Hij mag natuurlijk niet ontbreken in deze lijst: onze Sven Kramer. Op 15 februari gaat hij vechten voor de enige medaille die hij nog mist: goud, op de 10.000 meter. Een medaille waar op social vanaf september 2017 al veel over wordt gesproken:
Je kunt de reden misschien al raden: Sven had de medaille in 2010 al kunnen bemachtigen. Een verkeerde wissel leverde hem toen een diskwalificatie op. Een moment dat bij heel Nederland voorgoed in het collectief geheugen zit. Zou het Kramer dit jaar wél lukken?
Een wedstrijd die zéker de moeite waard is om voor op te blijven: skeleton. Een vorm van sleeën waarbij de sporter al liggend afdaalt van een bobsleebaan. Waarom juist deze sport? Akwasi Frimpong, een Ghanees met een Nederlandse nationaliteit, komt uit voor Ghana in dit onderdeel. Hij is de enige Ghanees op de Olympische Spelen, en mag daardoor ook de vlag dragen bij de opening. In Nederland zijn we al enthousiast:
JA!! Super blij voor @FrimpongAkwasi hij mag eindelijk naar de Spelen voor Ghana in het skeleton. ⚡️⚡️? https://t.co/R1IB0fwnBu
— Mark Tuitert (@marktuitert) January 15, 2018
Akwasi heeft in relatief korte tijd al voor veel online buzz gezorgd door het inspirerende verhaal dat hij bij zich draagt. Als 8-jarige kwam hij illegaal naar Amsterdam, waar hij één droom had: meedoen op het hoogste podium, de Olympische Spelen. Toen hij deze droom als sprinter vanwege blessures niet kon verwezenlijken, zette Akwasi de bobslee bond van Ghana op. Na veel persoonlijke offers komt zijn Olympische droom eindelijk uit dit jaar: hij mag uitkomen voor Ghana als skeleton atleet.
Leuk weetje: let 16 februari vooral op de helm die Akwasi draagt. Daar staat een konijn op, met daarachter een grote leeuwenbek die zich opent. Een symbolische verwijzing naar ‘de theorie van het konijn’, een theorie die Akwasi zelf heeft bedacht naar aanleiding van de woorden van zijn voormalige sprintcoach Sammy Monsels. “Akwasi is als een konijn in een kooi, klaar om te ontsnappen aan een leeuw. Als de kooi opengaat is hij dat konijn: hij wordt door de leeuwen om hem heen opgegeten.” waarbij hij verwijst naar Akwasi’s dilemma als illegale immigrant.
Voor het eerst weet Nigeria zich met een bobsleeteam te plaatsen voor de Olympische Winterspelen. Seun Adigun vormt met remsters Ngozi Onwumere en Akuoma Omeoga het eerste Afrikaanse team ooit in bobsleeën. Het debuut herinnert ons aan de film Cool runnings, een Amerikaanse komedie uit 1993. De film is gebaseerd op de deelname van een Jamaicaans bobsleeteam aan de Olympische Spelen in Calgary, 1988. Met alleen al hun deelname schrijven ze geschiedenis: zeker het kijken waard!
Een onderwerp waar de afgelopen tijd veel over werd gesproken in de (online) media: de afwezigheid van Rusland tijdens de Olympische Winterspelen. Het land kreeg een schorsing opgelegd, als gevolg van een groot dopingschandaal. Een complex verhaal, want Rusland weigert tot op heden de schuld op zich te nemen. De commotie op social media is in ieder geval groot:
Wat het verhaal nog ingewikkelder maakt: er gaan tóch nog zo’n 169 Russische sporters aanwezig zijn tijdens de Spelen. Dit zijn zogenaamde ‘schone’ spelers, die uitkomen onder een Olympische vlag en met neutrale sportkleding. Als ze een medaille winnen, gaan we geen Russisch volkslied horen maar het olympische lied.
Dat de Russische sporters die wél meedoen zich meer dan ooit willen bewijzen deze Spelen, spreekt voor zich. Maar over welke sporten hebben we het dan, en op welke dagen en tijden moeten we de TV aanzetten?
IJshockeyster Ilja Kovaltsjoek, dé grote ster van Rusland, gaat ook naar de Spelen. Samen met de rest van het ijshockeyteam gaat ze het zondag 11 februari opnemen tegen Canada. Dat wordt waarschijnlijk niet eens de meest spannende wedstrijd. Het Russische team zit namelijk in dezelfde poule als de Verenigde Staten. Ijshockey, de van origine Noord-Amerikaanse sport, werd in de jaren rond de Koude Oorlog gedomineerd door de Russen. In die tijd leverde dat al veel rivaliteit en haat op, en diezelfde rivaliteit is altijd blijven hangen. Op dinsdag 13 februari om 13:10 uur staan de twee landen recht tegenover elkaar. Dat gaat letterlijk en figuurlijk een krachtige clash opleveren.
De Russische kunstschaatster Evgenia Medvedeva is er gewoon bij. Ze is slechts 18 jaar maar is al twee keer wereldkampioen geweest. Evgenia pleitte in december nog voor Rusland bij het IOC – de commissie die de schorsing heeft opgelegd. Er zal dus een beladen sfeer hangen tijdens haar kuur. Ook Europees kampioene Alina Zagitova gaat haar kuur schaatsen deze wedstrijd.
Zin in wat meer adrenaline en spanning? Ga dan vooral kijken naar Skicross! Een van de meest spectaculaire sporten op de Olympische Spelen. Skicross is een onderdeel binnen freestyle skiën waarbij een aantal skiërs het tegen elkaar opnemen met één doel: zo snel mogelijk de finish halen. Het parcours kent veel bochten, schansen en bermen. Botsingen en valpartijen zijn daardoor eerder regel dan uitzondering. Alleen de nummers één en twee plaatsen zich voor een volgende ronde.
De mannen beginnen op woensdag 21 februari om 3:30 uur. Liever niet midden in de nacht je bed uit? Dan loont het om in ieder geval je wekker te zetten voor de grote finale, die dezelfde dag nog plaatsvindt om 6:35 uur. De vrouwen in actie zien tijdens de grote finale? Tune dan in op 23 februari om 6:35 uur.
(Een aantal voorbeelden in dit blog werd eerder aangehaald door The Best Social Media)
1. Stel je dienstbaar op, maar ken je grenzen
Als je je als merk wilt profileren op social media is het essentieel dat je dicht bij jouw waarden blijft, maar je tóch altijd dienstbaar opstelt. Dat lijkt af en toe een worsteling tussen twee uitersten, maar het is mogelijk. Ook in webcare. Deze balans tussen jouw merk en je publiek is de eerste tip die je gaat helpen om uit te blinken in webcare.
De NS weet als geen ander hoe ze dit moet aanpakken. Ze nemen hun eigen idee over etiquette op social media als uitgangspunt, maar staan er wel voor open om hun toon in bepaalde gesprekken desgewenst aan te passen.
Toch moet je als webcare-agent ook je grenzen kennen. Als jij vindt dat de klant overduidelijk een beleefdheidsgrens overschrijdt, kun je daar natuurlijk ook gerust wat van zeggen. Webcare-agents zijn de behulpzaamheid zelve, maar dat is toch echt iets anders dan een ja-knikker die zomaar alles moet pikken:
Blijf echter ook weg van het andere uiterste: wanhopig vasthouden aan je eigen gelijk. Die vergissing maakte Zalando onlangs in een discussie over de kledingkleur ‘nude’, een zalmroze tint. De twitteraar die dit punt aanhaalde, vond dat Zalando met de kleur ‘nude’ – vrij vertaald ‘huidskleur’ – een verkeerd signaal gaf. Alsof er maar één huidskleur zou zijn die ok is.
De webcare-agent van Zalando lijkt de gevoeligheid rond dit onderwerp even te missen. Hij/zij geeft met een uiterst onhandig gekozen meme aan dat het haar allemaal niet zoveel kan schelen. Dan gaat de discussie pas echt viral.
2. Verras, maar voorkom spam
De tweede tip gaat over de balans tussen enerzijds klanten verrassen en er anderzijds voor waken dat je creepy of ongemakkelijk overkomt. In een tijd dat snelheid alleen niet meer voldoende is om je te onderscheiden op het gebied van klantenservice, zijn er andere manieren waarop je de klant kunt verrassen. Met een zeer persoonlijke benadering voorbeeld, of een combinatie van online hulp en offline beleving. Een bedrijf als Coolblue weet die juiste snaar regelmatig te raken.
Een klant uitte via Facebook onlangs bijvoorbeeld een alleraardigst compliment over de klantenservice. Maar Coolblue zou Coolblue niet zijn als het niet verderging dan problemen oplossen. Er werd een kleine verrassing meegestuurd en die werd met open armen ontvangen. Coolblue heeft deze klant die problemen ervoer met een klein gebaar omgetoverd tot lyrische fan.
In je zoektocht naar verrassingen kun je echter ook doorslaan. Een klassiek voorbeeld daarvan is SEAT. Zij hadden in 2015 het idee om via proactieve webcare mensen op Twitter te benaderen met een SEAT-leasecampagne, zonder dat die mensen zich in eerste instantie tot SEAT hadden gewend. De link was echter zó ver gezocht en zó irrelevant, dat mensen het vaak beschouwden als vreemde en ongewenste reclame.
