Gratis demo

Uncategoried

De Stand van Content & Social Media in 2020

1. Contentstrategie blijft zorgenkindje

Content is king. De marketingwereld lijkt steeds beter te begrijpen dat traditionele reclame aan kracht verliest. Content die aansluit op de beleving van het publiek is het enige antwoord daarop. Vanuit dat besef zijn contentmarketingbudgetten gegroeid, professionals opgeleid en massa’s content uit de pen gevloeid.

Het probleem? Het ontbreekt nog te vaak aan een gedegen plan achter al die content. En als de contentstrategie er wel is, dan is die meestal niet zwart-op-wit te vinden.

Uit het onderzoek blijkt dat 71% een strategie hanteert bij het creëren van content, waar dat vorig jaar nog 74% was. Slechts 33% van de ondervraagden heeft die contentstrategie ook daadwerkelijk gedocumenteerd, evenveel als vorig jaar. Dat is problematisch in een vakgebied waar professionals vooruit willen, aantoonbaar willen bijdragen aan organisatiedoelen en kennis intern willen delen. Hoe kun je immers schaalbaar kennis delen als je niets gedocumenteerd hebt?

2. Social media content onverminderd populair

Content is er in alle vormen en maten, maar wie contentmarketing zegt, zegt toch vooral social media. Dat is in 2020 niet anders. Social media posts en stories zijn nog altijd de populairste contentvorm (94%), gevolgd door blogposts (80%) en e-mails (74%). 

Contentvormen die B2C-organisaties in het afgelopen jaar hebben gebruikt

contentvormen-content-types-merken

3. We betalen vaker voor contentverspreiding

Door social media algoritmes ontkom je er bijna niet meer aan: betalen voor vertoningen. Als je er zeker van wilt zijn dat een bepaalde post aan een groot publiek wordt voorgeschoteld, moet je nu eenmaal in de buidel tasten. Dat doen we in ons vak steeds vaker.

Vorig jaar had nog 68% minstens één keer voor contentdistributie betaald, dit jaar is dat al 85%. Binnen deze groep werd social media advertising het meest gebruikt: 89% zette dat kanaal betaald in.

4. Facebook met afstand grootste social platform

Als je 1000 consumenten vraagt naar het populairste social media platform op dit moment, zal je niet vaak ‘Facebook’ te horen krijgen. Het is toch juist de tijd van Instagram, TikTok en YouTube? Dat zien we althans in de jaarlijkse gebruikscijfers van social media.

Zakelijk ontstaat echter een heel ander beeld. Hoewel ook Instagram en YouTube voor B2C-contentmarketeers belangrijke social media geworden zijn, is Facebook nog steeds de absolute nummer één. 96% van de organisaties gebruikt het platform voor organische (gratis) contentverspreiding. Hoewel consumenten er niet meer heel actief op posten, blijft het platform bezoekers trekken en daar maken contentmarketeers dus dankbaar gebruik van.

Social media platformen die B2C-organisaties in het afgelopen jaar hebben gebruikt voor organische contentverspreiding

social-media-platformen-b2c-organisch

Ook in betaalde contentverspreiding is Facebook alleenheerser. Van de respondenten die in het afgelopen jaar adverteerden op social media, gebruikte maar liefst 95% daarvoor Facebook. Instagram kan enigszins aanhaken; 53% van de respondenten gaf aan weleens te betalen om content te tonen op het platform. Dat is een flink contrast met bijvoorbeeld Twitter. Hoewel 71% van de organisaties Twitter gebruikt voor de gratis verspreiding van content, kiest slechts 16% van de adverteerders voor dat medium.

Social media platformen die B2C-organisaties in het afgelopen jaar hebben gebruikt voor betaalde contentverspreiding

social-media-platformen-betaalde-contentverspreiding

Facebook is niet alleen het meest gekozen platform, maar contentmarketeers zijn er ook het meest succesvol. De respondenten selecteerden Facebook als het platform dat voor hen het meeste contentmarketing-resultaat opleverde, zowel betaald als organisch.

5. Analysetools steeds populairder

technologie-content-marketing

Social media publishing- en planningtools zijn voor contentmarketeers natuurlijk onmisbaar. Geen wonder dat dit soort software ook in 2020 verreweg de meest gebruikte in het vak is. Opvallend is echter vooral de opmars van (website-)analysetools. Die werden begin 2019 nog door 71% van de contentmarketeers gebruikt, inmiddels is dat al 83%.

De ontwikkeling onderstreept het groeiende belang van analyse en verantwoording. Je kunt niet meer zomaar content creëren en hopen dat die het gewenste effect heeft behaald. Je moet resultaten kunnen aantonen, laten zien wat je werkzaamheden waard zijn.

Sterker nog, je zou eigenlijk van tevoren al moeten kunnen voorspellen dat je content succesvol gaat zijn. Je moet je kunnen verantwoorden, uitleggen waarom jouw content de te investeren tijd waard is. Daarvoor is onderzoek naar je doelgroep en markt nodig. Het is daarom perfect te verklaren dat vorig jaar uit hetzelfde onderzoek al bleek dat social media listening de populairste onderzoekstechnologie is. 70% van de content marketeers maakte er toen gebruik van.

6. Vooral creatie van content wordt uitbesteed

Organisaties zijn flink verdeeld over de vraag of het slim is om van contentmarketing uit te besteden of niet. 55% kiest ervoor om (delen) van contentmarketing uit te besteden, de overige 45% doet het niet. Daar is dus geen duidelijke voorkeur in te bekennen.

Van de organisaties die niet alles in-house doen, is er één onderdeel dat verreweg het vaakst wordt uitbesteed: 80% kiest ervoor om contentcreatie (deels) bij anderen te beleggen. Op plek twee staat de verspreiding van content (37%), gevolgd door de technologie achter content (27%). 

7. Content ondersteunt vooral awareness-fase

Content kan in elke fase van de klantreis waarde toevoegen. In de praktijk blijkt dat B2C-organisaties content vooral inzetten voor top-funnel doelen: aandacht trekken en interesse opwekken. Slechts 12% van de content is bedoeld om bestaande klanten te laten terugkeren of als klant te behouden.

content-productie-per-fase-customer-journey

Contentmarketing is springlevend

Het onderzoek van CMI onderstreept maar weer eens dat contentmarketing een volwassen discipline is die niet zomaar meer van het strijdtoneel gaat verdwijnen. Het rapport laat echter ook zien dat er nog verbeterkansen zijn. Door het gebruik van een gedocumenteerde strategie die aansluit op je organisatiedoelen, in combinatie met de juiste analysetools, kun je de waarde van content intern nog beter gaan aantonen.

Uncategoried

Zo vergroot je interactie op social media zonder enige tijd en moeite

1. Post consistent en regelmatig

Routine, rust en regelmaat. Dat geldt voor veel dingen in het leven en zo ook voor social media. Om maximale interactie op je social accounts te krijgen, moet je regelmatig aanwezig zijn. En hoe doe je dat? In eerste instantie door vaak (lees: een paar keer per week) berichten te plaatsen. Maar ook door voor jezelf iets van een structuur of content format te creëren. Terugkerende onderwerpen of berichtgeving op vaste dagen in de week zorgt voor herkenbaarheid.

2. Tag mensen in je berichten

Een eenvoudige manier om je posts bij bepaalde mensen onder de aandacht te krijgen, is door relevante accounts in je berichten te taggen. Deze mensen krijgen dan een melding dat ze getagd zijn en je bericht wordt onderdeel van hun profiel. Dit betekent dat zowel jouw volgers als hun volgers je bericht kunnen zien. Dat zorgt voor gemakkelijke ingangen voor een gesprek. En daar is social media voor bedoeld: mensen online met elkaar in verbinding brengen. Er zijn wel ongeschreven tag-regels op social media. Via Instagram, X of openbare Facebookpagina’s kun je bedrijven en mensen gerust benoemen. Op LinkedIn is het dan weer not-done om zomaar wat te taggen. Tag daar alleen mensen en bedrijven die je daadwerkelijk kent en die relevant zijn voor de post.

3. Voeg je locatie toe

Over taggen gesproken. Tag je locatie in je posts! Op Instagram en Facebook wordt veel gezocht op locaties. Het is een kleine moeite en zorgt direct voor meer exposure. Een perfect voorbeeld van een quick-win dus.

instagram-locatie


4. Investeer in hashtags

Hashtags hebben een zoekfilterfuctie. Mensen kunnen daarop zoeken of hashtags volgen. Kies de voor jou relevante hashtags en voeg ze toe in een bericht, dan vergroot je letterlijk je bereik. Meer bereik betekent meer mensen op je profiel, en dat draagt dan weer bij aan de interactie. Hashtags zijn trouwens niet alleen geschikt voor Instagram en X. Ook op Facebook en LinkedIn wordt gezocht op hashtags. Hoeveel je er moet toevoegen? Post Optimizer van Coosto vertelt jou precies wat het beste aantal hashtags is om in te zetten, afhankelijk of je social media post gericht is op meer bereik, interactie of clicks.

Maar nog belangrijker: zorg voor relevante hashtags bij je berichten. De Hashtags Generator in Publish vertelt je precies welke relevante hashtags trending zijn. 

5. Vraag je collega’s om je berichten te delen en te liken

Easy-peasy: vraag je toch betrokken collega’s, vrienden, familieleden om je berichten te liken, delen of er een comment bij te plaatsen. Dat is bereik én interactie die je ‘gewoon’ cadeau krijgt. Zeker het delen van een bericht kan veel opleveren: wist je dat het een bericht dat gedeeld wordt door een medewerker tot wel 561% meer bereik kan opleveren dan een post vanuit het bedrijfsaccount?

6. Stel vragen

Hoe vervelend is het om een gesprek te voeren met iemand die alleen maar over zichzelf praat? In face-to-face gesprekken ga je er ook vanuit dat mensen interesse hebben in jou, luisteren en vragen stellen. Dat is online net zo. Ga het gesprek aan met jouw volgers en daag ze uit. Stel vragen in de berichten die je plaatst. Spreek je publiek aan in je stories door middel van een video, polls of door te delen wat je doet.
Wees trouwens ook niet ontmoedigd wanneer mensen in het begin niet direct een antwoord geven op je vraag door middel van een opmerking. Interactie en waardering vindt op verschillende niveaus plaats. Vergelijk het met non-verbale communicatie in face-to-face gesprekken. Het kan zijn dat iemand voortaan alle berichtgeving van jou blijft volgen. Of vaker klikt naar je website of misschien wel posts deelt. Ook dat is interactie zijn reacties.

7. Reageer op al je comments & DM’s

En om door te gaan op reacties: dat betekent natuurlijk dat je zelf ook moet reageren! Sommige social media teams of medewerkers reageren alleen op comments onder social media posts als er een vraag in wordt gesteld, en dat is zonde. Want door vaker te reageren, betrek je jouw publiek bij je merk en bouw je aan een hechte community. Plus het is ook gewoon beleefd ?.

8. Publiceer je berichten op jouw beste tijd

Je kunt prachtige foto’s en video’s uploaden en de meest pakkende teksten schrijven, maar het is voor niets geweest als het grootste deel van je publiek slaapt of werkt op het moment dat je je berichten plaatst. Wat is dan de beste tijd op te posten? Elke situatie is anders en het verschilt ook nog eens per kanaal en doelgroep. Wil je het meest specifieke antwoord voor jou, dan kun je het beste data verzamelen over jouw merk, doelgroep, berichtgeving en kanalen. Door dit een tijd te monitoren en te experimenteren met tijden kun je relevante data voor jouw situatie verzamelen. Dit kan gemakkelijk met een planning- en publicatietool, zoals Publish in Coosto. Wil je toch snel een algemene richtlijn of indicatie? Check dan ons blogje over de beste tijden om te posten in 2022.

Als het goed is helpen deze quick-wins je zonder extra moeite aan meer interactie op social media. Ik ben benieuwd wat het jou gaat opleveren!

 

Uncategoried

Coosto Hackathon: innoveren kun je leren

e Coosto Hackathon is een jaarlijks intern evenement, waarbij we al onze collega’s uitdagen om in groepen aan de slag te gaan met een zelfbedacht creatief of innovatief concept. De belangrijkste randvoorwaarde: binnen één dag moet je een volwaardig en uitgewerkt idee kunnen presenteren aan het bedrijf.

Een evenement als de Hackathon helpt Coosto om creatief en vernieuwend te blijven. Het is de perfecte gelegenheid om eens goed buiten de lijntjes te kleuren, op een heel andere manier na te denken en misschien wel op bruikbare functionaliteiten voor ons product te stuiten. Noem het een training in innovatie.

Coosto + 1

Geen tijd te verliezen, we moesten aan de slag met een idee binnen het richtinggevende thema ‘Coosto + 1’. Daarmee werd bedoeld dat elk idee een combinatie moest bevatten van Coosto met een concept of idee van een andere tool of app.

Uit dit thema ontstonden 8 interessante en diverse projecten, waar in totaal 33 collega’s tijdens de Hackathon aan hebben meegewerkt. De ideeën in een notendop:

Berichtgoedkeuring à la Tinder

Wat krijg je als je Coosto zou combineren met de swipiness van een app als Tinder? Dit project heeft het geprobeerd en presenteerde een werkend prototype. Met een simpele veeg over je scherm naar links of rechts kon je berichten in Engage snel behandelen.

Wist je dat...

De zoekhulp in Coosto Listen is ontstaan uit het winnende project van de Coosto Hackathon in 2017?

Coosto Cards

Een functionaliteit die dit groepje afkeek van de filterfunctionaliteit van Google Cards. In plaats van algemene filters in en bij te stellen, kun je de Coosto-filters in de zoekresultaten zelf aanpassen. Zo kon je per resultaat aangeven of je de taal, auteur en/of het topic wilde uitsluiten in de zoekopdracht. “Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker ?”

coosto-cards-hackathon

Coosto Periscope

Ken je Clippy van Microsoft Office nog? Waarom zouden we zo’n hulpje niet in het Coosto-thema implementeren? Het doel van dit project was om klanten direct in de tool te helpen, met informatie uit het Support Center, zonder dat zij daarheen hoeven te navigeren.

periscope-coosto-hackathon

Lunchplatform

Dit project haalde zijn inspiratie niet door het product van Coosto, maar de interne lunch onder handen te nemen. Zij bedachten een platform waarop medewerkers suggesties konden doen voor lekkernijen, en hun aanwezigheid konden invullen. Zo wisten de collega’s die de lunch bereiden precies hoeveel mensen er zouden komen, om verspilling tegen te gaan.

Coosto LMS

Om een Coosto-training gemakkelijker en interactiever te maken, kwam dit team met het idee om een Learning Management System op te zetten; één plek voor alle trainingsinformatie, waar met quizjes en opdrachten wordt getoetst of je Coosto onder de knie hebt.

Het podium

Geen hackathon zonder winnaars. Een vakkundige jury koos aan het einde van een mooie maar vermoeiende dag de 3 beste projecten.

Brons: Coosto Loyalty

Wat als je wat meer werd uitgedaagd in je dagelijkse gebruik van Coosto? Laten we er een spel van maken, bedacht dit groepje. Door data te analyseren in Listen, gesprekken af te handelen in Engage en posts te plannen in Publish, kun je punten en badges verdienen. Zo strijd je tegen je collega’s om de leukste en meest legendarische badges, en bereik je misschien wel de hoogste plek op het leaderboard?

Zilver: Coosto Break

Een minigame in Coosto. Leuk, maar wat is het nut ervan? Daar had dit team wel over nagedacht: “Break stuff and recharge!" Iedereen die na de zoveelste klacht van een klant in Engage zijn frustraties kwijt wil, kan dat in deze game doen. Klik op een knop en sleep met de muis alle Coosto-elementen richting de schermrand, om ze één voor één te slopen. Zo, dat lucht op! Je bent weer helemaal opgeladen om klanten vriendelijk te woord te staan.

coosto-break-hackathon

Goud: Coosto Assistant

De winnaars presenteerden volgens de jury een wel heel indrukwekkend staaltje ‘Coosto +1’. Ze namen als uitgangspunt dat managers zo snel en gemakkelijk mogelijk up-to-date willen zijn met de laatste social media statistieken van hun merk. Daarom combineerde dit project de intelligentie van Google Assistant met de kracht van Coosto. Je hoeft niet meer in te loggen in Coosto, maar vraagt gewoon de laatste stand van zaken aan je Google Assistant via je smartphone of smartwatch. Coosto pusht die data en Google leest je jouw statistieken voor. Een (bijna) feilloze demonstratie toonde aan dat het kan!

coosto-assistant-hackathon

Samen maken we Coosto beter

Zo. Na deze Hackathon zijn wij weer volledig opgeladen met nieuwe inspiratie voor productverbeteringen in 2020. Wil je als Coosto-klant ook zelf meedenken over vernieuwingen in de tool die jij dagelijks gebruikt? Dat kan. Geef via de feedback-knop in Coosto aan waar jij kansen ziet, of stem op bestaande ideeën.

