. Dat vraagt vaak veel meer werk (en geld) dan optimalisaties op je website die voor een hoger conversiepercentage zorgen.
Booking.com experimenteert continu en gebruikt op haar website veel bewezen triggers om meer boekingen binnen te halen.
Bedrijven als Amazon en Booking.com zweren daarom bij CRO en leunen er zwaar op voor hun jaarlijkse omzetstijging. In veel gevallen is CRO interessanter dan adverteren voor meer websiteverkeer. Dat heeft twee redenen:
a. Geen eenmalige impuls
Stel, je houdt je niet bezig met CRO en focust puur op het aantal websitebezoekers om je conversies te vergroten. Je ontkomt er dan bijna niet aan om naar betaalde advertentiemogelijkheden te grijpen.
Naast de kosten die daarbij komen kijken, is er nog een groot nadeel. Het verkeer dat je genereert met advertenties is namelijk eenmalig. Vanaf het moment dat je stopt met de geldstroom, daalt het aantal websitebezoekers (en dus het aantal conversies) weer.
CRO is veel duurzamer. Website-aanpassingen die ervoor zorgen dat een hoger percentage converteert, werken voor alle bezoekers die daarna op je website komen.
b. Geen financiële consequenties
We weten allemaal dat het binnen een organisatie lastiger is om meer out-of-pocket budget vrij te krijgen dan meer beschikbare uren voor een (nieuw) project te krijgen. Adverteren betekent een forse financiële investering. De enige investering die CRO vraagt is wat tijd om te leren en ruimte om fouten te mogen maken.
Hoe pak je dat aan? Volg deze 3 stappen.
Stap 1. Ga je conversies meten
Voordat je conversies gaat meten, moet je ze eerst vaststellen: wat zijn de doelen van je website? Bedenk wat mensen op jouw website in een ideaal scenario doen. Wil je dat ze specifieke pagina’s bezoeken, content downloaden, een formulier invullen of een uiteindelijke aankoop doen?
Het kan allemaal, zolang je maar weet wat voor jou belangrijk is en hoe je doelstellingen zich tot elkaar verhouden. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen zachte conversies (of: microconversies) en harde conversies (of: macroconversies).
Harde conversies vs. zachte conversies
Harde conversies leiden direct tot bedrijfsresultaat. Zachte conversies leveren niet direct omzet op, maar kunnen uiteindelijk wel tot een harde conversie leiden. Zie het als een soort tussenstap. De drempel voor een zachte conversie is lager, waardoor je meer websitebezoekers zover kunt krijgen ‘iets’ met je website te doen.
Voorbeeld webshop
Zachte conversie: inschrijven voor de nieuwsbrief of items in winkelmand plaatsen
Harde conversie: afrekenen van items
Voorbeeld consultancybureau
Zachte conversie: whitepaper downloaden over de visie en werkwijze van het bureau
Harde conversie: introductiegesprek aanvragen
Als je doelstellingen helder zijn, zorg je dat alles goed staat in Google Analytics. Hoe je dat doet kun je hier vinden. Bepaal met behulp van je huidige conversieratio’s hoeveel het behalen van een doel in euro’s waard is en verwerk dit. Zo kun je gaan berekenen welke pagina’s prioriteit moeten krijgen in je CRO-taken.
Stap 2. Volg het gedrag van je bezoekers
Wanneer je de doelen hebt bepaald en ze in Analytics zijn ingesteld, kunnen we starten. Het is belangrijk dat je de bezoekers van je website leert kennen. Dit doe je simpelweg door het gedrag te analyseren.
1.1 Analytics
Hier bestudeer je gedrag aan de hand van de basics. Welke pagina’s doorlopen bezoekers, hoelang blijven ze op de pagina’s, zit er veel verschil tussen mobile en desktop of converteren ze überhaupt wel?
Tip: Zie je dat het gedrag van je bezoekers haaks staat op wat je voor ogen hebt? Ga dan wat dieper op je data in en kijk of er grote verschillen zit tussen je bronnen of kanalen. Over het algemeen zal verkeer via display-ads bijvoorbeeld sneller afhaken dan verkeer via zoekmachines.
1.2 Hotjar
Heb je analytics zo’n beetje uitgespeeld? Ga dan eens aan de slag met een tool als Hotjar. Met behulp van mouse tracking en heatmaps zie je hoe je verkeer zich door je website heen klikt. Vallen er zaken op? Gaat er wellicht toch net iets te veel aandacht naar een afbeelding die juist ondersteunend hoort te zijn? Zien mensen bepaalde vlakken aan voor knoppen? Je aannames worden al vrij snel op de proef gesteld door live resultaten.
Interface van Hotjar
Stap 3. Test je hypotheses
Uit je analyses kun je hypotheses destilleren. Vermoed je naar aanleiding van de resultaten bijvoorbeeld dat de kleur van bepaalde buttons, de stijl van bepaalde teksten of de indeling van een webpagina beter kan?
Zet ze op een lijstje, want dan kun je gaan testen. Meestal volstaan de gratis varianten van tools als Google Optimize prima. Hiervoor heb je ook geen uitgebreide CSS- of HTML-kennis nodig, dus ideaal om te starten.
Begin met je gemakkelijkste test, bijvoorbeeld het veranderen van een pay-off op een pagina of het vervangen van een (product)afbeelding. We noemen dit een A/B-test. Dit houdt in dat je een tweede variant op je originele pagina maakt. Google Optimize zorgt ervoor dat 50% van je verkeer variant A (de oude situatie) ziet en de andere 50% variant B (waarop de testsituatie zichtbaar is).
Een van onze eigen recente A/B-tests, waarmee we hebben getest welke button-tekst het best presteerde.
De tool houdt vervolgens de conversiepercentages van beide varianten bij, zodat je kunt gaan meten wat het best werkt. De testresultaten zijn direct zichtbaar, én de tool geeft aan wanneer de pagina’s voldoende verkeer hebben gehad om betrouwbare en valide resultaten te tonen.
Zijn je testresultaten positief, dan ga je het doorvoeren op je website. Zijn je testresultaten negatief, dan verander je niets en ga je verder met je volgende experiment. Zo simpel is het. Niet meer niets minder.
Interface van Google Optimize
Wat ga jij doen?
Een jaar geleden las ik een artikel van Growth Tribe waarin stond dat de verhouding tussen advertising en CRO-budgetten 10:1 is. Voor iedere 10 euro in advertising geven we dus 1 euro aan CRO uit.
Wat ga jij doen na het lezen van dit stuk? Blijf je investeren in eenmalige advertising, ga je alleen de bovenkant van je trechter vullen met nieuw verkeer? Of reserveer je een deel van dit budget voor experimenteren, leren en optimaliseren?