Deze Twitteraar was bepaald niet de enige die benaderd werd. Het charme-offensief van SEAT had meer weg van een spambot dan een vriendelijke poging om een product onder de aandacht te brengen.
Eén van de fouten die webcare-agent ^RS beging, was het niet benoemen van de manier waarop hij de tweet op het spoor was gekomen. De campagne, die bedoeld was om mensen te verrassen, werd mede daardoor een flater. De hashtag #IkDoeEenSeatje was geboren en wordt zelfs nu nog af en toe aangehaald.
3. Vermijd clichés, maar wees geen betweter
In het vroege tijdperk van webcare werd het evangelie van een ‘persoonlijke benadering’ en ‘medeleven als iets fout gaat’ vaker wel dan niet gepredikt. Het resulteerde in berichten die inmiddels te cliché voor woorden zijn:
"Wat vervelend dat je ontevreden bent over ons product. Kan ik je misschien ergens mee helpen? ^KW”
Het was in 2012 misschien een prima antwoord, maar ik krijg er persoonlijk inmiddels echt de kriebels van als dit de standaardreactie van bedrijven is. Want wat is een ‘persoonlijke benadering’ of ‘medeleven’ waard als overduidelijk is dat er weinig tot niets van gemeend is? Van mij mag het allemaal wel wat scherper, wat minder standaard. Als je weet dat je klant het waardeert, waarom niet een keer “Balen, man! Ik ga even met je meekijken in het systeem” zeggen in plaats van dat eeuwige “Oh, wat vervelend. Kan ik wat voor je doen?”.
Een tikkeltje bijdehand, een beetje plagend of zelfs verdedigend. Als het past bij je merk en je vindt dat je in je recht staat: waarom niet?
Toch voel je hem waarschijnlijk al aankomen… schiet er niet in door. Ook Hornbach werd daarin met schade en schande wijs:
Een stevige voet aan de grond
Jij bent als webcare-agent een van de belangrijkste actoren om ervoor te zorgen dat jouw merk de hierboven geschetste balans continu bewaakt. Je zorgt ervoor dat je een stevige voet aan de grond hebt in zowel je organisatie als in de maatschappij.
Je volgt dus enerzijds het nieuws op de voet, bent empathisch en staat midden in de maatschappij. Je weet wat gevoelig ligt, wat je wel en niet kan maken en je kunt inschatten hoe mensen reageren op jouw berichten. Anderzijds ken je jouw organisatie als geen ander en voel je perfect aan wat wel en niet past bij jouw merk.
Heb je het idee dat je nog niet zover bent? Ga ermee aan de slag! Lees nieuwssites, blogs, zoek het gesprek met mensen in je organisatie. Breng in kaart hoe je doelgroep eruitziet en hoe deze aangesproken wilt worden. En hou de 3 tips in dit blog natuurlijk in het achterhoofd als je je volgende vraag gaat beantwoorden. Zo help je jouw organisatie naar het volgende niveau van online klantenservice. Want de meest tevreden klanten, zouden de jouwe moeten zijn!
De kracht van storytelling begint bij de identiteit
Storytelling – het toepassen van verhalen om een bepaald doel te bereiken - begint altijd met de identiteit van je bedrijf. Het zijn je kernwaarden, de missie en de visie. Waar sta je voor, en wat wil je uitdragen? Bavaria heeft – net als zoveel bedrijven - haar identiteit zwart op wit staan. Het familiebedrijf wil mensen bij elkaar brengen en zijn eigen koers varen met iedereen die bij de familie hoort. Het maakt het merk een tikkeltje eigenzinnig, een eigenschap waardoor het grenzen blijft verleggen. Het is geen toeval dat de grondlegger van het alcoholvrije bier in 1978 zelfs het Midden-Oosten van het alcoholvrije goedje voorzag.
De droom van Bavaria: in de belevingswereld van de consument passen. En niet andersom. Vorige campagnes van de bierbrouwerij waren vernieuwend, maar bevatten geen verhaal. Neem bijvoorbeeld de commercial met Hugh Hefner, waarin Bavaria wilde laten zien dat je als man soms gewoon de behoefte hebt om met je maten te drinken. Of de inhaker op het WK in 2014, waar het met de HolánDress inspeelde op 1) een internationaal evenement en 2) de culturele verschillen tussen Nederland en Brazilië. Begrijp me niet verkeerd: stuk voor stuk gave acties, maar ze vertellen nog niet écht het verhaal van Bavaria. Hoe anders is dat bij de campagne #Carnavalvrij.
Álle elementen van storytelling worden geraakt
De basis voor storytelling ligt bij #Carnavalvrij er namelijk wél. Bavaria gaat met deze campagne helemaal terug naar de kern, de geschiedenis van het bedrijf. Het vertelt een verhaal dat veel verder gaat dan de commercial alleen. Het verhaal gaat zelfs verder dan de huidige doelen en het gewenste imago van het biermerk. Het gaat over verbinding. Verbroedering. Er wordt een beleving geclaimd. Carnaval vier je sámen, en dat is een gevoel dat veel Brabanders en Limburgers (h)erkennen. Bavaria raakt een sweet spot. Van merkgeschiedenis tot aan doelgroepbeleving en van ambassadeurschap tot aan taalgebruik. Álle elementen van storytelling worden geraakt.
Er wordt tevens ingespeeld op het recentelijk in de media zo uitgebreid besproken gevoel van ‘de provincie’ tegen ‘de Randstad’. Het vieren van carnaval – wat nauwelijks gebeurt boven de rivieren – is daarbij een belangrijk onderdeel dat hoort bij het culturele identiteitsgevoel van de Brabander en Limburger. De carnaval- en vastelaovendvierders in beide provincies voelen zich mede daardoor gehoord in deze campagne. Bavaria legt daarbij een fijne verbinding tussen persoonlijke dromen (“Ik wil met carnaval feest vieren met mijn vrienden”) en haar eigen dromen (“We willen mensen samen brengen”). De sterke behoefte die centraal staat bij een hele specifieke doelgroep raakt niet alleen een hele goede snaar, het past ook nog eens naadloos bij de droom van Bavaria om in de belevingswereld van de consument te passen. Door een verhaal te vertellen, laadt Bavaria zich indirect met merkassociaties die ze belangrijk vindt. Consumenten leren het biermerk daardoor veel beter kennen.
De keuze voor Björn van der Doelen als gezicht van de campagne is overigens een schot in de roos. Op de eerste plaats omdat hij een sterke afspiegeling is van het gevoel dat leeft onder carnavalvierders. Vanaf het moment dat hij boos met zijn vuist op tafel slaat (“En nu is het genoeg!”) spreekt hij de doelgroep aan. Het doet me denken aan de volgende uitspraak:
En juist dat doet Bavaria door Björn in te zetten. Hij spreekt niet alleen de taal van de doelgroep, hij weet ook precies díe snaar te raken die gevoelig ligt. En het werkt. De gemeenten waar in het algemeen over carnaval en vastelaovend wordt gesproken (afbeelding 1) komen heel mooi overeen met de gemeenten die het momenteel over #carnavalvrij hebben (afbeelding 2). Het bewijs dat Bavaria met haar verhaal inderdaad de juiste mensen weet aan te spreken, zien we ook terug op social media. Coosto laat zien dat in slechts vier dagen tijd de campagne al dik 5 miljoen views heeft behaald.
Als je de keuze voor Björn van der Doelen vanuit helicopterperspectief bekijkt, valt de puzzel pas helemaal op zijn plek. Björn is namelijk oud-PSV’er, en Bavaria is partner van de Eindhovense voetbalclub. En laat het clublied van PSV nou nét die kernwaarden hebben waar Bavaria voor wilt staan:
Alles klopt.
De belangrijkste les voor iedere marketeer
In dit geval had ook een ander biermerk de beleving rond carnaval kunnen claimen. Denk bijvoorbeeld aan Amstel: bier dat staat voor vriendschap. Toch zou dat geen verstandige beslissing zijn geweest. Het Amsterdamse bier wordt misschien wel door heel Nederland gedronken, maar de identiteit en geschiedenis van de brouwerij staan mijlenver af van het feest dat onder de rivieren wordt gevierd. Je kunt nou eenmaal niet zomaar een verhaal kiezen en uitdragen. Het gaat namelijk in de eerste plaats niet per se om wat je vertelt, maar juist om wie of wat je bent en waar je voor staat.
Zodra je daar geen focus op legt, valt het hele storytelling-plaatje in duigen.
Aan de slag met een contentkalender
Als het goed is, heb je in je strategie al vastgelegd hoe jouw merk van waarde kan zijn voor je publiek. Als je die waarde tot uiting wil laten komen in je content, moet je een contentkalender maken. Hoe pak je dat aan?
Je begint met je contentkalender. In een contentkalender plan je welke content je wanneer en waar gaat publiceren. Daardoor kun je in je contentkalender heel doelgericht toewerken naar het afronden van blogs, video’s, infographics en podcasts. Maar welke content ga je creëren? Google raadt YouTube-gebruikers aan om - voor het bepalen van hun programmering - gebruik te maken van 3 typen content: Hero, Hub en Help. Maar dat handige model gaat verder dan video-content. Inmiddels is Hero, Hub, Help één van de meest gebruikte methodes in contentmarketing bij het invullen. Een contentkalender voorbeeld:
Help-content is de basis van je contentkalender: de content die je doorlopend maakt en publiceert. Het is tijdloze content, waarmee je je publiek helpt bij de problemen die zij ervaren. De titel van help-content kan letterlijk een vraag zijn die mensen in Google intikken. Dat gaat samen met een goede vindbaarheid in zoekmachines, waardoor help-content dé motor voor organisch websiteverkeer is.