Op naar een mooi en innovatief 2020!

winners-coosto-hackathon
Uncategoried

Hoe maak je een succesvol social media plan?

Het verschil tussen een social media strategie en een social media plan

Een social media strategie richt zich op de lange termijn. Meestal geldt de strategie voor minstens een jaar, en bepaalt die de algemene koers  van al je social media activiteiten. Maar een strategie is niet concreet genoeg voor campagnes, de marketing voor nieuwe producten of diensten of projecten die je online wilt delen.

Daarvoor gebruik je social media plannen. Een social media plan heeft een duidelijk begin en eind, en richt zich specifiek op één gebeurtenis of campagne. Zo’n plan kun je zien als een concrete uitwerking van je  algemene social media strategie. Zorg ervoor dat je die twee niet los van elkaar gaat zien: je missie, visie en kernwaarden moeten overal in terugkomen.

 

Stappenplan voor een social media plan

De gemakkelijkste manier om een social media plan te maken, is uit te gaan van de 5W’s (+H).

1. Doelstelling - Waarom?

Eerst ga je bepalen wat je met deze campagne wilt bereiken. Waarom zet je social media in? En hoe gaat dat helpen om je overkoepelende marketing- of communicatiedoelstelling van dat project te behalen? Maak het vooral meetbaar. Een bereik van X, een engagement van Y%; jij kiest en zet je ambities neer.

2. Boodschap - Wat?

Vervolgens bepaal je wat de kernboodschap van je campagne, project of gebeurtenis gaat zijn. Je hebt in je strategie al onderzoek gedaan naar je doelgroep, en weet als het goed is dus waar zij ontvankelijk voor zijn. Wat moeten ze van jouw social media posts onthouden? Schrijf kernachtig (in maximaal één zin) op wat je boodschap wordt.

3. Vorm - Hoe?

Bepaal daarna in welke vorm(en) je deze boodschap gaat verpakken. Wordt het video, ga je afbeeldingen delen of vooral tekstuele content maken? Neem ook de voorkeuren van je doelgroep, je budget en de tijd die je hebt mee in deze beslissingen.

4. Kanalen - Waar?

Niet onbelangrijk: kanalen. Welke social media platformen ga je inzetten voor dit plan? Bekijk niet alleen wat past bij jouw campagne, maar houd ook hier rekening met waar jouw doelgroep zich bevindt.

Hiervoor geldt overigens niet dat méér altijd beter is. Er zijn op alle platformen, van Twitter tot Instagram, ongeschreven regels op het gebied van taal, stijl en beeld. Je moet het platform goed kennen om aan te voelen wat wel en niet ‘kan’ op dat platform. Je kunt daarom beter een paar platformen heel goed inzetten, dan overal aanwezig zijn en een paar missers maken.

5. Planning - Wanneer?

Een social media plan heeft dus een duidelijk begin en eind. Het is aan jou om ervoor te zorgen dat alle taken in de tussentijd ook daadwerkelijk gebeuren. Timing is daarbij cruciaal. Bepaal wanneer je jouw social media content wil gaan plaatsen voor maximaal effect.

Ga je op social media langzaam maar zeker werken naar een epische afsluiting, of open je juist spectaculair om vanaf het begin al alle aandacht op je gevestigd te krijgen? Wat je ook kiest, zet het van tevoren al op papier, zodat betrokkenen niet voor verrassingen komen te staan.

Hoe maak ik een social media planning?

6. Taakverdeling - Wie?

Leuk, zo’n plan, maar die posts komen er natuurlijk niet automatisch. Bepaal wie verantwoordelijkheid draagt voor creatie, controle, planning, budget, enzovoort. Door de taken scherp te verdelen, behoudt de eindverantwoordelijke overzicht en kan hij of zij gemakkelijk bijsturen.

 

Maak een contentkalender

Voilà, dat is je plan. Als je de belangrijkste keuzes hebt gemaakt, ga je jouw plan schematisch in een tijdlijn zetten om het daadwerkelijk uit te voeren. Daar zijn twee manieren voor:

a. Handmatige kalender

De eerste is door ons gratis template te gebruiken, waarmee je jouw plan verwerkt en opmaakt in een tijdlijn. Hierdoor kun je jouw plan begrijpelijk en zichtbaar maken voor iedereen die betrokken is. Vervolgens is het een kwestie van uitvoeren, regie houden en bijsturen.

Download jouw gratis template voor een social media plan

b. Interactieve contentkalender

De tweede manier is door een geautomatiseerde en interactieve social media planner te gebruiken om je tijdlijn te vullen. Ook daarin kun je gemakkelijk alle aspecten van je plan verwerken; de boodschap van elke post, de vorm, de platformen, wie ervoor verantwoordelijk is, enzovoort. Een automatische planner (of contentkalender) heeft daarnaast echter nog een paar voordelen ten opzichte van de handmatige tijdlijn.

social-media-planner

De planner bespaart je namelijk tijd in de uitvoering. Social media posts (inclusief video, link of afbeelding) worden bijvoorbeeld automatisch gepubliceerd op de momenten en kanalen die je hebt aangevinkt. Daarnaast kun je instellen wie rechten heeft om te plannen en wie de social media posts eventueel voor publicatie moet controleren. In dezelfde omgeving zie je meteen het resultaat van je plan (clicks, likes, comments etc.), dus ook dat is mooi meegenomen.

Uncategoried

Het Facebook algoritme uitgelegd: zo zorg je voor goed presterende posts

Betekenisvolle interacties

Update juni 2022: er gaan geluiden over nieuwe veranderingen binnen het algoritme van Facebook. In de plaats voorrang te geven aan posts van personen die je volgt op Facebook, lijkt het erop dat dit niet langer van toepassing zal zijn. Dat zou betekenen dat de afkomst en de relatie tussen de auteur en de gebruiker die de post te zien krijgt minder belangrijk wordt. In principe hoe TikTok ook werkt: de relevantie met betrekking tot de interesses van een gebruiker staan hierbij voorop. Het succes van TikTok wordt ook op andere manieren gekopieerd door Facebook: Reels zouden vanaf nu voorrang krijgen om vertoond te worden. Hoe gaat Facebook er dan uitzien? Stories en Reels worden bovenaan de Feed weergegeven, met zoals gezegd meer focus op visuele posts. 

Het enige gedeelte van het Ranking-proces waar we als merk invloed op hebben zijn de signalen van onze content. Deze signalen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën; passief en actief:

  • Passieve signalen zijn onder andere weergavetijd, verhaaltype, geposte tijd en andere niet-actieve statistieken.
  • Actieve signalen zijn onder meer likes, shares en reacties

Je moet dus passende en waardevolle content maken om positieve betrokkenheid te bevorderen. Wanneer jouw doelgroep positief reageert op je content, definieert Facebook het als ‘betekenisvolle interactie’.

1. Zorg voor gespreksstof

Je wil dat jouw posts zorgen voor (positieve) interacties. Zorg dat je met je content een gesprek aanwakkert tussen jouw volgers en andere mensen. Richt je niet alleen maar op wat jij wil vertellen of overbrengen. Jouw content moet ervoor zorgen dat mensen stoppen met het scrollen door hun tijdlijn, dat ze reageren en jouw post willen delen

2. Focus op je publiek

Het is een beetje een open deur, maar de content die je maakt moet wel relevant zijn. Zorg dat je verhalen maakt die de mensen, waarmee je een community wilt opbouwen, willen lezen, bekijken of delen. Of het nu gaat om een product of kennisdeling: het moet allemaal voortkomen uit de vraag van jouw publiek. 

3. Monitor de prestaties van je content

Analyseer je gepubliceerde social media berichten om ze vervolgens te kunnen verbeteren. Voor Facebook kun je al het een en ander aflezen binnen Facebook-insights, maar wil je een volledige analyse doen, maak dan gebruik van een social media tool, zoals Coosto. Met Publish in Coosto publiceer je berichten op al je social media kanalen en zie je direct hoe je posts presteren. Bekijk hoe je berichten presteren op interactie, leer van de inzichten van je posts en optimaliseer vervolgens vanaf daar.

4. Promoot goed presterende posts

Het Facebook-algoritme hecht waarde aan content die organisch goed presteert en dat is gunstig voor als je wilt adverteren. Content die al sterke organische tractie heeft, betekent lagere CPC’s (cost per click), wat in combinatie met een boost-post van Facebook een sneeuwbaleffect voor je content kan creëren. Verspil daarentegen geen geld aan slecht presterende organische content, dat geeft logischerwijs hogere CPC’s. Wanneer een bericht goed presteert op het gebied van betrokkenheid, likes en shares, dan biedt boost-post de mogelijkheid om die prestaties op te schalen.

 

Conclusie

Het nieuwe Facebook-algoritme is complex en afhankelijk van veel factoren. Niet alles daarvan is te doorgronden. Gebruik de informatie die wél beschikbaar is om je contenttactieken aan te scherpen en je zichtbaarheid in de nieuwsfeed te vergroten: Zorg voor gespreksstof, schrijf waardevolle verhalen voor je doelgroep en daag ze uit die verhalen te delen voor organisch sterk presterende content.

Uncategoried

Coosto teleurgesteld door nominatie Big Brother Awards

Coosto is actief in een wereld die continu aan verandering onderhevig is. Diverse partijen (klanten, belangenorganisaties, social media partners, overheden e.d.), met vaak tegengestelde belangen, spelen daarin een rol. Hierin voeren wij als Coosto een beleid op basis van ethische overwegingen, tegen een achtergrond van sterk toegenomen aandacht voor privacy.

Ondanks alle maatregelen die we in het kader van dat beleid hebben doorgevoerd en blijven doorvoeren, hebben we onze positie in deze kwestie blijkbaar onvoldoende weten over te brengen en dat ervaren we als teleurstellend. We willen duidelijk en transparant aangeven waar wij als Coosto voor staan, en laten zien dat we privacy wel degelijk serieus nemen.

Zo wordt in het artikel van Bits of Freedom gesteld dat social media surveillance mogelijk zou zijn met Coosto. Deze informatie is achterhaald, en komt uit de tijd waarin social media data nog relatief onontgonnen gebied was. De markt was destijds vooral bezig de mogelijkheden en grenzen van social media te ontdekken, en privacy kreeg daarin onvoldoende aandacht.

Maar Coosto ontwikkelt zich continu, en ook de wereld van social media ziet er nu compleet anders uit. We hebben elke vorm van surveillance verboden en leggen dit in overeenkomsten en in onze algemene voorwaarden nadrukkelijk vast. Coosto is een marketing-communicatietool, en mag daarom ook alleen voor doelen als klanttevredenheid en merkbekendheid worden gebruikt. We handhaven hierop met behulp van technische en juridische maatregelen.

Tegelijk met deze maatregelen hebben we, tegen onze commerciële belangen in, afscheid genomen van veel overheidsklanten die zich niet konden vinden in onze veranderende visie en voorwaarden. Zo wordt er gesproken over hoe Coosto gebruikt zou worden door de politie en NCTV. Die organisaties zijn echter, mede vanwege bovenstaande ontwikkelingen, al geruime tijd geen klant meer van Coosto.

Dit soort keuzes maken we niet alleen omdat ze van ons verwacht worden, maar omdat we zelf waarde hechten aan privacy. We evalueren onze dienstverlening constant op de mogelijke impact ervan op maatschappelijke belangen, waaronder privacy. Waar nodig trekken we een grens en passen we ons product aan, ook als we daardoor commercieel potentieel laten liggen. Dat is onderdeel van wie Coosto is, waar we voor staan en waar we trots op zijn.

Bits of Freedom doet zeer belangrijk werk voor onze samenleving, maar het is jammer dat ze in dit geval de actuele stand van zaken niet netjes op een rijtje heeft. Deze nominatie heeft ons hoe dan ook gesterkt in ons voornemen om beter te communiceren over waar de balans tussen privacy en technische ontwikkelingen wat ons betreft ligt.

Uncategoried

SEO quick wins voor mensen die niets weten over SEO

1. Focus SEO op relevante keywords

Welke SEO-tips je ook napluist, deze zal er altijd tussen staan. ‘Schrijf op relevante keywords’ is de SEO-variant van wat wij content marketeers zouden noemen ‘schrijf waar je publiek op zit te wachten’.

Normaal gesproken gebruik je misschien (of eigenlijk: hopelijk) je buyer persona’s om te bepalen waar je over gaat schrijven en met welke toon je schrijft. Het mooie van het SEO-domein is echter dat je veel nauwkeuriger kunt achterhalen waar je publiek precies op zit te wachten. Gebruik de zoekwoordenplanner van Google om te onderzoeken welke exacte zoekwoorden mensen gebruiken om te zoeken naar jouw producten of diensten.

Kies één of twee keywords per tekst uit om op te gaan schrijven (of een bestaande tekst te verbeteren). Daar kun je vervolgens rekening mee houden in je webteksten, en dat brengt ons bij quick win 2.

2. Richt je SEO op één zoekopdracht

Als je de exacte keywords kent die mensen gebruiken, kun je daar je tekstuele content op gaan baseren. Dat werkt het beste als je zo specifiek mogelijk bent. Je kunt beter hoog scoren op één heel specifieke zoekopdracht, dan gemiddeld op een algemeen zoekwoord.

Dat zit zo: stel, je produceert dikke, uitwasbare viltstiften. Dan kun je jouw teksten richten op het zoekwoord ‘viltstiften’, maar de concurrentie daarop is ongetwijfeld hoog. Het is dan lastig om hoog in de zoekresultaten te komen. Het is bovendien onduidelijk of de mensen die zoeken op ‘viltstiften’ wel op zoek zijn naar jouw product. Misschien zoeken ze namelijk wel dunne watervaste viltstiften.

Het is daarom veel slimmer om je tekst te richten op de zogenaamde long-tail zoekopdracht ‘dikke uitwasbare viltstiften’. Het zoekvolume hierop is veel lager, maar de concurrentie ook. Bovendien zijn mensen die deze zoekopdracht intikken en op jouw website terechtkomen veel relevanter voor jouw bedrijf. De kans is namelijk groter dat ze daadwerkelijk op zoek zijn naar jouw product. Schrijf dus zo specifiek mogelijk op zoekwoorden die voor jou relevant zijn.

3. Verwijs naar andere pagina's

Google Bot is het systeem dat jouw pagina’s doorzoekt, zodat Google jouw pagina’s kan opnemen in de zoekresultaten. Hoewel het een superslimme bot is, kan het (nog steeds) geen kwaad om het systeem een handje te helpen. Met interne links - je verwijst dan met een linkje naar andere pagina’s van jouw eigen website – laat je de bot beter begrijpen waar jouw website over gaat.

Als je bijvoorbeeld op een pagina over ‘koolmezen’ verwijst naar een pagina over ‘merels’, is het voor Google gemakkelijker te snappen dat jouw website over vogels gaat. Met die interne links creëer je als het ware een spinnenweb, waardoor de bot (net als jouw website-bezoekers) niet vastloopt en gemakkelijk kan doorzoeken binnen jouw website.

Er zijn twee belangrijke zaken waar je als SEO-beginner op moet letten als je links gaat maken. Eén: zorg ervoor dat je altijd linkt naar relevante content. Als je op jouw webpagina over vogelvoer een stuk over ‘koolmezen’ hebt geschreven en je linkt naar een pagina over ‘smartphones’, dan werkt dat verwarrend.

Het tweede punt: maak inhoudelijke linkjes. Dat is het gemakkelijkst te laten zien met een voorbeeld:

Niet: Wil je meer lezen over de pimpelmees? Klik dan hier.
Wel: De koolmees lijkt sterk op de pimpelmees.

Doordat je het woord ‘pimpelmees’ klikbaar maakt, is het voor Google gemakkelijker te begrijpen dat de pagina waar je naar verwijst over pimpelmezen gaat.

4. Geef je afbeeldingen passende namen

Als je denkt aan SEO, denk je automatisch aan website-teksten. Maar ook afbeeldingen hebben invloed op de vindbaarheid van je webpagina. Heb je toegang tot zogenaamde alt-tags als je jouw afbeeldingen uploadt? Zet in deze tags het zoekwoord waarop je gevonden wilt worden.