Help-content gebruik je dus om actuele vragen van je lezers/kijkers/luisteraars te beantwoorden. Het blog dat je nu aan het lezen bent is in die zin (hopelijk) ook help-content. Je zou help-content verder kunnen vormgeven als:
Voor het bepalen van de vragen, problemen en pijnpunten die je in je contentkalender gaat behandelen, grijp je terug op het doelgroeponderzoek dat je eerder uitvoerde in je strategie.
Gemeentewebsites openen vaak direct met links naar de meest gezochte onderwerpen (toptaken). Een uitstekend voorbeeld van help-content.
Bij hub-content verpak je je merkverhaal in regelmatig terugkerende, voor je publiek boeiende rubrieken. Hierdoor betrek je je publiek en verleid je hen om de volgende keer weer te kijken/lezen/luisteren. Hub-content is het deel van je social media kalender waarmee je herkenbaarheid creëert en mensen aan je bindt als trouwe volger of fan.
Je kunt hub-content het best vergelijken met de manier waarop televisie wordt gemaakt. Programma’s als Wie is de Mol, het Journaal of De Slimste Mens hebben iedere aflevering dezelfde vorm, maar telkens andere inhoud. Toch weet de kijker precies wat hij hoe laat kan verwachten, en zo ontstaan ‘vaste kijkers’ van bepaalde programma’s.
Als merk kun je de manier waarop tv-programma’s mensen aan zich binden ook integreren in je eigen contentproductie. Denk bijvoorbeeld aan formats als:
Ajax gebruikt onder andere FIFA Skill-games als hub-content: elke week een andere Ajax-selectiespeler die traint op de oefeningen die kijkers zelf kunnen spelen in de FIFA-computergames.
Help- en hub-content is heel waardevolle content voor de mensen die je merk al kennen en/of zelf op zoek gaan naar informatie. Maar hoe zorg je er nu voor dat je ook nieuw publiek vindt? Daar is hero-content voor: één of twee keer per jaar spring je uit de ban.
Hero-content zet je op als een grootse campagne, waarin je alle beschikbare kanalen gebruikt. Het doel: een viral, zoveel mogelijk van bewondering openvallende monden. Je probeert mensen te inspireren, ervoor te zorgen dat iedereen het over een jaar nog steeds over jouw actie heeft. Als je publiek eenmaal in aanraking is gekomen met de hero-content, doen de hub- en help-content hun werk om ze ook aan je te binden.
Hero-content kan van alles zijn, maar haakt meestal in op grote evenementen of nieuwsgebeurtenissen. De recente #Carnavalvrij-actie van Bavaria is een goed voorbeeld van hero-content, maar ook Zeeman dat undercover ging op de Amsterdamse Fashion-week in 2011 of Heineken en KLM met The Orange Experience in 2014.
Hero-content vereist vanzelfsprekend meer tijd dan help-content om te bedenken en te creëren. De publicatiefrequentie verschilt daarom per type content. Een realistische, grofmazige verdeling van de drie verschillende contenttypes in een contentkalender vind je in de afbeelding hieronder.
Om te bepalen hoe je je hero-, hub- en help-content in je contentkalender gaat invullen, werk je eigenlijk als een soort redactie, met bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks korte redactievergaderingen. Daarin brainstorm je onder andere over de te produceren content, verdeel je taken en bewaak je de consistentie en voortgang van de grotere campagnes. Zo zet je de organisatie neer om je contentkalender structureel te plannen en te vullen met content die aansluit bij jouw merk én bij de beleving van je publiek. En als het écht goed begint te lopen, dan zou een social media tool nog weleens van pas kunnen komen: dan organiseer je al je content op één plek.
Wel of geen invloed?
Als organisatie heb je lang niet altijd invloed op het ontstaan van een crisissituatie. Denk aan een DDOS-aanval op je bedrijf, een medewerker die ongewenst verdrag vertoont of het instorten van een parkeergarage. Het zijn scenario’s die niet direct het resultaat zijn van strategische keuzes die je als organisatie maakt, maar waarbij de link met je organisatie wel heel duidelijk aanwezig is. Om die reden is het relatief gemakkelijk om snel tot actie over te gaan: je organisatie staat immers in het middelpunt van de aandacht.
Er doen zich echter ook situaties voor waar je als organisatie 1) geen invloed op hebt, 2) waarbij je niet direct in het middelpunt van de aandacht lijkt te staan en 3) je reputatie tóch op het spel staat. Zo’n situatie is te verduidelijken met het model van invloed en reputatie, geïnspireerd op de cirkel van invloed en betrokkenheid.
In de middelste cirkel zit je zelf als bedrijf. Hier maak je de (strategische) keuzes, de koers die je wilt varen en de identiteit die je daarmee wilt uitdragen. Meteen ook de reden waarom je daar het meeste invloed op hebt. De middelgrote cirkel (primaire stakeholders) kent meer dynamieken. Dit zijn bijvoorbeeld je medewerkers, aandeelhouders, investeerders en de ondernemingsraad. De invloed die je daar als organisatie uitoefent, werkt twee kanten op. Je kunt bijvoorbeeld je medewerkers sturen met richtlijnen voor gedrag op social media. Als een medewerker deze echter overtreedt en een flinke misstap begaat, zal dat direct reflecteren op jou als organisatie. De grootste cirkel kun je zien als je secundaire stakeholders. Denk daarbij aan klanten, media/pers en gebruikers van social media. Dat zijn stakeholders waar je als organisatie niet altijd invloed op hebt, maar die zelf wel van grote invloed kunnen zijn op jouw organisatie.
Een perfect – en tevens recent - voorbeeld dat de werking van de buitenste cirkel illustreert, is het voorbeeld van Transavia. De vliegmaatschappij werd beschuldigd van plagiaat, nadat de videoserie ‘Geen stress met Stef’ werd ontdekt door Lize Korpershoek. Lize, die zelf succesvolle en creatieve video’s maakt in haar serie ‘Adviezen van Lize’, zag grote overeenkomsten tussen haar serie en die van Transavia. Sterker nog, het concept leek een exacte kopie. En niet alleen Lize en haar vriend Tim Hofman vielen erover, maar heel social media leek verontwaardigd. Transavia kwam uiteindelijk met de volgende reactie:
1/2 Hoi Lize, ook wij zien de overeenkomsten in onze series, dit is inherent aan de stijl van dit moment. We hebben niet bewust jou willen kopiëren.
We hebben onze afleveringen er nu afgehaald omdat we onze energie willen steken in het entertainen van onze kijkers.
— Transavia (@transavia) January 5, 2018
2/2 Er is genoeg andere leuke content op ons kanaal die ook de moeite waard is. Succes met jouw kanaal! Groetjes, Transavia.
— Transavia (@transavia) January 5, 2018
Even daargelaten hoe Transavia heeft gereageerd: het voorval is ontstaan naar aanleiding van keuzes die de vliegmaatschappij zélf heeft gemaakt. De link tussen de situatie en Transavia is dan ook overduidelijk. Daardoor heeft de vliegmaatschappij gelukkig wel zélf invloed op de oplossing, en kan ze dus ook relatief snel tot actie overgaan. Hoe anders is dat bij situaties waarbij die link verder weg lijkt? Situaties waar je dus 1) totaal geen invloed op hebt en 2) het verband met jouw organisatie in eerste instantie niet duidelijk te zien is?
Niet adequaat acteren kan reputatieschade betekenen
Het zijn de situaties die escaleren zónder dat je daar zelf ook maar enigszins bij betrokken bent. En juist omdat die zo ongrijpbaar zijn, wordt het daar pas echt interessant. Laat ik het verduidelijken met een recent voorbeeld: de ophef rondom rapper Boef. Ophef die is ontstaan nadat de rapper drie jonge vrouwen – die hem een lift hadden gegeven op nieuwjaarsdag - kechs noemde. Kechs is straattaal voor hoeren, en schoot bij velen dan ook in het verkeerde keelgat. De rapper deed er overigens later nog een flink schepje bovenop door vrouwen “die nog zo laat op pad zijn en ’s nachts in korte rokjes naar clubs gaan en alcohol drinken” ook kechs te noemen.
De (online) discussie rondom deze voorvallen is niet mis. De publieke opinie lijkt duidelijk.
Dat rapper Boef reputatieschade oploopt, ligt in dit geval voor de hand. Maar de bedrijven en organisaties die - of ze dat nu willen of niet - aan de rapper zijn gekoppeld, worden ook ineens geconfronteerd met zijn gedrag. Denk aan radiostations die zijn muziek draaien, festivals waar de rapper optreedt en reisorganisaties die met hem samenwerken. Ze voelen zich genoodzaakt om een standpunt in te nemen in de hele situatie. Al dan niet gedwongen. Begrijpelijk ook. Niet adequaat acteren kan dan ook voor hen reputatieschade betekenen.
@GoFunvakanties ik lees dat jullie samenwerken met een stuk straatvuil die nederlandse vrouwen "hoeren" noemt. Ik geloof dat ik een vakantie ga afzeggen. #boef
— violetpanther (@violetpanther2) January 2, 2018
Bovenstaande tweet illustreert dan ook perfect hoe er een beroep wordt gedaan op de veranwoordelijkheid van organisaties die indirect gelinkt zijn aan de rapper. In dit geval heeft GOFun – het jongerenmerk van Corendon - in geen enkel geval invloed op het gedrag van de rapper waar ze mee samenwerken. Het gedrag van de rapper blijkt dan ook gevolgen te hebben voor organisaties waarbij er geen direct verband te vinden is. En met een sterke publieke opinie hijgend in je nek, kun je het daar als communicatieprofessional Spaans benauwd van krijgen. Gevolg? GOFun besloot de samenwerking op te zeggen.
En GOFun is niet de enige. Ook festivals Paaspop, Dauwpop en Muze Misse hebben optredens van rapper Boef geannuleerd. De organisatie van Paaspop gaf aan dat het een beslissing betreft waar het Paaspop-publiek achter staat, gezien de vele reacties die Paaspop ontvangen heeft. Radio DJ’s Mattie van der Valk (Q-Music) en Karolien Debecker (MNM) geven aan zijn muziek niet meer te draaien. Al deze organisaties geven hierbij gehoor aan de publieke opinie. Een verleidelijke keuze: het lijkt immers de weg met de minste weerstand. Het laatste wat je als organisatie wilt, is aangesproken worden op je programmering of samenwerking. Maar is gehoor geven aan een sterke publieke opinie wel de manier waarop je met een dergelijk voorval om moet gaan? Hoe zou je überhaupt met situaties om moeten gaan waar je als organistie ongewild in mee wordt getrokken? Hoe maak je de juiste beslissing, en op basis waarvan?
De 2 belangrijkste lessen voor elke communicatieprofessional
Het voorbeeld van rapper Boef leert ons eigenlijk 2 hele belangrijke lessen, die iedere communicatieprofessional in het achterhoofd zou moeten houden.
Er kunnen in de toekomst nou eenmaal situaties ontstaan waar je als organisatie ongewild in mee wordt getrokken. De kunst is om te blijven luisteren naar dat waar je als organisatie voor staat, en niet naar wat de publieke opinie wilt dat er gebeurt. En als blijkt dat jouw standpunt haaks staat op dat van het publiek, onderbouw dan vooral jouw overtuiging. Een tegengeluid kan namelijk niet verkeerd zijn als het is gebaseerd op de kernwaarden en identiteit van je organisatie. Ook dan ben je bezig met reputatiemanagement. Probeer deze lessen daarom te hanteren als je in een dergelijke crisissituatie belandt. Je zult zien dat je op langere termijn niet alleen je reputatie beschermt, maar deze ook versterkt. En dat is net zo belangrijk.
Sterken merken zijn immers niet sterk geworden door hun reputatie alleen maar te beschermen.
We analyseerden miljoenen Nederlandse berichten op social media (Facebook, X, Instagram, YouTube, LinkedIn, blogs en fora) uit het afgelopen kalenderjaar. Al deze berichten worden door middel van automatische sentimentsanalyse van een positief, negatief of neutraal label voorzien.
Voor het berekenen van de sentimentsscore hebben we het percentage positieve berichten voor alle weekdagen verminderd met het percentage negatieve berichten. Dat levert voor iedere dag een score in de plus op. We zijn met z’n allen dus eigenlijk best een vrolijk volkje, want we versturen meer positieve dan negatieve berichten op social media.
Niet geheel verrassend zijn we op social media in het weekend een stuk beter gezind dan doordeweeks. Toch is maandag niet de dag waarop we het meest zuchten en klagen. Op social media waren we op dinsdagen het somberst, gevolgd door de donderdag. Pas daarna komt maandag.
Klopt het dan wel dat we in de winter op social media minder positief zijn dan in de zomer? Nee, ook die redenering achter Blue Monday gaat volgens onze data niet op. Juist in de zomermaanden juli en augustus versturen we relatief weinig positieve berichten. We lijken dus eerder last te hebben van een zomer- dan van een winterdip.
Blue Monday lijkt op social media dus helemaal niet te bestaan. De winter is geen depressief seizoen en de maandag is geen depressieve dag. Sterker nog, Blue Monday was vorig jaar een bovengemiddeld positieve dag. Toen viel Blue Monday op 16 januari, en op die dag meten we een sentimentsscore van 17,39. Hoger dan het gemiddelde over het hele kalenderjaar: 16,75.
Om het hele gebeuren niet in mineur te laten eindigen, is het wel zo prettig om eens te kijken naar de dagen waarop we juist zeer optimistisch zijn. Dit is de top 5 van 2017:
Vooruit dan, voor de echte pessimisten onder ons: 4 van die 5 vrolijke dagen hebben we helaas net achter de rug.
Dan maar ons hart ophalen op Valentijnsdag.
Waarom spelen vooral supermarktketens in op kerst?
Martijn Konings, zelfstandig creatief op het gebied van concept en creatie heeft er een verklaring voor. “De afgelopen jaren hebben buitenlandse warenhuizen/supermarktketens een aantal soortgelijke kerstcommercials gemaakt die ontzettend veel bekeken werden”, aldus Konings. “Marketeers zien dat natuurlijk ook, en proberen nu hetzelfde trucje uit te voeren. In de hoop dat het op z’n minst online veel bekeken wordt. Volgens mij doen ze dat redelijk succesvol.” Het lijkt de supermarktketens daarbij niet zozeer te gaan om meer verkoop. De kans is groot dat het ze wél (deels) te doen is om een sterkere reputatie. Maar dragen kerstreclames hieraan bij?
Aansnijden maatschappelijk thema werkt
Albert Heijn snijdt dit jaar een maatschappelijk thema aan in de kerstreclame: eenzaamheid onder ouderen. De supermarktketen gaat voor een transformationele positionering, focust zich daarbij vooral op de emotie en wil graag een gevoelige snaar raken bij de kijker. En dat lukt.
Trending topics en sentiment
In Coosto is te zien dat de kerstcommercial van Albert Heijn kan rekenen op een positief sentiment van 48%, wat aangeeft dat we zeer te spreken zijn over deze reclame. De trending topics laten zien dat het aansnijden van een dergelijk maatschappelijk thema werkt: de emotie komt binnen.
‘Klein traantje’, ‘goed werk’ en ‘saamhorigheid’ zijn onderwerpen die terugkomen in de online conversatie rondom de reclame. In diezelfde conversatie heeft de supermarktketen een invloedsscore van 15.5, wat aangeeft dat ze veel invloed heeft binnen het gesprek over het merk. Hoe meer invloed je als merk hebt in de discussie over je merk of vakgebied, hoe meer je als autoriteit gezien wordt: een belangrijke indicator voor je reputatie. In het geval van de Albert Heijn lijkt de keuze voor een maatschappelijk thema in de kerstreclame een positieve werking te hebben op de online reputatie.
Durven wordt beloond
Ook PLUS snijdt dit jaar een maatschappelijk thema aan in haar kerstreclame: gescheiden ouders. En hoewel de storyline lijkt op die van Albert Heijn, lijkt de kerstreclame controversiëler. Buiten alle lof voor de reclame, is er namelijk ook kritiek. Het zou 'de meest pijnlijke reclame zijn voor kinderen van gescheiden ouders’.
Trending topics en sentiment
Desalniettemin behaalt de kerstreclame een positief sentiment van 31%. En de trending topics leveren nog meer interessante invalshoeken op. Want zien we hier ook de kritiek in terug?
Nee. De onderwerpen ‘dappere dochter’ en ‘dappere keuze’ zijn juist overduidelijk aanwezig in de online conversatie. Het doel van PLUS was om mensen te raken én inspireren om er op die manier toch een bijzondere kerst van te maken. De keuze voor dit maatschappelijk thema was gedurfd, maar in dit geval wordt durven beloond. En dat heeft een positieve invloed op de online reputatie van de supermarkt.
Tranentrekkers niet per se nodig
Dat tranentrekkers niet per se nodig zijn om hoge ogen te scoren in de wereld van kerstreclames, laat Jumbo zien. Hoewel de reclame van dit jaar nog steeds een feelgood-gevoel geeft, wordt er veel minder op de emotie ingespeeld dan in de reclames van de concurrentie. Toch lijken we op social daar niets om te geven:
‘Gevoel’, ‘kerstgedachte’ en ‘familie’ komen terug in de gespreksonderwerpen op social. En dat sluit dan weer perfect aan bij de merkwaarden van de supermarktketen: een familiebedrijf dat tradities belangrijk vindt. In de kerstreclame is daarom ook de vertrouwde Jumbo-familie als vanouds aanwezig. De kerstreclame levert daarbij een positief sentiment op van 42%. Een tranentrekker is dus geen vereiste om een positief effect te behalen op je online reputatie. Trouw blijven aan je eigen identiteit is ook een manier om je online reputatie te verbeteren. En dat doet Jumbo uitstekend in deze reclame.