Als je deze tags niet kunt vinden, is er in veel gevallen toch een kleine winst te behalen. Want veel content makers hebben haast en uploaden hun afbeeldingen met bestandsnamen als IMG_1539.jpg of afbeelding1.jpg naar hun blog of productpagina?

Geef je afbeeldingen namen die passen bij de tekst en het zoekwoord waar de tekst voor geschreven is. Heeft je afbeelding meerdere woorden, scheid ze dan met een ‘-‘. De afbeelding die bovenaan dit artikel staat, heet volgens die methode SEO-quick-wins-beginners.jpg.

Als je dit opvolgt voor al je pagina's, zijn niet alleen je teksten, maar ook je afbeeldingen relevant, specifiek en goed doorzoekbaar voor Google.

5. Verdien links van andere websites

We hadden het bij punt 3 al even over links, maar dat ging nog over links binnen je eigen website. De vindbaarheid van je website verbetert ook als andere websites naar jouw pagina’s linken. Google ziet deze links namelijk als een aanbeveling; ‘Hé, deze site is ook de moeite waard om even te bekijken.’

Dit wordt in SEO-taal een backlink genoemd. Hoe meer backlinks je krijgt, hoe beter Google begrijpt dat jouw pagina door veel andere websites wordt aangeraden. Maar niet elke backlink is evenveel waard. Als jij door een pagina wordt aangeraden die op zijn beurt weer veel wordt aangeraden, werkt dat positief voor jouw ranking.

Daarbij is ook hier relevantie belangrijk. Als je als bedrijf in vogelvoer een link krijgt van de vogelbescherming, levert jou dat meer op dan een link van een technologiebedrijf.

Het lastige van backlinks is dat ze buiten jouw eigen beheer vallen. Backlinks moet je als het ware verdienen, door interessante content of webpagina’s te maken, zodat webpagina’s op den duur vanzelf naar jou gaan linken. Je kunt dat proces wel versnellen, door bijvoorbeeld aan te bieden een artikel (met link) te schrijven voor een andere site of simpelweg te vragen of ze een link naar jouw pagina willen opnemen.

6. Sla niet door in je SEO

Ook al is dit nog maar het begin van het begin als het gaat om SEO, we willen je nu alvast meegeven: sla niet door in het optimaliseren van je webteksten. Overdaad schaadt; Google vindt een te perfect geschreven stuk (lees: je hebt te vaak jouw keyword gebruikt) en te veel geweldige backlinks verdacht. Je krijgt dan een soort ‘straf’ en je pagina’s kelderen in de zoekresultaten.

Een veelgehoorde kreet is dan ook: ‘Schrijf voor je publiek, niet voor Google’. Google is slim genoeg om teksten te herkennen die relevant zijn voor het publiek, ook als ze niet tot in de puntjes geoptimaliseerd zijn.

Het begint dus – gelukkig voor contentmakers en webschrijvers – bij een goed geschreven, fijne tekst. SEO is er vooral om een al goede tekst een extra duw in de rug te geven.

Bovendien is SEO niet de enige vorm van contentoptimalisatie. De resultaten die je behaalt met je content zijn dus niet alleen afhankelijk van organische zoekresultaten. 

Uncategoried

Het einde van de ‘like’ is in zicht

Het lijkt een ingrijpende verandering. Instagram en Facebook overwegen dus om een van de meest gemakkelijke en toegankelijke manieren van het tonen van sociale erkenning en waardering te verwijderen. Eerst even iets ophelderen. Je kán nog wel posts blijven like’en. Je kan alleen niet meer in je instagram-feed zien hoeveel likes de foto’s hebben. Instagram test wat het betekent om die data niet meer openbaar te tonen. De aantallen likes blijven voor degene die de foto heeft gepost nog wel zichtbaar.

‘Like’-minded community

Dat deze test zorgde voor wereldwijde schrikreactie, onderschrijft direct de reden waarom Instagram deze verandering wil doorvoeren. Het ontvangen – of níet ontvangen – van likes heeft impact op ons gevoel van erkenning en heeft invloed op ons zelfvertrouwen. Dit is overigens niets nieuws. Het krijgen van likes geeft ons een goed gevoel: dat we er mogen zijn en dat we erbij horen. Het ontbreken ervan maakt ons onzeker en minder gewaardeerd. Het gevolg is dat we onze mooiste plaatjes vergelijken met die van anderen. Instagram wil deze negatieve aspecten van social media aanpakken en dit is een eerste zet daartoe. Het zou volgens Instagram beter zijn voor onze mentale gezondheid als we de vergelijkingen met anderen niet meer kunnen maken. Het is duidelijk dat likes de populariteit van een social post aantonen. Ook het ontvangen van likes heeft impact. Het is een heel gemakkelijke en laagdrempelige manier van erkenning geven. Maar wat zegt een like eigenlijk?

Betekenis van de like

Chris Taylor schreef voor Mashable Middle East een artikel over de betekenis van de like. De like-knop heeft een heleboel betekenissen in onze social media-wereld gekregen. De like kan op verschillende manieren gebruikt worden en kan de volgende betekenissen hebben:

  • Ja
  • Ik ben het eens
  • Ik hoor je
  • Zeker
  • Waarom niet
  • Denk ik

Je kan de like zelfs gebruiken als bladwijzer of een reminder van een post. En dit zijn maar enkele voorbeelden. Er zijn nog een heleboel andere redenen, persoonlijk en politiek, waarom we je een hartje of een duimpje omhoog kunnen geven. Deze verschillende betekenissen zijn eigenlijk al opgepakt door een aantal platformen. Facebook en, recent ook, LinkedIn hebben daarom andere reacties dan alleen het duimpje omhoog toegevoegd als mogelijkheid bij een post. Langzaam verandert onze manier van online betrokkenheid tonen.

Aandacht voor elkaar

Of gaat het toch niet zo langzaam? En zijn we er eigenlijk al? Met de introductie van stories op Instagram en Facebook worden er helemaal geen posts geliket. Of denk aan een platform als Snapchat waar alles draait om persoonlijk foto’s en video’s met elkaar te delen en op elkaar te reageren. Bij stories is interactie juist belangrijk en de aandacht die je hebt voor elkaar. Het delen van verhalen en korte filmpjes wordt alleen maar populairder. Zelfs het businessplatform LinkedIn experimenteert daarmee. Deze betrokkenheid in die verhalen is erg hoog en kun je ook meten. Zo kun je onder andere bij je story analytics de volgende metrics zien:

  • Wat je bereik is (reach).
  • Hoeveel mensen je story helemaal afgekeken hebben (completion rate).
  • Hoeveel mensen afhaken (exits).
  • Of mensen je verhaal overslaan (skip).
  • Wie het verhaal nogmaals bekijkt (back).

Meer social media data

Likes zijn altijd een indicatie geweest voor hoe goed een post scoort op social media, maar er zijn nog meer indicatoren die aangeven dat er aandacht is voor jouw berichten. Het algoritme van de platformen bekijkt veel meer om te bepalen hoe populair jouw berichten zijn. Er wordt onder andere gekeken naar waar we scrollen. Hoe lang we een post bekijken en wat we aanklikken. De populariteit wordt bepaald door het aantal shares, comments en clicks, referral traffic, het aantal volgers, en natuurlijk hoeveel mensen je profiel en stories bekijken. Al deze data zegt veel meer dan likes alleen en je kunt het allemaal meten.

We zien dus eigenlijk dat we de iets wat oppervlakkige like voorbij groeien en dat interactie en aandacht belangrijker wordt. Misschien is het toch niet zo’n slecht plan van Instagram en Facebook om openbare data van de hartjes en duimpjes te schrappen.

 

Uncategoried

5 schrijftips voor content die mensen bijblijft

Het doel is dat jouw content onthouden wordt én dat mensen weten dat jouw merk de afzender is. Daarvoor moet de lezer (meteen) voelen dat de tekst bij jouw merk past, omdat je taal gebruikt die jouw merk anders maakt dan de rest. Maar hoe zorg je ervoor dat jouw artikel, blog of nieuwsbrief er blind tussen honderden andere artikelen uitgepikt wordt?

 

1. Dwing jezelf te zoeken naar synoniemen

Simpel. Eenvoudig. Gemakkelijk. Handig. Ongecompliceerd. Makkelijk.

Betekenen deze woorden voor jouw gevoel hetzelfde? Pas op, want dan zou het zomaar eens kunnen dat je de kracht van taal onderschat. Ja, ze proberen min of meer hetzelfde te duiden, maar deze woorden bevatten wel degelijk belangrijke en betekenisvolle nuanceverschillen.

Dat nuanceverschil is waarom een designer zegt van ‘eenvoud’ in design te houden in plaats van ‘gemak’. Het is ook de verklaring voor het feit dat foodbloggers hun recepten eerder ‘makkelijk’ dan ‘ongecompliceerd’ noemen. En het is de reden waarom we in de inleiding spreken over ‘handige tips’ en niet over ‘simpele tips’.

Neem dus geen genoegen met een woord dat ongeveer betekent wat je wilt uitleggen, maar graaf dieper. Dwing jezelf te zoeken naar synoniemen voor woorden die je automatisch dagelijks gebruikt. Kies vervolgens de variant die het best aansluit bij wat je precies wilt zeggen en die past bij jouw merkidentiteit.

Zo geef je met een beetje taalgevoel en een paar extra minuten meer body en persoonlijkheid aan je tekst, en creëer je daadwerkelijk herkenbare content.

 

2. Gebruik beeldspraak

Er is geen betere manier om je content persoonlijkheid te geven, dan door het gebruik van levendige beeldspraak. Voetbalcommentators zijn daar absolute pro’s in. Een mooi doelpunt zullen zij zelden een ‘hard schot in de hoek’ noemen, omdat ze het liever hebben over ‘een pegel met een snelheid waar de gemiddelde NASA-raket jaloers op is.’ Zo roepen ze een beeld op en geven ze extra nadruk aan de kracht van het schot.

Wil je herkenbare content? Beperk je dan niet tot puur beschrijvende taal, maar gebruik ook beeldspraak. Daarmee opent zich een wereld aan nieuwe mogelijkheden om je tone-of-voice tot leven te wekken. Extra mogelijkheden ook om nét die subtiele betekenisverschillen in je tekst te leggen die jouw merk bijzonder maken.

 

3. Schrijf zoals je zou spreken met een nieuwe collega

Veel contentmakers en schrijvers willen maar al te graag laten zien hoe breed hun vocabulaire is. De realiteit is dat niemand zit te wachten op indrukwekkend geformuleerde zinnen met ‘thans’, ‘tevens’, ‘teneinde’ of ‘terstond’. Die woorden kun je dus voor het nationaal dictee of voor een juridische tekst bewaren.

De beste manier om uitdrukking te geven aan je tone-of-voice is door levendig te schrijven. Laat die schrijftaal dus los en schrijf zoals je zou spreken met een nieuwe collega: vlot, niet te veel jargon. Als je die taak serieus neemt, zorg je er bijna automatisch voor dat je de identiteit van je merk in je tekst legt. Een hip reclamebureau verwelkomt een nieuwe collega namelijk nogal anders dan een grote beleggingsbank of een buurtsupermarkt.

 

4. Negeer grammaticaregels

Voor de taalpuristen onder ons die dit blog nauwlettend in de gaten houden: we weten heus wel dat socialmediamonitoringtool de juiste Nederlandse spelling van social media monitoring tool is. En dat het niet echt netjes is om een zin te beginnen met ‘En’ of ‘Maar’. Maar we willen dat onze stukken lekker leesbaar blijven, en we vinden dat een wat vlottere stijl past bij ons merk. Als dat betekent dat we niet geheel volgens de regels van ‘het Groene Boekje’ kunnen spelen, zien we die foutjes graag door de vingers.

Wat ons betreft negeer je dus de strengste grammaticaregels als dat betekent dat je vrijer bent in het uitdragen van jouw tone-of-voice.

Extra voordeel als je schrijft in een stijl die mensen graag willen lezen: op ‘social media monitoring tool’ wordt in Google vaker gezocht dan op ‘socialmediamonitoringtool’, dus wij plukken er ook de SEO-vruchten van.

 

5. Zorg ervoor dat je iets te zeggen hebt

Deze dooddoener hoort eigenlijk niet in een blog met schrijftips thuis. Toch vind ik hem belangrijk om nog eens te benadrukken. Schrijftips zijn leuke trucjes om een goed verhaal de schijnwerpers te geven die het verdient. Maar zonder goed verhaal staan die schijnwerpers ook maar naar een leeg podium te stralen.

Zorg er daarom voor dat je weet waar je over praat. Verdiep je allereerst in het onderwerp, en probeer een invalshoek te vinden die je zelf nieuw en interessant vindt. Want als je als schrijver niet eens enthousiast wordt van een onderwerp, hoe kun je dan van je lezers verwachten dat zij je stuk met enthousiasme lezen?

Geef dus niet simpelweg een opsomming van wat je hebt geleerd tijdens je verkennend onderzoek. Voeg altijd waarde, een duidelijke visie of een uniek perspectief toe vanuit jouw merk. Alleen dan hebben bovenstaande schrijftips ook nut en kun je de aandacht van je publiek niet alleen grijpen, maar ook vasthouden.

Uncategoried

5 Triggers waardoor mensen je content gaan delen

1. Voldoening

De meest gedeelde content is content die voldoening geeft na het lezen ervan. De lezer (of kijker/luisteraar) moet zich nét iets slimmer of vrolijker voelen dan hij was voordat hij jouw content tot zich nam. Zo’n gevoel van voldoening is gemakkelijk te creëren: bied gewoon een antwoord of oplossing voor een bestaande vraag, die relevant is voor je publiek. Hoe maak ik appelflappen? Hoe ontstond de bankencrisis exact? Waarom zijn bananen krom? Wat is de beste tijd om te posten op social media? Door dit soort vragen niet alleen te stellen, maar ook te beantwoorden, ontstaat er een prettig gevoel bij je lezer: ‘Mooi, weet ik dat ook weer’.

Hoe komt het nu dat dit soort content met oplossingen en antwoorden beter gedeeld wordt? Dat zit zo. Je lezer krijgt niet alleen zelf voldoening bij het lezen van het stuk, maar ontvangt ook een soort beloning als hij jouw content besluit te delen. Hij bezorgt zijn volgers dan immers de oplossing én dat fijne gevoel van voldoening, wat bijdraagt aan zijn sociale waardering.

 

2. Spectaculair design

Of het nu om een webpagina, nieuwsartikel of video gaat: het design van content kan een stuk maken of breken. Dat begint al bij het moment waarop een bezoeker onbewust bepaalt of hij doorleest of afhaakt. Omdat een afhakende bezoeker niets kan delen, is design een belangrijke factor in de deelbaarheid van je content.

Daarnaast kan goed design helpen een wow-factor te creëren. Content wordt dan voornamelijk vanwege het design verder verspreid op social media. De special van NOS over depressie is een goed voorbeeld. Deze pagina werd een jaar geleden gepubliceerd, maar levert nog steeds shares op social media op.

NOS-depressie-special

 

3. Verrassingselement

In tijden van bubbels en cognitieve dissonantie zou je het niet verwachten, maar content die niet strookt met bestaande denkpatronen, wordt vaker gedeeld. Een klein testje. Ga eens na welk artikel je eerder zou willen lezen:

A. Begin je strategie met een duidelijk doel

B. Houd rekening met je doelgroep in jouw communicatie

C. Waarom contentmarketing onzin is

Ik ga hem nu voor je invullen, maar ik vermoed dat je op titel C zou klikken. Terwijl je nota bene in het vak van contentmarketing zit. De eerste twee titels zijn namelijk open deuren, waar de derde echt stopping power heeft. Je bent het hoogstwaarschijnlijk oneens met de auteur, maar kan het toch niet laten om even een kijkje te nemen. Je leest het stuk hoofdschuddend, raakt gefrustreerd en besluit het te delen op je social media met kritische kanttekeningen. Maar... je déélt het wel.

Misschien is bovenstaande niet de manier waarop je wilt dat jouw content gedeeld wordt. Toch kun je het concept in afgezwakte vorm prima gebruiken om op een positieve manier veel shares te krijgen. Neem een belangrijk of populair thema en bekijk het eens van een andere, minder belichte kant. Maak bijvoorbeeld een verrassende vergelijking (Hoe je betere content maakt door te kijken naar Netflix) of neem een controversieel standpunt in (Waarom marketeers schuldig zijn aan influencerfraude). Je gaat merken dat dit soort content vaker aangeklikt en gedeeld gaat worden.

 

4. Emotie

Informatieve en praktische content heeft een positief effect op de deelbaarheid, zagen we bij punt 1. Maar je kunt het ook over de tegenovergestelde boeg gooien, en juist emotionele content publiceren. Emoties en gevoelens willen we namelijk van nature delen, positief en negatief. Dat is waarom je van vrienden en contacten bij uitstek emotionele content op social media aangeraden krijgt; “Wat een aangrijpend stuk, dit moet je echt even lezen”, of “Haha, check dit filmpje” zal je bekend in de oren klinken.

Daar kun je gebruik van maken in je content. Het maakt niet uit of het nu een aangrijpend filmpje, een humoristische column of een verdrietig verhaal is. Als je een emotie losmaakt bij je lezer, zal hij veel eerder geneigd zijn om je content te delen.

 

5. Uitdaging

Het laatste punt is nogal wiedes, maar wordt toch weleens vergeten: als je wilt dat je content gedeeld wordt, vraag het gewoon. Soms kan het heel simpel zijn, zoals de veelbesproken ‘World Record Egg’, die op Instagram een wereldrecord aan likes behaalde door simpelweg te vragen een post te liken.

 

 

 

 

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Let’s set a world record together and get the most liked post on Instagram. Beating the current world record held by Kylie Jenner (18 million)! We got this ? #LikeTheEgg #EggSoldiers #EggGang

Een bericht gedeeld door EGG GANG ? (@world_record_egg) op 4 Jan 2019 om 9:05 (PST)

 

Natuurlijk hoeft je het niet altijd zo plat en letterlijk te verwoorden. Een oproep om een post of artikel te delen met als argument dat je zo samen meer mensen kunt bereiken, werkt vaak ook behoorlijk goed. Als jouw volgers achter de boodschap staan, zijn ze in veel gevallen bereid je content inderdaad te delen.

Methodes als share & win vallen niet onder deze aanbeveling. Op de meeste social media platformen zijn deze praktijken verboden. Ze leiden wel tot gedeelde content, maar zorgen vrijwel nooit voor enige binding met je merk.

 

Meet hoe vaak je content gedeeld wordt

Voldoening, spectaculair design, een verrassingselement, emotie en een uitdaging: probeer (een van) deze triggers voortaan toe te passen in je content en meet in je social media planner of je posts inderdaad meer shares opleveren. Gebruik je daarnaast een social media monitoring tool? Dan kun je ook meteen bekijken of en hoe vaak je webpagina’s, blogs of artikelen gedeeld worden.

Vond je dit trouwens een interessant blog? Denk je dat het jouw netwerk kan helpen? Deel hem op social media en spread the word!

 

Uncategoried

Hoe een avondje Netflix je helpt betere social media content te maken

Storytelling in optima forma

Er wordt in marketing en communicatie al zeker een decennium volop gesproken over storytelling. Verhalen zijn vermakelijker, worden beter onthouden en wekken meer emotie op dan standaard berichten, lijsten, of – toegegeven – blogposts zoals deze. Toch zijn er maar weinig marketeers en communicatieadviseurs die de techniek goed onder de knie hebben.

Daarom is het goed om eens bij de entertainment-industrie te spieken, waar de echte professionals zitten. Op Netflix vind je honderden ontroerende, grappige of anderszins pakkende documentaires die zoveel verder gaan dan platgeslagen video’s met daarin een opsomming van feiten. Wat je van Netflix kan leren: ga voorbij aan de droge feiten, want het is vaak het verhaal áchter het nieuws dat de aandacht trekt.

Veel mediabedrijven hebben dat trucje inmiddels al afgekeken. Het stuk van Het Parool over een mysterieuze Japanner die veertig jaar lang brieven schreef aan een Volendams hotel, vind ik zelf het ultieme voorbeeld van storytelling. Het verhaal telt een duizelingwekkende 5971 woorden, maar als je content goed genoeg is, doet die lengte er blijkbaar niet eens toe. Het verhaal werd op X meer dan 500 keer gedeeld.

Ene Mr. Kaor stuurt al tien jaar wekelijks dezelfde brieven naar Hotel Spaander in Volendam. Maar wie Mr. Kaor? Paroolredacteur Lex Boon zet alles op alles om de mysterieuze afzender te vinden en komt in een bloedstollend verhaal terecht.https://t.co/nB45bSAxtF

— Het Parool (@parool) 29 december 2018

Na Hollywood en Hilversum is het nu aan social media marketeers om onze storytelling-vaardigheden uit de kast te halen. Probeer daarom vanaf nu, net als Netflix, met pakkende verhalen de show te stelen op social media.

De 20-80 regel

Waarom heeft (bijna) iedereen van Netflix-series als Breaking Bad, La Casa de Papel en Narcos gehoord, maar zijn films als Luka Chuppi, Les Goûts et Les Couleurs en Ek Ladki Ko Dekha Toh Aisa Larga minder bekend bij het publiek?

Voor elke succesvolle en viral serie die Netflix in haar aanbod heeft, zijn er minstens 4 veel minder populaire shows en films. De vergelijking met jouw social media content is gemakkelijk te maken. Ook daar scoort hooguit 20% van je posts waarschijnlijk zo’n 80% van je views. Maar Netflix toont aan dat dit helemaal geen probleem hoeft te zijn. Sterker nog, het brede aanbod met enkele populaire uitschieters is één van de redenen waarom het een breed publiek aanspreekt en daarmee succes heeft. Iets om mee te nemen in je content: die posts met wat minder likes, clicks of comments zijn heus niet zo’n ramp en bedienen misschien alleen de fijnproevers.

Mix van eigen en gecureerde content

Als je de Netflix-app opent, valt op dat het bedrijf met bovengemiddelde trots haar eigen werk presenteert: de Netflix Originals. De streamingdienst is namelijk niet alleen een doorgeefluik van series en films, maar is sinds een aantal jaar zelf ook productiemaatschappij. Met uniek eigen werk kan Netflix haar onderscheidend vermogen behouden ten opzichte van andere aanbieders van video-content.

Toch had het merk nooit zo’n succes kunnen worden als het alleen zou leunen op eigen producties. Daarom is een groot deel van haar content van andere productiemaatschappijen. Je zou het gecureerde, gedeelde content kunnen noemen.

Die mix van eigen en gecureerde content is wat Netflix zo sterk maakt en het vormt meteen een mogelijke succesformule voor jouw social media content. Soms zijn marketeers – onnodig – wat huiverig om content van anderen te lenen of ernaar te linken. Juist als je er niet voor terugdeinst om goed werk van anderen (misschien zelfs concurrenten) te delen, leren mensen dat ze jou moeten volgen voor kwalitatieve content in jouw domein, ongeacht de afzender.

Formules en categorieën

Hoe onpraktisch zou het zijn als je willekeurig door alle Netflix-films en serie-afleveringen zou moeten scrollen tot je iets naar keuze gevonden hebt? De categorieën (zoals Films met goede kritieken, comedy, thrillers) zijn een zegen om snel te navigeren naar wat jij interessant vindt. En als je één aflevering van een serie leuk vindt, dan binge je natuurlijk meteen de tweede, derde, vierde, enzovoort.

Toch is veel marketing-content niet zo praktisch ingedeeld. Ga eens voor jezelf na (wij hebben dat ook zojuist gedaan en beseffen dat er nog wel wat te verbeteren valt): gebruik je al content-categorieën, formats of series? Kunnen klanten of prospects er van op aan dat je bepaalde content op gezette tijden en dagen publiceert? Is er voor je publiek een gemakkelijke manier om content te volgen en andere te negeren? Door dit soort zaken piekfijn in orde te maken zorg je ervoor dat je content voorschotelt die aansluit bij de persoonlijke wensen van jouw volgers.

netflix-coosto-categorie

Sit back and relax

Weet je hoe je ook betere content maakt? Door af en toe juist niet bezig te zijn met betere content. Creatieve geesten zijn erbij gebaat om niet altijd ‘aan’ te staan. De beste ideeën komen voort uit periodes van rust. Dus heb je last van een writer’s block? Neem die bak chips en fles cola er gerust bij en slinger je Netflix aan. Ik betwijfel of je werkgever jouw avonden voor de buis als werkuren goedkeurt, maar je bent hoe dan ook weer opgeladen om de volgende dag weer content te knallen. Geniet ervan!

 

Uncategoried

Coosto en de AVG: 1 jaar later

Privacy waarborgen 
Ruim voordat de AVG in werking trad, hebben we klanten geïnformeerd over de gevolgen van de nieuwe wet. Zo heeft iedere klant in aanloop naar 25 mei 2018 een AVG-infokit ontvangen, met onder andere interactieve webinars en een informatiegids. Ons toegewijde privacy-team is sindsdien het vaste aanspreekpunt in Coosto voor klanten met AVG-gerelateerde vragen. Dit team controleert ook jaarlijks de afspraken die we met klanten in het kader van de AVG hebben gemaakt.

Data management feature
Voor onze klanten hebben we Coosto bovendien uitgebreid met de Data management feature, die we speciaal voor de AVG hebben ontwikkeld. Hierdoor kunnen Coosto-gebruikers in de tool zelfstandig voldoen aan verzoeken tot inzage, verwijdering, beperking of overdracht van eigen persoonsgegevens en die van hun klanten.
 
Coosto heeft privacy hoog in het vaandel staan. We zijn blij dat we onze klanten hebben kunnen helpen bij het tijdig voldoen aan de AVG. Maar daar stopt het niet. We volgen en ondersteunen ontwikkelingen in dit domein nauwgezet, en we blijven ons inzetten om de privacy van Coosto-gebruikers en hun klanten te beschermen. 

Uncategoried

Wat is reputatiemanagement en hoe pak je het aan?

‘Reputatie’ is een term zoals vertrouwen, respect of verantwoordelijkheid. Iedereen heeft er wel gevoel en beeld bij, maar uitleggen wat het precies is, wordt een stuk lastiger. Toch is het voor de werkbaarheid belangrijk om tot een vaste definitie van reputatiemanagement te komen. Zo zorg je ervoor dat je de juiste verwachtingen schept van de (on)mogelijkheden van reputatiemanagement voor je organisatie.

Wat is het verschil tussen identiteit, imago en reputatie?

Reputatie is een begrip dat vaak in verband wordt gebracht met woorden als identiteit en imago. Wat zijn precies de verschillen? Er zijn geen universeel gedragen betekenissen, maar wij hanteren deze definities:

Identiteit of Corporate identity is te omschrijven als jouw persoonlijkheid als organisatie. Het behelst alles wat jouw organisatie is. Waar sta je voor, wat is je visie? Wat zijn je normen en waarden en hoe ziet je bedrijfscultuur eruit? De identiteit van een organisatie kan worden verdeeld in 3 instrumenten:

    1. Gedrag (het gedrag van je organisatie en je medewerkers)
    2. Communicatie (alles wat je vertelt over je organisatie);
    3. Symbolen (alles wat je organisatie visueel uitstraalt)

Imago of Corporate image is de perceptie van die identiteit door je stakeholders. Het is het resultaat van alles wat je doet, vertelt en uitstraalt óf wat de stakeholders daarover horen van anderen. Ziet men je bijvoorbeeld als een vooruitstrevend bedrijf? Formeel? Modern? Word je gezien als luxemerk? Vrouwelijk? Dit soort merkassociaties vormen samen het imago van je organisatie.

Reputatie lijkt sterk op imago, maar er is een belangrijk verschil. Reputatie is niet het beeld, maar het oordeel dat stakeholders hebben over je organisatie. Sta je bij hen bekend als een organisatie die geweldige producten biedt? Die slecht voor haar medewerkers zorgt? Of die tekortschiet in de levering? De manier waarop mensen je organisatie beoordelen, hoeft niet altijd gebaseerd te zijn op feitelijke ervaringen. Vaak gaat het ook over wat ze over je merk (online) hebben gehoord of gelezen.

Identiteit: kledingmerk X is een merk dat zich presenteert als merk voor jonge mannen.

Imago: kledingmerk X wordt gezien als merk voor oudere mannen.

Reputatie: mensen zijn heel positief over merk X. Ze hebben gelezen dat de productkwaliteit uitstekend is.

Wat houdt online reputatiemanagement in?

In de praktijk komt je reputatie nooit helemaal overeen met wie jij bent en hoe je graag gezien wilt worden. De manier waarop stakeholders oordelen over je organisatie is namelijk subjectief, afhankelijk van ervaringen en verschillend per doelgroep (of zelfs per individu). Het is wél mogelijk om er invloed op uit te oefenen. Dat doe je met reputatiemanagement. Reputatiemanagement omvat alle activiteiten die je als organisatie onderneemt om het oordeel van je stakeholders te verbeteren. Zo zorg je ervoor dat ze jouw organisatie gaan zien op de manier die jij voor ogen hebt.

Online reputatiemanagement is de belangrijkste vorm van reputatiemanagement, omdat reputaties voor het overgrote deel online worden beïnvloed. Door social media kan een enkele klacht of compliment breed uitgemeten worden en daardoor vrijwel direct een grote impact hebben op je reputatie. Die werking kan nog lang merkbaar zijn, omdat online berichten – anders dan gesprekken die mensen bij de bakker om de hoek voeren – zwart-op-wit staan en terug te vinden blijven. De reputaties van bedrijven zijn daardoor veel veranderlijker geworden.

Wat is reputatiemanagement en hoe pak je het aan?
Een slechte recensie uit 2009 is anno 2017 nog gewoon terug te vinden op internet. Zelfs als de zaak inmiddels sterk verbeterd is, blijft het invloed uitoefenen op de reputatie van het restaurant.

De fases van online reputatiemanagement

Online reputatiemanagement is dus de meest effectieve manier om je reputatie te verbeteren. Maar hoe pak je dat aan? Goed online reputatiemanagement volgt doorgaans deze drie fases:

1. Monitoren

Online reputatiemanagement begint bij een goede kennis van wat er speelt binnen en rond je organisatie: je gaat monitoren. Dat kan iets acuuts zijn als een negatief Facebookbericht waar je direct actie op moet ondernemen. Maar het kan ook een trend zijn in de markt waar je als organisatie op kunt inspelen. De allereerste zorg is om er hoe dan ook van op de hoogte te zijn. Pas dan krijg je controle over de situatie en kun je bewust besluiten om er iets mee te doen. Je krijgt zo de controle over je reputatie en wordt niet langer geleefd door situaties die al zo ver zijn ontwikkeld dat je er geen invloed meer op hebt.

waarom heeft Unox de jachtsoep in blik niet meer in het assortiment? Is op zich niet erg, maar mag ik dan het recept?

— ♪♫♥ Joyce ♥♫♪ (@Desi_Arnhem) 24 januari 2014

Een voorbeeld van een bericht dat niet aan een merk gericht is, maar wel over een merk gaat. Door online monitoring vind je ook deze berichten terug.

2. Sturen en adviseren

De tweede fase is sturen en adviseren. De opgedane kennis en inzichten uit monitoring, vertaal je naar acties. De inhoud van die acties varieert sterk. Het kan gaan om een eenvoudige reactie op een berichtje, maar ook een veranderende focus in je communicatiebeleid. Het kan zelfs, zoals in het voorbeeld van Yoghurt Barn hieronder, marktbeslissingen beïnvloeden. Als uit monitoring blijkt dat mensen volop vragen om nieuwe producten of vestigingen, is dat belangrijke input voor je directie. Door vervolgens tegemoet te komen aan die wensen, laat je zien dat je luistert naar je klanten en verbeter je je reputatie.

3. Meten

Je eindigt je online reputatiemanagement altijd met meten. Zo kom je erachter wat het effect is van de acties die je in fase 2 hebt bedacht. Zie je positieve berichten toenemen? Is de online discussie verschoven in de richting die jij voor ogen had? Dan is je missie geslaagd. Als dat niet het geval is, ga je weer monitoren, opnieuw sturen en adviseren. Op die manier blijf je de online reputatiemanagementcyclus doorlopen.

Een voorbeeld dat de werking van deze cyclus goed laat zien, is de KNVB. De voetbalbond verstuurde een grappig bedoelde tweet over een blunder van een voetballer van Harkemase Boys. Doordat de KNVB na de tweet bleef monitoren en meten, kreeg ze in de gaten dat het bericht volledig verkeerd was gevallen. De bond besloot de tweet te verwijderen en excuses te maken en zag vervolgens dat de commotie minder werd.