Kerstreclame geen garantie voor een betere reputatie
Kerstcommercials lijken dus wel degelijk een positief effect te hebben op de online reputatie van een bedrijf, maar ze bieden geen garantie. Dat ervoer ook Coca Cola. In de kerstreclame van dit jaar staat de kerstheld centraal. Het frisdrankmerk roept iedereen op om zijn of haar kerstheld te bedanken, waarbij de persoonlijke boodschap op een kersttruck verschijnt die door heel Nederland rijdt.
Social data laten zien dat de afgelopen dagen een dip in het sentiment is ontstaan.
De trending topics laten zien waar die rode dip precies vandaan komt. Daar zie ik ‘crap vuilniswagen’ voorbij komen. Wat wordt daarmee bedoeld?
Als ik hier dieper in duik, zie ik dat Greenpeace een tegenbeweging is gestart met een gepimpte Kerst-vuilniswagen. Ze willen de fabrikant wijzen op de gevolgen van de plastic voetafdruk die Coca Cola achter laat. Hoewel er in de afgelopen dagen relatief weinig berichten hierover zijn geplaatst (lees: 41), waren die wél goed voor een slordige 131.000 views. Een belangrijk signaal, maar het is Coca Cola zelf niet onopgemerkt gebleven. Een statement volgde daarom snel.
Een statement waarmee de fabrikant niet alleen laat zien dat ze de tegenbeweging (h)erkent, maar er ook op inspeelt. Het weerhoudt Greenpeace er niet van om van zich te laten horen, maar het statement krijgt wél een plekje in het liveblog op de website van Greenpeace. De context die Coca Cola hiermee schept, zorgt ervoor dat een dergelijke discussie niet escaleert – wat negatieve invloed kan hebben op het merk.
Zo zie je maar: ook al wordt een kerstreclame met alle goede bedoelingen geproduceerd, het is nog geen garantie dat het leidt tot een betere online reputatie. Blijf altijd vinger aan de pols houden, monitor de online discussie en stuur bij waar nodig. Op die manier kan een kerstreclame namelijk wel degelijk een positief effect hebben op je reputatie. En zit je eraan te denken om volgend jaar zélf in te haken op kerst? Onthoud dan dat het echt niet zo groot opgezet hoeft te worden als de reclames beschreven in dit blog. Zorg er in ieder geval voor dat je een goed gevoel creëert rondom je merk: dat is namelijk waar deze tijd van het jaar zich uitstekend voor leent. Wees authenthiek, vertel een verhaal met een krachtige boodschap en zorg dat het past bij de identiteit van je organisatie.
Dat zou altijd je uitgangspunt moeten zijn.
Nog niet zo gek lang geleden was imago een sleutelwoord in communicatie. Ik weet nog dat 6 jaar geleden 80% van mijn studiegenoten afstudeerde met een imago-onderzoek. Maar tijden zijn veranderd. Imago is als communicatietrend van het toneel verdwenen. Reputatiemanagement neemt die leeggekomen plek in toenemende mate over en die trend gaat in 2018 doorzetten. Hoewel het onderscheid tussen imago en reputatie op het eerste oog lijkt op een gevalletje what’s in a name, zijn er wel degelijk inhoudelijke verschillen.
Het woord imago heeft een matig imago. Reputatie klinkt stoerder. Er is wel een verschil maar in #communicatie gaat het ook om verleiden en verkopen dus reputatie pakt de plaats van imago.
— Wil Michels (@Wilmichels) 8 december 2017
Volgens onze definitie zit er in reputatie bijvoorbeeld altijd een oordeel verscholen (een reputatie is goed, slecht, uitstekend, belabberd…), terwijl dat bij imago niet per se zo hoeft te zijn. Wij zien imago daarom als beeldvorming en reputatie als oordeelvorming. We voorzien in het komende jaar een sterkere nadruk op reputatie.
Deze verschuiving van imago naar reputatie heeft gevolgen voor de manier waarop je social media in 2018 moet gaan monitoren en meten. In dit geval: niet alleen de inhoudelijke kwalificaties en associaties in kaart brengen, maar ook het oordeel van consumenten over je merk. Meet en rapporteer daarom welke betekenissen en waarden men koppelt aan je merk (imago), maar betrek in 2018 ook vooral het sentiment en het oordeel van je publiek (reputatie) in je analyses.
"Ons merk staat bekend om zijn duurzaamheid en goede arbeidsomstandigheden voor kledingmakers (imago). 53% van de mensen die over ons praat, is positief over ons merk, maar slechts 8% is uitgesproken positief over de kwaliteit van onze kleding (reputatie)."
In de tijd dat de meeste organisaties hun eerste stappen in social media zetten, zat men met een belangrijk dilemma. Gaan we onze eigen fora bouwen en proberen we mensen te verleiden om ze te gebruiken, of gaan we naar de mensen toe, naar de platformen die mensen al gebruiken? Vrijwel iedere organisatie koos uit kostenoverwegingen voor de tweede optie, en Facebook, X en LinkedIn stroomden in rap tempo vol met bedrijfspagina’s. Dat had lange tijd grote voordelen: lage beheerskosten, geen ontwikkelingskosten en een groot bereik dat zo goed als gratis was.
Het nadeel daarvan komt meer en meer bovendrijven, en zal in 2018 definitief aan het oppervlak zichtbaar worden: organisaties zijn de macht over hun bereik kwijtgeraakt. In alles zijn ze afhankelijk geworden van de algoritmes van de grote social media platformen. Je kunt nog zoveel tijd hebben gestoken in het ontwikkelen van een grote groep Facebook-fans, als datzelfde Facebook besluit haar algoritme in jouw nadeel te veranderen, daalt je organisch bereik alsnog drastisch.
Veel bedrijven hebben social media lange tijd gebruikt als eenvoudige ‘zendkanalen’, waarop ze veredelde reclame deelden die niet aansloot bij de wensen en interesses van het publiek. Social media bedrijven zijn er echter bij gebaat dat de aangeboden content zo relevant mogelijk is voor de gebruiker. Daarom worden bedrijven die daar niet aan voldoen nu via het algoritme ‘gestraft’.
Dat heeft twee grote gevolgen voor jouw social media aanpak. Allereerst wordt de kwaliteit van je content in 2018 de allerbelangrijkste factor in het al dan niet bereiken van je doelgroep. Het wordt essentieel om in je content nauw aan te sluiten bij de beleving van je publiek, en te experimenteren met verschillende vormen content. Dat experimenteren leert ons bijvoorbeeld dat video op dit moment op de meeste social media een hoger organisch bereik behaalt.
Daarnaast zal de strijd om het publiek meer en meer op het advertentievlak uitgevochten worden. Wie weet op een slimme manier met zo min mogelijk budget een zo groot mogelijke groep te vinden? Deze ontwikkeling gaat in 2018 steeds meer kennis van social media advertising vergen van organisaties. Belangrijke trends op dat gebied zijn bijvoorbeeld de advertising via messengers of zelfs directe verkoop op social media.
Influencer marketing is één van de belangrijkste marketingtrends van de afgelopen jaren. Het idee achter influencer marketing is gestoeld op de intuïtieve redenering dat een invloedrijk persoon die een product aanprijst meer invloed heeft op onze koopintenties dan een reclame van het bedrijf zelf.
De praktijk heeft laten zien dat deze tactiek werkte als een trein. Bedrijven doken massaal op de Instagrammers en YouTubers met het grootste bereik om hun product aan de man te krijgen. Influencer marketing werd gezien als ideale manier om in korte tijd flink te cashen.
Ik voorspel dat die mega-influencer-trein volgend jaar iets gaat afremmen. In al ons enthousiasme zijn we namelijk voorbijgegaan aan een belangrijk gegeven. Hoewel we natuurlijk veel aannemen van onze idolen, zijn de mensen die het dichtst bij ons staan nog altijd de grootste ‘influencers’ in ons leven. Een advies van een vriend, zakenrelatie of bekende nemen we eerder over dan dat van onze favoriete voetballer of filmster. Dat verklaart de opkomst van micro-influencers: mensen die geen miljoenenbereik hebben, maar des te meer interactie en invloed op hun specifieke niche. Ben je al met influencer marketing bezig? Overweeg dan om micro-influencers in 2018 in je strategie op te nemen. Stukken goedkoper om te benaderen, je hebt minder ‘ruis’ in je bereik en je krijgt er relatief gezien veel meer invloed voor terug.
Influencer marketing zal in 2018 bovendien flink op de schop moeten om als volwassen industrie te kunnen voortbestaan. Het zogenaamde smash & grab is op korte termijn misschien financieel interessant, maar je kunt er geen strategie op bouwen en het is op termijn onhoudbaar. Als je een beroemdheid voor de 3e keer een ander frisdrankje ziet aanprijzen, is het immers onvermijdelijk dat hij zijn geloofwaardigheid en daarmee zijn invloed verliest. Niet alleen bedrijven, maar ook social media platformen en influencers zelf worden daardoor kritischer op de producten die gepromoot worden. Zo hebben YouTube en Instagram codes in het leven geroepen die moeten zorgen voor meer transparantie in reclameboodschappen. En we merken dat influencers niet meer zomaar ieder product of dienst promoten, omdat het hen immers ook op reputatieschade kan komen te staan.
Duurzame relaties
Wil je op een duurzame manier invloedrijke mensen aan je merk binden? Je merk laden met de waarden die mensen koppelen aan deze influencers? Dan zal je in 2018 de kant moeten kiezen van brand advocacy: oprechte relaties tussen merken en influencers. Door een goede band met relevante influencers op te bouwen en ze te enthousiasmeren over je product, merk of organisatie, creëer je merkambassadeurs die op den duur niet meer grof betaald hoeven te worden om jouw product aan te prijzen. Ze doen het graag, gratis en met overtuiging.
Op deze manier komt influencer marketing een stuk dichter bij de eigenlijke definitie, zoals Forbes die hanteert: "A nonpromotional approach to marketing in which brands focus their efforts on opinion leaders, as opposed to direct target market touchpoints."
In 2001 wilde iedereen op mijn middelbare school ineens een mobiele telefoon van Nokia. Nokia was het eerste merk dat het voor elkaar kreeg om een kleurenscherm in een mobiele telefoon te bouwen, en onderscheidde zich daarmee van de concurrentie. Wát een innovatie: een kleurenscherm in een klein apparaatje. Mensen moesten en zouden een Nokia hebben. Niet veel later lukte het ook andere fabrikanten en moest Nokia aan de slag met nieuwe manieren om zich in de kijker te spelen.
Ik zie paralellen met webcare. Bepaalde factoren waarmee een bedrijf zich kortgeleden nog kon onderscheiden, zijn inmiddels gemeengoed geworden. In de beginjaren van webcare werden bedrijven bijvoorbeeld bedolven onder complimenten als ze een klant snel te woord stonden via social media. ‘Wat een verademing om zo vriendelijk geholpen te worden via X!’. Tegenwoordig is het veel minder bijzonder – sterker nog: haast vanzelfsprekend – als iemand binnen een uur netjes antwoord krijgt.
Het wordt in 2018 daarom belangrijk om andere punten dan snelheid te vinden als je je écht wilt onderscheiden met webcare. Je moet sowieso snel blijven reageren. Maar kijk daarnaast bijvoorbeeld eens naar verdergaande personalisatie in je berichtenafhandeling. Door bijvoorbeeld een koppeling te maken tussen je CRM en je webcare-tool, wordt het gemakkelijker om de juiste aanknopingspunten te vinden. Zie je bijvoorbeeld dat het al de tweede keer is dat iemand een probleem meldt? Of weet je dat de vraagsteller een trouwe klant is? Maak er gebruik van in je antwoorden, en verras mensen positief met je klantvriendelijkheid en kennis van zaken.
Tijdens het Social Service Congres in november werd in verschillende presentaties ook al uitgebreid ingegaan op een nieuwe stap in personalisatie van klantcontact.
De economische crisis ligt achter ons, de werkgelegenheid stijgt en de blik van organisaties gaat weer op de toekomst. Toch blijven we in deze tijd van voorspoed heel conservatief in onze webcare-doelstellingen. Ik zie in 2017 nog steeds veel bedrijven die webcare gebruiken met als voornaamste doel ‘het voorkomen van een crisis’. En waarom dan precies webcare? ‘Omdat onze klanten nu eenmaal online zijn en van ons verwachten dat we daar reageren op vragen’.
Natuurlijk is het voorkomen van een reputatiecrisis een legitiem doel. Natuurlijk is het goed om daar te zijn waar je klant is. Maar het is zo gericht op het behouden van de status quo, het heeft zo weinig met durf en vooruitgang te maken. Terwijl dit een uitgelezen periode is om juist aan de slag te gaan met een verbeteringsslag.
Deze economische focus op vooruitgang zou zich daarom in 2018 moeten vertalen in jouw webcare-doelstellingen. Kijk dus verder dan het voorkomen van een crisis, en stel jezelf juist een betere reputatie als doel. Mik niet op het stabiliseren van het aantal klachten, maar ga juist voor meer complimenten, een hogere NPS en meer tevreden klanten. Mijn collega Marieke schreef eerder ‘Reputatiemanagement is meer dan damage control’ en ze maakt daar een uitstekend punt.
Samenvattend een jaar dat volgens mij in het teken gaat staan van oprechte relaties, relevante content en een groeiende vraag naar aantoonbare resultaten. Verre van een complete lijst, maar wel vijf trends waar je mee vooruit zou moeten kunnen. Gebruik ze om bepaalde accenten in je strategie te verleggen, te experimenteren met nieuwe disciplines of gewoon om in het achterhoofd te houden. Veel succes in 2018!
De toegenomen bekendheid en verkrijgbaarheid van Bitcoin hebben ervoor gezorgd dat vrijwel iedereen de naam op z’n minst weleens heeft horen vallen. Bitcoin is mainstream geworden. Dat zien we onder andere terug in het feit dat de belangrijkste online discussieplaatsen niet langer blogs en gespecialiseerde nieuwssites zijn. Het grote Twitter is anno 2017 de plek waar Bitcoin het meest wordt bediscussieerd.
Grootste discussiebronnen Bitcoin
Online wordt weleens beweerd dat de koers van Bitcoin en andere crypto-valuta door die grote interesse labiel wordt. De waarde van Bitcoin zou kunstmatig worden opgeblazen door de enorme aandacht op social media. Als die massale ophef gaat liggen, zou de koers naar beneden gaan meebewegen. Is het inderdaad zo dat online activiteit lineair samenhangt met de waarde van Bitcoin? Dat is wat mij betreft een interessante aanname om eens te testen in social media monitoring tool Coosto:
Hypothese: Er is een positief verband tussen de activiteit op social media over crypto-valuta en de waarde van die crypto-valuta in US Dollars.
Het ontstaan van Bitcoin
Dat er een duidelijke link is tussen Bitcoin en social media, is al te merken vanaf het vroege begin van de munt. Satoshi Nakamoto, het pseudoniem van de persoon die Bitcoin ontwierp, gebruikte vooral social media als fora en groepschats om zijn Bitcoin-idee in 2009 te pitchen en te verbeteren. Veel van de eerste mensen die heil zagen in het plan van Satoshi, ontdekten Bitcoin door dit soort social posts en online interacties. Sterker nog, ook de eerste Bitcoin-betaling (één pizza voor 10.000 BTC, inmiddels zo’n 150 miljoen dollar!) verliep via een online forum.
Social media waren en zijn dus essentieel voor Bitcoin om mensen te enthousiasmeren voor het netwerk. Er zit immers geen centrale organisatie, locatie of aansturingsmechanisme achter de blockhain-technologie en het Bitcoin-idee. Anonieme gebruikers en ontwikkelaars die de techniek draaiende houden, zitten over de hele wereld. Daarom zijn social media en chatapps onmisbaar voor onderlinge communicatie.
Het idee van decentralisatie
Bitcoin is een zogenaamde crypto-valuta. In andere woorden: digitaal geld, dat kan worden opgeslagen en uitgewisseld zonder tussenkomst van een derde partij. Wat dat betreft hebben crypto-valuta’s raakvlakken met social media: ze zijn beide gebaseerd op het idee van decentralisatie. Er zijn binnen deze systemen immers geen groepen die controle hebben over informatie (mediabedrijven) of vermogen (banken).
Gebruikers hebben zelf de macht in handen gekregen. Voor social media betekent dit dat individuele gebruikers, zonder tussenkomst van een uitgever, zelf nieuws kunnen produceren en een miljoenenpubliek kunnen bereiken. Voor crypto-valuta en de zogenaamde blockchain-technologie betekent het dat gebruikers zonder tussenkomst van een bank onderling zelf digitale transacties kunnen uitvoeren.
De prijs van Bitcoin
Terug naar de hypothese. Om die te testen, plotten we het aantal berichten over Bitcoin in de periode van 12 december 2016 tot 9 december 2017, gemeten in Coosto. Daar tegenover zetten we de prijs van Bitcoin in US dollars voor diezelfde periode.
Bitcoin
Op het eerste oog lijken de lijnen ongeveer dezelfde vorm te vertonen, waarbij het opvalt dat de social activiteit telkens een dipje kent in de weekenden. Om aan te kunnen tonen of er echt samenhang is, moeten we echter dieper duiken dan het visuele aspect. In de statistiek wordt samenhang berekend door de zogenoemde correlatiecoëfficiënt van Pearson. Die is voor de twee weergegeven variabelen 0,80 en statistisch significant, wat wil zeggen dat er een zeer sterk verband bestaat.
Is het dan misschien toeval dat de waarde van de bekendste crypto-valuta samenhangt met de activiteit op social media? Om dat te checken, kijken we naar de tweede grootste crypto-munt: Ethereum. Dat levert deze grafiek op:
Ethereum
Ook hier komen we uit op een statistisch significante correlatiecoëfficiënt van 0,76 (een sterk verband). De samenhang tussen social media activiteit en verschillende crypto-valuta lijkt dus verder te gaan dan alleen Bitcoin.
Waarde van transacties
De overeenkomsten worden overigens nog treffender als we niet de koerswaarde van Bitcoin, maar de grootte van de handel in Bitcoin onder de loep nemen. De oranje lijn laat in onderstaande grafiek de waarde van alle Bitcoin-transacties zien (koop én verkoop) voor de periode van 12 december 2016 tot en met 9 december 2017. De bewegingen van die lijn lijken vrijwel identiek aan de social buzz rond Bitcoin die we gemeten hebben in Coosto. Ook hiervoor berekenden we een correlatiecoëfficiënt, en die bevestigt wat we met onze ogen eigenlijk al zien: een zeer sterk verband (statistisch significante correlatiecoëfficiënt van 0,84).