Sorry, Dennis van @HarkemaseBoys. Dat was niet zo'n handig bericht.

— KNVB (@KNVB) 9 oktober 2017

Door deze fases te blijven doorlopen en in te bedden in je organisatie, blijf je bovenop de ontwikkelingen zitten. Je bent zelf de kapitein op eigen schip en jij bepaalt in welke richting je je reputatie stuurt. Of dat nu bakboord, stuurboord of rechtdoorzee is: Aye aye captain!

Uncategoried

Reputatiemanagement: meer dan alleen damage control

Reputatie: wat is dat ook alweer precies?

De Dell Hell-case uit 2005: wie kent ’m niet? Een ontevreden klant van Dell ventileerde zijn ongenoegen op zijn blog, wat uiteindelijk leidde tot een barst in de reputatie van de computergigant. Een klassiek voorbeeld dat klanten je reputatie bepalen en deze kunnen maken of breken. Maar wat verstaan we nou precies onder reputatie?

De reputatie van een bedrijf is een totaalindruk, gebaseerd op ervaringen die mensen hebben gehad met je bedrijf. Denk daarbij aan het lezen van een blog, het kopen van een product of contact met je klantenservice. Dat is overigens iets anders dan imago, waarbij men associaties heeft bij je bedrijf zónder feitelijke ervaring.

De reputatie die je hebt is cruciaal, ongeacht hoe groot of klein je organisatie is. Misschien heb je al helemaal uitgevogeld hoe je een ‘crisisbrandje’ weet te blussen. Hoe je er een kan voorkomen. Of hoe je ervan kan herstellen. Maar heb je enig idee hoe je reputatiemanagement kunt gebruiken om aan een sterker merk te bouwen?

Is het antwoord op die vraag ‘nee’? Dan mis je een grote kans voor je organisatie.

Sterke merken zijn niet sterk geworden door alleen te beschermen

Reputatiemanagement begint hoe dan ook met monitoren. Wat wordt er over je gezegd? Door wie? Hoe invloedrijk zijn die personen? En op welke online plekken wordt er over je merk gepraat? Door alerts in te stellen als iets uit de hand dreigt te lopen, kun je een crisis voorkomen.

En begrijp me niet verkeerd: blijf er vooral mee doorgaan.

Het verbeteren van je reputatie is echter net zo belangrijk als het beschermen, en wordt nog te vaak vergeten. Sterke merken zijn immers niet sterk geworden met alleen bescherming van hun reputatie. Het is daarom tijd om een fundament te leggen waarop je een sterk merk kunt bouwen. Deze 5 tips helpen je verder.

1. Durf jezelf uit te dragen

Als bedrijf heb je een bepaalde identiteit. Je staat ergens voor, iets wat je uniek maakt in de markt. Durf die waarden dan ook uit te dragen. Neem een standpunt in bij een maatschappelijke discussie. Maak een statement. Zo kiest de NS ervoor om omroepberichten voortaan te beginnen met ‘Beste reizigers’ omdat ze willen dat iedereen zich welkom voelt. Of dat tot discussie heeft geleid? Absoluut. Maar ook dat is reputatiemanagement: achter je standpunt blijven staan. Oók als daar weerstand op komt. In dit gevoel droeg de NS ook op social haar standpunt uit.
 

Maar dat is weer zo onpersoonlijk. Hier lees je meer over deze keuze: https://t.co/X5Lj9xovIp. ^JP

— NS online (@NS_online) July 28, 2017

2. Luister naar positieve geluiden en haak daar op in

Monitor niet alleen het negatieve sentiment. Luister ook naar het positieve geluid en spring daarop in. Denk bijvoorbeeld aan klanten die tevreden zijn met een product. Een 5 sterren review achterlaten op je webshop. Of gewoon blij zijn dat je er bent. Reageer daarom op complimenten, haak in op positieve tweets of geef je klanten erkenning als ze een goede review achterlaten. Houd daarbij ook invloedrijke personen in de gaten en stel eventueel een alert in als ze iets positiefs plaatsen. Dat geeft jou de gelegenheid om het ijzer te smeden als het heet is.

3. Vier successen - en niet alleen intern

Een enthousiaste klant of een complimenteuze tweet: de positieve geluiden uit de vorige tip hoef je niet voor je te houden. Laat juist zien dat je successen boekt. Dat kan een succesverhaal zijn van een klant, maar ook een goede review. Coolblue heeft zelfs een format bedacht om klanten te stimuleren kwalitatief goede reviews te schrijven. Ze licht regelmatig de beste of leukste review uit op de website.
 

Het is echter wél belangrijk dat het geen ‘Wij van WC-eend’-verhaal wordt. Als successen opschepperig zijn in plaats van oprecht, dan heeft dat juist negatieve invloed op je reputatie. Balance is key!
 

4. Niet alleen proactief reageren, maar ook proactief zijn

Proactief reageren, zoals inhaken op positieve berichten waarin je niet direct wordt vermeld, is één, maar eigenlijk is proactief zijn net zo belangrijk. Neem de touwtjes in handen en deel kennis over jouw markt door zelf content te creëren. Blogs, whitepapers, video’s of infographics. Niet alleen een positieve manier om in de spotlight te komen (“Hé, die heeft er wel verstand van”) maar ook een sterke zet om jezelf als kennisleider te positioneren.
 

5. De werknemers als merknemers

Werknemers zijn de beste merkambassadeurs. Ze geven het bedrijf áchter het merk een gezicht en kunnen op een transparante en geloofwaardige manier je merkboodschap uitdragen. Deze employee advocacy is daarom van grote waarde voor je reputatie. Het gaat daarbij veel verder dan alleen het delen van corporate content. Juist authentieke tweets of posts maken van een werknemer een merknemer. Zo heeft Bol.com haar medewerkers een eigen hashtag gegeven. Met #bijbolcom posten medewerkers allerlei soorten content die bijdragen aan de branding van het bedrijf. En dat versterkt Bol.com’s reputatie.
 

'Verjaardagsmeeting' van jarige job Denise (@postvak) #bijbolcom. Dat zijn nog eens maandagen, top begin van de week! pic.twitter.com/bkT9A8TzIe

— Marjolein Verkerk (@Me_Marjolein) July 17, 2017

​​

Goed reputatiemanagement heeft dus twee doelstellingen: het beschermen én het versterken van je reputatie. Doelstellingen die altijd hand in hand gaan en naadloos binnen je communicatiestrategie moeten passen.

En werkt het versterken even niet? Of pakt iets slecht uit? Dan kun je altijd nog overgaan op damage control.

Uncategoried

Social check: recordaflevering 'Heel Holland Bakt' ook de meest besproken aflevering op social?

Zondagavond, 20:25 uur. Met een kop thee in de ene hand en de afstandsbediening in de andere, zap ik naar NPO 1 voor het lekkerste programma van de zondagavond: Heel Holland Bakt. Al sinds het programma in 2013 voor het eerst in Nederland op de buis verscheen, ben ik fan. En ik blijk niet de enige. Afgelopen zondag bleek een recordaflevering, met 3.036.000 kijkers. Gigantisch veel, en ik vroeg mezelf direct af: zien we dit ook terug in de social buzz? Leidt meer kijkers ook tot meer X-ers? De social check geeft antwoord!

Social data als ingrediënt

Om in de #HHB-sferen te blijven: de social data zijn het belangrijkste ingrediënt om de beste social check te maken. Daarom gaan we terug naar de social data van het jaar 2013: het allereerste seizoen. In dat jaar werden er gedurende het seizoen 10.075 berichten geplaatst over én aan Heel Holland Bakt. Tijdens de finale-aflevering op 24 juli vond daarbij de meeste social buzz plaats.

Dat is anders bij de rest van de seizoenen. De piek in de social buzz was juist te zien bij elke eerste aflevering van het seizoen. Ook het seizoen van dit jaar beleeft haar piek in social buzz bij de allereerste aflevering op 3 september. Met 10.087 berichten in totaal is dit tevens de meest besproken Heel Holland Bakt-aflevering op social ooit.

Grafiek aflevering Heel Holland Bakt

En waar we het dan over hadden die specifieke uitzending? De ‘chocoladezoenen’ gingen er op social in ieder geval in als zoete koek.  

trending topic cloud

Als ik verder ga kijken naar de gesprekken die plaatsvinden rondom het programma, dan kan ik alleen maar concluderen dat we óók op social in de ban zijn van het programma. Dat is alleen al af te lezen aan het aantal gerelateerde reacties tijdens dit seizoen. Maar liefst 63,8% van de 99.834 berichten zijn berichten waarin we het programma niet expliciet benoemen, maar het er wél over hebben. 


Het is ook een heerlijk programma!!

— hanny ter doest (@hannyterdoest) October 16, 2017

De social buzz rondom Heel Holland Bakt

Aan de hand van deze statistieken, kunnen we concluderen dat een kijkcijferrecord niet per se een social record betekent. Maar waarom is de social buzz rondom de eerste aflevering van Heel Holland Bakt meestal het grootst? En wat heeft ervoor gezorgd dat in het eerste seizoen de finale-aflevering de meeste social buzz kreeg? Om op die laatste vraag meteen door te pakken: grote kans dat het te maken heeft gehad met de winnaar van dat seizoen. Van X tot aan verschillende nieuwssites: iedereen had het over Rutger, dé allereerste winnaar van Heel Holland Bakt. Maar waarom is het in de volgende seizoenen telkens de eerste aflevering die voor zoveel social buzz zorgt? Dat lijkt vooral te komen door aankondigingen op nieuwssites, aangevuld met ongeduldige kijkers die niet kunnen wachten op een nieuw seizoen Heel Holland Bakt.
 


 

Klaar voor een nieuw seizoen Heel Holland Bakt. Hier heb ik me de hele dag op verheugd. Nu op NPO 1! Wie kijkt er ook? #hhb #tip #ookalsjenietvanbakkenhoudt

A post shared by Leonie Ter Veld (@lterveld) on Sep 6, 2015 at 12:01pm PDT

En niet alleen voorafgaand aan de allereerste aflevering, maar ook tijdens en erna wordt er volop (na)gepraat. Over de presentatie, de baksels, de meesterbakker en de verliezer. Dit is elke aflevering het geval, maar gezien de afname in social buzz lijkt er inmiddels een ‘vaste kern’ over te blijven die nog wekelijks praat over het succesprogramma.


*Ine zegt iets*
- Televisiekijkend Nederland:#hhb pic.twitter.com/YcuUtozS0E

— Paul Peeters (@palpeet) October 15, 2017

Conclusie

In het geval van Heel Holland Bakt betekenen kijkcijferrecords dus niet per se social records. Desalniettemin kunnen we concluderen dat we niet alleen graag kijken naar het programma, maar er ook maar wat graag over praten. Benieuwd wat er dan zoal voorbij komt op social? De Beste Social Media selecteerde de leukste berichten over het programma. Herbeleef de halve finale met een selectie van de heerlijkste tweets. 

Honger gekregen? Check dan vooral ons blog over het geheim achter smakelijke content!

 

Uncategoried

Tasty: het geheim achter smakelijke content

De video’s van Tasty.

De door BuzzFeed geïnitieerde pagina is denk ik de smakelijkste Facebookpagina ooit. Eén ding is zeker: de pagina heeft een immense groei doorgemaakt. Alleen al maart 2016 had het platform een stijging van 30% in engagement. In diezelfde periode had Tasty zo’n 50,9 miljoen volgers, terwijl op het moment van schrijven dat er 89,5 miljoen zijn. Ik betrap me er ook op dat dit ongeveer de enige video’s zijn die ik écht bekijk op Facebook. Van begin tot eind. En gezien de aantallen ben ik niet de enige die zo fan lijkt te zijn van Tasty.

Reden genoeg om mezelf af te vragen waarom ik deze video’s zo fascinerend vind. Waarom kost het mij geen enkele moeite om 3 minuten lang Tasty content te slurpen? Wat is het geheim achter deze smakelijke filmpjes? 

  • Sprekende videocontent
  • Ondertiteling? Niet nodig. Muziek? Evenmin. Sterker nog, die ene keer dat ik een Tasty video daadwerkelijk aanklikte, werd er een megavrolijk deuntje afgespeeld terwijl er een stuk tonijn in mijn beeldscherm verscheen. Ik schrok me wezenloos.
  • En dat kwam niet door de tonijn.
  • De context van de content is zo duidelijk, dat ondertiteling en begeleidende muziek overbodig zijn. Het zijn haarscherpe shots, van het smelten van een klontje boter tot aan het fruiten van een ui. En het beste van alles? Je zit er met je neus zó dicht op, dat je het bijna kan ruiken. Dit maakt de video’s van Tasty meteen zo krachtig: je wordt als kijker meegezogen ín de content. Door van bovenaf te filmen, lijkt het bijna alsof je zelf de kok bent die het gerecht bereid. Heel wat anders dan een Rudolph van Veen die voordoet hoe hij Franse mokkataart maakt. Heerlijk om naar te kijken, maar het gevoel dat ik daar niks van ga bakken (letterlijk én figuurlijk) overheerst.
  • Snel en simpel
    Een video die 3 minuten duurt: dat is lang in de wereld van social. Toch is het onwijs kort voor het bereiden van een gerecht. En juist dát maakt de video’s van Tasty zo succesvol. Binnen no-time is de bloemkool in partjes gesneden, zie je hoe het vlees suddert en wordt de marinade voor de satés gemaakt. Dat werkt op zijn zachtst gezegd... rustgevend. Daarbij laat Tasty me geloven dat het zó gemakkelijk is om te maken, dat ik het ook zelf zou kunnen. Nog nooit geprobeerd overigens.
  • Bereiding van begin tot eind
    Ik heb het ook bij woon en klusprogramma’s. In één aflevering een treurige woonkamer omgetoverd zien worden tot een Jan de Bouvrie parel. Dat is de reden dat ik kijk. Ik weet van te voren dat ik een eindresultaat ga zien.
  • Dat geldt ook voor Tasty.
  • Hoe dan ook, élk filmpje heeft een duidelijk begin en eind. En als er dan na 2 à 3 minuten een heerlijk gerecht op tafel staat, komt het lekkerste van alles: er wordt een hap genomen. @!$&^#@! Als daar niet het water van in je mond loopt, weet ik het ook niet meer.

De pagina lijkt misschien een toevalstreffer, maar niets is minder waar.
De spin-off Proper Tasty, speciaal bedoeld voor mensen in the UK, is de snelst groeiende pagina die BuzzFeed heeft gelanceerd. In slechts één maand behaalde de pagina 3,7 miljoen volgers en meer dan 190 miljoen views. Cijfers waar de gemiddelde marketingmanager alleen maar van kan dromen. ‘Tastycontent’ kan echter voor iedereen zijn weggelegd, mits je met een aantal dingen rekening houdt.

1. Show, don't tell

Een principe wat Tasty perfect uitvoert. Je zult in de filmpjes geen kok tegenkomen die uitlegt ‘dat je goed moet roeren’ of ‘dat je het vlees mag draaien’. De beelden laten dat namelijk zien. En dat maakt content krachtig. Probeer daarom altijd in beeldende content niks te raden over te laten. Zeg niet wat je doet of gaat doen, maar laat zien wat je doet.
 

2. Zorg voor een duidelijke context

Het is belangrijk om altijd in het achterhoofd te houden dat de persoon in de bus of trein je video ook moet kunnen bekijken. En het is sociaal vaak niet gewenst om video’s te bekijken in de trein met het geluid aan. Denk daarom aan beelden die voor zichzelf spreken, al kan een simpele ondertiteling ook al genoeg zijn. Is de context van je video niet duidelijk zónder geluid? Dan is de kans groot dat je het ‘thumb-stopping moment’ mist: we scrollen gewoon verder.
 

3. Durf keuzes te maken

One-size-fits-all content? Think again. Richt je juist op een nichemarkt of een bepaald persona, en creëer daar je content voor. Wat ook het overwegen waard is? Maak op maat gemaakte content voor elk social kanaal. Tasty gebruikt Facebook als videoplatform, in plaats van YouTube of Vimeo. Elke video wordt zodanig gemaakt dat het perfect tot zijn recht komt op Facebook. En daar wordt niet alleen het populaire platform heel blij van. Onderzoek laat zien dat video’s die rechtstreeks op Facebook worden geplaatst (ook wel ‘native videos’ genoemd) dubbel zoveel interactie opleveren. Denk daarbij aan likes, reacties en shares. Niet heel gek, gezien het feit dat video’s an sich veel meer views opleveren dan updates met bijvoorbeeld alleen foto’s. Als ik in Coosto duik, zie ik dat een video-update bijna 12x meer views scoort dan een update met slechts een foto en wat tekst.