Bitcoin
Er lijkt een logische verklaring te zijn voor het feit dat de grootte van de social buzz sterker samenhangt met het handelsvolume dan met de koerswaarde. We hebben een aantal factoren van de social buzz namelijk niet meegenomen: wie zijn de belangrijkste auteurs, hoe groot is hun invloed en wat is het sentiment van de berichten (positief of negatief)? Met name die laatste is naar alle waarschijnlijkheid een belangrijkere variabele voor de prijs van Bitcoin dan voor het volume van de Bitcoin-handel.
Logisch redeneren vertelt ons namelijk dat negatieve berichtgeving zou samengaan met een koersdaling, en positieve berichtgeving met een stijging. Social activiteit is voor de prijs van Bitcoin dus maar een deel van het verhaal. Voor het volume van de handel lijkt dit minder van belang, omdat we verwachten dat een groei in berichtgeving (of dat nu positief of negatief is) samengaat met meer handel.
Van social naar koers of van koers naar social?
Hoewel we bij zowel Bitcoin als Ethereum zeer sterke verbanden tussen de social activiteit en de waarde van (de transacties van) deze crypto-munten zien, kunnen we niet zomaar uitgaan van een causaal verband. Een onderzoek van Wysocki (1999) toont bijvoorbeeld aan dat activiteit op message boards de handel in aandelen voor de volgende dag kan voorspellen. Maar er zijn ook onderzoeken, zoals die van Tumarkin en Whitelaw (2001), die de omgekeerde richting bewijzen: de handel en waardeverandering van aandelen beïnvloedde de activiteit op message boards.
In andere woorden: wordt de koers van Bitcoin beïnvloed door de buzz op social media, of wordt de online discussie juist beïnvloed en gestimuleerd door de koers? Op basis van dit onderzoek kunnen we daar geen harde uitspraken over doen.
Conclusie
We zien bij zowel Bitcoin als Ethereum zeer sterke verbanden tussen de social activiteit en de waarde van deze crypto-munten. Maar nee, we kunnen met behulp van deze analyse (nog) niet hard maken dat we de koers van Bitcoin met social data kunnen voorspellen. De hypothese die we formuleerden, nemen we wél aan. Er is namelijk wel degelijk een zeer sterke relatie tussen de koers van bepaalde crypto-valuta en de activiteit op social media.
Let it snow ❤️
De meeste mensen leken afgelopen weekend geen moeite te hebben met het feit dat Nederland bedekt was onder een witte deken. Ook mijn X- en Instagram tijdlijn sneeuwde onder met foto’s, filmpjes en tweets. Dat het prachtige beelden oplevert, liet deze Xer zien.
1. Customer service hoeft niet beter en sneller
Service verlenen via social media is inmiddels niet meer weg te denken bij de meeste bedrijven. En dat is zowel een vloek als een zegen. Dat vindt Polle de Maagt, digital strateeg: “Het wordt steeds moeilijker om je te onderscheiden van de rest. Wij consumenten verwachten namelijk steeds meer van service.” En de cijfers laten zien dat het overgrote deel van de bedrijven nog niet aan die verwachtingen kan voldoen. In 2016 werd slechts 5% van de verwachtingen van consumenten overtroffen. Ernst-Jan Kruize van gemeente Utrecht beaamt deze ontwikkeling. Social media maken de klant dominant, waardoor de lat in de toekomst nog veel hoger zal liggen. De klant bepaalt namelijk zélf wanneer hij in contact treedt met een bedrijf, terwijl het andersom veel lastiger wordt om als bedrijf in contact te komen met de klant.
“De omgekeerde wereld wordt werkelijkheid: bedrijven komen in de wachtrij te staan bij de klant.”
Toekomstvisie van Erik-Jan Kruize. #SSC17 pic.twitter.com/YpiYcae1op
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
Een belangrijke manier om daarop in te spelen, is om consumenten persoonlijk te benaderen. Customer servive kán in de toekomst namelijk niet sneller, beter of groter opgezet te worden. Ook meer kennis gaat niet het verschil maken voor jou als bedrijf. De menselijke connectie daarentegen wél. De data die we op basis van customer service verzamelen, moeten we gaan inzetten in real life. In de échte wereld mensen blij gaan maken. Niet social first, maar human & solution first.
“Niet social first, maar human first en solution first”, @Polledemaagt. #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
2. Zonder een stevige basis, geen resultaat
Een andere, belangrijke takeaway van dit congres: zorg dat je basis op orde is. Je kunt de meest strakke social campagnes bedenken en de vetste visuals delen, maar als klantvragen niet worden beantwoord, dan betekent dat één ding: afbreuk van je merk. Alleen al daarom is het belangrijk om de basis van customer service goed neer te zetten in je organisatie.
Zorg vervolgens dat je er bent voor je klanten, op de plekken waar zij ook zijn. Een belangrijk punt daarbij: bepaal van tevoren hoe je brand persona eruit ziet. Dus niet hoe je klanten eruit zien, maar hoe jij eruit ziet als bedrijf. Wie ben je? Wat wil je uitstralen? Hoe ga je consumenten aanspreken online? En ben je daarbij nieuwsgierig? Voer je graag gesprekken online? Of volstaat een enkel antwoord? Belangrijke vragen, al helemaal als je webcareteam uit meerdere mensen bestaat. Zo kan namelijk iedere webcareagent zich identificeren met je organisatie, wat leidt tot consistente communicatie. Resultaat? Een sterker merk.
“Webcare agents zijn het gezicht van je organisatie”, aldus @MarlousHeiser van Adidas. #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
3. Customer service als input voor content marketing en productontwikkeling
Via social worden er veel vragen en problemen afgehandeld, maar de customer service afdeling is inmiddels al lang niet meer het afvoerputje van het bedrijf. Deze levert namelijk ook veel waardevolle haakjes op om content mee te creëren. Zo zet Allerhande elke maand een klantvraag centraal in het magazine (“Is wild écht wild?”) en beantwoordt KLM veelgestelde, opvallende vragen uitgebreid in een blog. Daarnaast is customer service een uitgelezen manier om je product te optimaliseren. Zet de brand ambassadors bij elkaar in een community en vraag hen niet alleen proactief om feedback, maar laat ze ook meedenken over een nieuw product of feature. Zo bind je klanten en creëer je samen een product dat beter aansluit bij de wensen en behoeften van je doelgroep.
“Merken worden tegenwoordig gedefinieerd door wat ze doen, niet wat ze zeggen”, aldus @Polledemaagt. #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
4. Mensen verzamelen ervaringen, geen producten
Naar mijn mening de belangrijkste takeaway van de dag: mensen verzamelen ervaringen, geen producten. Raymond Klompsma van srprs.me vertelde hoe ze daar bij srprs.me op inspelen: door reizigers te behandelen alsof het hun vrienden zijn. Dat resulteert in een hele persoonlijke aanpak, die voelbaar is vanaf het begin dat je een reis boekt totdat je weer thuis bent. Zo is elke boeking persoonlijk dankzij een srprs.me consultant, worden reizgers regelmatig getrakteerd tijdens de vakantie (“het 1e biertje is van ons!”) en sturen ze een ‘welkom thuis!’- kaartje zodra de reis is afgelopen. En die persoonlijke aanpak werkt. Inmiddels hebben ze een community met 25.000 reizigers. Stuk voor stuk brand ambassadors. En dat blije klanten de motor zijn achter groei, blijkt ook: maar liefst 60% van de nieuwe reizigers komt binnen door middel van Word of Mouth. Ook srprs.me zegt: reiziger first, technology second.
“Behandel je klanten alsof het je vrienden zijn.”
De belangrijkste les van @raymondklompsma van @srprsme. #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
5. Geen toekomst voor customer service zoals we het nu kennen
Daar waar customer service nu vooral wordt gebruikt om vragen en problemen af te vangen, gaat dat er in de toekomst heel anders uitzien. Ja. Vragen en problemen zullen nog altijd gesteld worden via social media, maar veel minder. We produceren namelijk steeds duurzamere producten: waar vroeger een lamp na 500 branduren stuk ging (want: verkoopkans), richten we ons steeds meer op duurzame producties. Dat is immers ook wat de klant tegenwoordig verwacht. Om die reden is het belangrijk om veel eerder in de klantrelatie aanwezig te zijn. Potentiële klanten kunnen – gezien de keuzestress – wel wat ondersteuning gebruiken bij het maken van keuzes. Een rol die vooral voor customer service is weggelegd. Daarbij zien we de ontwikkeling dat consumenten tegenwoordig alleen willen betalen voor dat wat ze daadwerkelijk gebruiken. Om die reden wordt gebruiksoptimalisatie steeds belangrijker, waarbij customer service de helpende hand is. Zij kunnen een klant adviseren hoe ze een product of dienst beter kunnen gebruiken door actief mee te denken. Zo kan een klant álles uit een product halen.
6. Chatbots, chatbots, chatbots
Het leek even de rode draad te worden op het Social Service Congres: ‘chatbots’. Van VGZ tot aan Allerhande en Adidas: allemaal experimenteren ze met chatbots als verlengstuk van hun online dienstverlening. De belangrijkste les die we daaruit kunnen trekken? ‘Standaard’ vragen kunnen prima door een chatbot worden afgevangen. Denk bijvoorbeeld aan ‘Waar is mijn order?’ en ‘Wordt mijn bril vergoed?’. Complexe vragen zijn én blijven weggelegd voor webcareagents. Stefan Visser van VGZ benadrukt daarbij dat je de klant in een chatgesprek vooral niet de indruk moet geven dat hij/zij met een persoon praat. “Wees eerlijk en laat de klant weten dat deze een bot tegenover zich heeft. Erg belangrijk in het kader van verwachtingen managen: een chatbot is nou eenmaal stukken minder persoonlijk.” Marlous Heiser van Adidas geeft daarbij aan dat een chatbot echt niet meteen de nieuwe Siri hoeft te zijn. Begin klein, kijk of het werkt: al doende leert men. Daar heb je veel meer aan dan eindeloos blijven doorontwikkelen zónder ook maar enige klantfeedback te ontvangen.
“Een bot hoeft niet meteen alles te kunnen. Don’t try to invent the new Siri!”, @MarlousHeiser #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
Al met al een leerzame dag, waarbij één ding duidelijk is: customer service gaat én moet persoonlijker worden in de toekomst. En die persoonlijkheid zou nog weleens hetgeen kunnen zijn wat jou gaat onderscheiden van je concurrentie. Of je daarin mee moet? Dat laat ik nog altijd in jouw handen.
Doe er in ieder geval je voordeel mee.
Een inhaker is een uiting van een merk, bedrijf of organisatie (meestal op social media), die verwijst naar een nieuwsfeit of gebeurtenis. De Engelse vertaling ‘newsjacking’ geeft eigenlijk prima aan wat merken met inhakers beogen: nieuwskaping. Dat houdt in dat je als merk meelift op het ‘succes’ van nieuwsgebeurtenissen. Alle ogen zijn op het nieuws gericht en jij krijgt daardoor gemakkelijker je boodschap aan de man. Omdat het zo’n goedkope manier is om een potentieel miljoenenpubliek aan te spreken – je hebt in principe alleen een goed idee nodig en een account op social media – groeit het aantal bedrijven dat met inhakers aan de slag gaat sterk. Maar juist daardoor is het niet vanzelfsprekend dat je ook daadwerkelijk miljoenen mensen gaat bereiken. Hoe zorg je er nu voor dat jouw idee opvalt tussen die honderden anderen die meeliften op Carnaval, het WK voetbal of Prinsjesdag?
We kunnen je helaas geen kant-en-klare ideeën voorschotelen. We hebben wél succesvolle inhakers ontleed, wat resulteert in deze checklist. Streef als merk deze 5 eigenschappen van een inhaker na, en vergroot de kans op een viral.
R Actueel
Als je inhaakt op een nieuwsfeit, is het zaak dat het ook nog daadwerkelijk nieuws is op het moment dat je zelf met je uiting komt. Als de aandacht voor het nieuws is verslapt, dan heeft het ook geen zin meer om erop in te haken. Goede inhakers kennen een scherpe timing.
Met de komst van social media is het veel gemakkelijker geworden om snel in te haken, maar die snelheid is ook veel essentiëler geworden. Want wat nu nieuws is, kan immers over een dag of uur alweer oud nieuws (dus geen nieuws) zijn. Onze aandachtscurve is door de enorme groei van prikkels door allerlei media veel korter geworden, dus de timing van een inhaker luistert nauw. Idealiter plaats je jouw uiting op het moment dat het nieuws zijn piek nog moet bereiken. Zo zit je vooraan in de curve en profiteer je volop van de aandacht voor het nieuws.
Geen nood. #stroomstoring pic.twitter.com/KStA4xzOyV
— Heineken NL (@Heineken_NL) 27 maart 2015
Dat is nog niet zo gemakkelijk. Je moet een glazen bol hebben als je nieuws zou willen voorspellen, en dan moet je ook nog eens met een goed idee komen. Een social media monitoring tool is geen glazen bol, maar het kan je wél helpen om nieuws op te pikken op het moment dat het nog niet de headlines van de grote nieuwssites heeft bereikt.
Je kunt ook inhaken op momenten die je van tevoren kunt verwachten, zoals evenementen en feestdagen. Of zaken die vroeg of laat een keer gaan gebeuren, zoals de eerste sneeuwval van het jaar, de eerste zomerse dag of (zoals Heineken hierboven) een stroomstoring. Deze tweet verscheen slechts 1,5 uur na het begin van een grote stroomstoring al online. Journalisten waren nog in hun pen aan het klimmen en de nieuwspiek werd pas veel later bereikt. Heineken heeft duidelijk een timmermansoog voor timing en ongetwijfeld een mooie bak vol conceptideeën. Je begrijpt dat het zorgvuldig timen en plannen van je inhakers je een groot voordeel kan opleveren. Onze tip: gebruik die mogelijkheid volop.
R Positief
Een goede inhaker roept bijna altijd een positief gevoel op. Meestal is het de bedoeling om mensen te verrassen of een glimlach te bezorgen met een kleine woord- of beeldspeling. Een goede inhaker is vrijwel nooit zwaar of maatschappijkritisch, maar kiest juist de kant van de publieke opinie. Hij gaat hoogstens tot het randje, nooit erover. We zien bij de minst succesvolle inhakers juist opvallend vaak het tegenovergestelde.
Als mensen bijvoorbeeld in hun hemd worden gezet, kan de goedbedoelde knipoog compleet verkeerd geïnterpreteerd worden. KLM voelde zich genoodzaakt om onderstaande tweet te verwijderen nadat het Nederlands Elftal Mexico uitschakelde op het WK in 2014. Onze tip: gebruik inhakers die voor niemand pijnlijk of beledigend zijn.
R Relevant
Relevantie is ook een niet te missen eigenschap van een goede inhaker. Hoe leuk het ook is om als tractormerk in te haken op ‘Verander-je-wachtwoord-dag’, er is geen duidelijke link tussen die dag en je merk. Als je hier toch een inhaker van zou maken, zou het een slap aftreksel zijn met alleen maar verliezers. Het publiek gaat het ‘gemaakt’ vinden en jij krijgt niet het podium waar je op hoopte. Probeer niet te hard te zoeken naar een link. Als de inhaakmogelijkheid er niet is, dan is hij er gewoon niet. Liever 2 keer per jaar bullseye dan 10 keer jammerlijk mis. Onze tip: kies een paar dagen of onderwerpen per jaar die passen bij je merk en zet daar vol op in. Check eens in onze inhaakkalender of er veelbesproken dagen zijn die wél bij je passen.
R Origineel
De meest voor de hand liggende eigenschap is tegelijkertijd de moeilijkste. Maar als je écht wilt opvallen, zal je je moeten onderscheiden van je concurrenten die waarschijnlijk ook allemaal willen inhaken op nieuwsgebeurtenissen. Dat doe je door in je inhaker duidelijk de tone-of-voice van je merk te hanteren, en door jouw merkverhaal op een originele manier te verwerken in je content.
Creativiteit, creativiteit en nog eens creativiteit is daarom de boodschap. Helaas is dat niet zomaar aan te leren. Het wil gelukkig nog weleens helpen om wat rond te kijken bij de buren voor inspiratie. Eén van onze aanraders is bijvoorbeeld HEMA, niet in de laatste plaats omdat ze maar liefst 2x voorkomen in onze top 10 met beste inhakers van 2017.
Dit mooie voorbeeld dateert nog nét uit 2016.
R Zonder commerciële boodschap
Met een inhaker moet je geven en nemen. Als je het goed doet, krijgt je boodschap een bereik waardoor je concurrenten groen van jaloezie gaan zien. Dat wil niet zeggen dat je nog méér mag verwachten. Zie het als een soort deal: jij geeft je mensen een lolletje, zij geven jou het bereik waar je op hoopt. Verkopen via een inhaker werkt niet, want mensen prikken daar feilloos doorheen. Social media is sowieso al geen plek is om reguliere advertentieteksten te plaatsen, en bij een inhaker is dat helemaal het geval. Vermeld dus zeker geen URL naar je webshop of aanbieding in je content, want dan kon het weleens compleet anders uitpakken dan je gehoopt had.
Een klassiek voorbeeld is Urban Outfitters, dat in 2012 ongeveer alles fout deed wat je fout kunt doen in een inhaker. De tweet is allereerst weinig origineel. De boodschap is bovendien gebaseerd op de vernietigende orkaan Sandy, die meer dan 200 mensen het leven kostte. Het feit dat het kledingmerk in diezelfde tweet ook nog eens adverteert met gratis verzending, maakt het hele verhaal alleen maar pijnlijker. Het merk kreeg wél het bereik, maar nu niet bepaald de positieve buzz waar het op mikte.
Wil jij scoren met inhakers? Ga voorbereid het nieuwe jaar in. Wij selecteerden de inhaakdata die afgelopen jaren het meest besproken werden op social media en verwerkten ze in onze inhaakkalender voor 2018: CoosTopics. Je kunt 'm downloaden via het formulier aan de rechterkant.