Cijfers Coosto

En terwijl mijn trein voortdendert, realiseer ik me dat de mensen achter Tasty nooit zo’n succes had kunnen boeken als ze in het wilde weg wat content op het sociale web hadden geslingerd. De sleutel tot het succes zit in de voorbereiding, en daar heeft het team van Tasty veel tijd in gestoken.

Goed, tot zover mijn fascinatie. Ik ga weer even terug naar mijn kippenspies!

Uncategoried

De Big Tasty gaat op vakantie… en social media is er blij mee

Het is niet de eerste keer dat de Big Tasty er even tussenuit knijpt. In 2011 werd hij ook al eens halverwege het jaar doorgekrast op de menukaart. McDonald’s koos er toen voor om dat niet aan de grote klok te hangen. Mensen kwamen er daardoor langzaam maar zeker zelf achter, en werden bij het bestellen negatief verrast: de Big Tasty pronkte niet meer tussen de Big Mac en McChicken. Dat leverde op social media toen langdurige buzz op, met vooral negatief sentiment (24% negatief versus 12% positief):

grafiek a

Waarschijnlijk koos McDonald’s er mede daarom voor om de tijdelijke exit van de burger ditmaal anders aan te pakken. Het bedrijf maakte het slechte nieuws zelf wereldkundig via social media. Verpakt in een knipoog, waarmee McDonald’s zelf invloed kreeg op de tone-of-voice van de discussie:

mcdonaldspost

De fastfoodketen had haar publiek goed ingeschat, want de post bleek hetzelfde soort reacties uit te lokken:

reactiemcdonalds
Meer grappige en emotionele reacties op deze post van McDonald’s vind je bij De Beste Social

Als het de strategie van McDonald’s was om een lange discussie en overwegend negatief sentiment te vermijden, dan zijn ze daarin geslaagd. Onze sentimentsanalyse laat zien dat er vorige week zelfs iets meer positieve dan negatieve berichten verschenen rond het ‘tot ziens’ van Big Tasty:

mcdonalds2

Dan de brandende vraag: waarom besluit McDonald’s in vredesnaam om zo’n populaire burger op vakantie te sturen? Dat blijft gissen, maar wij denken dat we een deel van het antwoord hieronder terugvinden in Coosto. Het gejuich om de terugkeer van de Big Tasty in april 2012 was vele malen groter dan het verdriet om het vertrek.

mcdonalds3

Je weet immers pas wat je hebt, als het er niet meer is, toch?

 

Uncategoried

Starten met webcare? Start met scherpe persona’s!

Waarom persona’s?

Het doel van webcare voor jou als organisatie is om jouw klanten beter te kunnen helpen. Enerzijds wil je geen vragen, klachten en complimenten missen die je zonder webcare wel zou missen en anderzijds wil je natuurlijk ook meer potentiële vragen vinden waarop jij als organisatie kunt inhaken. In beiden gevallen zal de klant centraal staan bij jouw webcareactiviteiten. Alles draait om deze klant beter te kunnen helpen en om die reden weet jij als afdeling meer dan elke andere afdeling binnen jouw organisatie wie deze klant is, toch?

Als het goed is roep je hier volmondig ja op echter in de praktijk blijkt dat organisaties vaak geen juist beeld hebben van de klant en doelgroep. Dit kan komen doordat het huidige beeld dat intern heerst niet overeenkomt met de werkelijkheid of omdat er überhaupt nooit onderzoek naar gedaan is. Tal van organisaties starten om die reden vaak hun webcare proces met het maken van persona’s. Deze persona’s zijn fictieve weergaven van jouw meest voorkomende klant(en) en geven jouw organisatie een beter beeld van de klant/doelgroep. Bij het maken van deze persona’s wordt gekeken naar overkoepelende doelen, angsten en bedreigingen waarmee deze fictieve persoon (die gebaseerd is op een echte klant) dagelijks worstelt. Als organisatie is het aan jou om deze (potentiële) klant hier bij te helpen. Iets wat jij dagelijks met jouw team fanatiek doet.

Door het maken van persona’s krijg je als organisatie en als webcare afdeling een beter beeld van de klant die jij gaat helpen. Is deze überhaupt wel te vinden op de kanalen die met webcare zijn te bereiken? Hoe ga je hem of haar aanspreken en waar ga je hem of haar mee helpen. Vragen die je later in het proces jezelf moet kunnen stellen om webcare goed op te kunnen zetten.

personas

Hoe jij aan de slag gaat met persona’s

Een persona is een karakterisering van een bepaald type klant welke je maakt door in de huid van de klant te kruipen. Deze persona’s worden gemaakt door enerzijds naar een typerende klant te kijken en deze te analyseren en anderzijds deze informatie te verrijken met deskresearch en field research.

Een persona heeft geeft vaak inzicht op de volgende punten:

  1. Persoonlijke en demografische kenmerken.
  2. Inzicht in deze kenmerken helpt je te begrijpen waarom een klant bepaalde doelen of angsten heeft. Wanneer je bijvoorbeeld weet dat jouw ideale klant hoogopgeleid is en een drive heeft om een boost te geven aan zijn carrière, dan zal hij of zij enorm geïnteresseerd zijn in jouw oplossing die hem of haar daarbij gaat helpen.
  3. De Myers-Briggs Type Indicator (MBTI) kan je hierbij helpen. Deze systematiek kan, in versimpelde vorm, goed toegepast worden om jouw persona’s vorm te geven. MBTI onderscheid zestien types aan personen die veel over jouw klant zullen zeggen.
  4. Pijnpunten en daaruit volgende doelstellingen van je persona.
    Met welke vragen worstelt jouw persona? Formuleer deze vragen het liefst in een simpele vraag die jouw persona zou stellen. Deze pijnpunten kunnen zowel professioneel zijn (Zo kan jou persona graag het aantal leads willen verhogen van zijn marketingafdeling) maar ook persoonlijk zijn (jouw persona kan bijvoorbeeld enorm bezig zijn met het maken van stappen binnen zijn of haar organisatie. Deze wens kan ervoor zorgen dat hij of zij op zoek is naar middelen om beter te presteren en daardoor een promotie veilig te stellen). Pijnpunten kunnen geformuleerd worden als doelen die jouw persona heeft. Door deze doelstellingen in kaart te brengen voor je persona ben jij als organisatie in staat om voor deze doelstellingen een oplossing te bieden.

Je maakt persona’s door eerst intern te starten met het zoeken van archetype klanten. Welke klanten kun je in een groep scharen, wat zijn de overeenkomsten en welke klant is een perfect voorbeeld van dit type klant. Door intern op deze manier de eerste versie van de persona’s op te stellen, heb je een goed startpunt. Vervolgens ga je deze eerste versies testen door een aantal klanten te interviewen die binnen dit persona zouden vallen. Hierdoor ben je in staat om jouw aannames te testen. Let wel op dat dit een gecompliceerd proces is, aangezien je vaak niet direct kunt vragen met welke doelen hij of zij worstelt.

Nadat je deze stappen gedaan hebt, is het tijd om je persona verder te verrijken door te kijken naar het online gedrag. Wat zegt online data over jouw persona. Is hij of zij voornamelijk te vinden op website X of juist op forum Y? Naar wie luistert hij of zij juist wel of niet en hoe weet je hem of haar goed te bereiken. Enorm interessante zaken om toe te voegen.

De laatste stap is om de persona’s echt te laten leven. Geef je persona een gezicht en zorg ervoor dat iedereen binnen jouw organisatie deze persona’s kent.

De klantreis

Voordat een klant jouw klant wordt doorloopt deze een hele klantreis. Deze klantreis wordt vaak benoemd als de ‘customer journey’. Door te kijken naar de klant en zijn plek in de klantreis wordt het heel erg concreet met welke problemen en doelen hij of zij speelt. Immers komen veel klanten bij jou uit omdat ze een bepaald probleem willen oplossen of een bepaald, soms persoonlijk, probleem willen behalen. De customer journey is hét verlengstuk voor jouw eerder opgestelde persona’s en gaat ervoor zorgen dat je niet alleen weet tegen wie je spreekt, maar ook op welk moment je tegen die persoon aan het spreken bent. Forrester beschrijft deze customer jourey als volgt:

“The customer journey spans a variety of touchpoints by which the customer moves from awareness to engagement and purchase”

Hierbij geeft Forrester aan dat de klantreis (customer journey) uit verschillende stappen bestaat met elk eigen touchpoints waarop jij potentieel in contact komt met de klant. Deze stappen lopen van bewustwording tot betrokkenheid en de stap waarin de daadwerkelijke aankoop gedaan wordt.

Kijkende naar de verschillende stappen in de klantreis zijn de volgende punten onder te verdelen:

  1. Awareness
  2. Interest
  3. Consideration
  4. Purchase
  5. Retention
  6. Advocacy

Wanneer jij een beeld hebt van de fase waarin iemand zit wanneer hij zich meld met een vraag, klacht, opmerking of compliment is het gemakkelijker om een antwoord te geven dat past bij het verwachtingspatroon van deze persoon.

Zo speelt een potentiële klant die in de consideration zit met andere vragen dan een klant die net de aankoop gedaan heeft.
Ons advies is om voor jouw organisatie relevante persona’s uit te werken. Persona’s zijn visualisaties van jouw ideale klanten. Door hier een goed beeld van te krijgen weet je welke type klanten jij hebt en met welke problemen, angsten, verlangens en doelen zij spelen. Verder noteer je in deze personas ook zaken als hoe zij media consumeren, hoe oud zij zijn, welke functie ze hebben en door wie of wat zij zich laten leiden.

De informatie die uit deze personas naar voren komt koppel je vervolgens aan de customer journey. Let hierbij op dat elk persona een unieke klantreis heeft. Immers zijn er meerdere wegen waardoor je uiteindelijk bij jouw oplossing uit kan komen.

Tip: Persona’s maken is een lastig proces. Wanneer je dit enkel intern doet loop je het risico om een ander beeld dan de werkelijkheid voor waarheid aan te nemen. Zorg er daarom voor dat je ook jouw (potentiële) klanten interviewt om zo te achterhalen of jouw aannames ook echt kloppen.

Uncategoried

Social check: geeft HEMA met ‘genderneutrale’ kinderkleding gehoor aan kleine minderheid?

 

Tweet Hema

Is het inderdaad zo dat slechts een kleine minderheid voorstander is van de keuze van HEMA? We gaan die stelling eens bekijken door middel van social data in Coosto. Bijbehorende hypothese: er is sinds het nieuws over het aanpassen van labels in kinderkleding veel meer negatief dan positief sentiment rond het merk HEMA waar te nemen.

Analyse

Onderstaande grafiek met de Activiteit & Sentiment rond HEMA, laat zien dat het besluit in de afgelopen uren op z’n zachtst gezegd aardig wat stof doet opwaaien. Coosto telt 11865 berichten over HEMA tot 14.00 uur vanmiddag. Daarmee is er meer dan voldoende data beschikbaar om de hypothese te testen.

Grafiek hema

Het sentiment schiet echter niet duidelijk de negatieve kant op. Sterker nog, er zijn online meer positieve (15%) dan negatieve (12%) berichten verschenen rond de beslissing van HEMA.

Sentiment Hema

Verder is er een grote groep mensen die niet expliciet kant kiest, maar de hele discussie wel met verbazing volgt:

150 doden door 'n aardbeving, maar ons 'gave land' schudt op z'n grondvesten vanwege labeltjes die verdwijnen uit kinderkleding?! #hema

— Merel Morre (@MerelMorre) 20 september 2017

Conclusie

We verwerpen de hypothese. Hoewel de keuze van HEMA controversieel is, lijkt het niet slechts een kleine minderheid te zijn die het besluit van HEMA steunt. Sterker nog, social data suggereren dat die groep zelfs in de meerderheid kan zijn. Kanttekening daarbij: ten opzichte van het sentiment dat we in 2017 tot dusver zien voor HEMA (27% positief vs. 6% negatief) lijkt men in de huidige discussie minder uitgesproken positief over het bedrijf.

Uncategoried

Dit is hoe je het effect van webcare meet

Maak webcare-prestaties inzichtelijk 

Het begint allemaal met het inzichtelijk maken van je prestaties. Doelen stellen is daarbij belangrijk. Zo weet je of jouw prestaties ook van voldoende niveau zijn. Je kan namelijk wel meten dat een vraag binnen 30 minuten wordt opgepakt, maar dit zegt pas écht iets als je daadwerkelijk een doelstelling hebt om binnen een half uur te reageren. Inzichten als deze helpen jou de prestaties van de webcare afdeling in kaart te brengen. Op die manier wordt het gemakkelijk om te rapporteren aan je management én creëer je ruimte om de webcare prestaties van het team te optimaliseren.

Begin daarom dus met het maken van doelstellingen. Hoe? Door jezelf de vraag te stellen “wanneer is mijn webcare succesvol?”. Een veelgebruikte manier om vervolgens te meten of je die doelstellingen al dan niet hebt gehaald is het inzetten van Key Performance Indicators. Ookwel KPI’s genoemd.Er is vervolgens één truc om te meten of je die doelstellingen al dan niet hebt gehaald: het inzetten van Key Performance Indicators. Ook wel KPI’s genoemd.

KPI’s zijn variabelen waarmee je dus inzichtelijk maakt of je op koers ligt. Ga ik mijn doelstellingen bereiken? Loop ik misschien achter? Zo ja, hoe vér loop ik achter? Met deze vragen maak je operationele doelstellingen meetbaar. Laten we het volgende voorbeeld gebruiken: je hebt een doelstelling om klanten maximaal 30 minuten te laten wachten op een reactie. Om dat vervolgens te meten, gebruik je de KPI ‘responstijd’. Op basis van deze responstijd beoordeel je prestaties. Moeten klanten momenteel 45 minuten wachten op een reactie? Dan kan het verstandig zijn om in te grijpen. KPI’s helpen je op deze manier een vinger aan de pols te houden.

“KPI’s zijn variabelen waarmee je inzichtelijk maakt of je op koers ligt om jouw doelstellingen te behalen.”

Hoe formuleer je een KPI?

KPI’s zijn dus handig, maar hoe formuleer je het? Daar komt het SMART-principe om de hoek kijken. Dit is een methode waarmee je eenvoudig en snel concrete doelstellingen opstelt. Je kijkt dan naar de volgende facetten:

Meet het effect van webcare met SMART KPI's.

Wanneer je dit bijvoorbeeld voor de KPI responstijd uitwerkt, krijg je het volgende:

‘In december 2017 dient 90% van alle binnenkomende vragen op Facebook, X en Instagram binnen 30 minuten na het binnenkomen van de vragen beantwoord te zijn door de afdeling webcare.

Welke webcare-doelstellingen zijn voor mij relevant?

Als je begint met het opstellen van doelstellingen, kan het lastig zijn om een startpunt te vinden. Het nattevingerwerk-idee. In dat geval is het slim om de doelstellingen van je huidige, traditionele, klantenservice te gebruiken als leidraad. Voorbeeld: wil je normaal gesproken 3 klantvragen telefonisch behandelen in een half uur? Dan zou een doelstelling kunnen zijn om minstens 3 klantvragen te beantwoorden via Facebook binnen datzelfde half uur. Minstens inderdaad: je wilt namelijk méér service verlenen met webcare.

Let er wel op dat je KPI’s geen doelstelling an sich worden. Goodhart’s law herinnert ons eraan dat wanneer een maatregel het doel wordt, het niet langer een goede maatregel is. Dit geldt ook voor jouw webcare KPI’s.

Ook belangrijk: probeer vooral niet te veel te doen als je begint met doelstellingen opstellen. Misschien ben je er nog niet klaar voor om zaken als het servicelevel uit te rekenen. Dan wordt het dus moeilijk om daar een doelstelling bij te maken. Dat is geen ramp: houd het gewoon bij de basis.

Deze 7 KPI's worden het meest gebruikt voor webcare.

Een blik richting 2020 met Arne Keuning (Upstream)Arne Keuning is als projectmanager, trainer en adviseur al jaren betrokken bij de inzet van social media door organisaties. Zo hielp hij TUI Nederland bij de implementatie van social media en houdt hij zich met Upstream bezig met social media monitoring, webcare, social media analyse en klantcontact.Zie je het gebruik van KPI’s over de afgelopen jaren meer wordt toegepast?Het unieke van webcare is dat er officieel geen average handeling time op zit. Kijk bijvoorbeeld eens naar WhatsApp. Je hebt ontzettend veel korte interacties maar hebt uiteindelijk maar met een klant te maken. In de webcare statistieken is dat soms heel erg moeilijk te duiden met de andere klantcontactcenter statistieken. Soms heb je drie-en-eenhalf uur over een WhatsApp bericht gedaan, maar kan dat bijvoorbeeld komen doordat iemand drie uur niet meer online is geweest. De contactcenter manager vindt dat heel moeilijk. Het is daarom goed om die KPI’s voor ogen te houden. Denk aan de NPS als KPI. De customer average. Of een klanttevredenheid-uitvraag. Toch zijn er een aantal kwantitatieve KPI’s die minder bruikbaar zijn. Mijn advies: Het tevreden stellen van de klant is belangrijker dan de kwantitatieve KPI’s.

Quote arne keuning

 

 

Uncategoried

Webcare: hoe snel moet je reageren op vragen?

Een terechte vraag. Als organisatie wil je natuurlijk niet dat je te langzaam vragen oppakt waardoor de klant gefrustreerd raakt. In dit blog gaan we waarom antwoord geven op die vraag.

Eind 2016 keek Coosto naar de ontwikkelingen op het gebied van webcare middels het Kwantitatief Webcare Onderzoek 2016. Hierbij keken we onder andere naar het aantal berichten die verstuurd worden aan organisaties en in welke mate organisaties hier op reageren. En – niet onbelangrijk – hoe snel er wordt gereageerd.

In totaal werden er ruim 1.5 miljoen berichten verstuurd aan de onderzochte organisaties waarbij 58% van de @-mentions werd beantwoord. Vergeleken met 2013 is dit aantal flink gestegen (40%) wat aangeeft dat organisaties steeds vaker reageren op vragen via social media.

In dit onderzoek keken we ook naar de reactietijd van organisaties. Hierbij ontstond de volgende top-10 lijst van organisaties die gemiddeld het snelst reageren op @-mentions via X. Note: Bij dit onderzoek is enkel gekeken naar vragen die tussen 9.00 en 16.00 uur gesteld werden aan de organisaties.

Als we kijken naar de reacties op berichten die 24/7 geplaatst worden, valt op dat er slechts vier organisaties in staat zijn om gemiddeld in een uur of sneller te reageren. Enkel NS (20 min.), ABN AMRO (38 min.), Coolblue (52 min.) en TUI (60 min.) deden dit.

Kwantitatief webcare onderzoek 2016

 

Maar wat leert deze informatie jou nu precies? Kijkende naar de reactietijden valt direct op dat 12 van de onderzochte organisaties in staat zijn om tussen 09.00 en 16.00 uur reageren op @-mentions via X. Als we echter gaan kijken naar de gemiddelde reactiesnelheid op alle berichten (het 24/7 reageren) blijven er slechts vier organisaties over die binnen een uur reageren.

Verwacht men dit ook?

Van de grotere organisaties in Nederland mogen we wel verwachten dat ze binnen een uur reageren: hier is namelijk vaak meer capaciteit voor. Verwacht de klant dit echter ook van jou wanneer hij of zij jou via social media een vraag stelt? David Maister schreef in 2005 ‘The Psychology of Waiting Lines’. Dit stuk is ontzettend interessant voor dit vraagstuk. Maister geeft 8 factoren die het in de wacht(rij) staan langer doen lijken voor mensen:

  1. Bezet wachten duurt langer dan onbezet wachten.
  2. Mensen willen aan de slag.
  3. Spanning lijkt het wachten langer te doen duren.
  4. Oneerlijk wachten duurt langer voor je gevoel.
  5. Onverklaarbaar wachten duurt langer dan verklaarbaar in de wacht staan.
  6. Wachten duurt langer wanneer je niet kunt stoppen met wachten.
  7. Mensen zijn bereid langer te wachten naarmate de waarde van de service hoger is
  8. Alleen wachten voelt langer dan het wachten in een groep

3 tips voor het reageren op webcare vragen

Uit deze acht punten kunnen we 3 tips halen voor de reactietijd op webcare:

  1. Klantvragen met meer spanning, gevoel van oneerlijkheid of verwarring dienen meer prioriteit te krijgen in het beantwoorden van vragen
    Klanten met dergelijke vragen ervaren het wachten op een antwoord logischerwijs als langer dan anderen. Wanneer jij dergelijke vragen weet te signaleren, kun je deze voorrang verlenen op andere vragen. Social media monitoring tools maken het mogelijk om automatisch berichten te signaleren die in deze categorie vallen.
  2. Kom zo snel mogelijk met een eerste reactie
    Het geven van een eerste reactie zoals mogelijk in de vorm van: ‘Hi, ik ga je vraag direct uitzoeken’ zorgt ervoor dat je aangeeft dat je aan de slag gaat met de vraag van de klant. Je speelt hierdoor in op het vijfde punt van Maister: je geeft immers aan dat je het gaat uitzoeken, waardoor de klant weet waarom het langer duurt. En dat komt de ervaring ten goede.
  3. Wees transparant
    Onverklaarbaar wachten lijkt een eeuwigheid te duren. Zorg er daarom voor dat, indien mogelijk, de klant constant op de hoogte wordt gebracht van de voortgang van zijn vraagstuk. Sommige vragen duren langer om te beantwoorden dan anderen. Klanten zijn dan vaak bereid om langer te wachten.

KLM haakt hier slim op in. Ze communiceren hoe lang zij verwachten dat het gaat duren voordat ze met een reactie komen. Natuurlijk met als doel om het wachten voor het gevoel van de reiziger minder lang te laten duren én verwachtingen te managen.

KLM wachttijden
KLM laat op haar X pagina weten wat de gemiddelde wachttijd is op dat moment.

 

Maar hoe snel moet ik nou reageren online?

Eén uur reactietijd kan een mooi beginpunt zijn. Onderzoek eens of het lukt om binnen dat tijdsbestek te reageren op je klanten. Gaat dat goed? Probeer dan steeds weer de reactietijd bij te stellen. Verlies echter nooit de verwachtingen van je klant uit het oog. Verwacht deze een reactie binnen een uur, maar gaat dat om welke reden dan ook niet lukken? Wees dan eerlijk tegenover je klant. Het tevreden stellen van klanten is nog altijd belangrijker dan je gemiddelde reactietijd.

Hoe meet ik de snelheid van mijn webcare?

De verwachtingen van de klant managen: check. Vragen prioriteit geven: check.  Hoe weet je nu of je naar verwachting presteert?

Twee woorden: doelen stellen. Alleen zo weet je of jouw prestaties van voldoende niveau zijn. Je kan namelijk wel meten dat een vraag binnen 30 minuten opgepakt wordt, maar dit zegt pas echt iets wanneer jij een doelstelling hebt gesteld om binnen een half uur te reageren. Inzichten als deze helpen jou de prestaties van de webcare afdeling in kaart te brengen en te rapporteren aan je management. De doelen stel je met Key Performance Indicators (KPI’s).

Responstijd en Average Handling Time (AHT) zijn twee veelgebruikte KPI’s die je helpen om prestaties in kaart te brengen.

Responstijd

Het is belangrijk om te meten hoe lang het duurt voordat je als organisatie reageert op berichten van (potentiële) klanten. Om hier achter te komen, meten veel bedrijven de responstijd van de webcare afdeling. Responstijd wordt in ‘De stand van webcare 2016’ door 48,5% van de respondenten genoemd als een manier om het effect van webcare te meten.

Bereken jouw responstijd door te kijken naar het aantal minuten dat een case openstaat voordat de eerste reactie vanuit jouw webcare team wordt verstuurd.

Veel social media monitoring tools meten de responstijd automatisch. Zo zie je direct hoeveel tijd het gemiddeld kost voordat een bericht wordt opgepakt door je team.

Average Handling Time (AHT)

AHT kijkt naar de som van de gemiddelde gespreksduur plus nawerktijd (de tijd om gegevens over het gesprek met de klant in te voeren in bijvoorbeeld een CRM-systeem). Deze KPI geeft daarmee weer hoe lang een webcare agent erover doet om een klantvraag volledig af te handelen. Bij het meten van de AHT is het belangrijk om duidelijk te hebben wanneer je start en stopt met het meten van de tijd.

Het meten van de AHT geeft je de mogelijkheid om de performance per agent en de inzet van het aantal agents te meten. Een bovengemiddelde AHT per agent geeft bijvoorbeeld aan dat er mogelijk problemen zijn. Misschien ontbreekt er wel kennis bij webcare agents waardoor het langer duurt voordat een probleem wordt opgelost. In dat geval loont het wellicht om extra trainingen te geven aan het team. De AHT geeft daarnaast zicht op het totaal aantal berichten dat verwerkt kan worden binnen een dag. Op die manier is een schatting te maken van het aantal benodigde agents.

Je berekent de AHT door de totale tijd van reageren op een social media vraag te combineren met de nawerktijd per bericht. Door een gemiddelde uit te rekenen van het totaal aantal berichten kom je uit op de AHT.

Zo stuur je webcare op KPI’s

Interessant hè, die KPI’s? In ons whitepaper ‘Zo stuur je webcare op KPI’s’ komen er nog veel meer aan bod. Daarnaast gaan we in het whitepaper dieper in op deze meetinstrumenten én geven we je concrete handvatten hoe je zelf start met het gebruik ervan.

Klaar om je webcare handen en voeten te geven? Download dan gratis het whitepaper!

Uncategoried

Deze 6 Nederlandse bedrijven weten wel raad met Instagram

Daar niks nieuws onder de horizon. 

Al een tijdje weten steeds meer bedrijven de weg naar Instagram te vinden. Maar wat doe je met het platform? Ga je hetzelfde verhaal vertellen als op al je andere social kanalen? Of toch een andere invalshoek? Het kan best lastig zijn om tot een strakke Insta-feed te komen. Daarom helpen wij je even op weg. We selecteerden 6 verschillende Nederlandse bedrijven op Instagram om je te inspireren. Geen dank! 

1. Coolblue

Alles voor een glimlach. En die pay-off maakt Coolblue ook waar op Instagram. Ze plaatst verschillende soorten content. Winacties, productfilmpjes, bedrijfsweetjes maar ook ‘behind the scenes’-foto’s. Eén ding komt in ieder geval terug in de feed: de kleuren blauw en oranje. En laat dat nou nét de kleuren van Coolblue zijn. Looking good guys!
 

Instagram Coolblue

 

2. ING Nederland

De mobielste bank van Nederland kan natuurlijk ook niet achterblijven op Instagram. ING Nederland vertelt op Instagram verhalen van ondernemers, maar laat ook zien dat ze maatschappelijke initiatieven steunt. Als we een stukje terug scrollen in de feed, zien we veel foto’s voorbij komen van mooie plekken in Nederland. Ingezonden door volgers. Deze user generated content heeft zijn eigen hashtag gekregen: #dichtbijNL. Een goed voorbeeld hoe je volgers kan betrekken bij contentcreatie. 
 

Instagram_ING

 

3. Heineken NL

Als er één bedrijf goed is in het creëren van creatieve uitingen, dan is het wel Heineken. Ook op Instagram maakt het biermerk dat waar. De bijschriften zijn gevat, de beelden creatief (‘Beercause of you’: moet ik nog meer zeggen?) én consistent. Elk beeld ademt Heineken. Strak!
 

Instagram_Heineken

 

4. Philips

Philips zet Instagram in om een verhaal te vertellen. Ze wil inspireren, volgers aan het denken zetten. Dankzij de hashtag #aBetterNow creëren ze een rode draad door de content. Verschillende campagnes (en dus ook beelden) blijven zo dezelfde boodschap uitdragen.
 

Instagram_Philips

5. KLM

Een echt kijkje in de keuken. Of eigenlijk: vliegtuig. KLM gebruikt hier - heel slim - haar eigen medewerkers voor. Van piloot tot aan stewardess en van vliegtuigslepers tot aan stagiairs. Op die manier kunnen volgers een héél klein beetje dat KLM-blauwe gevoel ervaren. Met zo’n feed is KLM ook op Instagram ready for takeoff!
 

Instagram_KLM

 

6. Albert Heijn

Ook Albert Heijn maakt dankbaar gebruik van user generated content. Ze zoekt proactief gebruikers op die foto’s posten met #albertheijn tags, om vervolgens die content te regrammen. Daarnaast probeert ze volgers te inspireren door foto’s te plaatsen van de meest smakelijke gerechten. Inclusief het recept. Honger!
 

Instagram_AlbertHeijn

 

De 6 bedrijven leren ons dat je Instagram op veel verschillende manieren kan inzetten. Van user generated content tot aan het delen van recepten en van winacties tot aan het delen van ‘kijkje-in-de-keuken’ foto’s. Wat we vooral niet terugzien, is harde verkoop (‘Koop mij!’). Waarom niet? Simpelweg omdat Instagram zich hier niet voor leent. Met beelden wil je inspireren, een verhaal vertellen om zo onder de aandacht te komen bij je doelgroep. Deze 6 bedrijven gebruiken Instagram misschien op verschillende manieren, ze hebben één gemeenschappelijke deler: ze vertellen het verhaal van de organisatie. En dat is wat telt.

Genoeg inspiratie opgedaan? Heb je misschien al een Instagram account voor je bedrijf? Of is die nog in de maak? In beide gevallen is het Handboek Instagram echt wat voor jou. We vertellen je daarin alles over Instagram en geven je concrete handvatten hoe je het platform zelf optimaal kan inzetten voor je bedrijf. 

 

Uncategoried

Wat marketeers kunnen leren van viralmachine Arjen Lubach

Of mensen nu geloofden dat de serie er echt aankwam, of ervan overtuigd waren dat het een door fans gemaakte video betrof: er werd over gepraat. Er werd véél over gepraat. Analyse in Coosto leert dat de discussie rond Westeros meer dan 10 miljoen mensen bereikte. Toegegeven, niet iedere marketing- of communicatieprofessional heeft de redactie en het budget tot zijn beschikking om dergelijke professionele video’s te maken. Maar ook op kleinere schaal zijn er wel degelijk dingen die we kunnen leren van de viralmachine die Arjen Lubach heet:

1. Kennis over je publiek is het startpunt

In de kern zijn de virals van Lubach extreem goed gelukte inhakers. Een inhaker is een manier om als bedrijf of merk in te spelen op een al bestaande discussie. Zo’n inhaker begint bij kennis van onderwerpen die voor je publiek relevant zijn. Omdat het potentiële publiek van Zondag met Lubach zeer breed en groot is, is het logisch dat het programma telkens kiest voor actualiteiten die een groot deel van Nederland bezighouden: de verkiezingen in de VS, de verkiezingen in Nederland en nu dus Game of Thrones.

Waarschijnlijk heeft jouw organisatie een wat specifiekere doelgroep. Ook dan kunnen inhakers op een goedkope manier bereik opleveren. Is jouw specifieke doelgroep bijvoorbeeld begaan met een bepaald evenement? Hebben de mensen binnen je doelgroep gemeenschappelijke interesses? Probeer er op een originele manier op in te haken. Via social media monitoring tools kun je die interesses achterhalen. Vind wie er praat over jouw merk en onderzoek wat hen nog meer bezighoudt.

{"preview_thumbnail":"https://www.coosto.com/sites/default/files/styles/video_embed_wysiwyg_preview/public/video_thumbnails/JPVIJlKfAOs.jpg?itok=h59LjUm2","video_url":"https://www.youtube.com/watch?v=JPVIJlKfAOs","settings":{"responsive":1,"width":"854","height":"480","autoplay":0},"settings_summary":["Embedded Video (Responsive)."]}

2. Timing is de sleutel

Weten wat je publiek bezighoudt is een goede eerste stap, maar zonder timing is je inhaker bij voorbaat waardeloos. De video van ‘Netherlands second’ was spot-on, maar ik kan je op een briefje geven dat hij niets had opgeleverd als hij op dit moment was uitgezonden. Soms is de timing heel gemakkelijk te bepalen. Sommige feestdagen of evenementen kun je namelijk al van verre zien aankomen. Denk aan Koningsdag, de Nijmeegse Vierdaagse of Carnaval.

Maar meestal ligt het wat gecompliceerder dan dat. Neem dit voorbeeld van Lubach en Game of Thrones. Game of Thrones is een tv-serie die draait vanaf 2011 en al 7 seizoenen kent. De online buzz rond de show fluctueert sterk, en als je besluit erop in te haken is het essentieel om het verloop van het gesprek in kaart te brengen, zodat je pieken kunt voorspellen. Lubach koos ervoor om zijn video een dag na de laatste aflevering te publiceren (29 augustus). Die keuze heeft uitstekend gewerkt. Hoewel de data uit Coosto laat zien dat Game of Thrones rond de eerste aflevering van het seizoen (17 juli) een nog hotter topic was, zou die timing niet goed hebben aangesloten op het nieuwe seizoen van Zondag met Lubach. Het was voor de redactie zaak om het snijpunt te vinden tussen product (eerste aflevering Zondag met Lubach) en pieken in het online gesprek (Game of Thrones in dit geval). Dat hebben ze feilloos gedaan als je het mij vraagt. 

Activiteit en sentiment met betrekking tot de serie Game of Thrones
Activiteit en sentiment met betrekking tot de serie Game of Thrones

 

3. Influencers zijn de motor van je viral

Een video is pas een viral video als hij veel wordt gedeeld. Betekent dat dat je rustig op je stoel kunt zitten wachten op de eerste ‘shares’ en ‘likes’? Absoluut niet. Hopen dat je video toevallig wordt opgepikt door iemand met een groot bereik en veel invloed, levert je doorgaans niet veel op. Dat lijkt de redactie van Zondag met Lubach ook te hebben begrepen. Slechts een paar uur na de upload op YouTube werd de video gedeeld door Blendle-oprichter Alexander Klöpping en Jan Böhmermann, een comedian die in Duitsland een soortgelijk programma als Zondag met Lubach presenteert.

WESTEROS THE SERIES - YouTube. Is dit echt? https://t.co/bQLtBr0wWD

— Alexander Klöpping (@AlexanderNL) 29 augustus 2017

 

Zij hebben zich in het afgelopen jaar al vaker positief uitgelaten over Zondag met Lubach en ze hebben een indrukwekkend aantal volgers. Kortom: het zijn belangrijke influencers voor Zondag met Lubach. Of de redactie hen daadwerkelijk heeft benaderd om de online buzz rond de video aan te wakkeren laat zich raden, maar het zou een goede en logische zet zijn geweest.

Ook dit kun je zelf op kleinere schaal aanpakken. Weet je wie er praat over je merk of bedrijf? Zorg dat je daar achter komt, en ga vervolgens na wie van hen een groot bereik heeft en wie veel invloed heeft op jouw publiek. Werk aan een duurzame band met deze influencers, zodat je hen zonder schroom kunt benaderen als je een keer een scoop of exclusieve content te bieden hebt.

Ik kan je niet beloven dat je inhakers de successen van Arjen Lubach gaan evenaren, maar door ze al in de voorbereidende fase professioneel uit te denken, kun je ook op jouw schaal mooie resultaten boeken. En wie weet, misschien kun jij je binnenkort ook met recht een viralmachine noemen. 

 

Uncategoried

To leak or not to leak: de meest besproken geruchten rond de lancering van de nieuwe iPhone

Update 13 september 10.00 uur: Apple Event van minuut tot minuut op social

Hoe beleefde social het Apple Event? Worden de meest besproken nieuwe iPhone-features ook daadwerkelijk goed ontvangen? 

Apple event van minuut tot minuut

De meest opvallende momenten:

19.40 uur: Het sentiment keldert als duidelijk wordt dat de Apple Watch in Nederland (nog) geen 4G krijgt.

19.52 uur: Social is niet onder de indruk van de game die op Apple TV gepresenteerd wordt.

19.57 uur: De iPhone 8 wordt gepresenteerd en de activiteit op social veert op.

20.17 uur: "One more thing..."

20.19 uur: De iPhone X wordt gepresenteerd. Duidelijk de grootste piek in activiteit én positief sentiment.

20.33 uur: De nieuwe feature Animoji's wordt inderdaad goed ontvangen door social. 

20.34 uur: Face ID werkt in eerste instantie niet in de demonstratie, waardoor het sentiment een dipje kent.

20.35 uur: Dan toch: Face ID. Zoals we via Coosto voorspelden, wordt ook deze functie positief ontvangen.

Vraag een willekeurige tech-liefhebber waar hij op dit moment naar uitkijkt, en hij zal ’19 uur vanavond’ zeggen. Niet omdat hij zoveel zin heeft in een avondje Narcos of Champions League, maar omdat hij rond dat tijdstip gekluisterd aan zijn iMac zit om het special event van Apple te volgen. In de gloednieuwe thuishaven van Apple, het Steve Jobs Theater in Londen, gaat het technologieconcern naar alle verwachting een karrevracht aan nieuwe producten presenteren, waaronder (minstens) een nieuwe iPhone. Van welke features gaat ons hart sneller kloppen? En moet Apple nu wel of niet blij zijn met de geruchtenmolen rond de nieuwe iPhone? We duiken social media data in voor de antwoorden.

iPhone 8 / X Edition

Eén van de meest veelbelovende gadgets die Apple lijkt te gaan presenteren, is de nieuwe iPhone. Líjkt, want officieel heeft Apple niets anders gecommuniceerd dan de datum, locatie en het tijdstip van het event.

Ondertussen is er geheel volgens traditie echter veel informatie over features en functionaliteiten van de nieuwe iPhone gelekt. Waar leaks zijn, zijn volop online gesprekken, en waar gesprekken zijn, daar is monitoringstool Coosto.

Tip: door gesprekken en verwachtingen voorafgaand aan je eigen productlancering of evenement te monitoren, kun je bepaalde productspecificaties extra aandacht geven of ze juist onderbelicht laten. Zo kom je beter tegemoet aan de verwachtingen van je doelgroep.

Wat hoopt Nederland van de nieuwe iPhone? Een blik op de trending topics in Coosto leert ons dat we deze features en onderdelen het meest bespreken:

1. Face ID - 13%

Face ID

Volgens bronnen als iCulture en iPhoned heeft de nieuwe iPhone gezichtsherkenningstechnologie aan boord, waarmee je het apparaat zou kunnen ontgrendelen. In 13% van de iPhone-geruchten werd Face ID besproken.

2. De naam - 12%

iPhone naam?

Opvallend genoeg is het geen technische eigenschap die op nummer 2 staat in deze lijst. Het is de naam van het apparaat / de apparaten die de gemoederen bezighoudt. Wordt het de iPhone 7s, de iPhone 8, iPhone X edition of misschien wel alle drie? In 12% van de geruchten kwam deze discussie terug.

3. Animoji – 7%

Animoji

Goed nieuws voor emoji-liefhebbers: Apple voegt naar verluidt animated 3D-emoji’s toe aan de nieuwe iPhone(s). Met deze functie zou je zelf berichten kunnen inspreken terwijl je in de frontcamera kijkt, waarbij de software je mimiek omzet in emoji-gezichten. 7% van de berichten stipt deze zogenaamde ‘animoji’ aan.

Trending topics

To leak or not to leak

Apple is er op z’n zachtst gezegd niet happig op dat dit soort productdetails voorafgaand aan de release bekend worden. Je zou inderdaad kunnen stellen dat de verrassing van de presentatie er op deze manier een beetje van af gaat, en dat komt de oh’s en ah’s tijdens de keynote van CEO Tim Cook natuurlijk niet ten goede.

Toch valt er ook iets te zeggen voor de andere kant van de medaille. De geruchten leverden Apple in 14 dagen bijvoorbeeld al ruim 60 miljoen views in Nederland op, helemaal gratis en voor niets:

Media reach van iPhone-geruchten

De gemiddelde Nederlander las in de afgelopen twee weken maar liefst 4 keer een gerucht over de nieuwe iPhone. Ook onderstaande grafiek met het aantal views door de dagen heen, laat duidelijk zien dat de geruchten de spanning rond het evenement flink opdrijven.

mediareach

Hoe dichter de presentatie van 12 september nadert, hoe meer berichten erover verschijnen en hoe meer mensen die berichten te zien krijgen. Bovendien zouden de hoge verwachtingen vanavond zomaar eens voor duizenden extra mensen kunnen zorgen die gefascineerd de lancering van de Apple iPhone 8… uhh… X Edition volgen…

Wat denk jij? Zouden ze bij Apple beter af zijn zonder de leaks of mogen ze in Silicon Valley hun handjes wel dichtknijpen met de gratis media-aandacht die het hen oplevert?

 

Uncategoried

Wat zijn UTM tags en hoe moet je ze gebruiken?

Wat zijn UTM tags? UTM-tags zijn korte stukjes tekst die je kunt toevoegen aan een link. Deze korte tekstjes voegen extra informatie over websitebezoekers toe aan een URL. Google Analytics kan deze tekstjes herkennen, en zo zien op welke link of knop je websitebezoekers hebben geklikt om op jouw website terecht te komen.

UTM is een vorm van URL-tagging: het toevoegen van informatie aan een link. UTM is de variant die gebruikt wordt voor Google Analytics, maar ieder Analytics-platform kent een vorm van URL-tagging die vergelijkbaar is met de UTM-werkwijze. Je kunt de methode die we in dit blog beschrijven ook zonder problemen toepassen voor andere Analytics-platformen. 

Voor de nieuwsgierigen onder ons: UTM komt van Urchin Tracking Module. Als één van de eerste Analytics-bedrijven ter wereld bedacht Urchin het UTM-systeem, voordat de organisatie werd overgenomen door - jawel - Google, dat er Google Analytics van maakte.

Welke UTM tags zijn er?

Google Analytics herkent 5 verschillende soorten tags, die allemaal een stukje informatie geven over je bezoeker. Je hoeft ze overigens niet altijd allemaal te gebruiken:

utm_medium: dit is de UTM die vertelt via welk soort medium een bezoeker op je website is beland. Dit kan bijvoorbeeld 'socialmedia' zijn, maar ook 'email' of 'offline'.

utm_source: deze UTM maakt de medium-UTM wat specifieker. Komt een social-bezoeker bijvoorbeeld via LinkedIn of Facebook? En komt een bezoeker vanuit een intern verstuurde e-mail of een externe? Deze informatie voeg je toe als utm_source. 

utm_campaign: onder deze UTM kun je informatie over je campagne kwijt. Is een link onderdeel van een productlancering? Handig om te weten hoe deze bezoekers zich op jouw website gedragen ten opzichte van bezoekers vanuit andere campagnes. 

utm_term: deze UTM wordt meestal gebruikt om wat meer informatie te geven over de campagne. Denk bijvoorbeeld aan: 'korting' of 'bestaandeklanten'. 

utm_content: de laatste UTM is ideaal voor A/B-testjes. Als je bijvoorbeeld twee afbeeldingen met link maakt (ééntje geef je een rode kleur en de ander maak je blauw), dan achterhaal je met behulp van utm_content welke afbeelding het meest succesvol is. Blijven 'blauwe bezoekers' bijvoorbeeld langer op je website? Of zijn 'rode bezoekers' vaker geneigd om zich in te schrijven voor je nieuwsbrief?

Met dit snelcursusje UTM wordt het al meteen een stuk eenvoudiger om de UTM-tag in de eerste regel van dit artikel te ontcijferen: ?utm_source=linkedin&utm_medium=social&utm_campaign=education. 

utm_medium=social: de bezoeker is vanuit social media op jouw website terechtgekomen
utm_source=linkedin: de bezoeker is vanuit LinkedIn op jouw website terechtgekomen.
utm_campaign=education: de bezoeker heeft op een link geklikt die onderdeel is van jouw educatiecampagne. 

Waarom UTM gebruiken?

Maar wat is nu precies het nut van UTM? Je kunt op social media of in Coosto toch ook zien hoe vaak er op je link geklikt is? Klopt, maar het aantal clicks is slechts een deel van het verhaal. In Google Analytics vind je ook informatie als gemiddelde sessieduur, gemiddeld aantal bezochte pagina's per sessies, hoe vaak mensen gemiddeld overgaan tot aankoop of inschrijving. 

Zo kun je bijvoorbeeld achterhalen dat iemand die op een Facebook-advertentie klikt, minder vaak tot aankoop overgaat dan iemand die op een 'gewone' Facebookpost klikt. Of dat iemand die via X op je website komt, gemiddeld veel langer blijft rondneuzen dan iemand die dat via LinkedIn doet. Of dat je eindejaarscampagne van dit jaar veel meer leads opleverde dan de afgelopen zomercampagne. Ga zo maar door. 

Met UTM's maak je dit soort zaken inzichtelijk. Je hoeft dus niet te gokken ("het aantal websitebezoekers stijgt gelijktijdig met onze campagne, dan zal hij wel succesvol zijn"), maar je kunt alles haarfijn meten. De mogelijkheden van UTM's zijn eindeloos, en als je de resultaten structureel in Google Analytics monitort, zorg je voor een systeem waarmee je steeds beter leert wat in jouw marketing werkt en wat niet. 

Hoe moet je UTM gebruiken?

Nu je weet wat UTM-tags zijn en waarom ze belangrijk zijn, kun je aan de slag.

Stap 1. Google Analytics inrichten

Het heeft geen zin om UTM-tags te gebruiken als ze vervolgens niet gemeten worden. Dat meten doet Google Analytics voor je. Maak eerst een gratis Google Analytics account aan, en geef je website-URL op. Maak vervolgens een Google Tag Manager account aan, om een code op te zetten die moet gaan bepalen hoe Google Analytics met jouw website communiceert. Deze code moet je op elke pagina van je website plaatsen. Als je niet technisch onderlegd bent, kun je dit het beste even bespreken met de host of bouwer van je website.

Stap 2. UTM's toevoegen

Voor iedere link die verwijst naar een (andere) pagina op jouw website, ga je UTM-tags toevoegen. Dat is in het begin even wennen, maar als dit op den duur een gewoonte wordt, ga je er sowieso de vruchten van plukken. Gelukkig hoef je de code niet telkens zelf helemaal uit te dokteren. Er zijn handige tools beschikbaar, die je werk uit handen nemen. 

A. Coosto

In Coosto kun je in het venster 'Nieuw bericht' kiezen voor de knop 'Genereer UTM URL'. Je vult dan de URL in waar je naartoe wilt linken, en voegt de UTM's toe die je hebt afgesproken. Coosto zorgt er dan voor dat de volledige URL mét UTM automatisch voor je wordt geplakt in je bericht. 

UTM-tags gebruiken op social media

B. Google Campaign URL Builder

Voor links die je op andere plekken plaatst dan social media, kun je ook de Google Campaign URL Builder gebruiken. Deze doet min of meer hetzelfde als Coosto. Het enige verschil is dat je de link nog even moet kopiëren en op de juiste plek moet plakken. 

C. Spreadsheet

Om overzicht te houden over al je UTM's en hun benamingen, is het aan te raden om ze ook allemaal te bewaren in Excel of Google Spreadsheets. Zo voorkom je dat je links in mails de ene keer de utm_medium 'email', en dan weer 'Email' of 'mail' meegeeft. Tip: je kunt dit soort utm-sheets op bepaalde websites eenvoudig downloaden. Sommige sheets laten je ook automatisch de UTM genereren of staan standaard ingesteld op drop-down-menu's, zodat je grip houdt op de categorieën en schrijffouten voorkomt.

Het is belangrijk om te weten dat UTM-tags niet vaststaan. Je bepaalt dus zelf of je een social media link onder utm_source 'socialmedia', 'social_media' of 'social' noemt. Google interpreteert deze drie dan allemaal als aparte categorieën. Je kunt je voorstellen dat je intern daarom goede afspraken moet maken over hoe je bronnen, media en campagnes precies noemt.

Stap 3. Tracken en analyseren

Volg hoe gebruikers vanuit je verschillende bronnen, campagnes, media zich gedragen op je website. Door maandelijks rapporten uit te draaien en combinaties van UTM's met elkaar te vergelijken, kom je erachter welke campagnes het meest bijdragen aan jouw doelen. Je leert welke advertentie-variant de meeste nieuwsbrief-inschrijvingen oplevert, je weet hoeveel mensen op een link in een e-mail klikken, en ga zo maar door.

Nogmaals, de mogelijkheden van UTM's zijn eindeloos. Het is aan jou om er een gewoonte van te maken telkens UTM's te gebruiken in je links. We beseffen dat dat nog niet zo gemakkelijk is in alle dagelijkse drukte. Coosto kan daar een geheugensteun en handig hulpmiddel in zijn, omdat je er eenvoudig automatisch je UTM's in maakt.